licuros- en <ftDoertentie--6faÖ. NATIONALE MILITIE. 1868. Achtste Jaargaug. WOENSDAG 23 DECEMBER. Officieel gcöeeïte. EERSTE KENNISGEVING. OPROEPING TER INSCHRIJVING JSjct-uffiriëd pöeritc. aariBTJWgTiJDiaTg-BiT. .jDersche coürasï. Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. neraentsprijs voor 8 maanden ƒ1.80 anco per post g B a 1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes De prijs der Advertentien van 14 regels is 60 Centenvoor eiken regel meer 15 Centen. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur gelieve men de Advertentien intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uithoofde van het Kersfeest zal het eerstvolgende nommer op Vrijdag morgen in plaats van op Vrijdag avond worden uitgegeven. Advertentiën kunnen worden aangeno. men tot Donderdag avond 6 uur. In het nummer van 1 Januarij a. s. zal KV als naar gewoonte, weder een Naamlijst Hw opgenomen worden van allen die hunnen Nieuwjaarsgroet opentlijk wenschen uit te brengen aan Familie, Vrienden, Bekenden, Begunstigers, enz. Voor de plaatsing van iederen naam wordt gevraagd 50 Centen, ten voordeele der armen van de verschillende gods dienstige gezindheden te dezer plaatse, na aftrek van eenige kleine verschotten, indien die niet te vermijden zijn. Drukloon, papier, enz., wordt niet in rekening gebragt. Na afloop zal in dit blad rekening en verantwoording der gelden worden gedaan. Exemplaren der Courant, waarin de Naamlijst voorkomt, zullen te hekomen zijn legen betaling van 10 Centen, mits vóór het afdrukken aan te vragen. Men wordt beleefd verzocht vooral voor duidelijke opgaven te willen zorgen, en zich vroegtijdig franco te adresseren aan den uitgever S. 6ILTJES. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER Gezien de artt. 15 tot 20 der Wet betrekkelijk de Nationale Militie, van ]9 Aug. 1S61, (Staatsblad No. 72) Brengen de navolgende wetsbepalingen ter kennis van de ingezetenen Dat alle mannelijke ingezetenen, die op 1 Januarij a. s. hun 19de jaar zullen zijn ingetreden, verpligt zijn zich ter inschrijving voor de Militie aan te geven tusschen den 1 en 31 Januarij aanstaande. Zij die zich na den 31 Januarij, doch voor den 31 December 1869, ter inschrijving aan melden, worden alsnog ingeschreven, doch verbeuren eene boete van f25 tot f 100 En dat zij, die eerst na het intreden van hun 19de jaar, doch voor het volbrengen van hun 20ste jaar ingezetenen worden, eveneens tot die aangifte verpligt zijn, zoodra zij de hoedanigheid van ingezeten verkrijgen. Dat voor ingezeten wordt gehouden lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn bei den overleden, wiens voogd ingezeten is, volgens de wet van 28 Julij 1850 (Staatsblad Nó. 44), luidende artikel 3 dier wet aldus: „Gevestigd of ingezetenen zijn, die binnen het Rijk in Europa „hebben gewoond. f,a. Gedurende de drie laatste jaren. „b. Gedurende achttien maanden na aan het bestuur hunner woon plaats het voornemen tot vestiging te hebben verklaard. Ne derlanders zijn gevestigd of ingezetenen, die gedurende de „laatste achttien maauden hunne woonplaats binnen het Rijk „in Europa hebben gehad. „Nederlanders, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd „land wonen, worden voortdurend als ingezetenen beschouwd. „De bepalingen van ingezetenschap, in bijzondere wetten voor komende, gelden alleen voor zooveel betreft de onderwerpen „in die wetten behandeld." 2o. Hij, die geene ouders of voogden hebbende, op 1 Januarij. a. s. ge durende de laatste achttien maanden in Nederland verblijf zal hebben gehouden. 8o. Hij, van wien9 ouders de langstlevende ingezetene was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt. Dat voor ingezeten niet gehouden wordt de vreemdeling, hehoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte krijgsdienst is onder worpen, of waar ten aanzien der dienstpligtigheid het beginsel van weder keer igheid is aangenomen. Dat voor de Militie niet wordt ingeschreven lo. De in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is 2o. De in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 8o. De zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Dat de inschrijving ort te geschieden lo. Van een ongr ntëfe in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de tr of zijn beiden overleden, de voogd woont 2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente waar hij woont. 8o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de ge meente waar hij woont. 4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de ge meente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. En worden diensvolgens hij deze opgeroepen alle mannelijke ingezetenen dezer gemeente, die in dezen jare den 18jarigen leeftijd hebben bereikt of nog zullen bereiken en mitsdien degenen, die geboren in den jare 1850, op den eersten Januarij 1869 hun 19de jaar zullen zijn ingetreden, om zich ter inschrijving voor de Militie, bij hen, Burgemeester en Wethouders, aan te geven in het Raadhuis der Gemeente, op den 2den of een der volgende dagen van de maand Januarij, des morgens tusschen 9 en 12 urezullen zij, die eerst na het intreden van hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen vau hun 20ste, ingezeten worden en dus mede verpligt zijn zoodra zij die hoedanigheid verkrijgen, zich ter inschrijving voor de Militie aan te geven, de aangifte kunnen doen ter plaatse en uur hierboven omschreven. Burgemeester en Wethouders verwittigen verder de ingezetenen: Dat welke aanspraak op vrijstelling van dienst iemand ook zoude ver- meenen te hebben, de aangifte ter zijner inschrijving niettemin behoort te geschieden, terwijl bij ongesteldheid, afwezigheid of onstentenis, zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overledenen-zijn voogd tot het doen van aangifte gehouden is. Dat, ter voorkoming van onaangenaamheden, welke voor de ingeschrevenen volgen moeten uit eene verkeerde spelling van naam of uit eene onjuiste opgave van den dag der geboorte, de belanghebbenden moeten medebrengen een Extract uit hunne geboorte-acte, hetwelk kosteloos kan worden verkregen. Verzuim van aangifte ter inschrijving wordt gestraft volgens de Wet. Burgemeester en Wethouders voornoemd Helder, STAKMAN BOSSÈ, Burgemeester, den 9 December 1868. L. VERHEY, Secretaris. POLITIE. Gevonden binnen deze gemeente een bruin SMOUSHONDJE. Helder22 December 1S68. He Commissaris van Politie, A. C. BOONZAJER. Helder, Nieuwediep, Willemsoord enz. 22 Dec. 1868. Gisteren namiddag omstreeks 1 ure is in het schulpen- gat een vlet omgeslagen bemand met vier personen, allen hier woonachtig, die reeds in den vroegen morgen waren uitgeroeid, om zoo mogelijk aan binnenkomende schepen adsistentie te verleenen. Een schip deed zich aan den ge- zigteinder op, men wachte de nadering af in blijmoedige verwachting een daghuur, een stuk brood voor hunne ge zinnen te zullen verdienen, op eenigen afstand ontdekt men echter nog een vlet, een concurrent, die met hetzelfde doel zieh daar bevindt, de afwachtende houding wordt verlaten, men snelt het naderende schip te gemoet, vau beide zijden worden alle krachten ingespannen om de onstuimige en hoogloopende golven te trotseren. De voorste vlet het doel van hare togt bijna genaderd wordt door een ontrouwe zee overstelpt en het onderstboven geslagen, de bemanning ligt te worstelen met de golven. Van het naderende schip ziet men het onheil, onmiddelijk wordt een sloep gestreken, eenige rappe gasten bieden zich aan, het leven te wagpn, om zoo mogelijk dat vau hun evenmensch te redden. Huiane loffelijke poging wordt in zoo verre bekroond dat zij /jfrifl. personen aan een wissen dood weten te onttrekkende vïénJa

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1868 | | pagina 1