De te Amsterdam voor de zaak der makelaardij be
noemde raadcommissie heeft voorgesteld, den minister van
Justitie omtrent deze zaak te adviseren 1". dat de raad
zich onbevoegd acht een advies uit te brengen over de vraag
of het algemeen handelsbelang het voortbestaan der make
laardij, zoo als zij wettelijk is geregeld, blijft vorderenen
2°. dat, voor het geval de regering mogt besluiten de ma
kelaardij te handhaven, het zoowel in het belang der make
laardij als voor de eer van het gemeente bestuur en voor
het gezag der wet gebiedend noodzakelijk is, dat van de
aanstelling der makelaars en van het toezigt over hun ge
drag gemeentebesturen ontheven worden.
Uit de Oost-Indische mailberigten, loopende tot 26
Febr., nemen wij het volgende over:
„De ver— en herkiezingen in Nederland hebben ook in Indië eene meer
dan gewone belangstelling opgewekt. Men voelde, dat bet hier meer gold
dan eene kwestie van liberaal of conservatief, aan de gemoedelijke beslissing
van liet Nederlandsche volk opgedragendat het hier inderdaad gold een
aanval op onze constitutionele instellingen, eene reactionaire poging, om
ouder den dekmantel van liet koninklijk gezag, de bekrompene denkbeelden
van eenige overmoedige aristocraten en hunne handlangers in de plaats te
stellen van den volkswil, door de meerderheid der Tweede Kamer grond
wettig vertegenwoordigd en uitgedruktdat het bederf onzer constitutionele
instellingen stond gevolgd te worden door het bederf onzer organische wet
ten, speciaal betreffende het onderwijs, die krachtige hefboom onzer toe
komstige intellcctueele ontwikkeling der finantien, die levensvoorwaarde
onzer materiecle welvaart der buitenlandsehc betrekkingen, die voortdurende
vuurproef voor het behoud onzer nationaliteitder koloniën waarin onze eer
en voorspoed zoo naauw zijn betrokken."
Hoe vast wij Indische Nederlanders in onze constitutionele schoenen staan
en het voorschrift der grondwet „de Kouing is onschendbaar, de ministers
zijn verantwoordelijk" in eere weten te houden, moge hieruit blijken, dat
-in weerwil van al het geleurde. (Iloor Vorst van Nederland hoorin weer
wil van al het gebeurdeEed.) waardoor de belangen van Nederland en
Indie zoo sehrotnelijk in de waagschaal zijn gesteld, ambtelijke en particu
liere collegien eu instellingen op 's Kouings verjaardag de warmste betui
gingen van gehechtheid aan Zijne Majesteit eu het huis van Oranje hebben
betuigd.
Dubbel onverantwoordelijke ministers, die door zich telkens achter den
Koning te verschuilen en door hunne slechte raadgevingen tot ondermijning
der constitutie, de gehechtheid op het spel hebben trachten te zetten.
Wij wenscheu dan ook als onzen verj'aardagwensch den Koning geluk,
dat hun toeleg mislukt is eu dat hij zich weldra in betere raadgevers zal
mogen verheugen, die onze natiouale eer en onafhankelijkheid, als mede onze
constitutionele vrijheden en gehechtheden beten zullen weten te waarborgen.
Eij besluit van den Gouverneur-Generaal van Nederl.
Indie, van 25 ïebruarij JS68 n°. 7, isaanjhr. J. M. Clifford
Kocq van Breugel, op verzoek eervol ontslagen luitenant ter
zee 2° kl.verleend een octrooi (no. 46 van het register)
voor den tijd van 11) jaren, op eene wijze om binnen zeer
korten tijd en met zeer weinig kosten indigo van de beste
kwaliteit te fabriceren.
Tn de toko van de firma Geo Wehry Co. in Batavia,
zijn eenige dieven ingebroken. Men weet nog niet of zij veel
waarde hebben medegenomen, ook bij de toko van van den
Abeelen Co. had eene poging tot diefstal plaats.
Tn den nacht van Zaturdag op Zondag den 29 De
cember 11. had aldaar eene zeer brutale diefstal plaats op
het bureau van den havenmeester aan de werf. Een ijze
ren geldkist, inhoudende eene waarde van p. m. f 25C00
werd bij die gelegenheid weggevoerd, door middel van over-
küinming en braak, geene sporen nalatende, de daders spoe
dig te kunnen vatten. Alle pogingen werden door de politie
aangewend, moeite noch kosten gespaard, orn dezen brutale
diefstal aan 't licht te brengen. Eergisteren, Vrijdag den
14 Eebruarij, mogten de twee ambtenaren der politie Oos-
teweeghel en van Doesen, Hoofd- eu Waterschout te Batavia,
de voldoening smaken, de daders en 2/3 van de waarde,
benevens de ijzeren kisten te achterhalen. De gelden werden
gevonden, diep in den grond verborgen, zoo ook gedeeltelijk
in een huis in het atappen dak, en de ijzeren kist, die zoo
als aan de nagelaten sporen was te bemerken, met koevoe
ten en breekijzers was geopend, werd uit de groote rivier
opgevischt. Door volledige bekentenis en aanwijzing der da
ders en medebeklaagden, is deze belangrijke diefstal, in een
zeer geringen tijd tot klaarheid gebragt.
Tn den avond van den 3n dezer werd de stad Ant
werpen op nienw verontrust door den heftigen knal van
een naptha-ontploffing. Een rivierschip met 200 vaten naptha
beladen en naar Curaghem, bij Brussel, bestemd, ontplofte
op 't oogenblik dat men 't anker ligtte. Het schip werd
vermorseld en de twee mannen, die het schip stuurden,
werden, even als de masten en de napthavaten, een eind
weegs weggeslingerd, de eersten gelukkig zonder zich ernstig
te bezeeren. De talrijke in de nabijheid liggende schepen
konden met moeite zich aan het hen bedreigende brandge
vaar onttrekken. Op een der stoomschepen dat reeds vlam
gevat had, werd de brand spoedig gebluscht.
Het schip brandde tot aan den waterspiegel af.
Van Rio-Janeiro schrijft men:
Zes gepantserde schepen van Brazilië hebben den 19 Fe
bruari) den doortogt naar Humaïta geforceerd, welke door
180 vuurmonden bestreken werd. Tagi is door de Brazi
lianen bezet. Drie van hunne schepen zijn voor deze plaats
ten anker blijven liggen. i)e overigen zijn de rivier opge
varen tot Assompcion, hetwelk zij verlaten gevonden hebben.
Denzelfden dag heeft generaal Caxias met 6000 man stor
menderhand eene schans ten noorden van Humaïta genomen
eu 15 kanonnen veroverd. Bij dit gevecht zijn 1500 man
gedood, gewond en gevangen genomen. Denzelfden dag wa
ren er onlusten te Montevideo. Generaal Elorès is aldaar
door de bevolking vermoord. Het hoofd van den opstand
Berro is gefusilleerd en de orde hersteld. Generaal Battle^
is tot president van de Oriental-republiek verkozen.
De commissie door de kamer van vertegenwoordigers
benoemd voor het proces tegen den president Johnson ge
voerd, heeft getuigen gedagvaard voor den senaat, ten einde
het bewijs te leveren, dat de president pogingen heeft ge
daan, om Stanton uit zijn ambt te verwijderen, zonder daartoe
de vergunning te hebben erlangd van den senaat. Tevens
heeft gemelde commissie, door overlegging van oflicieele
stukken aangetoond dat de president de tenure of office bill
als wettelijk van kracht zijnde, had erkend door zich bij
verscheidene benoemingen daarnaar te gedragen.
- Al de mijnwerkers in Henegouwen hebben den arbeid
hervat, nadat zij hunne dooden begraven hadden. Men telt
tot hiertoe twintig slagtoff'ers. Onder dezen bevindt zich
de broeder van een korporaal der jagers, die tegenover de
oproerlingen in het gelid stond toen zijn broeder viel. Is
er wel iets verschrikkelijkers te bedenken dan die tooneelen
van burgeroorlog
De justitie zet hare instructie ijverig voort. Het alge-
meene gerucht verzekert dat er uitdeelingen van geld heb
ben plaats gehad. Men spreekt zelfs van agenten, die als
opruijers zouden werkzaam zijn geweest. Van waar zouden
deze gekomen zijn p Niemand doet daaromtrent eenige aan
wijzing. Uit Engeland? Zeker is het, dat, terwijl het een
feit is dat te Genève eene algemeene werkstaking het ge
volg is geweest van een openlijk uit Londen gegeven wacht
woord, de onderstelling niet van waarschijnlijkheid ont
bloot is.
-Uit Gallicie wordt gemeld, dat er bevel uit Weenen
ontvangen is om de telegraaflijn langs de Russische gren
zen in orde te brengen. Men leidt hieruit af, dat het
Oostenrijksch gouvernement niet zeer gerust is met be
trekking tot de plannen van Rusland. Die meening
wordt bevestigd door liet organiseren der dépots van
elf regementen lanciers en twee regemeuten dragonders
in Gallicie.
Een metselaarsknecht werd verliefd op de dochter van
een timmermansknecht. Hij kreeg de mooije meid ten hu
welijk, maar ontdekte weldra dat zijne vrouw een boosaardig
humeur had. Zij tergde hem dag aau dag zóó dat hij
zich eens vergat eu haar in drift een klap gaf. Fluks vliegt
de vrouw de deur uit, naar haren vader, en klaagt hem haren
nood. De vader echter kende het boosaardig karakter zijner
dochter, gaf haar op zijne beurt een paar slagen om de
ooren en zei toen//Ga nu naar je inan en zeg hem in mijn
naam dat ik me heb weten te wreken over de mishandelin
gen die hij je heeft laten ondergaan; hij heeft mijn dochter
een klap gegeven en ik heb op mijne beurt zijne vrouw
afgeranseldDe vrouw, getroffen over de ontvangen les,
beterde zich eu gaf sedert geen stof ineer tot klagen.
In eene welvarende stad in Pennsylvanie waren, ingevolge
eene jaarlijksche gewoonte, de inwoners te zamen gekomen,
om te beslissen hoeveel drankpatenten er voor het volgende
jaar zouden worden aangevraagd. Een der gemeenteraadsleden
zat bij die vergadering voor, en o. a. waren de predikant,
een der ouderlingen en de docter naast hem gezeten.
Een der achtenswaardigste burgers der gemeente, stelde
aan de vergadering voor, om tot het gewone aantal te be
sluiten. Hij meende, het was beter geen tegenstand uit te lokken
inet eene weigering der patenten; men moot slechts daarop
letten, om goede menschen te kiezen, aan wie die verkoop wordt
toegestaan. Het voorstel scheen algemeenen bijval te vinden.
De voorzittter stelde de goedkeuring daarvan aan de verga
dering voor, toen aan het einde der zaal iemand opstond, die
onmiddelijk aller aandacht trok. Het was eene oude vrouw,
armoedig gekleed en wier gelaatstrekken den stempel droegen
van zwaar lijden. En toch was er nog in den helderen blik
harer oogen iets, dat van betere dagen sprak. Zij rigtte het
woord tot den voorzitter en zeide gekomen te zijn, om de
beslissing te liooren, die over de drankpatenten moest genomen
worden. »Gij weet allen, wie ik ben. gij hebt mij gekend als
de bewoonster van een der beste eigendommen in deze ge
meente. Ik bad een man en vijl' zonen; geene vrouw had beter
man en geene moeder meer liefhebbende zonen. Maar waar
zijn ze nu? Docter! ik vraag bet u, waar zijn ze nu?
Op bet gindscbe kerkhof' zijn zes graven met die man en die
zonen gevuld, en ach! het zijn alle dronkaardsgraven! Docter,
boe werden zij dronkaards? Gij kwaamt met hen drinken,
en gij zeidet hun, dat matig drinken geen kwaad kon. En
gij, eerwaarde heer, den predikant aanziende, kwaamt ook met
mijn man drinken, en mijne zonen meenden, dat zij gerustelijk
drinken mogten en uw godsdienstig voorbeeld volgen. En gij,
ouderling, gij verkocht hun den drank, die hen tot dronkaards
maakte. Gij hebt nu mijn huis en bezitting in eigendom, en
gij verkreegt dat door den drank. En nu, zeide zij, is mijn last
geëindigd. Ik ga weer terug naar het armhuis, dat is mijn
tehuis. Gij, eerwaarde heer, gij docter, gij ouderling, ik zal
u niet meer ontmoeten dan eens voor Gods regterstoel, waar