BURGERLIJKE STAND DER GEIEITE TEXEL. ADVERTENTIE N. SLAGTER 1 VLfMMHHlWER, voorloopigTberigt. AM VAN HOLLAND, Donderdag 1 Julij. 15 29 12 Au gustus. 26 Zaturdag 11 September. De bemanning dor koopvaardijvloot in Engeland. Eene waarschuwing aan Nederland. 'f }F~ie staat zie toedat hij niet valle Het genu3 „Euglish Seaman", een type van forsche, krachtige, ronde, on versaagde, dappere en bekwame zeelieden, waarop Engeland trotsch was en er regt toe had dit te zijn, begint af te nemen en reeds is men verontrust over hetgeen de toekomst zal opleveren. Men is bevreesd, dat de tijd op handen is, dat deze roem van Engeland tot de geschiedenis gaat behooren. Daar is reden voor die vrees. De Britsche handelsvloot heeft jaarlijks behoeften aan 16000 nieuw aan komende zeelieden. Even zoo velen immers verlaten de koopvaardijvloot, of sterven, of worden ongeschikt, of worden op de oorlogsvloot geplaatst. Zes tien duizend man moeten wordeu aangevuld. Vroeger was het getal jongens, dat zich voor de zeevaart aanbood, in den regel meer dan voldoende, om in de behoefte te voorzien; langzamerhand is dit veranderd en hun getal verminderd. Thans is het gedaald tot op 5500 of ruim een derde. De ontbrekende worden aangevuld met volwassenen of, en dit wel het meest uit niet-Engelschon. Volwassenen zijn niet bij de zee opgebragt en van hen heeft de onder vinding, in Engeland opgedaan, geleerd, dat geen goede, geen echte volbloed zeelieden groeijen. De vreemdelingen, vooral die uit het noorden van het vaste land van Europa komen, zijn met minder gage of rantsoen tevreden; zij kosten althans minder en zijn daarom niet zelden gewild. Wat goedkoop is, is daarom nog niet goed en dit kan vooral gezegd worden van het genus zeelui. Volgens het oordeel van Engelsche gezagvoerders worden dc met regt zoo beroemde Engelsche matrozen gedemoraliseerd door het vreemde element wat er in gebragt is geworden, en zou dit eene der voornaamste oorzaken zijn, waarom zoo weinig jongens bij de zeevaart gaan. Gedurende 18601865 is het vreemdelingengctal met 77 pCt toegenomen en bedroeg het 20,280 man. In 1867 was het reeds gestegen tot 21,817 en thans zal het omstreeks 25,000 man bedragen. Op Engelsche schepen komt de toepassing van stoom steeds meer in zwang en zijn do vreemdelingen genoegzaam geheel onbekend met de beweging en manoeuvres, die voor dergelijke schepen noodzakelijk zijn. Bij zwaar weêr vermeerdert door die onkunde het gevaar. In. tijd vau oorlog wordt het kwaad nog grooter, want de vreemde ma troos is vrij onverschillig omtrent Engelands winnen of verliezen, 't geen ook moeijelijk anders zou kunnen verlangd worden, want alle uitvloeisels van nationaliteit worden gemist. Van vaderlandsliefde kan niets gevorderd worden, want de vreemde matroos heeft het niet op de bodem van den reeder, voor wien hij vaart. Als eene andere oorzaak, waarom de Engelsche matrozen van heden voor een goed gedeelte outaard zijn van die van het verleden, wordt geacht de afschaffing der ajpprentice luws, waardoor, als 't ware, de wieg der zeeva renden is afgeschaft geworden. De tegenwoordige Engelsche matrozen zijn zoo ontaard van hunne voor gangers, dat, toen de marine er 30,000 voor reserve noodig had, zij er slechts 15,632 kon vinden onder 200,000 zoogenaamde bevarenen, terwijl deze voorheen bijna allen voldoende geschikt werden bevonden. Volgeus veler oordeel, zal het met den roem der Engelsche zeelieden spoedig gedaan ziju. Dat oordeel moge wat te pessimistisch zijn uitgevallen, doch het bevat veel, wat waarheid is, en stof oplevert tot nadenkan, niet alleen voor En geland, maar ook voor ons laud. Een zeeman kenmerkt zich in alles door zekere voorliefde voor de vlag van het land waar hij geboren is: het is zijne vlag; en wee hem! die haar be- leedigt. Een echt zeeman bezit eene groote hoeveelheid nationaliteitsgevoel, dat niet gekrenkt of geschonden moet worden door het vermengen met vreemde bestanddeelen. Wie dat doet, handelt onvergeeflijk en op hem zal eenmaal dc vloek rusten, dat hij een der voornaamste steunpilaren van een' zeeva renden eu zeehandel drijvenden staat heeft doorknaagd. Waarover thans zoozeer in Engeland geklaagd wordt, het aannemen van vreemdelingen, omdat zij met wat minder tevreden zijn, is bij onsookgcene uitzondering. Het is echter eene zuinigheid, die de wijsheid bedriegt en het nadeel daarvan op het hoofd van den gierigaard zeiven terug valt. Alleen bij wijze van zeldzaamheid kan een vreemdeling hart hebben voor schip en lading. Janmaat daarentegen heeft het wel; hij en schip en lading zijn, om 't zoo te zeggen, één; er bestaat tusschen hen eene maatschap. De naam Janmaat duidt het reeds aan. Maar die maatschap moet niet gestoord worden door inmenging van vreemde bestanddeelen; want dan zal de harmonie spoedig overgaan in dis-harmonie. Aan boord zullen vechtpartijen niet achterwege blijven. Demoralisatie is het grootste kwaad, wat men kan denken, en juist is zij aan het uiteengezette voor geen gering gedeelte te wijten. Vreemdelingen mogen volstrekt niet geweerd worden, omdat zij vreemde lingen zijn; maar hen te prefereren boveu eigen volk, omdat zij met minder tevreden zijn, in eene zeer verkeerde zuinigheid. Zij verwekt spijt en jalousie bij den eerlijken, rondborstigen zeeman; die geen onregt noch verongelijking duldt; maar daarenboven is zij een middel om, tegen besparing van eenige guldens, een geheele klasse van lieden, waarop ook zij roem mogen dragen, te doen verdwijnen, althans te doen dalen. Ook is dusdanige handelwijze, behalve vaderlaudsliefdeloo9, dom, want in geval van nood, wanneer het er op aankomt, kan men op eene vreemde equipagie weinig rekenen. Eenigen tijd geleden werd voor Harlinger rekening een Noorsch schip gekocht, met Nooren bemand onder een Noorsch gezagvoerder uitgezonden, niettegenstaande er vele geschikte Nederlandsche zeelieden vacant waren, die naar een schip uitzagen; en hoe was de afloop De man, die eenige guldens dacht te zullen uitsparen, verloor er velen, want de uitreis duurde lang, die naar huis had tusschen begin en einde bijzonder veel tijd noodig. Er was zwaar weer geweest en de equipagie, die tegen zooveel minder voer, deed ook zooveel minder moeite. (1) Kortom, au bout du compte was er vrij wat verlies in geld en aanzien, want kapiteins, stuurlieden en matrozen, die aan den wal zijn, zijn niet gesteld op dergelijke handelingen, en teregt. Trou wens de voorouders, waarop het nageslacht zoo gaarne snoeft, deden zoo iets nietdaarvoor bezateu zij te veel karakter en nationaal gevoel en wisten te geven aan ieder, wat hem trekomt. Zij kenden het spreekwoord, dat zegt: gierigheid bedriegt de wijsheid. Dat hetzelfde niet bij ons gebeure als in Engeland, daarop mogen reeders en boekhouders toezien eu bedenken, dat niet alles, wat voordcel schijnt, daarom winst is. In ons land, zeiden wij, is het kwaad nog niet groot; maar het is er. In Engeland is het ook niet in eens geweest, wat het thans is; het is langza- raarhand tot de tegenwoordige hoogte gekomen en zal, zoo men op deu in geslagen weg voortgaat nog wel verder komen. Bij ons is helaas die weg ook ingeslagen door een verkeerd eigenbelang. Mogen de gevolgen, die Engeland er vau ondervindt, ons tot lecring zijn. Is eeu stand eens aan 't vallen, dan is tegenhouden zeer moeijelijk, op beuren genoegzaam onmogelijk; vooral wanueer die stand in een toestand van demoralisatie verkeert. Ook is voor deu Nederlandschen zeeman de balans in evenwigt en heeft domorai'satie zich geen weg tot den matrózenstand gebaand; maar veel behoeft er niet bij te komen, of de deur die aan staat, wordt ten volle open gezet. Is dat geschied, dan is het ook gedaan met (l) Sommigen zagen er eene straf in van hoogerhand; anderen schreven het aan de opgegeven oorzaak toe; maar ieder had schadenfrev.de. den stand van Nederlandsch zeeman, en op Nederland zal de schande drukken, dat het een stand heeft vernietigd, die, overal in cere en aanzien, het meeste heeft tocgebragt aan het vrij vechten van Spanje, die den bloei der republiek heeft veroorzaakt en gehandhaafd, die dc voornaamste bron is geweest en nog is van Neêrlands welvaren; een stand geheel en al vereen- zilvigd met het leven in Nederland, zoo nationaal, dat zell's eeu niet gering deel der taal aan zijn bedrijf ontleend is. Dat moge men beseffen en voorzien nu 'tnog tijds is, opdat niet de regt- matige vloek van 't nageslacht het lot zij van het nu leveude! H.Overgenomen uit de Veend. Ct. S. Yan 13 20 Mei 1869. ONDERTROUWD Cornelis Witte en Marretjo van der Wielen. Pieter Vlamiug en Bregje Roosendaal.Huijbcrt de Ridder, weduwnaar van Huibertjc den Bouter en Audrina Gort. Jacob Eelman eu Aaltje Schaap. Pieter Bakelaar en Grietje den Braven. GETROUWD Pieter Boon eu Elisabeth Vermeulen. Lammert de Waard en Maavtje Peper, weduwe Pieter Sluismau. GEBOREN: Wijntje, dochter van Cornelis Vermeulen en Martjo Stark. OVERLEDEN: Wijntje Kuiper, 60 jaren, gehuwd met Lodewijk Vermeu len. Dieuwcrtje Keijser, 8 jaren, dochter van Sijbrand Keijser Jsz. en Cornclisjo Kooiman. Willem Smit, 37 jaren, gehuwd met Cornclia Smit. MARIiTBERlGTEN. SCHAGEN, 20 Mei. 2 Paarden f50 a 90, 3 Ossen f75 a 90, 2 Stieren f 70 a 100, 18 Magere Gelde Koeijen f70 a 130, 6 Vette Gelde Kocijeu f160 a 210, 13 Kalfkoeijen f100 a 160, 5 Vaarsen f 70 a 110, 6 Gras Kalveren f30 a 60, 15 Nuchtere Kalveren f5 a 12, 720 Magere Schapen f 14 a 32, 1600 Lammeren f4 a 12, 5 Bokken en Geiten f 1 a 5, 30 Magere Varkens f 16 a 30, 130 Biggen f 8 a 14. Konijnen 10 a 80 ets., Kippen 40 ii 65 ets., Duiven 10 a 60 ets. Boter 75 ets. per kop of f 1 por Ned. pd. Kaas 17£ a 25 ct. per NP. Kipeijeren f2.40 a 2.50, Eendijeren f3.60 per 100 stuks. PURMERENDE, 20 Mei. Aangevoerd 162 stapels Kleiu Kaas. 6 Middelbare. Boter van 1.tot 1.10 per ned. pd. Gemiddeld 1.05 por Ned. pd. Aangevoerd 433 Runderen. Vette Koeijen nog steeds tot hooge prijzen te plaatsen. Melkkoeijen alleeu handel in goede kwaliteit, de overige strekzaara. Geldekoeijen vlug. 112 Vette Kalveren. Prijs vau 55 tot 75 ct. per ned. pd. Handel vlug. 106 Nuchtere Kalveren f 5 a 13; handel stug. 27 vette Var kens. De prijs was van 54 tot 60 ets.per ned. pd. Handel vlug. 11 Magere Yaikcns f20 ii 30 eu 235 Biggeu van f8 tot 13.50, matig vlug. 1537 Schapeu en Lammeren; vette Schapen buitengewoon duur. Overhouders ruim aangevoerd, de handel langzaam, do prijs hoog, zelfs tot f 35. Lammeren in goede soort vlugge handel, de mindere kwaliteit niet zoo goed. Kipeijeren f 2.60, Eendeijeren f 3.70 per 100 stuks. Verleden Diugsdag zijn ter waag gewogen 205 stapels Kaas, wegende 47717 nod. ponden. De hoogste markt was voor Kleine Kaas f 32, Middelbare f26. Aangevoerd 3068 NP. Boter. SNEEK, 18 Mei. Boter f47.50. ENKHUIZEN, 20 Mei. Kaas aangevoerd 42 stapels, wegende 10845 NP. hoog9to prijs f 30.75, laagsts f 22. Bevallen van eene DOCHTER C. UUBBANU8- BOKST. Helder 19 Mei 1869. De ondergeteekende heeft de eer zijne geachte Plaatsgenooten te beriglen dat hij zich alhier gevestigd heeft als en wel aan de Binnenhaven, No. 111bij hem is eerste kwaliteit OSSENVLEESCH te bekomen. Hij beveelt zich in ieders gunst en recommandatie. G. OXJDKERK. DE STOOMBOOT Rapt. T. METS, zal dit jaar de volgende Reizen op HARDINGEN maken, te weten j NIEUWEDIEP 's morgens7 ure. Veitiek van TEXEL S [HARRINGEN 's middags 12 Sc Directie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 3