0 Mevrouw Tweehuijs
GESCHIKTE MEID.
BURGERLIJKE STA\Ü DER GEMEENTE HELDER.
ADVERTENTIE i\.
plaats gehad. De reede was sedert geruimen tijd weder niet
te bereiken. Ook de jeugdig officier B. van het Oost-Indi
sche leger, onlangs met de Fransen van de Futte aldaar aan
gekomen. heeft zijn graf in de golven gevonden. Met de
officier der marine S. van A., in een sloep gestapt, sloeg
deze door de holle zee om. De officier der marineeen goed
zwemmer, behield het leven en welke moeite hij ook aan
wende om B. te redden alles was te vergeefstoen men
hem aan den wal bragt was hij reeds een lijk.
Uit Nantes wordt een verschrikkelijk voorval gemeld,
dat in volle zee heeft plaats gehad. De Fransche drie
master Saint-Paulvan Calcutta komende en naar Marseille
bestemd, leed in de nabijheid van het eiland Brandom
schipbreuk; de bemanning redde zich in de sloep en de
kleine boot. Het was onmogelijk op genoemd eiland te lan
den, en de schipbreukelingen besloten op Madagascar aan
te houden. Op zekeren nacht verdween de kleine boot, en
den volgenden morgen stierf de kapitein, ten gevolge waar
van de eerste stuurman het bevel op zich nam. Weldra
was de voorraad levensmiddelen uitgeput en na negen da
gen lijdens verklaarde de eerste stuurman aan zijne lotge-
nooten dat hun, om nog erger kwellingen te ontgaan, niets
overbleef dan zich allen te verdrinken. Door een der ma
trozen werd intusschen voorgesteld het lot te doen beslissen
wie hunner aan de anderen tot voedsel zou strekken. Dit
vreeselijk voorstel werd aangenomen. Het lot trof een pas
sagier, die naar Frankrijk terugkeerde. Allen wierpen zich
begeerig op hemdoch de eerste stuurman vroeg eenige mi
nuten uitstel. De ongelukkige passagier maakte daarvan
gebruik om te bidden, en gaf zich toen zonder tegenstand
aan zijn noodlot over met de woorden'/ik ben ter uwer
beschikking!" Een diepe weemoed maakte zich van allen
meester; ondanks de kwellingen, welke zij van den honger
te verduren hadden, waagden het niemand den eersten slag
toe te brengen; men moest er weder om loten. Het lot
trof den timmerman, die een bijl greep en het slagtoffer
een slag op den hals toebragt. Wat er volgde was vree
selijk. De matrozen wierpen zich op het lijk en betwistten
elkaar het vleesch, het bloed, de hersens, het merg. Nadat
zij hun eersten honger hadden gestild, werd het lijk in stuk
ken gesneden en in de zon gedroogd en eiken morgen
een gedeelte onder de bemanning verdeeld. Den dertienden
dag eindelijk bereikten de schipbreukelingen Madagascar
een vierde van het lijk was nog over. De schipbreukelin
gen waren half dood; de inboorlingen voorzagen hun van
kleêren, gaven hun voedsel en bragten hen naar Tamatava,
waar zij onder de bescherming van den sultan werden ge
steld. Van het gebeurde is een verslag verzonden aan den
minister van marine.
Het hof van assises der Beide-Sêvres heeft uitspraak
gedaan in de zaak der vergiftiging van den landbouwer
Texier, omtrent welke zaak wij vroeger eenige bijzonderhe
den mededeelden. De drie beschuldigden, mevrouw Texier,
de schoonzuster van den heer Texier, hare dienstbode en
haar vader, zijn allen vrijgesproken.
In de eerste dagen dezer maand ontstond brand in
de woning van een mandenmaker, op den hoek van de
bekende markt Covent-Carden te Londen. De brand ver
spreidde zich met zulk eene snelheid, dat alle hulp nutteloos
was. Deze ramp kenmerkte zich door een treffend en nood
lottig ongeval. Een der beambten van de markt sliep in
het bovengedeelte dezer woningten einde zich iederen morgen
ten 3 nre in de onmiddelijke nabijheid te bevinden, om de
markt te openen. Deze ongelukkige werd door den brand
overvallen. Eensklaps zag men hem voor een venster der
derde verdieping verschijnendoor den schrik in eene vol-
komene verwarring, niet wetende wat te doen, en dat op
het oogenblik, dat het benedengedeelte der woning reeds
geheel een prooi der vlammen was. Onmiddelijk werd eene
der lange ladders, vanboven tot onder meteen linnen doek
voorzien fire-escapeaangevoerd en voor het brandende
gebouw geplaatst. Een lid der brandweer beklom onmiddelijk
den ladder om den ongelukkigen in den hoogsten nood
verkeerenden evenmensch hulp te bieden. Reeds strekte de
moedige redder de hand uitom hem te grijpen, toen eens
klaps de planken vloer onder deze instortte 1 De vlammen
sloegen als uit eenen oven uit het venster, waartegen de
fire-escape stond aangeleund. De markbeambte was verdwenen
en de fire-man zeiven, gekwetst en verblind, viel buiten
kennis in den linnen zak, waardoor de val werd vermeden
en hij in een oogenblik naar beneden gleed. De brand
spuitgast werd naar 't gasthuis vervoerd en is aan de betere
hand. Zonder den fire-escape zoude men bij dit ongeval twee
dooden te betreuren hebben. Later heeft men bij de oprui
ming onder de overblijfselen het verbrande geraamte van
den ongelukkigen marktwachter teruggevonden.
De New-Xork Tribune schrijft van den brand in
Barnums-Museum, dat er 300,000 curiositeiten verbrand
zijn, met uitzondering van het circassische meisje, de reuzin,
de dikke dame, de kleine olifant en de giraffe. Midden in
den brand, ten vijf ure, toen ieder dacht, dat alle levende
wezens dood waren in het museum, verscheen de zwarte beer
voor een venster van de tweede verdieping. Een ladder
werd daaronder geplaatst, en een menschlievende spuitgast
ging naar boven en trachtte het dier een strik over den kop
te slaan. Doch de beer verzette zich daartegen, en had
eenige oogenblikken later den vuurdood te wijten aan zijn
wantrouwen tegen het menschelijk geslacht. De dikke dame
is door den schrik zeer vermagerd. De giraffe is eenigzins
gebrand. Het kleine olifantjen is ook ongesteld. De cir
cassische schoone en de reuzin zijn in blakende welstand.
De protestantsche drijver Murphy, die reeds op on
derscheidene plaatsen in Engeland oneenigheden tusschen de
protestanten en katholieken heeft te weeg gebragt, bevindt
zich thans te Rochdale, waar hij zijne teut-deze prediker
reist namelijk met eene tent wilde opslaan. Hij kon
daar echter geen plaats voor krijgen en heeft toen eigen-
magtig buiten de stad eene plaats uitgekozen. De eige
naars der velden, waarop hij zich daar bevond, hebben ech
ter de hulp der politie ingeroepen en met behulp van deze
de tent, waaraan nog slechts het dak ontbrak, weder uit
elkander geslagen. Eenige aanhangers van Murphy hebben
toen eene meeting gehouden, om te protesteren tegen deze
schending van het regt van vrije vereeniging. Zij zijn
daarop eene katholieke bijeenkomst in eene kerk gaan ver
storen. Voor de kerk is gevochten. Eindelijk is door eene
afdeeling politie de rust hersteld.
Correspondentie.
Het versje van W. H. v, B. hebben wij ter zijde gelegd omreden de
initialen van den inzender ons onbekend zijn, en ook omdat zijn wapenkreet
niet a propos is van de tegenwoordige tijdsomstandigheden. Wij betwijfelen het
of er wel één enkele Batavier te vinden zal zijn die thans „ouder het cou-
rantenlezeu zit te beven voor Franschman, Brit of Pruis, die hunne heersch.-
zucht en magt zoeken uit te breiden in het land der Batavieren."
Wij raden den inzender aan, om de onlangs aan de Staten-Generaal over
gelegde diplomatieke bescheiden (alias Oranje-Boek) en ook de Kamer-ver
slagen van de laatste dagen eens in te zi^n daar kan hij in alle mogelijke
variatien lezen, dat de gevreesde von Bismavclc onzen minister van Buiten-
landscbe Zaken zou hebben toegevoegd: Vons avez sauvé la paix de l' Eu-
ro])e."
W. H. v. B. en alle andere Batavieren kunnen dus zoo lang graaf van
Zuijlen minister van Buiteulandsche Zaken ishet hoofd gerust en zonder
beving nederleggen.
Dat beteekent, overgezet in de taal der Hollandsche jongensHet is
je geluk dat je een beetje op zij bent gegaan anders had ik je eens
pruisisch afgeranseld. Noot van den Zetter.
Van 13 -»*- 20 Maart 1868.
ONDERTROUWD C. van der Boon, bootsman bij de marine, 40 jaren
en J. Yosseveld, 28 jaren. L. Stark, koopman, 38 jaren en M. Klein,
48 jaren, weduwe van L. Broekhuijzen. K. Broekhuizen, koopman, 21
jaren en J. G. van Haasschot, 26 jaren, weduwe van J. B. Meijer.
GEHUWD P. J Timmerman en G. Bolk. P. Hendriks en H. M.
van der Waal. J. W. Houtman en G. de Bruin. Y. Buik en A.
Vader. J. van den Dobbelsteen eo H. E. Franke.
BEVALLEN E. J. Muller geb. Guillot, D. L. Kwast geb. Bruin,
Z. W. de Leur geb. Sent, D. T. Meijer geb. Vos, Z, C. Gevaert
geb. Trap, D. A. Gomes geb. Koning, D. H. Sinit, Z. M. A.
Mönnicbmann geb. Hillen, Z. G. Mangel geb. de Wit, D. M. E.
Heiman geb. Diemei, Z. E Bakker geb. van der Hulst Z.
OVERLEDEN. C. Metzclaar, 9 maanden. G. Wissing, 65 jareu.
C. E. Bruning, 9 jaren. C. R. H. Ligteringeu, 9 maanden. J. Kra
mer, 3 jaren en 3 maanden. J. Snooij, 4 maanden. N. Vader, 1
jaar. A. van Santbrink, 54 jaren. C. C. Duijnker, 74 jaren, M. de
Kloe, 62 jaren.
M A K K T R E li I G T E N.
ALKMAAR 21 Maart.
Aangevoerd 6 Paarden f 20 a 65. 11 Koeijen f80 a 140. 159 Nuchtere
Kalveren f3 a 7. 217 Schapen f6 a 19. 153 Magere Varkens f8 a 16
98 Biggen f 4 a 9. Boter per kop f 72^ a 79 ets.
HOORN, 19 Maart.
Kleine Kaas f 30.25, aangevoerd 17 stapels, wegende 3145 NP.
Heden overleed ons Kindje, slechts elf dagen oud.
Helder, 22 Maart 1868.
P. VERHEY.
J. VERHEY—van HEERDE.
Heden overleed te 'j Hage, na een smartelijk lijden
van 10 maanden, mijn innig geliefd kindje AGNETA
MARIA.
L. BOENDERMAKER
geb. Wai.dschmidt.
V Hage, 19 Maart.
De Heer en Mevrouw von LESCHEN betuigen
hunnen dank voor de bewijzen van deelneming bij
de geboorte van hunnen Zoon ondervonden.
verlangt direct eene
Adres Binnenhaven, Wijk N, Nommer 54.