De Minister van Oorlog heeft aan de militaire auto
riteiten eene aanschrijving gerigt, van den volgenden inhoud:
vin aanmerking nemende dat onderscheidene aanbestedin
gen voor het departement van Oorlog in herbergen worden
gehouden, en het niet wenschelijk achtende dit gebruik, zon
der noodzaak te bestendigen, heb ik goedgevonden te be
palen, dat voor de aanbestedingen door de militaire overheden
te houden, mitsgaders voor het ter visie leggen van de daartoe
behoorende bestekken en voor verkoopingen van reformpaar-
den, zooveel mogelijk gebruik zal gemaakt worden van mi
litaire gebouwen, welke daarvoor beschikbaar kunnen gesteld
worden, en bij ontstentenis daarvan, van rijks, provinciale of
gemeentelijke gebouwen, zoo die daarvoor kunnen worden
afgestaanen dat alleen bij volslagen gebrek aan andere lo-
caliteit, de toevlugt tot herbergen mag worden genomen.
Dientengevolge worden alle militaire overheden uitgenoo-
digd, zich overeenkomstig bovenstaande bepalingen te gedra
gen, terwijl tevens aan de officieren der genie in 't bijzonder
wordt aanbevolen te zorgendat aan de uitvoering van open
bare werken, voor rekening van het departement van Oorlog,
het misbruik van sterken drank door de arbeiders zooveel
mogelijk worde tegengegaan.
Op het Hollandsche schip Hollands Trouw, van Al-
blasserdam, kapt. Brauer, met steenkolen naar Batavia bestemd,
bemerkte men den 25 Junij rook, en bleek het den stuurman,
(de kapitein was ziek), dat de steenkolen broeiden. De luiken
werden met geteerde brezellingeu gesloten. Men seinde een
barkschip, dat beloofde in den omtrek te blijven. Des nachts
brak de brand uit, maar het barkschip was weg. Men ging
in de booten; de kapitein, die stervende was, met zijne zus
ter en 9 man in de eene, de stuurman en 9 man in de
andere. Door een stortzee werd de boot, waarin de kapt.
met 10 personen zich bevond, omgeslagen; slechts een der
drenkelingen kon gered worden, de 11 overgebleve mannen
werden denzelfden dag, terwijl het schip in volle vlam stond,
door het Eng. schip India opgenomen en verzorgd en ver
volgens door een Eransche schoener te Bourbon aan wal
gebragt. Het onheil had op 10° OL. en 39° ZBr. be
westen de Kaap plaats. Alle papieren zijn verloren.
In de Wagenstraat te 's Hage hitste een 15jarige
jongen, op een melkwagen gezeten, het paard onvoorzigtig
aandat ging op hol, de jongen sprong van den wagen
geraakte onder de wielen en bleef op de plaats dood.
De laatst ontvangen Indische berigten loopen tot 27
Augustus. Wij nemen daaruit het volgende over.
Celebes en onderhoorigheden. Blijkens een uit naar Ma-
kassar ontvangen telegram van den I8n dezer is de rust in
de Noorderdistrikten van dit gewest, sedert de. in ons vorig
nommer opgenomen berigten, niet meer verstoord geworden.
Ofschoon nog niet volkomen, herstelt zich de rust in
het tweede pacht-district (regentschap Labakkang) van dag
tot dag.
Kraëng Bonto-Bonto houdt zich nog altijd te Boelo-Boelo
in Lamoeroe op, doch maakt zich volgens geruchten ge
reed om eerlang naar Wadjo te vertrekken.
De berigten die over den toestand op Bali verspreid
worden, loopen hoe langer hoe meer uit een. Van de eene
zijde wordt die toestand allerellendigst genoemd en de tus-
scbenkomst der Europesche troepen allernoodzakelijkst ge
acht. Anderen weer menen dat de geheele zaak niets te
beduiden heeft. Zoo verhaalt een Chineesche handelaar, die
voor maanden hier ter plaatse kruid kocht, op speculatie
van onlusten op Bali, dat er niets te doen is, dat hij
geen pond kruid boven de gewone behoefte kan kwijt ra
ken. De tusschenkomst van een ambtenaar acht hij vol
doende, om de twist die tussehen een paar hoofden is ge
rezen, bij te leggen.
De laatste lezing zou men geneigd zijn voor de ware te
houden, wanneer men de kalmte van de regering in aan
merking neemt, waarmee zij troepen marschvaardig maakt,
doch ze niet laat vertrekken.
Het bevel tot 'tinschepen van troepen naar Bali is nog
niet ontvangen; alles is nog steeds wachtende op de
dingen die komen zullen't schijnt dat het gouvernement
in deze zaak 't festina lente wil betrachten, gedachtig aan 't
gezegde: woorzigtigheid is de moeder der wijsheid.1'
Men schrijft van Palembang het volgende.
Palembang in den laatsten tijd zoo dikwijls het sehouw-
tooneel van moord en onlusten, heeft ook heden weder Eu-
ropeesch bloed zien vloeijen. In den avond van den 26 Julij
jl.omstreeks ten 8 ure, kwamen de kapitein-intendant de
Haas de officier van gezondheid le kl. Terne van der Heul,
met hunne echtgenooten, benevens de dirigerende officier van
gezondheid Reif, van eene visite bij den overste terug en
wandelden langs den grooten weg voor het fort huiswaarts.
En route sloot zich de kapitein der infanterie Pordon bij
dit gezelschap aan en wandelde al spoedig met de dames een
eindweegs vooruit.
Ter hoogte van het residentiegebouw gekomen, springt
plotseling een inlander te voorschijn, en stoot den heer van
(der Heul zijne kris met zulk een geweld in den rug, dat ze
ter hoogte van de linkerborst weder uitkwamhet vreese-
lijk wapen weder terugtrekkendegaf de moordenaar zijn
slagtoffer een tweeden sloot, zoodat deze bewusteloos inéén
zonk. Dit alles geschiedde in zulk een kort tijdsverloop
dat men zich ter uaauwernood een denkbeeld kon maken
van de drift des moordenaars en de oogenblikkelijke ver
slagenheid bij het gezigt van het gebeurde. Terstond even
wel wierpen de heeren Heif en de Haas zich op den onver
laat, maar reeds had eerstgenoemde eene wonde over den
linkerarm en schouder bekomen, vóór het den heer de Haas
gelukte den gewapenden arm des moordenaars te grijpen, die
bijna op staanden voet met behulp der beide heeren en de
inmiddels toegeschoten wacht van het residentiehuis, door de
bajonnetten en klewangs werd afgemaakt. De heer de H.
bekwam hierbij eene vrij diepe wonde aan de linker- en eene
minder hevige kwetsuur aan de regterhand; alleen de heer
P. en de dames, die inmiddels bij den resident in huis waren
gevlugt, bleven ongedeerd. Het ongelukkige slagtoffer van
zooveel woede en boosheid overleed bijna oogenblikkelijk.
Bij het den volgenden dag ingestelde onderzoek bleek, dat
de moordenaar een welgesteld inwoner van Palembang en een
ijverig aanhanger van de leer van Mohammed was. Wat hem
aanleiding tot dien gruwelijken kan gegeven hebben, bleef
voorshands onbekend.
Men vermoedt echter dat hij in eene vlaag van waanzin of
onder den indruk eener idee flxe heeft verkeerd, om name
lijk martelaar te worden in een strijd tegen ongeloovigen.
De paus heeft eene dépêche aan de ex-koningin van
Spanje gezonden, waarin hij haar uitnoodigt naar Rome te
komen. De pauselijke stoomboot Concezione heeft bevel ge
kregen Civita-Vecchia te verlaten en zich ter beschikking van
Isabella te stellen.
Een telegram uit Philadelphia aan de Times berigt dat
de Amerikaansche regering de Spaansche junta als feitelijk
gouvernement heeft erkend.
Er waren in de laatste dagen berigten omtrent de za-
menzwering tegen het leven van den sultan: er hadden, zoo
berigtte men, vele arrestatiën plaats hehad, en zelfs had de
russische gezant de invrijheidstelling gevorderd van een russisch,
onderdaan, Conduri uit Odessa, die in de zaak was betrokken.
Het aoel zou niet minder zijn geweest, dan den sultan af te
maken, en den troonsopvolger, Mourad Effendi, als sultan uit
te roepen; het jong Turkije zou in de zaak gemengd zijn.
Thans zegt een telegram uit Parijs, dat het berigt der zamen-
zwering nog niet is bevestigd: men moet dus nadere mede-
deelingen afwachten. - Uit Kandia wordt gemeld, dat de op
stand bepaald geëindigd is.
Uit Japan zijn berigten, die toonen dat de zaken er nog
slecht loopen. De noordelijke Daimios hebben den oom van
den Mikado tot Mikado gekozen. De Mikado zal nu waar
schijnlijk even als voor kort de Taikoen aftreden. Inmiddels
is de zaak der vreemdelingen altijd aan de orde, en wordt
Yokohama, dat door de vreemdelingen is bezetbedreigd.
In het begin der vorige maand heeft in zee aan de
Noordwestkust van Helgoland eene ontploffing van eene la
ding naphta plaats gehad aan boord van het Engelsche schip
Tom Volkes. Het vaartuig was naar St. Petersburg bestemd
en bad niet minder dan 770 vaatjes van het zoo ligt ont
vlambare vocht aan boord. Op ongeveer 48 mijlen afstand
ten NW. van Helgoland geschiedde de ontploffing, waardoor
aanvankelijk een deel der equipagie liet bewustzijn verloor. Men
zag te gelijk, dat aan eene blussehing der in het ruim aan
wezige lading niet gedaekt kon worden. Men kapte dus de
mast, maakte in allerijl eene soort van vlot klaar en wierp
dit buiten boord, waarop velen zich redden anderen hielden
zieh een tijd lang op drijvende stukken hout boven water.
De vlammen knetterden wel 300 voet hoog in de lucht, en
de geheele in vuur zijnde lading begon zich als drijvende
olie op de golven uit te breiden. Menige arme zwemmer werd
door dat drijvende vuur ingehaald en alzoo aan een dubbel
akeligen dood overgeleverd. Den ganscheD avond en nacht
zagen de drie overgebleven mannen naar bulp uit, tot einde
lijk een schip in het gezigt kwam en eene boot tot redding
uitzette, zijnde een Noordduitsche schooner van Hamburg.
Den 11 Sept., vijf dagen na het ongeluk, werden deze onge-
lukkigen te Drammen aan land gebragt en door den Engel-
scben consul verzorgd. Hunne oogleden, wenkbraauwen en
haar waren verbrand, en aan handen en gelaat hadden zij
insgelijks zware brandwonden.
Den lsten October heeft te Toulouse op den Pont Neuf
een vreeselijk ongeluk plaats gehad. Bij het openen van een
op straat uitkomende pijp der waterleiding, heeft een der
werklieden, die met de herstelling er van belast was, een
brandende lucifer er boven gehouden, om onderzoek te doen
naar den stank die er uit oprees. Eene ontploffing volgde,
waarbij twee voorbijgangers gedood en twintig anderen ge
kwetst zijn. Sommigen zijn reeds aan hunne wonden over
leden. De werkman zelf, die de oorzaak van het onheil was,
kreeg slechts ligte brandwonden
In een der Amerikaensehe dagbladen leest men een be
rigt van het vallen van een reusachtigen meteoorsteen, te
Cheatham (Tenesse) welke 20 voet diep in de aarde is ge
drongen. Vallende doorboorde hij eene kalklaag, en bleef in
de daaronder liggende kleilaag steken. Door den tegenstand*
vermoedt men, nam hij eene kegelvormige gedaante aan; zijne
lengte is zeven, en zijn omvang aan het dikste einde meer
dan tien voet. Oogensehijnlijk was de steen eene massa te
zamengesmolten metaal, waarvan men het gewigt schat op
100 120 centenaars. Er werden pogingen in het werk ge-