M 724.
Achtste Jaargang.
1868.
Jïieuiös-- en
WOENSDAG
[*1
Ll 11 li
<EÖoertentte--6faÖ.
gedeelte.
BEKENDMAKING.
AANBESTEDING.
J^irt-ojficicd gedeelte.
ELDERSG
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 8 maandenƒ1.30
Franco per post „1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
COURANT.
De prijs der Advertentien van 14 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve mende Advertentien intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
6 MEI.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER" verwit
tigen bij deze de daarbij belanghebbenden, dat de KERMIS of JAARMARKT
in deze gemeente dit jaar zal aanvangen op MAANDAG den ZESDEN
JULIJ aanstaande, en dat de loting van de Kramers des Zaturdags avonds
te voren aan het Raadhuis gehouden zal worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 5 Mei 1868. L. VERIIEY, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen
in herinnering, dat de vorderingen ten laste der gemeente over 1867, welke
niet vóór of uiterlijk op den laatsten Juuij dezes jaars ingeleverd zijn, over
eenkomstig de wet, worden gehouden voor verjaard of vernietigd.
Helder, Burgemeester en Wethouders voornoemd
den 5 Mei 1868. STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERIIEY Secretaris
Op VRIJDAG DEN 15 MEI 1868, des avonds ten
half zeven ure, zal aan het Raadhuis der gemeente Helderj
in het openbaar, bij enkele inschrijvingworden aanbesteed.
Het maken van eenige GEMETSELDE
RIOLENhet BESTRATEN van de Vla
mingstraat en van een gedeelte van de
Achterbinnenhaven
Het bestek ligt ter lezing aan de Secretarie der gemeente.
Gedrukte exemplaren zijn aldaar verkrijgbaar tegen beta
ling van 50 cents.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den gemeente
bouwmeester, den heer G. SCHOLTEN, door wien op
WOENSDAG DEN 13 MEI e. k., des voormiddags ten
elf ure aanwijzing in loco zal worden gedaan.
Helderden 5 Mei 1868.
Burgemeester en Wethouders dier gemeente
STAKMAN BOSSE,
L VERHEY, Secretaris
POLITIEK OVERZIGT VAN DEN DAG.
Brevitas memoriae amica.
cato.
Als een bewijs dat de redactie der Heldersche Crt. in haar
nommer van Zaturdag 2 Mei niet faalde in de waardering der
rede van den heer Fransen van de Putte (toezegging van
ondersteuning aan iederen minister van Koloniën, die de be
kwaamheid en den lust bezat, om de liberale hervormingen
in Indie in te voeren, zij het ooktendeele, en door een minis
terie Thorbecke) moge gelden, dat de N. Rotterd. Ct. in
haar nommer van Zondag 3 Mei erN dezelfde bet eekenis aan
hecht, in deze woorden
»De verklaring, door den heer van de Putte afgelegd was
duidelijk genoeg, om een ieder de overtuiging te geven, dat
in den boezem der liberale partij geenerlei verdeeldheid meer
heerscht."
Volgens den heer Bosch Kemper is het eene beleediging, om
ministeriëel te heeten, tegenover het ministerie van Zuijlen-
Heemskerk. Althans hij verzocht het woord voor een per
soonlijk feit, toen hem een liberaal lid aldus had genoemd.
De voorzitter der Tweede Kamer die door en door ministriëel
is en zoodoende meer en meer, van zijne achting verliest,
ontkende dat dit een persoonlijk feit zou daarstellen.
Dit slechts als een klein staaltje
le. van de waardij dezer ministers
2e. van de eenstemmïngheid onder conservatieven, in
de beoordeeling dezer heeren, »als het op hen zelf
aankomt
De beer Kuijk zeide in de Tweede Kamer »dat het Ne-
derlandsche volk nog zoo weinig politieken zin had."
De heer Storm antwoordde daarop: dat de heer Kuijk,
burgemeester en afgevaardigde voor Delft, mogelijk Zuidhol
land goed kende; maar dat Zuidholland geheel Nederland niet
was. (G-oddank, met verlof der Hagenaars. Red.
en 3e. dat de landprovinciën wel degelijk zeer veel poli
tieken zin bezaten.
Wij voegen er bij: Ontbindt voor de 3e maal, en gij zult
eens zien of Friesland en Groningen politieken zin hebben
mogelijk wel zinom
De Indépendance Beige van 29 April bevat eene correspon
dentie uit Nederland, waarin besproken wordt, het dezer
dagen van conservatieve zijde in het fransch uitgegeven
pamphletLa crise actuelle en Hollande.
Volgens den schrijver van dat werkje, is het concordaat
van 1827 volgenderwijze vernietigd.
»De jezuiten zouden in 1849 van de staatkundige gesteld
heid hebben gebruik gemaakt, om den Paus over te halen,
tot de wederinvoering der bisschoppelijke hiërarchie, zonder
zich te bekommeren omtrent de bepalingen van het concor
daat. Gij weet, dat werkelijk de Paus in 1853, buiten het
Nederlandsche gouvernement oin, dien maatregel nam, en
alzoo het concordaat werd vernietigd zonder voorafgegane
onderhandelingen.
Tot zoover de woordelijke vertaling uit de Indépendence
Beige. Wij voegen er bij, het geheele verhaal te laten voor
rekeniDg van den conservatieve pamphlet schrijver. Er is
evenwel iets anders waarop wij u willen wijzen, roomsck-
catholieken, die bij de verkiezingen door de conservatieven
zoo werdt gevleid. Het is de onjuiste voorstelling der feiten,
geheel in uw nadeel.
Men heeft u niet meer noodig gij kunt gaan.
Der Molir hat seinc schuldigkeit gethan, der Mohr kan gehen.
Er schijnt waarlijk te 's Hage groote spraak te zijn, van
reconstructie, dat is van wederopbouw van het onmogelijke
ministerie Heemskerk.
Mr. E. du Marchie van Yoorthuijsen is den 2 Mei per
telegraaf opontboden naar 's Hage, wordende hij gedood
verfd als bestemd om den financier Schimmelpennick op te
volgen.
Aangenamer is bet te vermelden dat Mr. L. Ed. Lenting,
constitutioneel lid der 2e Kamerwiens ziekte groote be
zorgdheid inboezemde, in beterschap toeneemt.
De N. 22. Cour. bespreekt de zaraenroeping der Eerste Kamer en meent
dat liet de geschikte tijd is voor dat ligchaam, niet om den Koning raad
te geven, maar om naar waarheid Z. M. in te lichten omtrent het oordeel
over de handelingen van 't ministerie in 't land geveld.
Het Tielsch WeeJcb. gelooft, dat, hoe men over de ministers oordeele
er een eind moet komen aan den strijd, die te latig menig bclaug doet ver—
waarloozen het blad vvenscht, dat eeu kabinet optrede, 't welk door aan
sluiting van een of meer fraktiën eene voldoende meerderheid in do Kamer
zal erlangen, die thaus voor geeue eijkclc partij aanwezig is.
In de Arnh. Ct. leest men:
Dit ministerie had het bijzonder talent alles te misverstaan en te mis
vatten, zoowel de woorden als de bedoelingen, zoodat een lid der Kamer
met legt kon zeggen, dat hij zich zeiven dikwijls had afgevraagd spreken
het ministerie en wij nog eene zelfde taal Het vereerde zich zelf als een
abstract wezen, als eene incarnatie van de eenige en alleenzaligmakende re
geerwijsheid. Die het kritiseerde, die er tegen opponeerde en het veroor-
declde was een vijand van den Koning en van het land, want alleen dit
ministerie kon volgens zijn idéé fixe den Koning en het land/in
opregtheid en naar belmoren dieneu. Het had eene innerlijke roeping
zending en het moest en zou haar vervullen. De beroemde Cotiu was niëfc