1865 is te Amsterdam overleden zekeren C. Luyten, ach terlatende eene echtgenoot en eene dochter, door hem voor zijn huwelijk, bij een andere vrouw, buiten echt, verwekt, doch staande het huwelijk met bedoelde echtgenoot erkend. De vader behoorde tot de roomsch-cath., de moeder tot de herv. godsdienst. Bij hare geboorte werd het meisje door den doop in de herv. gemeente opgenomen, en na den dood harer moeder verpleegd in een stedelijk gesticht. Op het sterfbed des vaders had diens echtgenoote, (eene protestantsche) hem de belofte afgelegd voor het kind te zullen zorg dragen en was die belofte getrouw nagekomen. De geestelijkheid van het r.-cath. gesticht »de Voorzienigheid" zond echter reeds bij het leven des vaders, een zich noemenden procuratie houder tot de pleegmoeder met allerlei betuigingen van dienst vaardigheid, die echter zonder vrucht bleveu. Toen werd het kind heimelijk, tijdens eene afwezigheid der pleegmoeder als roomsch-kath. herdoopt, en daarop, op grond van dien doop opgeëischt en in het gesticht //de Voorzienigheid" geplaatst. Geruimen tijd werd aan de pleegmoeder zelfs niet toegestaan het kind te zien. Op hare bedreiging van ruchtbaarheid aan de zaak te zullen geven, werd het haar echter voor één dag afgegeven. Eenmaal in het bezit van het kind, weigerde zij de teruggave, op grond, dat de heimelijke doop van regenten geenerlei regt geven kon. Regenten hebben nu, na vruch- telooze pogingen bij den strafregter, besloten den burgerlijken regter in te roepen, om de voogdij te doen gelden, die zij beweren dat hun toekomt. Te betreuren is het, dat dergelijke feiten, zoo van protes tantsche als van roomsch-cath. zijde voorvallen. Toch zou men onregt doen, door een geheel kerkgenootschap aanspra kelijk te stellen voor handelingen, die in den regel meer bepaald uitgaan van enkele drijvers, die men overal en altijd vindt. Aangaande de dezer dagen in Vlissingen gearresteerde Engelsche familie (zie ons vorig nommer), leest men in de Nieuwe JRott. ct. thans het volgende: Eenige dagen geleden kwam zekere Lamb, met famillie, uit Engeland te Vlissingen aan, waar hij dadelijk werd gear resteerd, onder beschuldiging van te Bristol fraudeleus ban kroet gemaakt te hebben. Het schijnt dat de magtiging tot die gevangenneming verleend is door de Justitie in Zeeland. De gearresteerde werd herwaarts overgebragt en overgeleverd aan deu Britschen consul, die den man evenwel in vrijheid liet: hij nam daarop zijn intrek in het hotel Verhaaren. Alle pogingen, later door belangstellenden (Engelschen) aan gewend om hem hier te doen arresteren en aan boord van eene Engelsche boot over te brengen, mislukten; de hoofd commissaris van politie weigerde eigenmagtig te handelen naar men verneemt hebben ook de Procureur-Generaal in Zuidhollanden de Minister van Justitie geweigerd, bevel tot gevangenneming en uitlevering te verleenen. De belanghebbenden besloten alsnu list te baat te nemen. Hunne handlangers, tot de Engelsche justitie of politie be- hoorende, slaagden er in kennis met Lamb te maken en zijne vriendschap te winnen. Zij gingen met hem uit en wisteu hem heden morgen tot eeue wandeling te bewegenzij bragten hem naar de Boompjes tot in de onmiddeiijke na bijheid der aanlegplaats van de Waterloode Engelsche stoom boot, die op het punt stond naar Engeland te vertrekken. Zij beproefden hem aan boord van de boot te lokken; doch Lamb kreeg argwaan; hij doorzag den valstrik en wilde terug. De list was mislukt, maar dat maakte een te groote -streep door de rekening van de Engelsche agenten; zij be sloten geweld te gebruiken. Lamb werd aangegrepen en na eene hevige worsteling tegen de loopplank der boot opge sleept; men sloot hem daarop. Kort daarna was de stoomboot met haar prooi verdwenen. Al de door ons ingewonnen berigten luiden eenstemmig, dat Lamb niet door list aan boord van de Waterloo gelokt, maar met geweld daarheen is gebragt. Men schrijft van Amsterdam, 13 Julij: De vacantiekamer van het prov. geregtshof alhier maakte Leden een aanvang met de behandeling der strafzaak tegen Jan Ton, geboren en wonende te Alkmaar, beschuldigd van moedwillige brandstichting met gevaar voor inenschenlevens, gepleegd in den nacht van 31 Januarij jl. in een gedeel telijk door hem en zijne zuster, gedeeltelijk door anderen bewoond perceel. Nadat de beschuldigde een uitvoerig ver hoor had ondergaan en zijne schuld daarbij ontkend, werden heden slechts 4 van de 23 getuigen gehoord. De adv.-gen. Mr. J. Spoor neemt het openbaar ministerie, de advocaat Mr. W. S. J. Waterschoot van der Gracht de verdediging waar. Morgen ten tien ure wordt de behandeling der zaak voortgezet. Men schrijft uit Utrecht, 12 Julij: Men verneemt, dat bij den schietwedstrijd van den weer- baarheidsbond, van 16 tot 21 Augustus e. k. nabij deze stad te houden, nagenoeg 1200 schutters zullen aanwezig zijn, zijnde 1000 van de verschillende burgervereenigingeu en 200 militairen van het leger. Ten behoeve vandekam- peerende schutters zijn bij het Rijk aangevraagd 2 gene- raalstenten, 15 hoofd- en 24 officierstenten, terwijl voor de mindere schutters ruim 200 tenten verzocht zijn. De restau ratietent zal 250 personen aan tafel kunnen bergen, naar men verneemt tegen betaling van f 1.50 per couvert voor het middagmaal, terwijl voor de minder gegoeden eveneens eene tent wordt opgerigt, waar men voor slechts 50 cents zich van het noodige middagmaal zal kunnen voorzien. Men schrijft uit Middelburg dd. 13 Julij Heden is in de nabijheid dezer stad een droevig ongeluk gebeurd. Drie jongelingen, waarvan twee broeders, hadden zich in den vroegen morgen naar buiten begeven om te zwemmen; naauwelijks daarmede bezig zijnde, werd een der broeders, een oppassend twintigjarige zoon van een winkelier alhier, vermoedelijk door kramp bevangen, althans hij ver dween onmiddelijk in de diepte; tot op dit oogenblik is zijn lijk nog niet gevonden. De andere broeder is bewusteloos naar zijne diepbedroefde ouders teruggebragt. Zekere B., welgesteld landbouwer uit Havelte, is door het hof in Drenthe veroordeeld tot eene tuchthuisstraf van vijf jaren, wegens het maken vau valsche papieren of bewijs stukken, waardoor hij gelden en manufacturen zich arglistig heeft toegeëigend. Te Deventer zijn een paar houders van een geheim pandjeshuis veroordeeld tot een maand gevangenisstraf elk en bovendien de eene in een boete van f 200, subsidiair een maand, de andere f 100, subsidiair 14 dagen gevangenisstraf. Het bleek dat in die huizen de interest op beleende goederen 155 bij kleine sommen zelfs 208 pCt. bedroeg. Men schrijft uit Meeuwen 12 Julij: De muizen, die zich tot heden nog steeds hebben ver menigvuldigd en op sommige plaatsen meer dan een derde van de te veld staande tarwe verslonden hebben, vangen som mige boeren hier en in den omtrek in grooten getale, door middel van gaten in de greppels te boren, tot dat er het water in omhoog komt, waar de kleine vernielers dan in loopen en, door dat zij niet tegen de steilen kant op er uit kunnen vluchten, noodwendig verdrinken. Uit Kampen schrijft men De kersen worden hier uit het naburige Wijhe in eene zoo groote mate aangevoerd, als zelden het geval was. In genoemd dorp kosten zij dan ook slechts zes ct. per ned pd Te Gouda in de 6ocieteit *Ons Genopgen11 wordt een kinderkennis ook met een plan georganiseerrd, 't welk die sociëteit voorzeker tot eer verstrekt. Men is namelijk voor nemens ook den kinderen van minvermogende ouders, den weeskinderen en bestedelingen een gelukkigen dag te bezor gen en stelt zich voor, hen zooveel mogelijk al het vermaak te doen genieten, dat de kinderen der leden den vorigen dag zullen genoten hebben. //Wij zullen voor hen doen, wat wij voor onze kinderen gedaan hebben," zegt de commissie in bare circulaire. Den 28sten Julij zal voor de fransclie Assises behandeld worden de zaak van de heeren Taillefer en Pic. Beiden hebben zich schuldig gemaakt aan verduistering van belang rijke geldsommen. Sedert 1850 heeft Taillefer zich anderhalf millioen franc3, toegeëigend, die hij hoofdzakelijk in handels ondernemingen heeft gestoken. Sedert 1860 dagteekend zijn vriendschap met den bankier Pic; aan dezen heeft hij tot 1866 toe een som van 300,000 francs, die hem niet toekwam, voorgeschoten. In 1860 werd door Pic het half-offieiële dag blad V Etendard opgerigt, waarvoor Taillefer hem 500,000 francs heeft afgestaan. De zaak heeft te Parijs veel opzien gebaard. Volgens »the Sumhebben er weder nieuwe gewelda- digheden tegen vreemdelingen in Japan plaats gehadEngel schen, Fransehen on Hollanders zijn gelijkelijk het slagtoffer geworden. De kommandant van het Engelsche fregat Ocean die in een open rijtuig bij Singawa den stoet van een daimio tegen kwam, is beleedigd; twee andere Engelschen werden op gelijke wijze en om dezelfde reden beleedigd te Yokohama. Do heer Dubousquet, een fransch officier, heeft een slag met een stok op het hoofd gekregen, waardoor hij in zwijm viel een andere Franschman onderging hetzelfde lot. Een Hol lander heeft slechts met moeite kunnen ontsnappen aan 3 Japanners die hen wilden vermoorden. Er is een poging gedaan om de fransche legatie in brand te stekeD. De oorzaak dezer ongeregeldheden is onbekendde buitenlandsche gezanten heb ben vertoogen ingediend, maar men vreest dat de aanvallers niet zullen worden ontdekt. In de vorige week ging de prins von Reuss, Hendrik XVIII, met zijn boschwaehter Schmidt in het bosch van Baz- kow (provincie Posen) jagen. Een eind weegs voortgereden, ont moetten zij een met wild beladen wagen, waarop vijf stroopers, waarvan er een alle pogingen in 't werk stelt om de paarden aan te zetten en zoodra mogelijk uit het gezigt te komen; maar ook de prins en zijn medgezel geven hun paarden de sporen en op 't punt van hen in te halen, zien zij een van de stroopers van de wagen springen en zich met zijn geweer aehter een boom ^posteren. Ook Schmidt stijgt af en loopt naar den wilddief, dien hij sommeert zich over te geven. Beide schieten daarop hun wapens af en Schmidt valt neêr, badende in zijn bloed. Middelerwijl is de prins bij de anderen gekomen, die reeds op hem aanleggen, maar de beide schoten doen hem op zijne schreden terug keeren en brengen hem bij den armen wachter op het oogenblik, dat deze den laat- sten adem uitblaast. De zwaar gewonde moordenaar is ge arresteerd en de geheele gendarmerie is op de been ter op sporing van zijne makkers.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 2