BURGERLIJKE SIWI) DER GEMEENTE ÜI LUKIÏ. BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE WIERHEN. Tn de Volksvriend leest men in een artikel, getiteld: 1 vDe soldaat en de drank? het volgende: Plato zegt ergens, dat er geen schandelijker vertooning denkbaar is dan die van een dronken soldaat. De man, wien j de Staat de uitwendige teekenen toevertrouwt van magt en 1 gezag, laat, beschonken zijnde, zich van eene zijde kennen I die den inenseh het meest onteert. Yan den redelijken ver- I laagt hij zich tot het redcloozc. Zeker zijn in dien toestand sabel en bajonet gevaarlijker in zijne handen dan zij kunnen wijn in de klaauwen van het ruwste beest. Wat zou Plato zich ergeren, als hij op Zon- en feest dagen de residentie eens doorkruisen moest. Geen straat, soms al op vollen dag, maar doorgaans tegen het vallen van den avond en tot laat in den nacht, of daar zvvaaijen en zwieren van die gewapende wachters in keunelijken staat van dron kenschap en ieder voorbijganger is wèl op zijne hoede, want de geringste aanleiding brengt vaak bedreiging of geweld pleging te weeg. Wie is er niet ooggetuige van geweest? Vreemdelingen, die het moeten aanzien, spreken er on verholen schande van. Wie onzer het buitenland bezocht heeft, zal hun ook gaarne toegeven, dat zulke verschijnselen daar slechts bij uitzondering voorkomen. Yan Dinther, 10 Julij meldt menGister had alhier I een vreeselijk ongeluk plaats. De 17 jarige dienstknecht van den landbouwer L. van Eert, had de onvoorzigtigheid een geweer, dat in de huiskamer stond, in handen te nemen, en onwillekeurig, (niet wetende dat het geladen was) op de 17 jarige dienstmeid van denzelfden landbouwer aanteleggen, den haan van het geweer overtehalen en haar tegen het hoofd te schieten, hetwelk geheel en al verbrijzeld werd, waardoor zij onmiddelijk dood nederviel. De justitie heeft zich de zaak aangetrokken en houdt zich met het onder zoek bezig. De zomerhitte heeft te Londen een groote sterfte onder zuigelingen te weeg gebragt, naar het schijnt, want van de ■286 sterfgevallen, tengevolge van buikloop, waren er 230 van kinderen onder het jaar en 35 onder de 3 jaren. De Times bevat een artikel over de menigvuldige ge weldige aanrandingen in Londen, vergezeld van afzetterijen, reeds in ruim acht dagen twee, drie of vijf gevallen daags, en waarvan sommige op het midden van den dag en in de ■volkrijkste buurten gepleegd werden. Er schijnen verschei dene dievenbenden, waartoe vele opgeschoten knapen behooren, te bestaan, die onder anderen hun handwerk met goed ge volg op spoorwegstations drijven, wanneer die Zondags-avond met menschen bedekt zijn. Niettegenstaande de menigvuldige pogingen, om stoffen te vinden voor de papierfabrikatie, hebben de papierfabrieken in het oosten van Spanje zulk een gebrek aan stof, dat zij gezamenlijk hebben besloten, eene medaille van 4000 francs waarde aan te bieden aan hem, die eene goedkoope vezel stof weet te verschaffen en aan te wenden, welke tot pap gemaakt, voor papier kan dienen, en, met drie vierden lom pen vermengd, zulk goed papier kan voortbrengen als de lompen alleen. Men zal ook medailles geven van aanzien lijke waarde aan hen die de beste methode weten aan te geven tot de ontkleuring en het bleeken der lompen, verder voor het aanwijzen van de geschikste afmetingen van het papier, voor het beste middel om de electriciteit werkeloos te maken, die zich op het papier ontwikkelt gedurende den tijd dien het op de machine ligt, en eindelijk voor een werk dat eene volledige statistiek bevat der papierfabrikatie in de voornaamste streken van Europa en Amerika. Dezer dagen is de achttienjarige Spaansche prins don Alphonsus, tweede zoon van den infant don Juan en van eene zuster van Erans Y, gewezen hertog van Modena, te Lome aangekomen, om dienst bij het zouavenkorps te nemen. Volgens bij de Bransche regering ontvangen berigten uit Jeruzalem, zal de herstelling der kerk van het heilig graf weldra geheel voltooid zijn. Met ongeduld (zegt de Moniteur) verbeidt men het feest, waarop het nieuwe koe peldak, gebouwd onder medewerking van keizer Napoleon III, den Lussischen czaar en den sultan van Turkeije, boven het graf van Jezus Christus zal prijken als een zinnebeeld van vrede tusschen verschillende geloofsmeeningen, en als een getuigenis van de zucht naar verzoening, welke de genoemde souvereinen bezielt. Zondag 28 Juuij is aan boord van het transportschip Vmma, geladen met petroleum, liggende in de haven te Havre, brand uitgebarsten, die zich aanvankelijk zeer ernstig liet aanzien, en waarvan de gevolgen in den beginne niet waren te overzien, doch die zich gelukkig tot dit vaartuig heeft bepaald. De volgende bijzonderheden zijn omtrent dit onheil bekend gewordeu Des morgens ten 8 ure begon de bTand en heeft zonder ■ophouden tot des avonds 8 ure geduurd, zoodat de vlammen gedurende 12 uren gewoed hebben. Men kan gerust zeggen dat het vuur van zelf is gedoofd, eerst nadat alle voedsel aan de vlammen ontbraken. Datgene, waarvoor het meeste vrees werd gekoesterd, was de verspreiding der vlammende petro leum, die daardoor den brand had kunnen uitbreiden. Men is er evenwel in geslaagd alle gevaar daarvoor te voorkomen, door middel eener afsluiting op het water, bestaande uit een cirkel van eiken balken, met kettingen aan elkander vast gehecht, welke onder directie der heeren Tselin Baset agenten der compagnie générale transatlantique, geholpen door de onder hunne bevelen staande matrozen en eeni"e opofferende burgers uit de stad, werd gelegd. Omtrent de nytro-glycerine wordt nog gemeld. In een dorp nabij Namen is dezer dagen het bewijs geleverd dat de nytro-glycerine (die kort geleden in België zoo groote verwoestingen heeft aangerigt) geen schok noch vuur behoeft om haar vernielende werking te doen. Iemand had een open Üeschje met die vloeistof gevuld in een schuur geplaatst en op een goeden morgen was de schuur letterlijk verdwenen, zonder dat men eeuigerlei ontploffing gehoord had. Het Dagblad la Mense merkt het volgende op, naar aan leiding van het jammerlijk ongeluk, te Quenast voorgevallen. Indien wij geloof mogen slaan aan sommige uitvinders van professie, dan zullen de naaldgeweren, de gegroefde kanon nen en de ontplofbare kogels spoedig in een kabinet van oudheden kunnen worden opgenomen. Al die uitvindingen beteekenen niets tegenover de nytro-glycerine. In den oorlog zal men daarvan op zeer gemakkelijke wijze kunnen ge bruik maken. Men zal slechts noodig hebben te weten, waar langs het vijandelijk leger passeren moet of het op eeu gegeven punt weten te lokken. Op die plaatsen behoeft men slechts duizenden kilogrammen nytro-glycerine te leggen, waarmede men in communicatie blijft door middel van een electrieken draad, die onder den grond verborgen is. Op het oogeublik, dat het vijandelijk leger om deze ontplof bare stof vereenigdigd is, brengt men door middel van de electriciteit een schok te weeg en binnen eene seconde is de geheele vijand al bestaat die ook uit tweemaalhonderd duizend man, zóó vernietigd en tot stof vergruisd, dat men geeu enkel man meer vinden zal. Dank zij dit middel, hetwelk ook in zeegevechten zijn dienst kan doen, zou de oorlog dus spoedig geëindigd zijn, omdat hij onmogelijk werd gemaakt. De Opmerker voegt hier nog aan toe: Een der nieuwste toepassingen maakt van de nytro-glycerine een oorlogswa pen. Door toevoeging van zekere poreuse stoffen wordt zij in een poeder veranderd, //diamiet" genoemd. Zij verliest daarbij de ligte ontplofbaarheid, maar kan daarentegen in geschut aangewend worden. De ijzeren pantserplaten moeten tegen die kracht niet bestand zijn. De uitbarsting volgt eerst bij het inslaan van het schot in den gepantserden muur, die dan in duizend stukken uitéénspringt. Yoor het geschut zelf moet deze nieuwe lading niet gevaarlijk zijn ten minste niet voor de achterladers. Men heeft or te Berlijn proeven mede genomen. Bij het jongste muziekfeest te Leiden, zat een heer met de partituur op de knieën en bromde met de solisten meê. Dat hinderde natuurlijk de omstanders. Juist begon dr. Gunz eene aria, en toen begon de man met depalituur ook weder zachtkens meê te zingen. Daar klonk vlak achter hem een gebiedend St 1 De man met de patituur keerde zich vertoornd om en vroeg: "Geldt mij dat?" En de ander ant woordde: //liet geldt u niet, maar dr. Gunz, hij belet mij u te hooren 1" Van 3 10 Julij 1868. ONDERTROUWD: J. Collet, smid, 20 jaren, wonende te Amsterdam en S. Eolhorn, 21 jaren. J. Buddingb, gepensioneerd kommandeur der ma rine, 61 jaren, weduwnaar van P. Riepstra en A. M. W. van Sautwijk, 50 jaren, weduwe van J. 'Voogd. TI. A. de Jong, schoenmaker, 34jaren en J. Spijkman, 44 jaren. D. Dekker, werkman, 25 jaren en C. Ligt- hart, bijna 24 jaren. A. Ziervogel, matroos bij de marine, 31 jaren en M. W. Bout, 27 jaren. •GEHUWD: F. G. Huijer en O. M. Dènneman. A. A. F. Snel en N. Bethlebem. BEVALLEN: B. Earkel, D. A. P. J. Marinkelle geb. Goeman, D. T. Bossen geb. Prins, D. R. Jacques geb. Donzen, D. A. P. Pauli geb. de Wolf, D. D. P. Kolder geb. 'Visser, Z. M. A. de Beurs geb. Beijers, Z. T. Kok geb. Groot, D. O. Borman geb. Ver- maaten, D. B. den Buitelaar geb. Klijn, Z. T. Stuivers geb. Meijes, D. J. Angenent, geb. de Brnine, Z. C. J. Linzell, geb. van der Wolt, D. S. Heijblom, geb. Kreienbuoel, Z. C. Frank, geb. Thomasz, D. OVERLEDEN: J. Appel; 21 weken. D. Grunwald, 11 weken. R. Jacques, 32 maanden. A. G. Pielstroom, geb. Holdinga,, 75 jaren. A. Slijkerman, 10 weken. Levenloos aangegeven 1. Gedurcnbe .de maand J.unij 18:68. ONDERTROUWD Geene. GETROUWD S. Rotgans en Dienwertje Ruiter. GEBOREN Grietje, .dochter van H. Minnes en Antje de Vries. Neeltje, doehter van A. Kalf en Jannetje Wiegman. Meijert, zoon van p. Tijsen en Antje Asjes. Wijntje, dochter van V. Koorn en Maartje Bakker. Johannes, zoon van Jb. Koopman en Arijaantje Visser. Maartje, dochter van A. Duinker en Cornelia Baijs. OVERLEDEN: Jacobus Benardns Schouwvlieger, oud 19 jaren, zoon van Jozevus Schouwvlieger en Geertje Rcimering. Albert Klein, oud 3 weken, zoon van Jan Klein en Reinuwtje Gorter. - Jaeob Tijsen, oud 3 jaren, Antje Tijsen, ond 14 jaren, zoon en dochter van Jaeob Tijsen en Grietje Kooij. Grietje Kovij, oud 35 jaren, echtgcnoote van Jaeob Tijsen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 2