El Fapor. SIGAREN Mangrtjfk Uer&oop. 604 Bunders 33 Roeden mi ZANDGROND EN WATER, Eene oppervlakte van het niet gezegd? Adó, zal ik mij uu nog langer aan vrouwenpraatjes sto ren Drono en Merjam zullen trouwen, eu spoedig eolc." IV. Nontonni. Heeft de vader voor zijnen zoon ecne keuze gedaan, dan zendt hij een zijüer vrienden of bekenden, om bij de ouders vau het meisje op ecne be- _^^kte wijze te onderzoeken, of zij daarin toestemmen. Deze zendeling wordt genoemd. Mag hij hunne toestemming verwachten, dan zeudt hij eeneu Tjongkok, om haar voor zijnen zoou teu huwelijk te vragen. Daarna begeeft hij zich zelf, vergezeld van eenige zijner naaste bloedverwanten, met zijnen zoon naar de woning der ouders vau het meisje, opdat deze haar zelf kan zien, Nontonni. Njahi Doekou had geweigerd Patjoek Tjongkok te zijn. De Wedono behoefde niet lang naar eenen anderen om te zien, die hem als zoodanig gaarne dienen wilde. Hoog vereerd was de Bekel met het verzoek van zijnen Wedono. Wij vergezelleu dezen thans, zoo als hij, door verschcidenen gevolgd, naar Singa-redjo rijdt, om Merjam te zien. Tusschen de oemah, het eigenlijke huis, de plaats waar hij slaapt en zijne goederen bergt, eu de pandopo vóór hetzelve, eene opene loods, sléchts een dak op houten pilaren, heeft de aanzienlijke Javaan nog een ruimte of een vertrek, de paringitan genaamd, waar gewoonlijk de wajang wordt vertoond. Daar ontving de Bekel ziju hoogen gast en aanstaanden bloedverwant. Deze nam plaats op eene amben. Voor dezelve zaten de Bekel en zijne vrouw op den grond ter zijde, met het aangezigt naar het huis gekeerd, de volgelin gen vau den Wedono en Drouo zijn zoon. Verwacht hier geen vertrouwelijk gesprekhet onderscheid van rang der wederzijdsche ouders verbiedt dit reeds aanstonds. De adat wil ook, dat zij thans slechts bij elkander komen om te zien. Zoo trots als de Wedono, gevolgd door den Bekeldietoen hij afsteeg, zijn paard vast hield, bin nen kwam, en zonder een woord te spreken zijne verhevene zitplaats innam, terwijl de beide echtelingen in demoedige houding zich nederig voor hem nederzetten, zoo trots blijft hij nog een oogeublik zwijgend om zich heen zien. Een kleine knaap zet zijn gouden siridoos naast hem neder; terwijl hij zijn betelblad bereidt, doet hij eenige onverschillige vragen telkenmale door het :uoen ingih (ja mijnheer) van den Bekel beantwoord. Over alles wordt bij zulke zamenkomsten gesprokenalleen niet over het doel der vereeniging, het aanstaande huwelijk. Als ware de Bekel op rapport, vraagt de Wedono hem naar den oogst, of de padjeg (de landrente) door alle dorpelingen is voldaan, of er geen slecht volk in de dessa is, of allen zich rustig gedra gen. Zoodanige vragen achtervolgen elkander slechts afgebroken door het gedurige noen ingih, of boten (neen) van den Bekel. Deze weet echter, dat de Wedono en zijn gevolg niet kwamen, om dat ingih en boten te hooren, maar om, volgens de adat, zijuc dochter, de verloofde te zien dat zij zich daartoe thans moest vertoouen. Hij roept daarom naar binnen dat iemand hem zijne kris brenge. Een oogenblik laler opeut zich halverwege de lage brcede deur, en schoorvoetende treedt een meisje met neergeslagen oogen naar buiten zij heeft de kris in hare hand gevat, plaatst zich achter den Bekel en reikt hem daarna de kris aan. Een ieder doet als zag hij haar niet. Want ook dit wil weder de adat, dat zij, die komen om te zien, doen alsof zij niet zien. Het mag slechts ter sluips, steelsgewijze, geschieden. Gij kunt het Drono echter aanzien, dat zijne verloofde naar buiten kwam. Hij is zoo blijde met zijns vaders keuze, als Merjam zich daardoor diepongeluk kig gevoelt. Wordt vervolgd 3fngc5nnöcn. De Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders Mijnheer de Redacteur Ik heb gedurende de laatste dagen zoovele uitleggingen gehoord van het woord „besceuwd," gebruikt door een inwoner van Schagen Harrewar had ik bijna gezegd om den indruk te beschrijven dien de uitvoering van „De Gemeenteraad van Wielevjualdoor de kamer „de Roos" op mij, als schrijver er van gemaakt heeft, dat ik wel verpligt ben een paar regels over dat woord in 't midden te brengen vooral ook omdat men er eene beteekenis aan heeft willen geven die was ze de ware mij ietwat zou compromitteren. „Beseeuwd"ik herinnerde mij wel het woord meer gehoord te hebben, maar de beteekenis was mij niet regt helder. Ik nam dus mijne toevlugt tot mijne woordenboeken, maar Siegenbeek en Weiland zoowel als de Vries en Te Winkel bleveu mij het antwoord schuldig. Vervolgens zocht ik in de Jager's taalkundig Handboekje van alle Nederduitsche woorden die wegens spelling, taalkundig gebruik en beteekenis aau eenige bedenking on derhevig zijn. 't Was te vergeefs. Eindelijk vond ik het derde deel bl. 27 «van L. Meijers woordenschat, "vervattende verouderde woorden," uitgave van de wed. Loveringh en Al- lart te Amsterdam anno 1777 «Bczeeuweu, beseeuwen, nat maken met zeewater" Ik wist te goed dat ik door de opvoering van „Wielewaal" niet nat ge maakt was, door zeewater; dit kon de schrijverdwarskijker alzoo niet bedoeld hebben. Had de bepaling met zeewater er niet bijgestaan dan had hij gelijk kun nen hebben, want de zaal van Steenman was vol, het was er warm en de poriën van mijne huidbegrepen Daar al mijne hulpbronnen mij in den steek lieten moest ik mijn her inneringsvermogen nog eens laten werken en na eenige bezinning, meende ik te kunnen uitroepen Ik heb het gevondenIk heb het gevonden 1 Een meer bejaard persoon, in de keunis der taal wel ervaren, heeft mij verzekerd dat mijn geheugen mij geeue parten speelt en daarom durf ik ge rust tot mijne verklaring overgaan „Beseeuwd" behoort als provincialisme in Noordholland te huis. Het heeft verschillende beteekenissen Bij het zien van iets vreemds, iets merk waardigs, iets onverwachts is men beseeuwd verrast, verwonderd, ver baasd, en bij het vernemen van eenig ongeluk waarin men betrokken is of kan worden is men beseeuwd getroffen, verschrikt, soms tot bezwijmens toe. Ten slotte nog het beleefd verzoek aan den heer schrijverdwarskijker om, wanneer hij zich ooit weer verwaardigt om over mij, in eenige kwali teit, te schrijven, dat hij dan s. v. p. meer algemeen bekende woorden be zige, opdat men mij, door verkeerde uitlegging geeue hoedanigheden toedichte, die mijn goeden naam zouden kuuuen schaden. Helder, 11 April 1868. Uw dienstvaardige D. D. In navolging van anderen die deze plaats zoo noemen omdat de be woners aldaar nog al eens kibbelen harrewarren. Correspondentie. In ons volgend nommer zullen wij B. beantwoorden, de schrijver van een ingezonden artikel, voorkomende in de Nieuvje Alhn. Cour. van 11 April. BUlUiEULlJkE STAM) ill'li GEMERKTE HUK. Van 3 10 April 186S. ONDERTROUWD G. van Urk, matroos bij de Marine, 26 jaren, wo nende thans alhier, onlangs te Zwolle en J. Schuitemaker, 2-7 jaren, gcdeforceer- de echtgenootc van W. van Vlijmen. GEHUWD: K. Bijl en S. C. Lelivcld. P. Jonkeren T. van der Wolt. BEVALLEN N. J. Iloogcrwerf, geb. Visser, D. A. C. Beijcr, geb. Struïjk, D. M. Reichart, geb. Naastepad, Z. A. Caarls, geb. Steeman, D. C. van den Brande, geb. Platvoet, D. K. van Hiel, geb. Ofczen, Z. M. Steenman, geb. Klik, Z. M. J. de Vries, geb. Dieterich, Z. J. van den Brom, geb. Winkel, D. G. Eaber, geb Schellinger, D. G. Langkemper, geb. Dienst, Z. G Snel, geb. Kriele, D. W. van der Ben, geb. Wigman, Z. A. Visser, geb. Bruin, Z. M. M. Morlang, geb. Kroost, D. J. Blokkoff, geb. Paauw, D. OVERLEDENA. Zwiek, geb. van Vliet, 64 jaren. H. M. de Haas, 11 weken. M. Groot geb. Hoogerduijn, 62 jaren. G. C. II. Kelpin, 1 jaar. G. van der Hert, 17 jaren. B. de Graaf, 7 maanden. C. Stam, 6 jaren, P. Souge, 14 jaren. J. J Sennekes, geb. Grooff, 68 jaren. M. Blikkenhorst, 5 jaren en 11 maanden. MARKTBEIUGTËN. ALKMAAR, 11 April. Aangevoerd 9 Paarden f25 a 110. 9 Koeijen f 90 a 140, 68 Nuchtere Kalveren f 3 a 7. 197 Schapen f7 a 26 10 Lammeren f 4 a 8. 5 Geiten f 4 a 7. 10 Kleine Bokjes f0.35 a 0.50. 125 Magere Varkens f 10 a 20. 260 Biggen f 5 a 9. Boter per kop 75 a 82è ets. HOORN, 9 April. Kleine Kaas f 29.50. Aangevoerd 32 stapels, wegende 6687 NP. Donderdag 16 dezer vertrekt van hier de Oost- Indische landmail via Southampton. ADVERTENTIES. Bevallen van een ZOON, MARIA ELTSABETH RöVER, Echtgenoote van C. KALISHOEK. Helder, 12 April 1868. Ieder wordt gewaarschuwd geen GEIiD of C'REDIET te verleenen aan de Equipagie van het door mij gevoerd wordende Schip VENEDHIJr Ne Kapitein, C. F. M U li F E R. Heeren liefhebbers van eene fijne Sigaar worden berigt. dat ik onder bovenstaand merk heb ontvangen een partij fijne-, geurige- en ligtbrandende- /B8.®0 per as®®©. Zijn, ingevolge overeenkomst met den Eakriekant, voor deze plaats en omstreken, alleen bij den ondergeteekende te bekomen. Sigarenhandel, P. B II f W S Wrz, Spoorstraat, Q 13. Het BESTUUR van bet Waterschap lilJEllLANDge meente Texel, provincie Noord-Hollandis voornemens op Zaturdag 25 April e. k., 's avonds 7 ure, in het Lokaal TIVOL1. gemeente den Helder, door het Ministerie van den te Texel standplaats hebbenden Notaris WILLEN HEiURI BRBIO BOK., in het openbaar te verkoopen: zijnde het zoogenaamde NOORDENliggen de binnen de gemeente Texelzooals zulks breeder bij billetten is omschreven. In de Kadastrale leggers dier gemeente be kend onder Sectie A, Nos. 549, 474, 475, 476, 477, 478 en 75, allen gedeeltelijk. De Verkoopsvoorwaarden zullen 14 dagen vóór den ver koopdag ter inzage van de gegadigden liggen ten kantore van den voornoemden Notaris W. H. BRUNO BOK. En zijn voorts inlichtingen te bekomen zoo ten kantore van den Heer G. A. van den BERG, Dijkgraaf van voor noemd Waterschap te Ilillegersberg provincie Zuid-Holland, als van den Heer J. van PUTTEN, Opzigter bij het Wa terschap te de Cocks-Dorp aldaar, door welken laatste de verlangde plaatselijke aanwijzingen zullen worden gedaaD. rüegt liet voort.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 3