m
1808.
21 J U X IJ.
j- Achtste Jaargang.
't w
wicll
d;'
LDEBSC
Jlteums- en
PI
11 li
Verschijnt WOENSDAG en ZATURÜAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post 1.S0
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
lïsiJPi WBÊ,
f
ZATtJRDAG
flöoerteutie-öfaö.
De prijs der A dyeütkïnitien van 14 regels is 60
Centen voor eiken regel meer 15 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve mende Advertentién intezendeiu
ingezonden stukken minstens een dag vroeger.
Vervalsching van Stukken bij Koloniën.
In no. 141 levert het 'Dagblad van Z. II. een verslag van
de zittiftg<*èfer 2e Kamer? op den 12 Jnnij jl.. Dat verslag
vangt aan met, even als vroeger, den lieer Nierstrasz te be-
wierrooken. Wij lezen daar:
„Hetgeen de heer Nierstrasz iii de zitting der Tweede Kamer van 12 Junij
,/jl. gezegd heeft, over .Óen der middelen waarmede men getracht heeft liet
„cultuurstelsel in discrediet te brengen, is van te groot géwigt om er liet
„zwijgen over te-bewaren. Ziet hier nu, naar onze belofte, de officieele tekst
„van het gesprokene, door het lid uit Delft,wiens verdienstelijke ijver jegens
„het vaderland, dagelijks meer en meer op den voorgrond treedt."
De redevoering van dien afgevaardigde luidt als volgt
„Met'het oog op de aangekondigde interpellatie zal ik thans eens kort iu
„mijne algemeene beschouwingen van dit hoofdstuk zijn.
„Het is bekend dat de vorige minister herhaaldelijk gewezen heeft, op de
„fatale werking der Indische comptabiliteitswet. Spr. vraagt den minister
„of hij voornemens is aan dc bezwaren, daaruit voortvloeiende, te gemoet te
„komen Hij wil ook weten in hoever de minister verder van plau is het
„cultuurstelsel te ondermijnen cn te sloopen, dan wel of hij het wil in
„stand houden
„Spreker meent, dat wanneer men in Indië meer zorg voor de cultures
„had gedragen, thans van geen verhooging van belastingen sprake zou be-
„hoeveu te zijn. Hier vindt de minister van Finauticn een oplossing van
„de vra,ag, in hoever men den fiiiantieelen toestand kan verbeteren, mits ook
„die minister'öieêga met sloopmg in of buiten de Kamer,
„in of buiten liet Kabinet. Spr. waarschuwt den minister van Koloniën
„tegen het volgen van verkeerde raadgeviugen. Hij zelf is in zijne diepge
wortelde overtuiging omtrent het cultuurstelsel geschokt door dc lezingen
„van den lieer Pierson, die zijne beschouwingen grondde op officieele stukken.
„Spr. eerbiedigt ieders meening dat het cultuurstelsel loodzwaar op deu
„Javaan zon drukken. Maar hij vraagt zijn de middelen, om dat stelsel
„te bestrijden, altijd even eerlijk, even loyaal 'geneest? Het is Spr. ge-
bleken dat de heer Pierson zijn gegevens geput had uit het werk van deu
„heer vau Deventer. Daartegen moet Spr. den minister waarschuwen,- want
„in een. vau diens geschriften heeft Spr. gevonden, dat de minister zich óók
„op van Deventer beroept als leidraad zijner beschouwingen over de hccrc-
diensten. Spr. heeft nagegaan het werk van den heer vau Deventer,
„waarop de heer Pierson zich heeft beroepen. En nu bleek het hem dat
„eerstgenoemde schrijver heeft aangehaald eeue passage uit een officieel stuk
„van deu heer Baud, die vervalscht was. Dit blijkt uit het orginelc stuk,
„dat iu het geheim archief van het Departement van Koloniën aanwezig is.
„In het werk van den heer van Deventer, waarin het rapport van den
„lieer G. L. Baud wordt overgedrukt, wordt gezegd dat door de uitbreiding
„van het cultuurstelsel dc bevolking zóózeer uitgeput en veranderd was, dat
„zij de wortels van de hoornen uit den groiul trok, om zich daarmede le
„voeden. Eu nu luidt die zinsnede in het officieel rapport: dat vóór dc
„uitbreiding vau liet stelsel, die ongelukkige toestand aanwezig was. Het
„officieele stuk is met die enkele letter vervalscht. Voor de letter V is dc
„letter D in de plaats gesteld.
„Dooi die' schijnbaar onbeduidende verandering is aan het rapport vau
„den heer Baud een geheel andere strekking gegeven een aan liet cultuur
stelsel vijandige strekking. En nu vraagt Spr. zijn op deze handelingen
„niet toepasselijk de straffen, in het Code Pénal bedreigd tegen verduiste
ring of vervalsching van authentieke stukkeu? De lieer Baud leeft, God-
„danknog. Hij kan zelf getuigen of hetgeen Spr. hier zegt waar of juist
„is. En nu is het natuurlijk dat na die ervaring het werk van v. Deventer
„voor Spr. veel van zijn credict heeft verloren, want wie waarborgt hem
„dat er nog niet meerdere soortgelijke vergissingen zijn ingeslopen
„En daarom raadt hij den minister van Koloniën om, wanneer hij offici-
„eele rapporten raadpleegd, die zelf in te zien en wel goed na te gaan of
„ook aan de kleur van den inkt te zien is waar de rapporten valsch of
„echt zijn. Het door Spr. medegedeelde feit moet zeer zeker dc veront
waardiging opwekken van ieder eerlijk man de verontwaardiging ook van
„de Natie, wanneer deze overweegt hoe door dergelijke handelingen het
„cultuuvsselsel wordt vernietigd, ten gevolge waarvan de minister van Fi-
„uantiën nieuwe belastingen moet uitschrijven, die zij in hunne beurs zul
len gevoelen."
Er heeft dus in het rapport van den heer Baud, over even
genoemd stelsel, voorkomende in het werk van den heer van
Deventer, eene vervalsching plaats gehad waardoor aan dat
rapport eene geheel andere en het cultuurstelsel vijandige
strekking is gegeven. Die vervalsching, volgens het Dagblad,
door de radicalen bewerkstelligdis geen drukfout zoo als
men het heeft willen doen voorkomen neen, de verandering
van letter Y in letter D heeft, o! wat schandaal, op het stuk
zelf plaats gegrepenen teregt roept dan ook het Dagblad
verontwaardigd uit
„Wanneer het aangewezen feit mogfc hebben plaats gehad, dan constateren
„wij, hoe ongegrond de meeniug is van hen die ons van te grooteheftigheid
„beschuldigen, wanneer wij het als een schande voor ons land eu als de
„diepste krenking (let wel op lezer) van de waardigheid der kroon beschouwen.
„dat eeue partij die zich van soortgelijke middelen bedient,, aan liet roer
„van den staat kan komen. Wij constateren verder, dat zoowel de lieer Fraii-
„sen van de Putte, die na den heer Nierstrasz het woord voerde, als de
„minister vin Koloniën, het diepste stilzwijgen hebben in acht genomen en
„dat het eerlijke Nederlandsche volk, waarop de heer Nierstrasz, met bctrek-
„king tot dat feit beroep heeft gedaan, van den minister van Koloniën
„overlegging aan dc Tweede Kamer verwacht vau het bedoelde officieele
„rapport; zoo alléén altijd indien het aangewezen feit werkelijk plaats
„heeft, gehad zou althans dc heer de Waal bewijzen, dat hij zich voor deze
„en soortgelijke handelingen van zijne partij niet verantwoordelijk wil stellen."
De door het Dagblad verlangde overlegging van dat rap
port of het al of niet officieel is weten wij niet heeft
dan ook nu reeds werkelijk plaats gehad. Eu wat is er nu
van die vervalsching aan het licht gekomen Dat het een
rapport is reeds 25 jaren oud; dal er werkelijk in hetzelve
de bovengenoemde verandering of vervalsching zoo men
wil heeft plaats gehaddoch dat het door iemand moet
zijn verrigt, die noch met zaakkennis, nog met boos oogmerk
heeft gehandeld.
Doch vernemen wij over deze zaak de meening van den
lieer van Eek
„Spr. wijst op de middelen van verdachtmaking die tegen tegen-,
„standers worden aangewend. Hij heeft het bewuste stuk op de griffie ua-
„gezien en het is hem gebleken, dat de beschuldiging hoogst ligtvaardig en 1
„met groote oudoordachtzaamheid is ingebragt. Het.is.ffinin geblekpn,_.dat er
„niet aan vervalsching kan gedacht worden."
„Nu de minister geen reg ter lijk onderzoek wil (waaromtrent spr. liet in
„beginsel eens is) zou het den schijn hebben als of hij onderzoek wilde
„smoren. Maar daarom wil spr. reden geven waarom geene reg te rl ijk kan
„plaats-hebben. Er kan geen vervalsching hebben plaats gehad, want die zou
„hebben moeten plaats gehad door eeu deskundige; en nu blijkt uit het ge-
„hcelc stuk dat die vervalsching geen doel kon treffen."
„Ilct is dus niet aan te ueracn, dat de verandering van de V iu een
,,D door een deskundige heeft plaats gehad. Het is een feit dat de V in
„ecu D is veranderd, maar dit is zóó gemakkelijk te zien, dat onmogelijk
„kan gedacht worden aan het doel van vervalsching, waarbij men juist tracht
„zijne vervalsching niet tc doen ontdekken. Er blijkt bovendien niet, dat
„de verandering met andere inkt is geschied; want het blijkt, dat bij liet
„collationeren verschillende veranderingen in liet stuk zijn gemaakt en.de
„inkt van het woord col!, is volkomen dezelfde als die van dc andere ver
anderingen.
„Welle gevolg zou ook dc verzending hebben naar het openbaar ministerie?
„Er moet dan toch eerst vermoeden zijn van kwade trouw. Ea nu vraagt
„hij aan den heer Nierstrasz waar hij liet bewijs voor dat vermoeden heeft?
„Spr. beschouwt dus de beschuldiging als iu alle opzigteii ligtvaardig.
Nu heeft wel de heer Nierstrasz met veel ophef bijna
hadden we bluf geschreven gezegd geen tittel of jota terug-
te nemen en geen regterlijk onderzoek te schromendoch
weigert te zeggen door wien hij tot de wetenschap der ver
valsching is gekomen en wien hij voor den vervalscher houdt.
De beschuldiging is dus geen beschuldiging, maar een ondoor
dachte uiting van wrevelmet geen ander doel opgeworpen
dan om de discussien noodeloos te rekken en de liberalen of
radicalen, of zoo men ze noemen wil, van kwade trouw
verdacht te maken. Om dat doel te bereiken heeft het Dag
blad meê gewerkt en heeft zich geleend om moord en brand
te schreeuwen over een zaak die blijkt een berg te wezen
die een muis baart en nog wel een zonder staart.
Beiden, de Delftsclie afgevaardigde en het Haagsche Dag
blad hebben dan ook reeds hun loon ontvangen in het be
schamend, maar ook diep vernederend woord van den heer
Fransen van de Putte, waarmede het debat werd gesloten,
het luidt aldus:
„Ik heb niet gezegd dat de heer Nierstrasz niet fair had gehandeld, maar
„alleen het oordeel der natie tusschen dien heer eu hem Spreker ingeroepen.
„De heer Nierstraz houdt nu vol wat hij iu zijne eerste rede- gezegd heeft.
„Maar dan vraagt Spr. wie is die men, die het cultuur stelsel wil onder-
mijnen Is liet den heer van Deventer Alen zegge het dan.
„Beantwoordt die Spr. dat niet dan houdt ik vol, dat dc beschuldiging is
„ongegrond. Eu dan hoopt Spr. het een les Zal zijn, vooral voor jonge
„leden, om geen misbruik te maken van het praevogatief, dat men niet ver—
„volgbaar is voor de adviezen, als lid der kamer uitgebragt."
Is het treurig te noemen dat eene redactie, als die van het
Dagbladdoor blinden ijver voortgezweept, zich laat leenma^
tot het mededeelen van ondoordachte handelingenwaarddbif4*'
een deel der natie wordt misleid; aan de andere zijde Jxe^ffc-
zij door de vervalschiDg-historie te verspreidenjuist J|$reh
geest doen kennen cn dien van do partij welke zij dieét,