1868.
Jïieutös- en
<EÖoertentte-6faÖ.
Achtste Jaargang.
ZATURDAG
i AUGUSTUS.
Zillinsr van den Gemeenteraad
ELDERSGHE COURANT.
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post l.EO
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever s. Giltjes.
t'f
De prijs der AdVehtentiion van 14 regels is 60
Centen voor eiken regel meer 15 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve mende Advertentiénintezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
(©jfiriccï gröedte.
BEK ENDMAK ING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen
ter openbare kennis, dat liet EERSTE SUPPLETOIR KOHIER van den
HOOFDELIJK EN OMSLAG voor de dienst van 1868, op gisteien door den
Raad vastgesteld en gedurende de eerstvolgende acht werkdagen op de ge
wone kantooruren ter secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is
nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Helder, STAK MAN BOSSE Burgemeester.
29 Julij 1868. L. VERHEYSecretaris.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS iler gemeente HELDER brengen
ter openbare keunis, dat de REKENING DER INKOMSTEN EN UIT
GAVEN van de gemeente over het dienstjaar 1867, gisteren aan den Raad
aangeboden, van heden al' voor een ieder ter lezing op de secretarie neder
gelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, algemeen verkrijgbaar is
gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Helder, STAK MAN BOSSE Burgemeester.
29 Julij 1868. L. VERHEY, Secretaris.
POLITIE.
In de kermisweek is alhier gevonden een Gouden Voorwerp
met Steen, vermoedelijk eeu SLOT van een Halsketting.
Helder31 Julij 186S. De Comm.innaris oan Politie
A. C. BOONZAJER.
J21ct-uff;riccï fltbeeïte.
KJ
op Dingsdag den 28 Julij 1868.
Voorzitter de heer Mr. K. J. C. Stakman Bosse.
Secretaris de heer L. Verhey.
Tegenwoordig 13 leden.
Afwezig de heeren Janzenvan StrijenZur Muhlen en
Haagsma.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
1). Aanbieding der rekening van de Gemeenteover 1867.
2). j> het Burg. Armbest. over 1867.
3). i) het Jlg. Weeshuisover 1867.
Gemeente Burg. Ar ml) Alsr Weeshuis.
Totaal der ontvangsten 188,000.6 H. 11,652.61$. 13,517.92!
uitgaven 178,872.36. «11,058.80. 13,437.69
Goed slot ~9.128.25$~ J~593 8Ï$T 80.23!
Het ontwerp-besluit wordt gelezen waarna de vergadering
bij loting zich splitst in drie afcleelingen, tot nader onderzoek
dier rekening.
4). Voorstel tot het verleenen van gratificatie
De Voorzitter doet mededeeling van een ingekomen brief
van heeren commissarissen van het Gemeente Ziekenhuis en de
Apotheek, waarin voor eene gratificatie worden aanbevolen:
1. Den apothekers-leerling Pastoor, die den 5 dezer als
zoodanig zijn examen heeft afgelegd en zich in die betrekking
zeer ijverig betoont.
2. Den bewaarder van Geem, hoofdzakelijk omdat hij ge
noodzaakt is eene dienstmeid te houden tot het gereedmaken
der spijzen voor de verpleegd wordende zieken.
De Voorzitter stelt voor om het verzoek sub 1 aan te hou
den tot het einde des jaars, en dat sub 2 toe te staan tot een
bedrag van f25.
De raad vereenigt zicli met dat voorstel met algemeene st.
5). Vaststelling van het suppletoir Kohier van den Hoofd. Omslag.
De Voorzitter deelt mede, dat het totaal bedrag is 278.46
en dat bij de ter visie-liggirig geen bezwaren zijn ingekomen.
Met algemeene stemmen wordt de goedkeuring van den raad
verleend.
6). Médedeeling van ingekomen stukken.
a. Dat op den 20 Jnnij de verificatie der kas van den ge
meente-ontvanger heeft plaats gehad: dat daarin is bevonden,
overeenkomstig de boeken en bescheiden in goede orde
ƒ5,279.7.6.
b. Een antwoord van den Ingenieur van den Waterstaat te
Alkmaar, op het verzoek tot vergunning om in het Laantje aan
de Hoofdgracht banken te mogen plaatsen dat antwoord houdt
in dat die gronden mede in beheer zijn bij de domeinen en
men zich mitsdien tot den Minister van Binnenlandsche Za
ken of van Finantien zou moeten wenden.
De Voorzitter vraagt het oordeel van den Raad, of men
daartoe zal overgaan Wordt goedgevonden geene verdere
pogingen aan te wenden, doch aan de bewoners der Hoofd
gracht te vergunnen het plaatsen van losse banken en stoe
len, mits de passage niet worde belemmerd.
c. Eene missive van den Commissaris des Konings in deze
provincie, waarbij opgave wordt gevraagd van het bedrag
der bezoldiging van den te benoemen Auditeur-Militair bij
de plaatselijke schutterij.
Op voorstel van B. en W. wordt goedgevonden dit bedrag
vast te stellen op 60 's jaars.
d. De Voorzitter deelt mede, dat ook een stuk is ingeko
men van den heer van Opdorp, die zich beklaagt over mis
kenning. Het stuk behoorde eigenlijk bij B. en W. thuis,
doch het is aan den Raad geadresseerd spreker wil daarom
de lezing aan den Raad niet onthouden, het luidt als volgt:
Aan de Leden van den Gemeenteraad te Helder.
Wel Edel Achtbare lleercu
Wanneer ik mij tot UEdel Achtbare vergadering wende, dan doe ik dit
met al den eerbied, als verschuldigd is aan een ligchaam gekozen door vrije
mannen maar tevens met al de vrijmoedigheid, die een gemeenteraad,
naar deszei I's beteekenisuitgangs- zoowel als keerpunt aller burgeren be
lang, mij als van zelve aan de hand geeft.
Met meer dan gewone aandacht las ik in de Heldersche Courant het ver
slag der discussien, uwer-vorige vergadering, onder anderen handelende over
de tractementsbepaling van een Officier van Gezondheid bij de hier te or
ganiseren Schutterij, waarvoor toen nog geen bepaald persoon was aangewezen.
Met het oog op de weinige daarvoor ter plaatse beschikbare personen
was ik dc&tijds van meening, dat deze aanwijzing niet zoude geschieden,
zonder voorat' daarvan iets nader te zullen vernemen. Intussclien heelt de
bekend gewordene benoeming mij anders geleerd en sta ik nu voor een vol
dongen leit, waarin ik verpligt ben te berusten. Dit neemt niet weg dat ik
in gernoede meen, ter wille ook van het daargestelde antecedent, de voor
dragt tot die benoeming te mogen, neen te moeten wraken, zoowel wat be
treft mijn persoonlijk belang als ook het gemeentelijk belang.
In de woorden toch van het geachte lid B. R. de Bieuk, in uwe vorige
vergadering gesproken, mogt men een wenk zieu, dat Burgemeester en Wet
houders (in weerwil van hun gemeeu overleg met den Kommaudant der
Schutterij, alleen aansprakelijkalvorens tot eene beslissende voordragt over
te gaan, zich vooraf zouden overtuigd hebben, ol' ook hier geen geneeskundige
te vindeu ware, die alleen om de eer, zonder genot van tractement, zich
de geringe moeite getroost zoude hebben, verbonden aan die betrekking
waardoor eventueel eene bezuiniging van 60 gulden uit de geraeentepenuingen
verkregen zoude zijn. Dit onderzoek nu heeft niet plaats gehad, en ik
veroorloof mij dit te noemen eeue minder naauagezelie behartiging van
het gemeentelijk belang.
Wat nu betreft persoonlijk belang, meen ik dat is te kort gedaan aan
het beginsel van gelijkheid en billijkheid, dat bij het vergeven van posten,
zou hebben doen oproepen tot mededinging naar voornoemde betielcking. En
hoewel na pleitende,, wil ik opzigtens dit beginsel nog het volgende releveren
le. dat de oridcrgeteekeiide, leerling van de Militaire Geneeskundige school,
gedurende 10 jaren officier van gezondheid, door wien hondevde keu
ringen zijn gedaar, die er afzondeilijke lessen over volgde en afzonder
lijke examens voor atlegde, geacht mag worden, voor dien specialen
tak van wetenschap minstens gelijke bekwaamheden te hezilten als an
deren, die daarin nimmer leerstellig onderngt ontvingen en wel bijna
nimmer keuringen verriglten
2e. dat de ondergeteekende van de vijf hier ter plaatse practiscrende ge-
neesheeren, de eeuige is, die geenerlei gemeentelijk ambt vervult of uit
de gemeentegelden eenig inkomen geniet;
3e. d-it hij van die vijf geneesheereu niet is de minst belangstingpligtige.
Niet gewoon mijn onderwerp uit te putten, mij alzoo bepalende bij het
opsommen van hooldpuuteu en er nog slechts op wijzende, dat ik alle
persoonlijke en plaatselijke eigenaardigheden, die te releveren waren
aangeroerd laatdoe ik een beroep op het eerlijk hart, niet slechfC .vans.
U Edelachtbare Heeren, maar in U. op dat van uwe lastgevers-de leden
der gemeente Helder.; want zelfs dan nog wanneer in uw midofen alleen
goedkeurende stemmen opgingen over deze voordragt en over de -uitsluiting
hierbij gepleegd, houde ik mij overtuigd, dat duizende ingezetenen, met den