Zitting van den Gemeenteraad
Maar juist omdat de politiek minder liet hart betreft dan
het verstand, daarom kan de strijd op dit gebied vruchten
dragen: want hier is door blootlegging der waarheid over
tuiging mogelijk.
En slechts zij, die zelf inzien dat zij in de politiek de waar
heid niet aan hunne zijde hebben, die alleen nemen hun toe-
vlugt tot de godsdienstige en andere hulpmiddelenwel we
tende dat menigeen daardoor te bewegen is, tot volgzaamheid.
In dien strijd is het echter steeds aanmatigend, voor zich
zelf alleen den titel van "weldenkende" te reserveren.
Maar hoe het genoemd als men spreken durft van alle"
weidenkenden.
Men zou mogen vragen, of de schrijver alle weidenkenden
hier ter plaatse kent en van allen berigt ontving, dat ons
artikel hen met verontwaardiging" neen met vgroote veront
waardiging" heeft vervuld.
Alzoo wee u, inwoners van den Helder, zoo gij den heer
B. niet kent, want dan reeds behoort gij niet tot de wei
denkenden."
Tot zulke dwaasheden voert die echte »DAGBLAD"-stijl
waarvan de schrijver een leerling schijnt te zijn met veel
toeleg, maar helaas met weinig aanleg.
Is u dan ook het bloed niet naar het aangezigt gestegen,
»alle weidenkenden van den Helderbij de lezing van ons
artikel? Niet? Welnu dan zijt gij geen fatsoenlijk man, want
nieder fatsoenlijk mande heer B. zegt het heeft dat
genot moeten smaken.
Het is goed op al deze kleinigheden te wijzendaar zij
schering en inslag zijn der conservatieve redeneringen. Zij
alleen bezitten vaderlandsliefde, oranjeliefde, fatsoen, enz. enz.
hunne tegenstanders zijn oproermakers, keezen en gemeen*
lieden.
Hun toon nu reeds veel lager gestemd was gedurende
de laatste twee jaren in hooge mate krenkend, in al deze
bijzaken tot de politiek, voor andersgezinden. En die over
moedige toon, nam een aanvang met de redevoering van den
heer v. Foreest, door ons aangehaald en met de brutale
redevoering van graaf van Zuylen, toen hij den minister
Cremers interpelleerde. Die toon bleef tartend en dezer dagen
zelfs vermeldden er de bladen nog treffende voorbeelden van.
Op dat alles wijzende, tot in de kleinste bijzonderheden,
deden wij dit evenwel niet, om daardoor de hoofdkwestie te
ontgaan, waarvoor wij integendeel al des lezers aandacht ten
slotte inroepen.
De heer B. zegt, dat wij eene valsche voorstelling van za
ken hebben gegeven en toestanden met elkander vergeleken,
die (let wel) geen enkel punt van overeenkomst aanbieden,
want in 1866 was een beginsel van algemeen liberaal rege-
geringsbeleid afgekeurd. (Sic) en nu niet.
Eilievo! Is er nu geen beginsel van conservatief regerings
beleid getroffen door de motie Blussé.
Weet gij dat niet, mijnheer B? Wij zullen het u dan eens
helpen herinneren.
Door de motie Blussé werd, het als een regeringsbeginsel
der conservatieven gebleken misbruik van kamerontbindingin
strijd met het landsbelang afgekeurd.
Door de motie Blussé werd het streven der conservatie
ven getroffen, om ministeriëele willekeur te stellen, in plaats
van ministeriëele verantwoordelijkheid.
Door de motie Blussé werd het volk; werden de burgers
gehandhaafd in hun regt, om medetespreken in de aangele
genheden van hun land.
Zéé zijn die conservatieven Zegt men Als A voor dief
stal van een appel straf ontvangt, dan moet B voor diefstal
van een peer ook gestraft worden. Dan zeggen zij neen
want A stal een appel,
B stal een peer
gij vergelijkt toestanden die geen punt van overeenkomst
hebben, gij geeft eene valsche voorstelling van zaken.
Gelukkig heeft het Nederlandsche volk zich bij de laatste
verkiezingen daardoor niet zoo laten bedotten, als het vorige
jaar en wel in het oog gehouden, dat het niet is de vraag
van den appel of de peer, maar de vraag van het stelen,
onverschillig wat.
B. gevoelt dan ook zelf de zwakheid van zijDe wederleg
ging en dekt zich meer of min door er onmiddelijk op te
laten volgen:
Kon men aannemen dat dit de bedoeling was van de mo
tie Blussé (nl. het afkeuren van een conservatief regerings
beginsel), dan moest men de ministers nog maar dankbaar
wezen voor hunne goedheid om te blijven.
Ergo de liberale ministers moeten wei wijken, als een
liberaal beginsel getroffen wordt.
De conservatievenbij door B zelf aangenomen ge
lijken toestand, niet.
Ergo.- de appel en de peer.
Arme BI Onhandige vriend
Het laatste noodschot: «redding van het gezag des Ko-
nings" heeft verleden jaar nog veel uitgewerkt, nu heeft het
uitgediend. Niemand wil dat aanranden, maar deze minis
ters verschuilen zich telkens achter den troon, terwijl zij
alleen geroepen zijn, véér dezen te staan, ter verantwoording
van alle regeringsdaden.
Verantwoording van al hunne daden aan de wettige ver
tegenwoordigers des .volksDat is de kwestie. En als de
heer van Foreest in zich het duizendste deel van een goed
vertegenwoordiger des volks omdroegdan had hij ook thans
weer dezelfde woorden maar minder venijnig moeten spreken,
als in 1866.
Hij deed dit niet, alzoo
Weet gij lezers! wat de conservatieven op dergelijke taal
antwoorden zullen? Weet gij wat mijnheer B! op deze rec
tificatie zijner rectificatie zeggen zal? Hij zal zeggen
Op zooveel waarheid, acht ik het beneden mij te antwoorden.
En gij lezers! zult zoo veel grootmoedigheid op den waren
prijs weten te stellen.
op Dingsdag den 14 April 1868.
Voorzitter de heer Mr. K. J. C. Stakman Bosse.
Secretaris de heer L. Verhey,
Tegenwoordig 15 leden.
Afwezig de heeren Jelgersma en Zur Muhlen.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
1). Beëediging van het jongst gekozen lid.
De heer P. A. C. Hugenholtz legt in handen van den Voor
zitter de bij de wet voorgeschreven eeden af, wordt door den
Voorzitter geïnstalleerd en neemt daarna als lid van den
raad zitting.
2). Aanbieding van het jaarverslag over 1867.
Op voorstel van den Voorzitter wordt goedgevonden het
bij de leden aan huis rond te zenden, aan ieder voor twee dagen.
6). Geldelijke aangelegenheden van het Burgerlijk Armbe
stuur over 1867.
Uit de ingediende en door de Secretaris voorgelezen missive
blijkt dat de ontvangsten zijn geraamd op f9900.en werkelijk
ontvangen is f 11652.615, dat de geraamde uitgaven bedragen
f9900.dat werkelijk is uitgegeven f 11059.715, zoodat de
rekening sluit met een goed slot van f592.915.
Wordt magtiging gevraagd en verleend, om over een gedeelte
der meerdere ontvangsten te mogen beschikken, tot het doen
van diverse dringende uitgaven. Ook tot het doen van eenige
af- en overschrijvingen wordt magtiging verleend.
4). Benoeming van eene commissie van toezigt over het Mid
delbaar Onderwijs.
Ingevolge eene ontvangen missive van den Commissaris
des Konings, stelt de Voorzitter voor tot de benoeming der
bedoelde commissie over te gaan, bestaande uit 5 leden.
De uitslag der stemming is als volgtDe heeren H. Slot
14, A. van Voornveld 14, J. van der Haar 11, G. Scholten
11, R. Boomsma 10, die alzoo benoemd zijn; de heer Boomsma
verklaart de benoeming aan te nemen, aan de overige heeren
zal worden kennis gegeven. Voorts bekwamen de heeren
S. Braaksma 5, B. R. de Breuk, D. Bakker Bz. en P. J. Heyning
ieder 2 en C. Berghuijs, J. van Hattem, B. Werendlijn Smit en
II. Daarnhouwer ieder 1 stem.
5). Uitvoering van nieuwe werken.
De Voorzitter deelt mede, dat, in overleg met de commissie
van gemeentewerken, goed gevonden is, aan den raad voor-
testellen, om gedurende dit jaar, te bestraten de Vlamingstraat
en een gedeelte Achterbinnenhaven, dat de kosten van die be
strating geraamd zijn op f5000.en op f 2800stelt voor om
deze werken inéén bestek op te nemen. Wordt goedgekeurd.
6). Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het ko
hier van den hoofdelijken omslag en die der hondenbelasting;
b. Mede goedgekeurd de begrooting 1868 en tevens de sub
sidie te verleenen aan het Algemeen Weeshuis;
c. Dat de verificatie der gemeente-kas heeft plaats gehad
den 11 April, dat in kas is bevonden de som van f 21,947.39,
overeenkomstig de boeken en schrifturen.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
d. Dat is ingekomen een adres van de Erven Möller, met
aanbieding van hun locaal voor de in te deelen militiens den
5 Mei a. s., en wel tegen minderen prijs. Waarop is geant
woord door het Dagel. Best. dat voor dit jaar daarvan geen
gebruik kan worden gemaakt, aangezien door den Provincialen
Kommandant het lokaal Tivolï reeds in oogenscliouw is ge
nomen en na het maken van eenige bepalingen, is goedgekeurd.
De Voorzitter is ook van meening, dat het lokaal van de
Erven Möller te klein en minder voor dat einde geschikt is;
wanneer adressanten zich vooraf hadden geïnformeerd naar
devereischten van zoodanig lokaal, dan zou hun gebleken zijn,
dat zij de moeite van het rekwestreren wel hadden kunnen sparen.
e. Dat wordt voorgesteld de jaarlijksche gratificatie aan
gemeente-beambten weder toe te staan, als aan de brug
wachter Ritter f50.dat is: f'25.als brugwachter en
f25.als marktmeester, waarvoor hij geageerd heeft. Aan
de brugwachter Mendelsohn f 25.Aan de keurmeesters van
vleesck en visch Grijm en Boli, de eerste f50.en de laatste
f25.omdat deze als gemeente-commies steeds in dienst der
gemeente is. Voorts aan de keurmeesters van levend vee
Noot en Schiller ieder f 30.Terwijl al de genoemde amb
tenaren zich beijverd hebben inde betrachting hunner pligten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Dat van een der leden van den raad de heer B. R. de
Breuk is ingekomen een brief met voorstel, om op het be
schadigen van het plantsoen, een boete te stellen van f3.
De voorzitter vermeent dat daar niets tegen zal zijn; maar
aangezien hem dikwijls klagten zijn ter oore gekomen dat de
straten door de hier bestaande korriwagens zeer veel te lijden
hebben, wensehte hij eene herziening te doen plaats hebben
van de verordening op de straten en wegen in de gemeente
en daarom de commissie der strafverordening, daartoe uit te
noodigen.
In die commissie eene vacature zijnde, wordt die aangevuld
door de verkiezing van den heer Maalsteed met meerderheid
van stemmen.
g. Dat de wet voorschrijft eene benoeming door den raad
van eene commissie, tot onderzoek in zake de schutterij, be
staande uit twee leden en twee plaatsvervangers.