BUUGEHLiJKE STAXD ÜEÏÏ GEÏÏEEXTE HELDER.
Bouricius, Raauvverd prés de Heevenvecn." De brief was
vervolgens naar Leeuwarden opgezonden, waar de geadres
seerde op dat oogenblik woonachtig was. De afzender had
in dien brief eigenhandig gesloten
Twee bankbiljetten, elk groot f100. gemerkt Z. 6248 en
L. 4332, en een brief van zijn broeder in O. Indië.
"Volgens berigt van de geadresseerde, is deze brief wel
bezorgd, maar bleek bij het openen, dat de ouwel zeer ge
makkelijk losliet en was het bankbiljet Z. 6248 daarin niet
aanwezig.
Door den heer Bouricius is aangifte gedaan aan den offi
cier van justitie te Alkmaar; morgen zal voor den regter
van instructie het geregtelijk onderzoek der zaak een aan
vang «emen.
Het vocaal en instrumentaal concert, door een aantal
leden van verschillende vereenigingen en eenige dilettanten
benevens het muziekcorps der Marine, te geven ten voordeele
van de Terschellinger weduwen en weezen, zal naar wij ver
nemen plaats hebben op Woensdag 30 December a. s.
Op Donderdag 17 December 1868, zal door den
kommandant der genie, in de vijfde stelling alhier, worden
aanbesteed. 1°. het bouwen van een wachthuis in het fort
Dirks-Admiraal; 2P. het maken van traversen en afsluitingen
op de batterij aan het Wierhoofd.
De Sloompost verneemt, dat met 1 Januarij de ingenieur
J. M. P. Wellan wordt belast met het arrondissement Alkmaar.
Z. M. heeft met 1 Januarij pensioen verleend aan den
wachter bij de kustverlichting op Terschelling D. van Rees,
van f193. en aan den wachter bij de kustverlichting op
Vlieland N. Hoedemaker, van f185.
Als bijzonderheid kan gemeld worden dat te Terschel
ling met eene bevolking van ruim 3000 zielen, van 30
Sept. tot 22 Nov. 11., en alzoo gedurende bijna twee maan
den, geene sterfgevallen in de gemeente hebben plaats gehad.
Vrijdag jl. is te Terschelling in de haven met averij
'binnengeloopen het Ned. kofschip At/Je, gezagvoerder
R. G. Klein, met Gerst van lJstad in Zweden naar de
Maas bestemd.
Te Rotterdam heeft men infanterie en kavallerie in
garnizoen, er is schutterij, eene talrijke scherpschutterij en
thans nog eene eerewacht voor 't stadhuis. Een spotter
stelt voor, die eerewacht te doen bestaau uit marine, voet
volk, ruiterij en kanonschutters. Voor de marine zal een
stalen kanonneerboot worden ingerigt; het voetvolk zal als
Pransche zouaven, de ruiterij als Russ. kozakken en de ka
nonniers in 't wit, met driekante hoeden en gepoederd haar,
gekleed zijn; voor de marine zullen de dames eene geheel
nieuwe uniform bedenken. Die onder de vrijwilligers lig -
chaamsgebreken hebben zullen geen uniform krijgen, geen
dienst doen, maar de anderen in de weg loopen. Er zal
geen genie zijn bij de eerewacht, omdat iu de organisatie
reeds genie genoeg ligt.
De Indische berigten loopen tot 29 October, aangaaude
de zaken op Bali melden de bladen het volgende:
Den 24 dezer is Bandjar genomen en getuchtigd; men is
bezig de hoofdaanlegger Idah Madeh Rahi, op te sporen.
Men beweert echter dat hij dood isdit wordt onderzocht
alles gaat naar wensch.
Omtrent den Oostenrijkschen graaf von Atteins, die
thans te Soerabaya op staatskosten is gehuisvest, deelt men mede
«Deze persoon, die zich in Nederland graaf von Schön-
born noemde, is door den Oostenrijkschen consul-generaal
aldaar geintroduceerd op valsche papieren, welke hij vertoon
de; terwijl hij voor nagemaakte wissels op de Nederlandsche-
Indisc'ne handelsbank eene som van f7000 wist te bekomen.
Ontdekt en vervolgd, begaf hij zich naar België, waar hij
zich ophield onder den naam van Comte de Salis. Van daar
verrtok hij naar Alexandrie, waar hij als graaf Auersperg
mede een bank tot zijn slagtoffer maakte, en van daar over
Ceylon naar Brisbane in Australië. Hier zette hij zijne op-
ligterij op groote schaal voort. Hij kocht er een yacht,
vertrok daarmee naar Timor, en kwam eindelijk te Soerabaya
aan onder den naam van von Attems, waar hij bij de Rot-
terdamsche bank een wissel disconteerde, maar kort daarna
gevangen genomen werd.
«De ekvvipage van zijn yacht heeft hij te Soerabaya af
gedankt, en den Oostenrijkschen consul per telegram verzocht,
hem kennis te geven, wanneer het fregat bonau, dat] eene
wetenschappelijke reis doet, in Indië verwacht werd wijl hij
wenschte, daarmee naar China en Japan te vertrekken."
Dezer dagen werd er in het district Rawa-Poelo no. 2,
onder Sidho-Ardjo, een vreeselijke moord gepleegd op een
inlander, met name Pa Brossot.
Voor zoo ver is gebleken uit het ingesteld onderzoek, zou
het hoofd van de dessa Kepodang in dezen moord geen on
dergeschikte rol hebben op zich genomen.
Het was hem namelijk bekend, dat Pa Brossot niet in
eene gewenschte harmonie met zijne vrouw leefde, waarom
hij verscheidene malen haar het voorstel deed haar te huwen,
wanneer Pa Brossot mogt komen te overlijden. Ter nade
re toelichting diene, dat Pa Brossot een vrij welgè
man was.
De vrouw, dagelijks tegen haren man opgestookt, moet
er eindelijk in toegestemd hebben, om Pa Brossot te doen
vermoorden. Op zekeren avond dan, ongeveer ten 6 ure,
trad de Loerah van Kepodang, vergezeld van een ander per
soon, de woning van Pa Brossot binnen, en eenige oogen-
blikken daarna zette dit klaverblad zich neder, voorzien
van opiumpijp, terwijl het hoofd van Kepodang zorg droeg,
fa Brossot zooveel opium te doen gebruiken, dat hij in slaap
viel, als wanneer men hem in zijn slaapkamer gebragt en
hem met eeu stuk ijzer derwijze op hel hoofd geslagen heeft,
dat hij den geest gaf.
Toen het donker was, werd zijn lijk naar een naastbij
zijnden suikerriettuin gedragen, en eensdeels uit vrees, dat
Pa Brossot niet dood was, anderdeels om te voorkomen, dat
het lijk bij eventueele opgraving zoude herkend worden, werd
het hoofd van den romp gescheiden en op eene andere plek
begraven.
De Epoca> een der voornaamste dagbladen van Madrid,
bespreekt in haar no. vau 30 Nov. het denkbeeld om de
Spaansche kroon aan te bieden aan den hertog van Genua,
een neef van koning Victor Emanuel: zij meent dat eron
der al de kandidaten voor den troon geen is, voor wien de
kans thans, binnen en buiten Spanje, beter staat dan voor
den Italiaanschen prins. De heer Olozaga zou in last heb
ben het Eransche gouvernement op de voordeelige zijden dier
kandidatuur opmerkzaam te maken.
De catholieke commissien gaan voort met aan den
paus rijke geschenken te zenden. In plaats echter van hem
in geld het bedrag over te maken der ingezamelde giften,
beslissen zij zeiven over de wijze van gebruik en meestal
koopen zij er zeiven wapenen voor. Zoo zond voor geruimen
tijd de Belgische commissie 6000 Remington geweren, die
der Yendée eene volledige batterij met getrokken 12ponders,
terwijl zij tevens bijdroeg voor eene batterij berg-artillerie,
eveneens met de paarden. De Parijsche commissie heeft het
noodige materieel geleverd voor eene militaire ambulance.
Eenige dagen geleden nu moesten deze geschenken den paus
worden aangeboden. Men bragt alles op het binnenplein
vau het Vatikaan, waar de manschappen der verschillende
pauselijke korpsen waren vereenigd. Toen de paus verscheen
werd hij begroet met de kretenleve de pausrkoning 1 De
luitenant-kolonel Athanase de Charette las het adres voor,
waarin de kanonnen enz. aan het hoofd der catholieke kerk
ten geschenke werden aangeboden.
De zoutmijn „Wieliczfca", die door een watervloed met vernieling be-
dreigd wordt, ligt twee mijlen van Krakau. Zij werd in 1250 ontdekt door
een herder, Wielicz genaamd, en. bevindt zich juist onder debergstad. Hier
is eene tweede ondcraardsche stad ontstaan, met pleinen en straten en eene
bevolking van 1000 zielen. Twee mijnputten voeren naar die onderaardsche
stad de Franz-Schacht met een wenteltrap van 470 treden, door August
III gebouwd en de bijna 200 voet diepe Danielowicz-Schacht waardoor de
reizigers zich in den regel aan sterke touwen laten afzakken. Bovendien
kan men nog door negen andere openingen in de groeve dalen. Ze bestaat
voorts uit vier verdiepingen en hare grootste diepte is van 1200 voet. In
die verdiepingen, uit een labyriDth van gangen bestaande, die dikwijls door
bruggen zijn verbonden, rust de zoldering deels op timmerwerk, deels op
zoutpilaren; in de bebouwde gedeelten zijn een groot aantal stallen voor de
paarden en magazijuen ingerigt, welke voor een deel met lusters en staud-
beelden vau zout versierd zijn en bij feestelijke illuminatien een prachtig
schouwspel opleveren.
De zoutmijn is zoo uitgestrekt, dat men, om al de gangen door te loo
pen evenveel tijd noodig heeft als voor een tocht van Krakau naar Weo-
nen, heen en terug. In 1772 kwam zij in het bezit van Oostenrijk en
brengt jaarlijks meer dan 6 millioeu gulden zuiver op. Als het niet ge
lukt de catastrophe af te wenden en men heeft weinig hoop dan zal
dit eene aanmerkelijke schade zijn voor de cisleithaansche financien.
Over het ontstaan dezer ramp meldt de Czas het volgende
Na 1S14 werd om de mijnen van W. een grens getrokken, die men met
graven niet mogt overschrijden want toen reeds stuitte men buiten dat
rayon op wateraderen, die men slechts met groote moeite ouschadelijk kon
maken. Die wateraderen liggen in het noorden. Sinds eenigen tijd begon
men desniettemin, ondanks alle practische ervaring te werken op het noordeu
aan. Men hoopte daar potasch te zullen vinden. Een geruimen tijd vond
men niets dan wanden van leem, waarin men voorzigtigheidshalve slechts
gaten boorde. Den 19 borrelde er water op, niet uit den wand, maar uit
den grond. De werklieden gaven terstond kennis daarvan aan den leider
der werkzaamheden, doch deze meende, dat hij slechts met eene kleine wa
terader te doen had, en liet slechts kleine bassins aanleggen om het water
af te leiden. Toen het water sterker opbruiste, begon men het met eene
stoommachine uit te pompen. Doch de machines werden met zout en leem
verstopt. Daarop begou men eerst de groeve af te dammen, maar zonder
succes tot nog toe. Den 24 dezer werden den ganschen nacht bouwmateri
alen opgehoopt, om het water te keeren, doch het hielp niet. Intusschen
dringt het water met toenemend geweld uit den grond op. Den 25 had
die aandrang eene kracht van 1.20 kubieke voeten in de minuut In de on
deraardsche gangen staat het water ter hoogte van eenige duimeu, waardoor
het zout spoedig wordt opgelost. De inwoners der bovenstad verkeeren in
grooten angsthandel en vertier staan stil.
van 27 November 4 December 1868.
ONDERTROUWD: C. Löscher, werktuigmaker, 21 jaren, wonende te
Amsterdam en E. M. Rittcr, 20 jaren. J. Goudswaard, werkman, 48 ja
ren en A. Groenewoud, 45 jaren, weduwe van A. de Vries. W. M. van
Meegenburg, matroos bij de marine, 84 jaren en H. Mulder, 17 jaren.
GEHUWD C. Mets en T. Dekker. J. Dekker en A. van Hoven.
P. J. G. Teeken en D. C. Heering.
BEVALLEN W. C. Govers, geb. Poppe, Z. M. H. Bergman, geb.
Drijvers, D. - A. Bussing, geb. Steilberg, D. L. J. Zoll, geb. Braams,
2. M. Kolhorn, geb. Steeman, D. W. M. Smit, geb. Mulders, D.
J. Platvoet, geb. Roozeboom, D. M. J. Heemskerk, geb. Winter, D.
V. Mali, geb. dc Ring, Z. E/C. Marcliand, geb. Griek, D.