viuciale Staten, waardoor de zelfstandig- en onafhankelijk
heid van dit eollegie voor een groot deel verloren raakt,
doordien de Burgemeesters ambtenaren zijn, wier benoe
ming om de zes jaren geheel afhangt van den Commissaris
des Konings in de provincie en van den minister van Bui-
tenlandsche Zaken; zoodat zij, ter wille van hunne maatschap
pelijke positie, dikwijlsin de treurige noodzakelijkheid komeu,
om, bij het behandelen van zaken of bij het opentlijk uit
brengen vau hunne stem, hunne overtuiging geweld aan
te doen.
Na wijdloopige en hoogst belangrijke discussien werd tot
de stemming overgegaan, en met meerderheid van stemmen tot
candidaten gesteld de heeren S. Keijser Sz. en J. C. de Leeuw.
Het uur der vergadering te ver gevorderd zijnde werd
besloten, om de aan de orde zijnde verkiezing van bestuurs
leden tot de volgende vergadering te verdagen. De periodiek
aftredende leden zijn de heeren: D. Bakker Bz., F. Snel
en S. Jaring, die om redenen van gezondheid en andere,
verzocht hebben niet weder m aanmerking te komen.
Staande de vergadering werd het vooruitzigt te kennen
gegeven, dat deze vereeniging binnen kort aanzienlijk in
ledental zal toenemen, men hoopt dat dit vóór eene vol
gende vergadering zal plaats hebben, ten einde bij de aan
vulling van het bestuur des te ruimer keuze te hebben.
Yrijdag avond is door de officieren van het artillerie
vrijkorps alhier, een album met hunne photografische portretten,
benevens een met zilver gemonteerde kristallen porte-sigare
vereerd geworden aan den heerA. H. J. T. Ponse, le luit".-
adjudant bij het 4e bataillon 7e regiment infanterie, als
blijk van erkentelijkheid, bij zijn vertrek van hier, voor de
vele moeite en zorgen die de heer Ponse zich getroost heeft
ter wille van genoemd korps, waarbij ziju naam steeds in
dankbare herinneriug zal blijven.
Door Z. M. is benoemd, ouder meer anderen, tot
majoor de kapitein W. Petter, magazijnmeester der artillerie
van de le kl., te Bergen op Zoom. Bij het le regim. vesting
artillerie tot luitenant-kolonel de majoor P. C. Swaving,
van het Ze regim. Tot majoor den kapitein le klasse A. H.
Mommers, adjudant van het korps; tot kapitein 3e klasse
de le luitn. J. N. A. Schneiders van Greyffenswert, van het
korps; tot le luitenant de Ze luitenant J. J. Fabius.
Z. M. heeft aan den schout-bij-nacht titulair J. Boelen
Jzn., lid van 't hoog militair geregtsli., den titulairen rang
verleend van vice-admiraal.
Vrijdag avond had aan het Raadhuis alhier de open
bare aanbesteding plaats van het onderhoud der gemeente
gebouwen enz., in 1868. Er waren ingekomen 4 inschrij-
vingsbillettenals van de heerenP. Dekker tegen f 4548
W. van der Woning f4468, P. Verhey f4438 eu Gebrs.
Korfl' f 44Z5.
De afloop van de Zaturdag avond jl. in het lokaal
Tivoli plaats gehad hebbende verkooping van ruim 600
bunders oningedijkte gronden op het eiland Texel, is als
volgt: hoogste bod f17,900, de heer Blusse bij afslag op
gehouden op flSO. er boven.
Eenige dagen geleden is bij het loodswezen in onze
verschillende havenseen berigt van het Ministerie
van Marine ontvangen, houdende kennisgeving het drie
mast klipperschip Philips van Marnixvroeger gevoerd
door kapt. van Ruiven, thans qq- J. Langenberg, van de
Rotterdamsche reederij van Zeylen en Dekkerkomende van
Java, niet in onze havens toe te laten en buiten alle com-
munikatie met den wal te houden uithoofde de gele koorts
aan boord van dien bodem heerscht. Men verneemt, dat
dit schoone schip, door een Engelsciie stoomboot van Abyssinië
gepraaid 150 dollars voor een ods quinine heeft moeten
betalenen men gelooftdat de Marnix de Mauritius
eilanden heeft aangedaan waar die verschrikkelijke ziekte groote
verwoestingen aanrigtte.
Het 50jarig bestaan van de koloniën der Maatschappij
vau Weldadigheid, zal den Z5 Aug. a. s. te Frederiksoord
luisterrijk worden herdacht. Bij die gelegenheid zal, naar
men verneemt, aan de geneele bevolking, p. m. Z000 per
sonen, een feestelijke dag worden bereid; al naarmate de
bijdragen die voor dat doel bij de feestcommissie inkomen,
aanzienlijk zijn daar men alle kosten uit bijzondere fondsen,
zonder bezwaar van de kas der Maatschappij hoopt te kunnen
bestrijden.
Men rekent op algemeene deelneming in den lande.
In een der provinciale couranten las men dezer dagen
de volgende niet onaardige doodadvertentie: //Na een lang
durig lijden overleed heden, in den ouderdom van 34jaar,
de heer Pieter Hieronimus Draadrekkerinleven mr. schoen
en laarzenmaker, Nieuwstraat no. 318. Behalve eene diep
bedroefde weduwe en drie.kiuderen, te jong om hun verlies
te beseffen, laat de overledene eene groote partij zooileder
en schachten na, die tot billijke prijzen zullen worden van
de hand gezet. Op verlangen van den overledene zullen
geen uiterlijke teekenen van rouw worden aangenomen volgt
de onderteekening).
De nieuwe koperen kanonnen, waarvan het geheim in
het bezit is der Fransche regering, hebben het voorkoinep
van een IZ-ponder, en zijn op daarbij behoorende affuiten
gesteld. Zij schieten op 300 tot 500 ellen afstand en be
strijken het front eeuer geheele compagnie. De commissie
van artillerie-officieren die belast is met het doen van proe
ven met dit nieuwe geschutverklaart dat het eene verschrik
kelijke uitwerking heeft, doch betreurt het, dat ieder man
van het front door 5 of 6 kogels getroffen wordt; zoodat
minstens 4 kogels op ieder man verloren gaan waarvan de
kosten gespaard konden worden.
Hoe men eene rekening vereffent.
Een meubelmakersgast te Parijs met name B was
lang ziek geweest en kon niet werken, waardoor hij bij
zijn bakker eene schuld had gemaakt van 50 fr. Daar hij
altijd goed betaald had, verwonderde hij zich dat de bakker
hem toen hij als naar gewoonte om zijn brood van twee
kilos ging, zeide dat hij hem geen crediet meer kon geven.
//Wees gerust zeide de werkman, ik werk sedert drie da
gen en als ik mijn loou ontvang zal ik u een gedeelte af
betalen."
//De tijden zijn moeijelijk, antwoordde de bakker, gij moet
dadelijk betalen wat gij neemt."
B. haalt zijn eenigen frank uit de zak en hetaalt zijn brood
Een uur nadien keert hij terug naar den winkel, hebbende
een papier in de handde bakker, meenende dat hij komt
betalen, wil den schijn aannemen vau een edelmoedige schuld-
eischer efi zegt
//Gij moet u niet derangeren, gij kunt mij morgen wel
betalen."
//Verschooning, antwoordt B., maar wij hebben eene re
kening te vereffenen."
//Ja."
//Ziehier de mijneik heb het brood doen wegen dat ik
bij u gekocht hebhier is een bewijsschrift, onderteekend
door drie getuigen, waarbij bewezen wordt dat er meer dan
honderd grammen te kort is op uw brood. Ik neem sedert
ongeveer tien jaren brood bij u, en daar ge mij waarschijn
lijk op elk brood evenveel bestolen hebt, schat ik dat ge
mij drie honderd franks schuldig zijt. Ik moet er u vijftig
betalen, betaal mij het resterende of ik ga bij den commissaris.
Men twist, de werkman houdt zich kloek. Eindelijk moest
de bakker, om een erge vervolging te vermijden, de 250
fr. betalen, in ruiling voor het bewijsschrift van zijn bedrog.
Ia de Alkm. Cour. leest men het volgende ingezonden artikel
Paarlberg en de Veepest-
Tijdens het heerschen der veepest hebben wij in dit blad meermalen ge
wag gemaakt van de verzekering van den heer A. Paarlberg, woonachtig
aan den Helder, dat hij zich in staat acblte om te kunnen aanwijzen, welke
runderen meer of minder vatbaar waren voor de gevreesde ziekte en zouden
sterven of herstellen. Thans heeft hij in het licht gegeven een Verslag-
van de tijdens de Veetyphus onder opzigt der Regering gedane proefne—
ming23 bl. in 80 bij Kirberger te Amsterdam). Als bijdrage tot de ge
schiedenis van de, nu gelukkig geweken ramp, is dit werkje niet van belang
ontbloot. Het verhaalt in den aanvang hoe Arie Kroon, de oudoom des
schrijvers, een boereuknecht te Warmenhuizen, in 1709 ontdekte welk soort
van vee de ziekte overleven zou, door die wetenschap voordeelige koopen
deed en in goeden doen geraakte, maar onverwacht stierf zonder zijn ge
heim geopenbaard te hebben; hoe de schrijver, als 14jarige knaap, eenige-
kenteekenen opmerkte waardoor de van zijn oom herkomstige koeijen zich.
van anderen onderscheidden, en hoe hij in 1865, bij het uitbreken der
veepest, begeerig was, zijn vermoeden aan de werkelijkheid te toetsen. Het
schetst vervolgens welke stappen hij daartoe gedaan en welke proeven hij,,
daartoe ondernomen heeft, zonder moeite of kosten te ontzien, alsook hoe—-
veel bezwaren hem hinderlijk waren, zooals het verbod om op besmette-
stallen te komeu, bet verbod van vervoer over de lijn van afsluiting, de-
vrees om hem op gezonde stallen toetelaten, het inenten tegen ziju ver
langen van zijne runderen aan 's Rijks-veeartsenijschool, enz. Wilden wij;
zijne proeven, en vooral de voornaamste, onder toezicht der regering geno
men, uitvoeriger vermelden, wij zouden zijn boekje hier en daar moeten af—
schrijveu en dit zou alligt sommigen weerhouden het zich aautescliaffen
wij wenschen het integendeel in veler handen. Genoeg zij het indien wij-
betuigen, dat de uitslag zeer in zijn voordeel schijnt te pleiten, al blijft er
nog stof tot twijfel over, misschien wel omdat zijue theorie slechts volko
men toepasselijk schijnt op beesten van onvermengd ras en de veelvuldige
kruising de kenmerken minder constant doet zijn. Hij zegt ook, dat hij
over reeds zieke of schijnbaar gezonde runderen onmogelijk oordeel-en kan,
omdat de kenmerken bij dezulke valsch ziju of bij den dag veranderen. De
heer Paarlberg heeft zich, naar ons inzien, royaal gedragen, maar niet
royaal genoeg. Waar het eene zoo ernstige zaak gold als de bedreiging van
onzen ganschen veestapel, had hij, die zich „rentenier"' titelt, zijne kennis
niet voor zich alleen mogen houden, maar haar algemeen moeten maken.
Zij zou dan aan duizenden beesten getoetst en alle twijfel opgelost zijn.
Honderden van afgemaakte runderen hadden bij voldoenden uitslag der proe
ven misschien behouden mogen wordea en onze veehouders zouden alsdan.,
het middel bezitten om zich tegen eene wederkomst der ziekte te vrijwaren.
Hij zou op die wijze het vaderland aan zich verplïgt en de nationale wel
vaart bevorderd hebben, te meer wijl hij beweert, dat de koeijen die on
vatbaar voor de ziekte zijn of er niet aan kunnen bezwijken tot een bijt
zonder goede soort behooren, 't welk dikke melk geeft. Concurrentie, w elke
in zake van industrie zoo naijvrig doet zijn op het bezit vaü eenig geheim,
komt bij geen veehouder in aanmerking het slagen vau den een benadeelt
nimmer den ander. Nog iets een tweede pprsoon beweert, even als Paarlberg,
het geheim, door Kroon aan een zijner bloedverwanten medegedeeld maar
later verloreu gegaan, te hebben teruggevondenindieu beide bezitters het
aan een derde persoon wilden toevertrouwen, zou althans kunnen blijken in
hoeverre hunne ineening overeen en alzoo nader komt aan de overtuiging,
welke de gelukkige Krpon deelachtig was.
C. W. B.