In net Roilerd. Zondagsblad leest men
Jacob de Vletter, die bij het straattumult te Botterdam
gezien aan de spits der tierende menigte, werd Zondag
laatsleden op last der justitie gevangen genomen.
De instructie zijner zaak heeft de gansohe week geduurd.
Zij heeft tot de slotsom geleid, dat er termen voorhanden
zijn om zijn proces op te zejten.
Dientengevolge heeft de arrondissements-regtbank regts-
ingang tegen hem verleend, en zal hij alzoo aan de
justitie rekenschap hebben te geven van het aandeel dat hij
aan de schandelijke woelingen hier ter stede heeft genomen.
Met diep leedwezen moeten wij er bijvoegen, dat ook
tegen een massa gearresteerden bewijzen van schuld schij
nen te bestaan. Tegen meer dan veertig hunner is bereids
regtsingang verleend, terwijl het lot van vele anderen nog
onbeslist is.
Ziedaar de gevolgen wanneer het volk aan booze raad
gevingen het oor leent! Onder hen die nu reeds bestemd
zijn om voor de justitie te verschijnen, moge zich enkele
belhamels en verharde deugnieten bevinden, de meesten
hebben zich, naar onze innige overtuiging, laten medeslepen
door verradelijke inblazingen en zullen welligt hun gansche
leven daarvoor moeten boeten tot wanhoop voor hen zelveu,
en tot onbeschrijfelijke droefenis van bloedverwanten en be
trekkingen, waarvan sommigen tevens hunnen broodwinner
verliezen.
Zóó gaat het wanneer het volk geweld pleegt, in plaats
van zijne klagten, zoo die er zijn, op fatsoenlijke en ge
matigde wijze kenbaar te maken.
Zóó gaat het wanneer de mannen en knapen uit het volk
zich laten ophitsen en opruijen door onverlaten, die, onder
den schijn van het volk té willen verdedigen, slechts eigen
gewin najagen.
Moge het volk dit nimmer meer uit het oog verliezen.
De Parijsche Temps houdt zich, naar aanleiding van
eene correspondentie uit 's Hage, bezig met de laatste Iiot-
terdamsche beweging. Volgens dat blad, is minachting der
volksmenigte voor de politie wel eene eerste oorzaak van het
oproer geweest, maar komt daarbij, dat de uitkomsten, welke
men zich had voorspeld van de handelsvrijheid en de afschaf
fing der accijnsen, tot dusver niet zijn verwezenlijkt, zoodat
het leven in de steden duurder en duurder wordt, vooral ook
voor den werkman, die te Rotterdam, welligt meer dan el
ders het schoonste vee en de heerlijkste groenten voor zijne
oogen naar Engeland ziet uitvoeren, terwijl hij zelf een kom
mervol leven blijft leiden.
De kerkeraad der Nerderd. hervormde gemeente te
's Hage, heeft in een afzonderlijk geschrift een woord tot
de gemeente gerigt bij de herstelling van Dr. J. C. Zaalberg Pz.,
in zijn kerkelijk ambt. Het is een ernstig en broederlijk
woord, waarmede de kerkeraad zich tot de gemeente wendt.
Het komt hierop neder//Wij verklaren dus, Dr. J. C. Zaal
berg Pz., volgens de wil der synode, echter niet dan onder
krachtig protest onzerzijds, te dulden, als aan de gemeente
opgedwougen, in al de betrekkingen, waarin hij als predikant
tot haar staat." Door de ouderlingen is in de vergadering
van den kerkeraad verklaard: //dat zij zich tegenover Dr.
Zaalberg ontheven achten van de verpligting, welke zij bij
hun optreden als zoodanig hebben op zich opgenomen."
Achter dit geschrift is gevoegd eene verklaring van diakenen,
daarop neerkomende: //Zij stellen zich dus voor, in de bij
eenkomsten door Dr. Zaalberg geleid, op te treden, maar
uitsluitend voor de inzameling van de giften voor de armen,
en slechts gedurende den tijd, daartoe gevorderd.
Naar wij vernemen, moet bij het departement van
finantien een plan in bewerking zijn, tot wijziging der bij
dragen van de ambtenaren aan het burgerlijk pensioenfonds.
Naar aanleiding van den guustigen stand van het fonds, zou
het voornemen bestaan om aanvankelijk de doorloopende
korting niet meer van de contribuerende ambtenaren te
vorderen.
Het examen der onderofficieren, dingende naar den
rang van 2" luit., zal heden te 's Hage aanvangen met de
adspiranten van het reg. grenadiers en jagers.
Men verneemt dat de commissie voor het oprigten
van een gedenkteeken voor van Lennep zich heeft gecon
stitueerd en bestaat uit de heeren jhr. J. P. Six, voorzit
ter, A. J. de Buil, secretaris, mr. J. H. Burlage, penning
meester, J. A. Alberdingk Thym, L. M. Beets van Heem
stede, H. Binger, mr. A. Brugman, W. J. Hofdijk, Chs.
Rochussen en W. Marten Westerman.
Men meldt uit Arnhem, van 8 November.
Overmorgen zal bij het kantongeregt de volgende regts-
vraag behandeld worden, voor de brandassurantie-maatsehap-
pijen van veel belang; of namelijk, bij brand in een be
lendend perceel, de goederen in het daar naast gelegen huis
bij den brand uitgedragen wordende en bij die gelegenheid
schade en verlies lijdende, de maatschappij, die deze tegen
brandschade verzekerd heeft, tot vergoeding van die toege-
bragte schade gehouden is, of zoodanige schade als brand
schade kan besbhouwd worden?
Vrijdag jl. stond voor de arrondissement!
Amersfoort teregt een 15jarig jongeling, die onlang
bij Amerongen, spelende met een geladen geweer, zijn?
jarige tante zoodanig aan het hoofd trof, dat zij spoedig
daarna bezweek. Het Openb. Minist. eischte 45 dagen cel
lulaire gevangenisstraf en f 25. boete. De regtbauk zal nader
uitspraak doen.
Aan een particulieren brief van de kust van Guinea
ontleent de Amh. Cour. het volgende:
Sedert mijn schrijven van 2 Sept. is niets veranderd.
Het is rustig, maar een stilte die een storm voorafgaat. De
hoofden der Fantijnen zijn te Mankassim vergaderd en over
leggen een nieuwen aanval op Elmina. Zij hebben fetische
gedronken, om die plaats ten onder te brengen en hebben
daartoe een aantal geweren en buskruid aangekocht.
Met den handel ziet het er treurig uit. Oude schuld
wordt niet afgedaan en het geld of het goud bewaart men
voor het aankoopen van levensmiddelen, die een ongehoor-
den prijs hebben bereikt. Er heerscht uit dien hoofde groot
gebrek en dit zal dagelijks toenemen, want er is geen kor
rel koren verbouwd en als de Fantijnen andermaal Elmina
insluiten, zal de stad zich van honger moeten overgeven.
Men vraagt hier: wat is er gedaan na Mei, om tot den
vrede te komen Is er, na het afbreken der onderhande
lingen, wel een enkele poging toe aangewend? Men ant
woordt met de woorden van Gramberg in zijne Airikaan-
sche schetsen: //men zat in het fort, men at en dronk enz."
Het oorlogsstoomvaartuig de Amstel is van de kust ver
trokken, maar op Elmina is een groot schip met steenkolen
geankerd, en men zegt, dat er drie oorlogschepen zullen
volgen om de zaken ten einde te brengen. Dat is fiks,
de Elmina's denken dat het een antwoord is op een verzoek
om hulp aan den koning van Holland door hen gezonden. Ieder
wenscht maar dat er een einde aan den tegenwoordigen toe
stand komt. De wegen zijn nog steeds onveilig en voort
durend worden menschen om hals gebragt. Nu het oor
logschip is vertrokken zal de zee ook weder niet veilig zijn.
//Van de Ashantijnen hoort men niets; het ware te wen-
schen dat ons deze een heilzame afleiding bezorgden."
Het Hollandsche tjalkschip Mercurius, kapitein Post, is
bij stormachtig weder door de loodsen van Leda in de Be-
neden-Eems zonder equipage aangetroffen en te Emden bin-
nengebragt.
Bij besluit van maarschalk Serrano is generaal Prim
bevestigd in zijne waardigheid van kapitein-generaal des le
gers. Bij eene circulaire aan het leger, wordt het door Prim
in berinnering gebragt dat het geen andere zedelijke of stof
felijke kracht heeft dan die voortspruit uit éénheid van den
keu en handelen, die zich openbaart door dicipline en dat
manifestatien of andere soortgelijke, handelingen uit eigen
hoofde, den magtigen arm der natie prijs zouden geven aan
de eischen der partijen.
Men leest in de Gaulois bet volgende:
»Het blad, dat Gonzalez Bravo in Bayonne gaat uitgeven,
zal een waar schendblad worden. Volgens het prospectus
houdt
rennen
Het denkbeeld wint meer en meer veld, aat net voor .En
geland wenschelijk is om de souvereiniteit over den Oranje
Vrijstraat te hebben en de magt der Engelschen uit te breiden
tot den mond van de Sambezi en langs de lijn, die van daar
naar een punt aan de westkust van Afrika op gelijke breedte
getrokken wordt.
Onlangs droegen te Luik twee personen op eene draag
baar twee bussen petroleum en naptha, en hadden het ongeluk,
deze op den hoek van de Universiteit-straat te laten vallen,
waardoor de inhoud der bussen zich over de straat verspreid
de en in het riool liep. Een straatjongen kwam onmiddelijk
op de gedachte om de vloeistof met een lucifer aan te steken,
waardoor de vlam zich in het geheele riool verspreidde en
bijna den geheelen dag bleef branden. Tegen den avond
kwamen de vlammen nog uit den mond van het riool. Ten
slotte moesten de pompiers worden gewaarschuwd, die na
eenige pogingen er in slagen mogten, den onderaardschen brand
te blusschen.
Te Melbourne worden pogingen in het werk gesteld, om
eene avontuurlijke nieuwe onderneming in het leven te roepen.
De oprigters trachten onder den naam van Polynesia Company
eene maatschappij op te rigten met een kapitaal van p. SC.
250,000 en wel met het doel, om de rijke en nog niet geëx
ploiteerde hulpbronnen der Zuidzee-eilanden, ongeveer naar
de wijze der voormalige Oost-Indische compagnie, zich ten
nutte te maken. De maatschappij zal zich op handel en bank
wezen toeleggen; het hoofdbureau zal op de Fidschi-eilanden
gevestigd zijn, welker Koning nog ongeveer p. st. 9000 aan
de Amerikaansche Unie schuldig is wegens menscheneterij.
De maatschappij is van plan deze schuld over te nemen en
af te lossen en zich daarvoor van den edelen kannibaalschea