zou kunnen doen verwachten heeft de Minister naar an
dere aequïvalenten omgezien.
In de eerste plaats stelt hij voor, op het voorbeeld van
Belgie, belastingen te heffen op den verkoop van sterke dranken
of tabak in 't klein, boven en behalve het gewoon patent.
De Minister merkt opdat wel is waar de sterke dran
ken hier te lande reeds aan hoogeren accijns zijn onder
worpen dan in Belgie, maar dat die accijns nog niet half
zoo hoog is als in Engeland. Het is dan ook meer vrees voor
de uitbreiding van den smokkelhandel, dan de overtuiging
dat het voorwerp als zoodanig niet hooger kon worden be
last, die den accijns op het gedistelleerd niet hooger deed
opvoeren dan f50 per vat gedistilleerd ad 50 pCt.
Ook de tabak is op zich zelfbij uitnemendheid geschikt om
belast te worden en het is alleen wegens de belemmeringen,
welke uit een accijns op tabak voor handel en landbouw in
meerdere of mindere mate zouden voortidoeijen, dat een der
gelijke belasting hier te lande nog niet is ingevoerd. Doch
geen der bedoelde bezwaren bestaan tegen het zijdelings
treffen van het verbruik van sterke dranken en tabak door
middel van een regt op het debiet of van een verhoogd
patentregt.
Voor een verhoogde belasting op het debiet van dranken
als gedeeltelijk aequivalent voor de afschaffing van het dag-
blad- en advertentiezegel wordt door den minister nog aan
gevoerd, dat de belastingschuldigen, waarop deze verhooging
zal drukken, daarentegen door de afschaffing van het genoemd
zegel ook meer bijzonder zullen gebaat wordendaar de
meeste abonnementen op de buitenlandsche en een groot deel
van die op de binnenlandsche bladen, werden genomen ten
behoeve van sociëteiten, koffijhuizen, tapperijen en logementen.
Het bedrag van dat regt wordt geraamdvoor de dranken
op f450,000, en voor de tabak op f50,000 per jaar. Er
komt dus nog te kort eene som van f210,000. Tot dekking
van dit te kort wordt eene verhooging van het invoerregt
op de thee voorgesteld van f15 per 100 pond, waarvan de
opbrengst is te ramen op p. m. f230,000.
Tot verdediging van deze verhooging wordt aangevoerd t
dat de thee hier te lande lager belast is dan in de meeste
naburige rijkendat het hier geldt zoo al geen voorwerp
uitsluitend van weelde, ten minste een artikel, dat grooten-
deels door de gegoede klassen der maatschappij wordt ver
bruikt en dat deze klassen daarentegen van de op hen rus
tende lasten zijn verpligt door de vermindering van de reg-
ten op den wijn. Bovendien worden ook die klassen der
maatschappij meer dan de mindere standen gebaat door de
afschaffing van het dagblad- en advertentiezegel.
Door de heffing van die gezamenlijke hooge regten, in ver
band ook met een vermoedelyk gunstigen invloed, dien de
afschaffing van het dagbladzegel op de opbrengst der poste
rijen zal uitoefenen, zullen de belangen der schatkist dus ge
noegzaam verzekerd worden.
Verhooging der belasting op den verkoop
in het klein van tabak en van sterke dranken.
Het debiet van tabak en cigaren zal, als maatstaf der be
lasting, met het dubbel worden verhoogd. Het fabriceren
van tabak, snuif en cigaren en de groot- en uitvoerhandel
van deze artikelen blijven door deze verhooging ongedeerd.
De verkoopers van tabak, snuif en cigaren zullen niet lager
dan in de 15de klasse worden belast en dus minstens een
patentregt van f3 moeten betalen. (Yan de 68,000 winke
liers in deze waren zijn er tegenwoordig 11,226 in de 16de
en 45,244 in de 17de klasse aangeslagen. Deze allen zullen
nu in de 15de klasse komen.)
Yoor de sterke dranken zal het minste patentregt nu be
dragen in gemeenten van den ln rang 1 20; van den 2n rang
f18; van den 3n rang f 17; van den 4n rang f 12; van den
5n rang f12 en van den 6n rang f9.
Eene uitzondering is gemaakt voor de tappers, die hunne
sterke dranken bij mindere hoeveelheden dan één kan inslaan
en gelegenheid gegeven om deze, even als in de bestaande
wet, lager te belasten en door den naam van kroeghouder
aan te duiden. Voor deze is in gemeenten van de vier eerste
rangen één en in de overige gemeenten twee klassen lager
dan dat van den aanslag der tappers.
Tevens is voorgesteld dat de patentpligtigen voor den ver
koop van sterke dranken telkens slechts een kwartaal be
hoeven vooruit te betalen, maar dat zij hun bedrijf niet mo
gen uitoefenen of op hun naam door anderen in hunne woningen
of localen mogen laten uitoefenen, indien het bedrag van hun
aanslag over het laatstvorig dienstjaar niet geheel is aan
gezuiverd.
Verhooging yan het invoerregt op de thee.
Het voorstel om genoemd regt, thans bedragende f25,
met 1 Mei 1869 tot f 40 per honderd pond te verhoogen.
Met 't oog op het toenemende verbruik van de thee, wordt
de meerdere opbrengst ten gevolge dezer verhooging berekend
op f234,000 'sjaars.
In het Rott. Zondagsblad leest men van Falklana het
volgende
FAMILIE-TAFEREEL.
{Papa zit in gepeins verzonlcen aan het raam.)
Mama (van haar frivolité-werk opziende)
„Waar zit je toch zoo aan tc denken P"
Papa: „Nergens aan."
Ma„Dan zou ik maar liever een beetje met me pratenje ziet er net
uit of je 't brood niet te eten hadDe zorg ligt je een duim dik op
'fc gelaat
Pa: „Jij hebt mooi praten, Lise, want je voelt de zorgen van het leven
zoo niet 1"
Ma: „Zorgen! Zorgen! Jij maakt ook altijd van een mug een olifant!
Je wordt oud en grijs voor den tijd en zonder rede. Ik wou om een lief
diug datje 't leven wat luchthartiger opnaamt, Daar heb je neef Janus;
geen ccut in kas schulden, die hij niet weet te betalen veel ongelnk in
zijne zaken en kom eens bij hem aan huis Hij is de eerste die met zijn
eigen tegenspoed den spot drijft en als hij t' huis is, doet hij niets dan met
zijne vrouw gekheid maken en met zijne kinderen dansen en springen."
Pa (met een zucht) „O, je behoeft me neef Janus niet tot voorbeeld
te stellen ik heb hem al te dikwerf reeds zijne gelukkige zorgeloosheid
benijdMaar, wat wilt ge, Lise, ik kan mij niet veranderen 1 Schulden
hebben is voor mij de dood 1"
Ma„Je prnat van schulden als of je reddingloos verloren waart I Je
bent misschien voor een oogenblik wat kort bij kas, maar je hebt me nog
eergister zelf verzekerd, dat over zes maanden niemand een cent van je zal
hebben te pretenderen."
Pa „Dat is ook zoo, maar inmiddels moet alles zijn gewonen gang gaan
en ik kan het niet verdragen een kwitantie aan de deur weg te zenden.
Alles kan nog uitstel dulden, maar de apotheker, de kleermaker en die ver-
wenschte modiste, die er van de week al tweemaal geweest is, kan ik niet
langer uitstellende belasting moet ook betaald worden en dan is het van
daag al de 17 October; den 1 November kan ik weer f250 klaar maken
voor drie maanden huishuur en als ik jon een bankje van f 100 voor huis
houdgeld geef, dan zit je aeht dagen daaina weer in mijn portemannaie te
snuffelen
Ma: „Dat kwam laatst omdat ik allerlei kleine rekeningen met den
boterboer, den melkboer, de waschvrouw, enz. heb laten oploopen. Je weet
niet wat zoo'n huishouden met drie meiden en vijf kinderen kost 1"
1 Pa„Of ik het weetMijn vader had vrouw en zeven kinderen en
verteerde niet de helft van hetgeen wij verteeren 1"
Ma: „Dat wil ik wel gelooven alles was toen de helft goedkooper."
Pa: „Gekheid! Het leven is zeker wel wat duurder geworden, maar
daar zit het niet in. De worm die aan de hedeudaagschc maatschappij
kuaagt cn die ook mij de rust en het genoegen van het leven beneemt, is
do nuttelooze weelde waaraan zich heden ten dage bijna iedereen schuldig
maakt."
Ma„IedereenIdereenWaar is dan toch die weelde waaraan wij
ons schuldig maken? Ons meubilair is in geen zes jaar vernieuwd! Ik
geloof niet dat er ééne vrouw zuiniger is dan ik. Wat maak ik voor staat
sie Dan moet je eens de vrouw zien van advokaat Lievert en de vrouw
van den dokter Bartholo, wrat een prachtige toiletten en dan hunne kinde
ren, ze zien er uit als prinsen en priuccssenterwijl ik, als ik eens een
damast kleedje koop, dan laat ik van de japonnen die ik afleg nog jurkjes
voor de kinderen maken
Pa„Dat is alles goed en wel, maar dat neemt niet weg dat wie
vroeger f5 of f6000 'sjaars vcrdicude, zich laag aan den weg hield en
elk jaar op zijn gemak twee a drie duizend gulden overlegde toeu kwa
men de menschen vooruitze woonden in een klein huisje of op eene bo
venwoning de mau droeg tien jaar lang een en dezelfde jas, en de vrouw
vierde haar zilveren bruiloft in het zijden kleedje waarin ze getrouwd was.
Zoodoende hadden ze op hun ouden dag een inooije duit geld om te ver—
teeren. Maar thans Thans zijn de hekken verhangen iedereen doet meer
dan hij kan alles voor de mode cn voor de luxe niets meer voor de
soliditeit. Ieder moet in een groot huis wonen, prachtige meubelen heb
ben, rijk gekleed gaan, deel nemen aan alle mogelijke publieke vermaken,
lid zijn van de olficieren-societeit, van den dierentuin, van den Doele en
wat weet ik het van wat niet al meer Wie tienduizend gulden verdient,
verteert er twaalf en wie vijftien honderd gulden verdient, verteert er twee
duizend. Het is een rijke armoe om er van te schrikken en te beven 1 Ik
zelf, ik verdien als aaudeel in de firma gemiddeld f 5000 in het jaar en
is het nu niet schaude dat ik in een huis woon van f 1000 met f210 per
soneel en 100 daalders directe belasting? Ik werk letterlijk voor de huur
Ma: „We kunnen dan toch onzen intrek in geen krot nemen."
Pa „Dat behoeft ook niet maar we konden even gelukkig zijn in een
huisje van een honderd gulden of vierwe zouden het met één werkmeid
die tevens kookt en een halfwas best kunnen doen en alzoo anderhalve meid
kuuuen opruimen het is geen Evangelie dat we lid moeten zijn van de
aanzienlijkste sociëteiten de kinderen konden katoenen jurkjes dragen, zoo
als mijne zusjes in der tijd droegen; goed, dat gewasschen kan worden en
er dan weer als nieuw uitziet, in plaats van barège en al dat andere tuig,
waarmee ze er uitzieu als koorddanseressen en dat op den duur driemaal
meer kost; jij zelf, je zoudt er in mijn oog niet minder om zijn met een
eenvoudig kleedje en een nog eenvoudiger hoedje, dan thans met damasten
japonneu, hoeden van f30 en fluweelen mantels. En van dat alles zou de
uitkomst wezen, dat ik ieder jaar een paar duizend gulden op interest kon
zetten, terwijl ik thans niet weet hoe ik primo November de huur zal
betalen
Ma Hoe je ouders leefden, weet ik niet, maar ik heb het altijd voor
me gezien, zoo als ik het thans heb
Pa„Wel zeker datzelfde mooije argument zullen later ook onze
dochters bezigen Als ik daaraan denk, dan loopt mc het hoofd heelemaal
om Hoe, als die meisjes huwbaar zijn Eenvoudig groot gebragt, zouden
ze ligt een fatsoenlijk burgerjongen vinden, die haar tot vrouw nam. Maar
thans IJsselijk veel pretentie en geen cent in den zak. Pianospelen en
geen biefstuk kuuueu bakken. Vreemde talen spreken en geen aardappelen
kunnen schillen. 5 Polkeren en studiekoppen teekenen en geen knoop aan
een broek kunnen naaijen. Het hoofd vol met modeplaten en te vies om
een kind een schoone luur aan te doen. Welke burgerjongen durft zoo'n
meid aanslaan? Als we nog ieder van onze dochters een halve ton ten hu
welijk kouden meegeven I Maar als het zoo voort gaat, zal ik me aan
houdend krom en lam moeten werken, om de beide einden van het jaar
aan elkaar te blijven knoopen. O, die weelde die gevloekte weelde
3fa (vrolijk lagchende) „Ei, wat! Wie weet hoe rijk we over tien
jaar zijn
Pa „Het laat zich al mooi aanzien
Ma „Malligheid Alles komt te regt. Het spijt me maar dat je van
daag zoo slecht geluimd bent... Ik heb bij Romain een paar keurige oor
bellen gezien, een paar brillantjes, die me deden watertanden.... Nu! nu,
vlieg maar niet op!... (lagchende, en haren man vleijend over 't gelaat
strijkende) ik kom er morgen wel eens op terug.... als je een beetje beter
gebuid bent!"
(Twee dagen daarna pronkt mevrouw met de nieuwe oorbellen en is
Mijnheer wederom f300 schuldig die hij aanvankelijk niet weet hoe ze te
betalen.)
3Jngr5antirn.
Re Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders
Helder 19 October 1868.
Mijnheer de Redacteur!
In bijna alle couranten is dezer dagen een berigt voorgekomen afkomstig
uit deze gemeente, blijkbaar ingezonden door iemand even nietsbeduidend ah
zijn ingezonden berigt leugenachtig is. Het voorgevallene is door den in
zender van dat berigt zoo verdraait en met leugens doorspekt, dat ik, voor
de eer van onzen Commissaris van Politie te velde trekkende, de ware
toedragt der zaak wensch kenbaar te maken.
Ecnigo jongens hadden er plaisicr in, met spuitjes (geen odeur spui-