De Tijd bevat het volgende:
Wij vernemen uit Rome, dat het pauselijk leger behoefte
heeft aan vertrouwde manschappen voor de artillerie, waarom
de minister van oorlog een beroep op de Nederlanders doet.
Hij vraagt voor dat doel ongeveer 25 uitgezochte jonge
lieden, en verlangt, dat die hoe eer hoe liever worden afge
zonden. Voor de artillerie verbindt men zich voor 6 jaren.
Om alle vergissing te voorkomen, zullen de artilleristen af
zonderlijk naar Rome worden gezonden. De dag van vertrek
zal te Brussel bepaald worden.
Door den kolonel kommandant van de dd. schutterij
te *s Hage, zijn aan de schutters aldaar, die bij den laatst
hehouden nationalen wedstrijd in het kamp te Waalsdorp
hebben deelgenomen aan den wedstrijd naar den vaandel-
prijs en daarbij de overwinning hebben behaald, zilveren
insignia uitgereikt, waarop twee gekruisde geweren. Verder
staat er op vermeld, dat dit bewijs tot aandenken strekt aan
den wedstrijd van 1868. De eereteekens mogen in of buiten
dienst aan een gekleurd lint worden gedragen.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft de begrooting
voor 1869 in een paar zittingen ten einde gebragt. De
meeste aiscussien zijn gevoerd over 't onderwijs. Er bleek
uit, dat de zeevaartkundige school in leerlingen-tal afneemt,
dat op sommige openbare scholen voor lager onderwijs de
verhouding tusschen leerlingen en de kosten ongunstig is,
dat nog eene bewaarschool voor de armen zou wenschelijk
«ijn, enz.
Wat de toekomst van Rotterdam betreft, de regering wil,
met het oog op de welvaart en uitbreiding der stad, niet stil
-zitten, en B. en W. stellen mitsdien voor, het sluiten eener
nieuwe leening van 6 millioen h. 3 pCt. met premiën, daarvoor
stellende f273,750 per jaar rente en aflossing in 68 jaar.
De regering wil daarvan 2 millioen bestemmen voor de
brug naar Peijenoord, in verband met het spoorwegplan en
1 millioen voor uitbreiding op Feijenoord. Maakt de staat de
brug, dan blijft de 2 millioen over voor doortastender uit
breiding; zelfs al kwam er een brug te IJsselmonde of Schie
dam, dan zou het kapitaal voor uitbreiding noodig zijn.
Verder wil de regering f 1,500,000 bestemmen voordrink-
waterleiding; 500,000 voor een abattoir en f 1,000,000 voor
voortzetting van het stratenplan, de afvoer van fecale stoften,
een nieuw stoomgemaal, 2 schoolgebouwen en uitbreiding
van het ziekenhuis.
Voor het provenue der leening wil de regering inschrijving
nemen op het grootboek, om naar gelang der behoefte te
kunnen afschrijven. Eindelijk zal er van alle gehouwen en
woningen voor het gebruik of genot van 't rioolstelsel tot
ontlasting een regt voor de stad worden gevorderd.
Men schrijft uit Overijssel, dat een aantal personen
in de boschrijkste streken, vooral aan den Tvventschen kant,
'tegenwoordig druk bezig zijn met het verzamelen van eikels,
die door eenige industriëlen uit den vreemde tegen p.m. 70
ct. het Ned. mud worden opgekocht. Deze vrucht, vroeger
slechts bij ontdekking door de varkens verorberd en groo-
tendeels vertreden, begint thans voor menig schamel gezin
een middel te worden om den kost te verdienen. De opkoo-
pers hebben zich tot hiertoe nog niet uitgelaten wat het
eigenlijk doel iriet den aankoop is; men houdt liet er evenwel
voor, dat de eikels gemalen zullen worden en alsdan na ver
menging met andere stoften, tot voeder van vee en varkens,
•zoowel in ons land als daar buiten, worden gehruikt.
Als een even gemakkelijk als doeltreffend voorbehoed
middel tegen de fijt of soortgelijke ontsteking aan den vinger,
wordt aanbevolen om, wanneer men de eerste pijn gevoelt
of klopping bespeurt, den vinger geheel te leggen in een
versch ei, hetwelk men tot dat einde aan één kant opent.
Wanneer men dan zorgt het ei behoorlijk te wikkelen in
een verband, dat men gedurende een nacht om den vinger
houdt, dan zal men 's morgens bespeuren dat het ei als
't ware gekookt is door de hitte van de ontsteking, maar
de vinger zal perfect zijn genezen.
De Zweedsche Noordpool-expeditie is in Noorwegen
teruggekeerd. Zij was tot 81° 421 breedte doorgedrongen.
Stormweder had belet verder naar het noorden op te zeilen.
In Engeland is op het gebied van het krijgswezen weder
eene nieuwe uitvinding gedaan, waaromtrentmendevolger.de
bijzonderheden mededeelt
In onze militaire kringen, zoo schrijft men, is er vari niets
anders sprake dan van de buitengewone uitvinding van kapt.
Moncrieff, waardoor, naar men zegt, al onze kustverdedigings-
werken zouden moeten vervangen worden. Eene drooge gracht
namelijk, die aan het oog van den vijand onttrokken isbe
vat een getrokken kanon. Deze gracht kan gemakkelijk in
alle terreinen gegraven worden. Zij verbergt en beschermt
volledig het kanon en hen die het bedienen. Stel dat de
vijanden tegen elkander over staan. Een man die zijn hoofd
gemakkelijk achter eene natuurlijke of kunstmatige verheven
heid van het terrein kan verbergen onderzoekt van tijd tot
tijd de stelling des vijands, en bepaalt het punt waarop ge
mikt moet worden. Op een sein rijst het kanon uit de gracht,
vuurt zijn projectiel af en zakt weer weg. De dragt wordt
in de gracht geregeldterwijl het stuk weer in de gracht
daalt, wordt het door een haak gegrepen; men laadt het
weer, en zoodra de haak wordt losgelaten doet eene bascule
beweging het stuk weer in de hoogte gaan.
Men zegt dat het stuk met zekerheid te rïgten is en nooit
wankelt en dat geen schip, hetwelk een beperkt vaarwater
moet passeren, zijn schot kan ontgaan. Er zijn geene schiet
gaten, waardoor de bascule-beweging kan getroffen worden.
Bovendien kan het vuur van een onbeperkt aantal stukken
geschut op een hoog gelegen punt gerigt worden. Geen ho
rizontaal gerigt schot kan hen, die het kanon bedienen, tref
fen deze kunnen geen ander gevaar loopen dan van werp-
projectielen, en daar men zich van mortieren slechts op een
vasten bodem kan bedienen, volgt daaruit dat dit gevaar
gering is.
Bovendien kunnen deze stukken met zeer veel gemak van
het eene punt naar het andere gebragt worden, zoodat, als
zij vuur geven van achter de eene terrein-hindernis, de vij
and niet kan nagaan van welk ander punt het volgende schot
verwacht moet worden, noch alzoo het punt kan bepalen
waarop hij zijn eigen vuur rigten moet. Deze uitvinding is
alzoo van zeer veel belang voor de kustverdediging en zal
daarin eene aanzienlijke bezuiniging kunnen aanbrengen.
John Leraoinne maakt in het Journal des Débats de
zeer juiste opmerking, dat Spanje niet slechts door zijn re
geringsvorm, maar ook door de denkbeelden, die bij het volk
lieerschen verre bij de andere landen van Europa ten
achter staat. Hij vindt daarvoor het bewijs in de aarzeling,
waarmede het thans, in de volle revolutie, beginselen ver
kondigt die sedert lang in eiken beschaafden staat tot de
eerste grondbeginselen behooren. Zoo is de uitvaardiging van
het manifest vertraagd, omdat men het niet zoo geheel eens
was omtrent de vrijheid van godsdienst. Dit verschil van
gevoelen blijkt dan ook uit de beschroomde wijze waarop de
magtige leiders der omwenteling de hoop te kennen geven,
dat de wet de vrije uitoefening zal verooriooven van de ver
schillende godsdienstbelijdenissen
Alle Spaansche constituties en zij vormen te zamen geen
onaardige collectiebeginnen met te verklaren, zelfs in naam
van de vrijheid en de revolutie, dat de catholieke godsdienst
de eenige godsdienst van den staat is, en er is nog geen li
beraal in Spanje, zelfs Olozaga, die tegen deze heeft durven
protesteren. Intusschen, voegt de schrijver er bij, in af
wachting dat de grondwet die vrijheid van godsdienst ver
leent, is het volk thans feitelijk in het bezit er van, even
als het andere regten en vrijheden heeft en het zal zich deze
niet ligt weder laten ontnemen. Lemoinne verklaart even
wel met nadruk, dat hij, voor de vrijheid van godsdienst,
d. i. de vrijheid van geweten, den eersten grondslag der be
schaving, regt eischende, volstrekt niet beoogt de eene of
andere secte te bevoordeelen.
De ministeriëele Londensche Standard deelt stellig mede,
dat Don Ferdinand van Portugal, wegens familie-redenen, de
Spaansche kroon heeft geweigerd. Een ander ministerieel
blad, de Heraldmeent dat ook de kandidaturen van Engel-
sche en Fransche Prinsen geenerlei kans van slagen hebben,
ofschoon het blad het om verschillende redenen veel waar
schijnlijker acht, als de gemoederen in Spanje tot bedaren
zullen zijn gekomen, dat de oudste zoon van Don Carlos,
wijl deze een geboren Spanjaard is, tot den troon zal worden
geroepen.
Uit de officiële rapporten 'betrekkelijk Algerie blijkt
dat daar te lande in het vorige jaar 500,000 Arabieren van
gebrek en honger zijn omgekomen.
Door het militair geregtshof van Blidah zijn weder vijf
personen, eene vrouw, hare twee bijna volwassen kinderen
en een paar tweelingbroeders, veroordeeld wegens menschen-
eten. Uit het proces blijkt dat zij, door honger daartoe aan
gespoord, eene vrouw en twee kinderen had gedood, geslagt
en voor een gedeelte dadelijk opgegeten, terwijl zij de hoofden
handen en voeten gerookt en bewaard hadden voor latere
maaltijden. Het feit is in Februarij dezes jaars bedreven.
De toestand van Algiers is voortdurend eene bron van
zorg voor de Fransche Regering. Het is bijna zeker dat ook
dit jaar een hongersnood, weliigt nog verschrikkelijker dan
die des vorigen winters, aan die kolonie beschoren is, De
inkomsten der drie provinciën verminderen van jaar tot jaar.
Het totaal der vermindering voor de drie provinciën sedert
1863, is 8 k 9 millioen. Maarschalk Mac-Mahon blijft in
tusschen verzekeren, dat er geene verandering in het admi
nistratief beheer van Algerië zal plaatshebben; zaakkundigen
te Parijs beschouwen dit als het doodvonnis voor de kolonie.
De volgende naauwkeurige berigten zijn nog omtrent
de aardbeving in Aug. jl. uit Zuid-Amerika ontvangen.
"De stad Ibarra was op een en twintig mijlen afstand van
Quito gelegen, op eene schoone vlakte, op een berg, *2,219
ellen boven de oppervlakte der zee. Zij had breede en schoone
straten en de huizen waren van baksteen opgetrokken. Zij
telde talrijke aanzienlijke gebouwen, verschillende kerken en
kloosters en een hospitaal. De bevolking was omstreeks
16,0n0 zielen waarvan 13,000 zijn omgekomen.
"Otavala was ten oosten van Ibarra gelegen, in eene vlak
te, door twee rivieren, de Rotan en de San Seba^tian be
sproeid Zij werd in 1581 door de Spanjaarden gesticht. De
ligging dezer stad was zeer schilderachtig terwijl zij door
prachtige tuinen omringd was. De bevolking beliep 10,000
zielen, .waarvan 7000 omkwamen.
"Cotacachi, de aanzienlijkste der verwoeste steden, was zeer
uitgestrekt. Het meerendeel harer inwoners waren Indianen,
merkwaardig door de blankheid hunner huid en de sierlijk
heid hunner gedaanten. De vrouwen waren om hare schoon
heid beroemd. In 1867, had de stad met hare voorsteden,