BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE HELDER.
OOST-INDIK
Aangekomen schepen <e Batavia,
vóór 11 Junij:
Catharina Blisahelh, Brakke; Jofianna Antonia, Withofl;
Leopold Graaf van Limburg SlirumCampbell; Seniorr
vDetBato, Kotgans
Vertrokken: Anna en SopAia, Hoekstraj BataviaZwa
nenburg; Presto^ Feekes; Ebirina, Piera
De zendeling Beukhof legt in een der Indische bladen de
verklaring af dat de opgeruide menigte volks een groot staat
kundig doel aan den jongsten opstand schijnt verbonden te
hebben. Op hare handelingen en plannen moeten echter de
knevelarijen en opligterijen van Bapa Beirah en het wangedrag
van diens zoon, waardoor de haat der opgezetenen van Tam-
boen, vooral van Bapa Selang, was opgewekt, van grooten
invloed geweest zijn.
Hij vervolgt aldus:
Waar zou men nu beter plaats van zamenkomst kiezen,
dan in de welbekende kampong Ratoe Djaija, waar men zelfs
van Menteng, Parapattan, Patjenongan, enz. komt om te men-
gadjïe (den Islam te leeren)? Immers daar is het heilige graf
van den magtigen vorst, volgens zeggen van Bapa Rama aan
de feestgenooten, nKramat" 1geheeten. Hem behoorden vroe
ger, volgens overleveringen, de landen van Buitenzorg en
Batavia. De kampong heeft haar koninklijken naam aan hem
te danken. Zijn geest zal de beschermengel der muitelingen
zijn. Alles, zelfs de grootste gruweldaden, hebben bij de Mo-
hamedanen eene godsdienstige strekking. Bij het graf van den
ouden vorst paalt het huis van Bapa Rama, den hoofdmuite-
ling. Op zijn graf zullen de feestgenooten offeren en trouw
zweren, waarvan witte kleeding, of bij gebrek daarvan, alleen
een witte hoofddoek het bewijs is, en men zal voorspoed hebben.
Op het feest bij dit graf staande hebben Bapa Rama
Moesta Apa (volgens zeggen een zoon van Bapa Rama),
Bapa SelangBapa Koflot en Bapa Nata den geest van
Kramat aldus aangesprokennDeze landen in Buitenzorg en
Batavia hebben u toebehoordgeef ze thans aan ons terug.
En zal de oorlog niet gelukken, is het nog de tijd niet, maak
het ons dan bekend dan zullen wy onze kleederen weder
afleggen."
De kampong Djaija is klein en onbeduidend van omvang,
maar veel van beteekeniszooals nog in deze laatste dagen
gebleken is; Mij dunkt, het zou nuttig zijn en wel de over
weging der Regering waard, om de vier reuzeboomen, waar j
tusschen het heilige graf besloten is en het graf zelf onken-
baar te maken. Of misschien is het nog veel beterdat de
inwoners dier kampong zich in eene andere kampong vestigen
en dat de kampong Ratoe Djaija geslecht en in sawah velden
worden herschapen. De eigenaar van het land Tjitajem
heeft mij gezegd, dat hij er niets tegen heeft, als de Regering
het van hem verlangt.
Het doel en besluit van de hoofden op het feest schijnt
geweest te zijn om Depok aan te vallen en te gelijker tijd
te Tamboeng te beginnen. Daar, waar reeds lang een onte
vreden bevolking gevestigd was, kon men op grooten bijval
rekenen, zooals ook de 400 a 500 2) feestgenooten te Ratoe i
Djaija, grootendeels van Tamboeng afkomstig, genoegzaam te
ikennen gaven.
Men zou van daar, na Bapa Beirah en de zijnen getuch
tigd te hebben, naar Bekassie optrekken.
Bapa Pioethans gevangen zoon van Bapa Selangeen
•der hoofdmuitelingen nog voorvlugtigzou te Kalie Abang
beginnen.
Bapa Kollot zou Depok aanvallen en zorgen dat de in
woners daarop wier bijval men niet kon rekenen (hij had
niet buiten den waard gerekend)allen werden vermoord
zij waren volgens zijn zeggen aan de feestgenooten maar
50 in getal. Daarna zou hij naar beneden aftrekkenwaar
men te Meester-Cornelisna Bapa Nata verlost te hebben
of te Passer Senen bij elkander zou komen en zich zoona
verovering van ons Bestuurzich zeiven een Bestuur wilde
vormen.
De haat der muitelingen en feestgenooten tegen Depok had
zijnen grond in verschillende omstandighedenonafhankelijk
echter van godsdienst of Christendomwaarover volgens
getuigenis van anderen, op het feest niet gerept is.
Onze Djoeraganaan wiens blik niet veel ontsnaptnam
op den 13den Maart bij het begin van het feestBapa Ki-
loenden gunsteling van Bapa Ramain de Kampong Ratoe
Djaija gevangen omdat hij hout voor het huis en het feest
uit het Depoksche bosch had ontvreemd en bragt hem naar
den Demang en vandaar naar Buitenzorg, waar hij nog ge
vangen zit.
Bovendien was niemand onder de bijna 2000 inwoners van
het land Depokzoo min onder de Mohamedaanscheals
onder de Christen opgezetenen die een enkel bezoek op het
feest te Ratoe Djaijaofschoon slechts één paal van Depok
gelegen gebragt heeft.
Onzen Djoeragan kwam het feest zeer verdacht voor en
hij gaf daarvan aan den morgen van den 16den Maart
zijnde den 4den dag van net feestkennis aan het districts
hoofd den Demang van Paronghetgeen ten gevolge had
1Dit Arabisch woord kan beleekeneneerwaardig, grootmoedigheid. Ook
wonder en heilig graf. In deu mond van Bapa Barna zal „Kramat" wonder
beteekend hebben, want hij zeide van zich- zeiven ook een groot wonderdoe
ner te zijn.
(2) Een der hoofdmuitelingen Bapa Toenda, zich noemende: pangaran
Boemi (den prins der wereld) zegt: dat er wel 1000 feestgenooten geweest
zijn.
dat Bapa Rama in den laten avond van dien dag nog door
den Demang werd gearresteerd en daags daaraan volgende
naar Buitenzorg opgezonden, waar hij van onder de handen
van den Djaksa heeft weten te ontvlugten. In dit bedrijf
schijnt hij zeer ervaren te zijndaar hetin weerwil van
den ijver van het gewestelijk en plaatselijk bestuur en van
de vele geheime spionnen die bij dag en bij nacht, tot zijne
opsporing zijn uitgezonden, nog niet is mogen gelukken hem
in handen te krijgen. Te Tamboeng moet hij zich tegenover
Bapa Toendalt er zeer op beroemd te hebben, dat hij zich zoo
goed wist schuil te houden.
Nadat Bapa Rama te Buitenzorg was ontvlugt, is hij niet
weder naar Ratoe Djaija, maar naar Tamboeng gegaan, waar
hij het voornaamste hoofd is geweest van de bende, door wier
handen de verdienstelijke assistent-resident, de Kuijper, als
slagtoffer zijner pligtsvervulling is gevallen.
Deze onverwachte gevangeneming en even onverwachte
ontkoming van Bapa Rama en zijne hierdoor bevorderde
vroegtijdige verschijning te Tamboeng zijn waarschijnlijk de
oorzaak geweest, dat het plan, om gelijktijdig Depok, Tam
boeng en Kali Abang aan te vallen, is verijdeld. De zamen-
scholingen van Bapa Rama, Bapa Selang en hunne aanhangers
te TamboeDgwerden ruchtbaar; wijlen de assistent-resident
de Kuijper en de schout Maijer begaven zich derwaarts, en
in plaats van des Zondags morgens, begon men te Tamboeng
des Zaturdags morgens. Op het gerucht van den opstand en
moord te Tamboeng, heeft het gewestelijk bestuur met eene
militaire magt zich onmiddelijk derwaarts begeven op het
gezigt onzer troepen hebbeu eenige muitelingen, zich in Bapa
Rama's wondermagt (»hij kon alle diDgen," had hij op het
feest gezegd) teleurgesteld ziende, hunnen moed getoond in
het vlugten en anderen in verslagenheid en zoo is vermoe
delijk aan de plannen, die men aanvankelijk had, door liet on-
tijdig gebeurde te Tamboeng de bodem ingeslagen.
De zeventig mannen, die aan den vroegen Zondagmorgen
van den 4n April, langs Tijkompa getrokken zijn, volgens
bei'ïgt van de inwoners dier kampong aan den middag van
dien dag te Depok, zijn zeker bondgenooten der muitelingen
gewéest, die te Ratoe Djaija en aan den hoofdmuiteling Bapa
Kollot (die tot heden nog alles ontkent) de tijding van de
aankomst der militaire magt te Tamboeng hebben gebragt,
waardoor de moed, om Depok op dien Zondag morgen onder
kerktijd te overvallen, aan Bapa Kollot is ontzonken. De
20 personen, die wij den 5en April des namiddags hebben
gezien, met buitengewonen spoed zich in de rigting van Be
kassie naar Ratoe Djaija bewegende, zijn zeer waarschijnlijk
deelgenooten der opstandelingen geweest, die hun heil in het
ontvlugten gezocht hebben.
Zeer zeker zal een naauwkeurig onderzoek bij ruim 200
gevangenen, nog veel, wat nu duister is, opklaren; maai'het
bovenstaande geloof ik, dat reeds, opgehelderd en geheel over
eenkomstig de waarheid is. De feiten, die hier zijn vermeld,
zijn mij door een' der hoofdmuïtelingen, die het feest te Ratoe
Djaija en den moord te Tamboeng van het begin tot het einde
heeft bijgewoond, medegedeeld en zijne getuigenis vergeleken
met die van anderen is, naar mijne overtuiging, volkomen juist.
In de Samarangsche Courant leest men
Dingsdag 4 Mei omstreeks 10 uur in den morgen heerschte
in de beneden-corridors van het Samarangsch "residentie
bureau" een buitengewoon rumoer, terwijl zich reeds van verre
de aanwezigheid van veel vermoeide menschen verried. Een
en ander werd veroorzaakt door een aantal van 640 Javanen,
die zoo even een hoeveelheid van f800,000 hadden aangebragt,
welke som van Poerworedjo naar de kas te Samarang was
gedirigeerd. Zes dagmarschen is eerstgenoemde plaats van
hier verwijderd, en daar er 80 vrachten elk voor 8 inlanders
waren, zoo zijn 3840 Javanen moeten geprest worden om
dat bedrag over te brengen, hetgeen volgens tarief den lande
te staan komt op een bedrag van f 1516,80. Bij de aanwe
zigheid van vele grobakken, zoowel te Poerworedjo als overal
elders, hadden echter voor dat geldtransport zeer goed vier
grobakken ingehuurd kunnen worden, die hoogstens gezamen
lijk f100 zouden hebben gekost, hetgeen een voordeelig gel
delijk verschil zou hebben opgeleverd van f1416,82, daarge
laten nog dat men dan geen 3840 menschen in hun dagelijksch
bedrijf had behoeven te verstoren, en daargelaten de gelden
die thans, hetzij door den afzender, hetzij door de gepresten
zijn moeten besteed worden voor rottan en picolans. Bij de
vermelding van zulke bestuurshandelingen achten wij alle
beschouwingen noodeloos.
CORRESPONDENTIE
Het ingezonden stuk aanvangendo met de vraag: Is Job doodP zal
in een volgend nommcr worden opgenomen.
Ook het ingezouden artikel getiteld Kermis Panorama zal in het vol
gende nommer worden geplaatst.
Van IS 25 Junij 1869.
ONDERTROUWD: J. van Halen, molenaar, 22 jaren én M. J. Langhorst,
22 jaren. J. S. Hulst, provoost bij de marine, 31 jaren en E. C. Hol-
mans, 30 jaren, weduwe van K. Groot. H. Kroonstuiver, scheepstimmer
man, 23 jaren en P. J. Kraan, 21 jaren.
GEHUWD: K. Remmers en D. Drent. W. Vatter en C. J. Ostenbrug.
J. J. Mulders en E. C. Twigt.
BEVALLEN: M. Filarski geb. Knijt, D. N. J. Boesaart geb.van Nes
D. B. Vos geb, Eugelchor, Z. A. de Boer geb. van Stipriaan, Z. J.
Riedeman geb. Boendermaker, D. A. M. lleijdenrijk, geb. Meijer, Z.
M. Grunwald geb. de Leenw, Z. J. Buïjtendijk geb. van Gelder, D.
C. P. van der Plaat geb. Feij, Z. A. P. Snoerwang geb. Pinster, Z.
C. J. van Dijk geb. van der Veldt, Z. G. Schol geb. Bood, Z. M.
Visser geb. Kuiper, Z. M. von Kurowsky geb. Boud, D.
OVERLEDEN: L. ter Hart, 34 jaren. E. Brenchlv, 40 jaren. W.
van Rijswijk, 55 jaren. C. Kikkert, 61 jaren, A. M. Kwist, 2 jaren