1TI B TT TT S T IJ D 11T 3 X1T. steeds mijn ernstig streven zijn, zooveel in mijn vermogen is de ambitie van die vereeniging, waarvan het doel is de verdediging van de plaats onzer inwoning tegen vreemde indringers, op te wekken wel is waar is in dit oogenblik het gevaar zoo dringend niet als gepasseerde jaar, maar wanneer wij nagaan de verschillende kwestien die in het buitenland nog zijn op te lossen, wanneer wij lezeu de vreeselijke toerustingen en wapeningen, het vermeerderen der staande legers, het organiseren der mobiele garde, het in staat van verdediging brengen en aanbouwen vau vestingen en schepen in den vreemde de millioenen die overal voor de verdediging besteed worden, dan moet ik zeggen Europa gelijkt op eenen grooten vuurspuwenden berg, die in geruimen tijd zijn zolver en vuur slechts bij geringe mate uitgeworpen heeftdie inwendig echter gedurenden dien geruimen tijd steeds door de ineenstorting en het iuslokken van verschillende kleine rijken voedsel heeft ontvangen, welk voedsel langzamerhaud van dat vuur medegedeeld is gewor den, en een enkele rotsafbrokkeling op die massa, is in staat de baudeu die het nu nog tegenhouden te verbreken, eene uitbarsting te doen volgen, die de geheele berg zal doen schudden en alles wat in haar bereik komt zal vernielen. Het is onze pligt om zooveel mogelijk mede te helpen, om bij tijds die stroom afteleiden, opdat die vuurpoel onze eigendommen voorbij gaat, en wanneer zij onze wegen dreigt over te komen gereed te staan met die middelen die in ons vermogen zijn, om den alles vernielenden stroom te- gentegaan. Daartoe is beuoodigd ecndragtige zameuwerking en vaste wil; ziju die aanwezig dan kunnen wij ons vaderland met vrucht verdedigen. Iu de jl. gehouden vergadering van de weerbaarheids houd te Utrecht heel't de begaafde zee-officier Cornelissen dit duidelijk aangetoond. Doch daartoe be hoort vooral, ik herhaal het: goede wil en eeudragt, laat ons steeds toonen kameraden dat het ons daaraan niet ontbreektlaat ons over kleine geschil len, over de meerdere of mindere kennis van den een of den ander, over hetgeen den een aangenamer zoude zijn dan den ander heenstappen, men kan niet alles met een goudschaal wegen, het is zoo moeijelijk het eeu ieder naar den zin tc maken, het liool'doel is voor allen hetzelfdemet God voor Koning en Vaderlaud. Wat is cr nu noodig om het krachtig ligchaam van ons artillerie-vrijkorps in stand te houden en in kracht te doen toenemen, daartoe is benoodigd eene voortdurende voeding; die voeding bestaat in geldelijke eu zedelijke >on- dersteuning, aangaande de eerstgenoemde kan ik mededeelen dat de opbrengst der contributie eu de vrijwillige bijdragen alle redenen geven om te vreden te zijn, inzonderheid verdient de ouderofficiers-societeit Eensgezindheid, hier eene loffelijke vermelding voor de opbrengst eeuer tooueelvoorstelling, ge geven ten voordeelc van ons korps, waarmedé zij de kas zeer geschraagd hebben. Nogthaus zijn er enkele postjes achterstallig gebleven. Het is volstrekt mijne bedoeling nog niet om die lijst openbaar temaken, alleen hoop ik, dat deze gemoedelijke aanmaning zal uitwerken, dat ik de vol gende week aan mijne medebestuurders kan mededeelen de achterstallige contributie is ingekomen. Tevens bij liet aanstaande intreden van een nieuwjaar onzer vereeniging, moet ik een ieder die het wel meent met ons korps, die het wel meent met ons vaderland, die zijn Necrlaudscli hart warm klopt, op het gemoed drukken, geeft ieder wat gij kunt geven, om die edele zaak te ondersteunen, helpt het korps ondersteunen, vooral gij die alleen kunt helpen door geldelijke tegemoetkoming, geeft met een milde hand, denkt dat gij in de ure des ge- vaars die mannen noodig zult hebben om u of uwe huisgezinnen eu bezittin gen te beschermen, dat zij dan zoo wel voor u als voor de huuneu het leven in de waagschaal moeten stellen, en ik ben verzekerd dat dit goed beseffende, gij ons zult ondersteunen. Wat £e zedelijke ondersteuning betreft, dat is: de goede orde ea het een- dragtige zamenwerlcen; de orde is iets wat een vereischte is, ieder spier van het ligchaamsdeel moet gelijkmatig medewerken wil de zaak goed gaan; daar toe behoort de goede wil met het goede doel steeds in het oog te worden gehouden. Dat ieder dan zoo veel het in zijn vermogen is, geregeld opkome bij de oefeningen, en zonder stoornis medewerke, om door zijn goed voor beeld anderen op te wekken, om door de orde te handhaven, het groote woord steeds voor oogen te houden dat eendragt magt maakt. Zijn cr die zich daaraan niet gewennen kunnen, die de zaak beschouwen als een pretje, dat zij dan liever heengaan, het is volkomen waar, dat met een klein eu ordelijk korps, veel meer is uitterigten, dan met een groot leger ongeregelde troepen, dit bewijst de geschiedenis door alle tijden heen. Het bestuur zal dan ook zoo veel in zijn vermogen is, het devies van ons Nederlandsch wapen daarbij inacht nemen, en zorgen dat de orde gehand haafd worde, daartoe is echter de zedelijke ondersteuning en medewerking van u alleu benoodigd, om die taak te vergemakkelijken; en mogt ik in eene volgende algemeeue vergadering tot verantwoording opgeroepen wordeu, moge dan op de post van boeten staan nihil; dat is mijn innige wensch, zoo zal ons korps bloeijen en een sieraad en model korps zijn voor het ge heele Nederland. Zoo zal Z. M. onze geëerbiedigde Koning weten dat, wan neer de nood aan den man komt, ieder ligchaamsdeel, aan elkander sluit als een zuiver geheel, en met dat geheel, waarvan hij het hoofd is, wij stout moedig de gevaren kunuen trotseren. Hiermede kameraden eu geachte liceren, zeg ik u dank voor de welwillende aandacht die gij mijne woorden verleend hebt, en roep ik uit den grond van mijn hart, u allen toe Leve Orangeleve ons dierbaar Vaderland! Ook de officier van kleeding en wapenen, de heer T. Mooij, doet aan. enkele leden die dit aangaat, eene mededceling betreffende het innen der gelden voor de kleeding. De heer M. J. Manheim vraagt het woord en zegt uit do rede van den heer Jauzen te hebben gehoord van «vreeselijke toerustin gen en wapeningen in het buitenland", die woordeu maken spreker be- zord voor ons vrijkorps bij de ligte uniform waarin het gekleed is, spreker zou willen voorstellen om ieder werkend lid een panscr of harnas aan te doen. De president autwoordt den heer Manheim, dat zijn voorstel bij het be stuur in ernstige overweging zal worden genomen en zoo het aangenomen wordt, zou het verlangen van spreker zijn, dat de levering en de ver vaardiging van bedoelde harnassen, zou worden opgedragen aan den voor steller, den heer M. J. Manheim. Niemand meer het woord verlangende sluit de President de vergadering met een woord van dank aan dc aanwezigen voor de welwillendheid waar mede men hem de taak van dezen avond zoo aangenaam en gemakkelijk heeft gemaakt, hij eindigt zijne toespraak in de overtuiging dat alle leden met hem zullen instemmen in de juichkreetLeve onze nieuw benoemde Majoor-Kommandant." Met een daverend gejuich werd die kreet door de vergadering driemaal herhaald. Helder, Nieüwediep, Willemsoord, enz. 31 Maart 1868. Hoor de Maasche vischsloep de Vrouw Neeltje, schip per E. Voogd, van Pernis, is in de Noordzee, masteloos, van het volk verlaten en op zijn lading (hout) drijvende gevon den het Noordsche brikschip Wingolf. Schipper Voogd heeft daarna de adsistentie inroepende van de hem passerende stoom boot Mcmbrantkapt. Hansenvan de Koninklijke Nederl, Stoomboot-Maatschappijdie genoemd brikschip hier Zondag namiddag in de haven heeft gesleept. Schipper Voogd vermeent gezien te hebben dat de equipage van de Wingolf in zee door een Engelsche stoomboot is overgenomen, die koers zette om de Oost. Debij de. Evangelie-Luthersche gemeente alhier, onlangs beroepen leeraar, de heer Kindermans Jr., is Zondag jl. door zijnen vader ds. Kindermans Sr., bevestigd, naar aanleiding van Joh. XVIII: 3-337; des avonds hield de bevestigde zijn intrée-rede eu had tot tekst gekozen Joh. VIII 37b. Zr. Ms. korvet van Speyh is heden door den Schout bij-nacht, Directeur en Kommandant der Marine alhier, gein- pecteerden zal met de eerste gunstige gelegenheid uitzeilen met bestemming naar Oost-lndie. Z. M. heeft aan den vice-admiraal G. Eabius vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen vau ridder der orde van St. Stanislas le kl.hem door Z. M. den Keizer aller Russen geschonken. Vrijdag avond jl. hield het departement Helder der maatschappij tot Nut van V Algemeen hare laatste buiten gewone vergadering in dit saizoen. Niettegenstaande het ongunstig weder was de opkomst niet onaanzienlijk; zonder twijfel heeft tot die goede opkomst zeer veel bijgedragen de op het convooatie-hiljet voorkomendeu naam van een voor dit departement nieuwen spreker, den officier van gez. dr. Krol, die dau ook aan de gestelde verwachting niet te kort heeft gedaan. Hij heeft op boeijende wijze eene zeer degelijke verhandeling geleverd over de geschiedenis van het graan, beginnende met de ontdekking en eerste aanwending tot voedingsmiddel voor den mensch, waardoor een eerste en zeer groote stap is ge daan op het gebied van beschavingvervolgens toonde spreker aan de trapsgewijze verbeteringen, die in den loop der eeuwen zijn ontstaan in de toebereiding van dit kostbaar voedingsmiddeleindelijk sloot spreker zijne rede met eene zeer leerzame aanwijzing van de vele vervalschingen, die, vooral in het buitenland, tegenwoordig in praktijk worden gebvagt bij de meelfabricatie en broodbereiding en gaf spre ker enkele huismiddeltjes aan de hand om die vervalschin gen te ontdekken. Vervolgens zijn nog bijdragen geleverd door de heeren G. E. Bron, A. B. Weber en B. R. de Breuk. De vergadering werd door den Voorzitter gesloten met de herinnering aau de vele nuttige inrigtingen die deze ge meente aan dit departement te danken heeft; die inderdaad wel waardig zijn om meer algemeen door de ingezetenen dezer gemeente te worden ondersteund. Men schrijft ons van Terschelling 26 Maart jl. Door de onlangs alhier opgerigte jonge dames vereeniging Nicolette werd gepasseerde Dingsdagavoud eene eerste voor stelling gegeven, bestaande in de opvoering van drie tooneel- stukjes, waarvan de uitvoering niets te wenschen overliet; zij werden afgewisseld door verschillende zangstukjes, zoo in koor als ook door een der jonge dames voorgedragen. Het 12tal jonge dames, waaruit dit gezelschap bestaat, leverde een waarlijk prachtig gezigt op, waartoe de nette en elegante costumes niet weinig bijdroegen om het geheel zoo interes sant mogelijk te maken. Eene talrijke schaar van daartoe genoodigde heereu en dames woonde deze voorstelling bij eu toonde door herhaald applaudissement van hare ingeno menheid met de zoo goed geslaagde uitvoering. Na den afloop der voorstelling heeft er eeu zeer geani meerd ba! plaats gehad. Bij eenige heereu bestaat thans het voornemen, om aan de vereeniging Nicolette in de volgende maand eene contrapartij te geven. Naar men verneemt is de vereeniging Nicolette voorne mens in de volgende week voor het publiek eene voorstel ling te geven. Men schrijft ons van Wieringen 29 Maart. Ds. N. Pottpredikant bij de Doopsgez gemeente alhier, hield heden morgen in de kerk te Hj'politushoef zijne af scheidsrede, naar aanleiding van Haud. 20, vs. 32. Een buitengewoon talrijke menigte woonde deze plegtigheid bij. Door Ds. Ab. van Laer, predikant te Oosterland en Ds Kloos, predikant te Hypolitushoef, werden gepaste toespraken ge houden tot de gemeente en tot den waardigen man, welke hier gedurende 44 jaren als voorganger en leeraar der gemeente onvermoeid werkzaam was De officiers van justitie te Utrecht en te Alkmaar hebben berigt, dat te Utrecht, te Helder, te Alkmaar te Heilo en te Winkel onlangs weder verschillende muntstuk ken zijn uitgegeven, die bij onderzoek gebleken zijn valsch te wezen. Men schrijft ons uit 's Hage Het ministerie wenseht, zoo mijne informatien juist zijn niet minder dan het geheele land, dat aan de tegenwoordige politieke crisis een einde kome. Men is overtuigd, dat eene derde ontbinding eene onmogelijkheid is, maar de ministers willen niet wijken voor de motie. IIuu wensch zou nu zijn dat het hoofdstuk buitenlandsche zaken zoo spoedig mogelijk aan de orde werd gesteld, en zij zouden, vóór den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 2