HE1DERSGHE COURANT. Jfieums- en Zaturdag <ftÖoertenüe--6fttö. 28 Augustus. M 861. Negende Jaargang. 1809. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND Abonnementsprijs voor 3 maanden i.00 Franco per post n 1.25 Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaren en Post directeuren.. Brieven franco. De prijs der Advertentien van 1—4 regels is 60 Centen; voor ellccn regel meer 15 Centen. Voor des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentien intezendeu. Ingezonden stukken minstens cén dag vroeger. Uitaever S. G IL T J E S. <$fjrtciM gcöcdte. POLITIE- Dezer dagen op de publieke straat gevonden, een PARA- PLUIE, en een Zilver KNIPJE waarin eenig GELD, de regtmatige eigenaars kunnen zich tot terug bekoming aanmel den ten Burele van den ondergeteekende. De Commissaris van Politie A. C. BOONZAJER. JSict-officiëcï gebeeïte. De Grves. Wij hebben in ons vorig artikel den werkman den weg aangewezendien hij naar onze overtuiging te bewandelen heeft om zijnen stand te verheffen en zijn toestand in over eenstemming te brengen met onze tegenwoordige maatschappij. Wij hebben geëindigd met de billijkheid uit te sprekendat alle burgers van den staat en ook de staat zelf daartoe me dewerken dewijl het in aller belang mag worden geacht. Maar geschiedt dit Wanneer wij letten op hetgeen in andere landen vooral in Engelandvoor den arbeidersstand wordt gedaandan hebben wij op ons zei ven niet te roemen. Nederland wordt wel eeDS beschuldigd achterlijkof althans traag te zijn in het tot stand brengen van groote gewigtige zaken. Dit moge eenigen grond hebben doch vaak staat daar tegenoverdat die zaken dan ook rijper overlegd en beter ingerigt te voor schijn komen dan elders. Moge dat ook hier het geval zijn. Als eene hoofdbron van het gebrekkigedat nog altijd dien stand aankleefthebben wij genoemd het gebrek aan onder wijs. Natuurlijk komt die zaak ook nu het eerst in aanmer king. En dan ontstaan de vragen Moet de opheffing van dat gebrek alleen van den werkman zeiven worden verwacht Wat kan er gedaan worden om het weg te nemen Zoodra men de waarde eener zaak gevoeltis men daar voor niet langer onverschillig. De werkman gevoelt de waarde van het onderwijs nietof althans niet genoegen dat is de oorzaak zijner onverschilligheid. Men leere hem dus het on derwijs waardeerenzoo men wildat hy zijne kindereu daarvan een getrouw gebruik doe maken. Dit kan op ver schillende wijzen bevorderd worden. Het is ontegenzeggelijk dat de schooluren der lagere school over het algemeen voor den werkman minder wel gekozen zijn, dan voor den welgezeten burger. Met eene kleine opoffe ring zouden ligtelijk schooltijden kunnen worden bepaald voor kinderen die gedurende een gedeelte van den dag reeds arbeid moeten verrigten. Maar men zorge dat zij daarvan gebruik maken en ook zonder regtstreeksche dwang kan er toch nog veel worden gedaan. Wanneer de kinderen niet tot den arbeid werden toegelatendan na blijken te hebben gegeven van het noodige onderwijs te hebben ontvangen; wanneer zij slechts voor een onbepaald getal werkuren werden aangenomen, zoodat hun de noodige tijd overbleef om de school te bezoekenwanneer hun loon geheel afhankelijk wierde gemaakt van hunne bekwaamhedendan zou er naar ons oordeel reeds veel gewonnen zijn. Verder komt het ons voordat door populaire voordrag ten veel zou kunnen worden gedaan. Wij zouden ten bewijze eene plaats kunnen noemen, waar voor eenige jaren eene af- deeling bestond van het afschaffings-genootschap, bij welke als regel was gesteld, dat op bepaalde tijden voordragten zouden worden gehouden over onderwerpen het volk betreffende waarbij iedereen vrijen toegang had, en het was treffend te zien, met welk eene belangstelling deze door eene talrijke menigte van werklieden werden bezocht. Welk een heerlijk middel om hen voor te lichten aangaande hoogst gewigtige zakeD, als het onderwijs en andere Hoe jammer dat de zaak door de laauwheid van eenige voorgangers teniet ging Wij bedoelen niet de zaak der afschaffing zelve, waarvan thans geen sprake is, maar de heerlijke gelegenheid, om door popu laire voordragten de zucht naar kennis bij minder ontwik kelden op te wekken of te versterken. Dat bij de goedkoopheid der dagbladen de journalistiek in deze zaak veel nut kan stichten, zal zeker niemand ontken nen. Doch wat lezen wij Ingewikkelde redeneringen over kapitaal en arbeid en spitsvindige beschouwingen over staat huishoudkunde, die de arbeider niet begrijpt: raadgevingen, b. v. om door besparing kapitalist te worden, die wel iets van spotternij hebbenhatelijke aantijgingen van godsdienstige of staatkundige partijen, die den arbeider verbitteren, zonder hem te verbeterenzoo als bv. de Tijd onlangs pauperisme, werkstakingenoneerlijkheid, onkuischheid, woeker, kinder moord, en nog zoovele fraaije dingen meer, aan de hervor ming en de moderne vooruitgang toeschreef. Nu vragen wij, kunnen dergelijke beschouwingen den werkman in het onderwijs belang doen stellen, die hij of niet begrijpt, of voor spot moet houden, of die hem wetenschap en kennis moeten leeren vervloeken, wanneer zij worden aan gewend op de wijze zoo al3 de Tijd die gebruikt Dat op dit gebied door ons weinig wordt gedaan, is niet te ontkennen; maar evenzeer houden wij ons overtuigd, dat ronder medewerking van den Staat het doel niet zal bereikt worden. Wij komen echter nu aan een onderwerp, waarover wij vreezen, dat niet alle lezers met ons sympathiseren zullen. Wij willen niet in regtsgronden treden, maar onbewimpeld spreken wij als onze overtuiging uit, dat de Staat in het be lang dezer zaak meer zou kunnen doen dan hij thans doet. Dat woord "vrijheid", dat hiertegen de grootste hinderpaal schijnt te zijn, heeft naar ons oordeel in dit opzigt weinig waarde. Is Engeland niet bij uitnemendheid het land der vrijheid En wat wordt daar niet gedaan ten voordeele van het onderwijs en de beschaving van den werkman Waarom dan niet ook bij ons Wordt de vrijheid in Nederland ook geschonden door de wet op de nationale militie en andere verpligtingen van de burgers En zou dan de Staat niet de vrijheid bezitten het goede krachtig te bevorderen, zoodra de weinig beschaafde en ontwikkelde dat verwaarloost door een bekrompen begrip van vrijheid Wy noemen die beschouwing dwaasheid, en zullen de eersten zijn, om eene regering toe te juichen, die zich boven die bekrompenheid weet te ver heffen. Wij kunnen dit punt niet volledig ontwikkelen, dewijl plaatsruimte het ons verbiedt, doch onze bedoeling kan den lezer niet onduidelijk zijn. Wij verlangen dat daar, waar de werkman, de burger, de teederste belangen des vaderlands verzuimt te behartigende Staat op gepaste wijze tusschen- beiden zal tredeu om die te handhaven. Mogten deze stellingen op regtsgeleerde gronden kunnen bestreden worden het ge zond verstand weerspreekt ze niet, en wetten, die tegen het gezond verstand strijdeD, mogen door de omstandigheden als een noodzakelijk kwaad worden -beschouwd, den naam van goed zullen zij nimmer mogen dragen. Wij komen dus tot de conclusie »dat de werkman onbekwaam is, om zonder medewerking van ondernemers, van particulieren en des noods van den Staat, het gebrek aan onderwijs geheel op te heffenen »dat tot de bevordering van die zaak in ons vaderland nog veel te doen overblijft." Wij hebben den invloed van het onderwijs op het ware belang van den werkman zoo kort mogelijk getracht aan te toonen. In een volgend (waarschynlijk laatst) artikel hopen wij in korte trekken te wijzen op de verdere middelendie den toestand van den werkman kunnen verbeteren. NIEUWSTIJDINGEN. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 27 Aug. 1869. Op de jl. Maandag gehouden vergadering van het Collegie Sine Nomine vond de plegtige installatie plaats van het nieuwe lid, de heer J. Keijser. Ter vervanging van het, wegens vertrek naar elders, afgetreden lid van den Hoogen Raad, de heer Spanjaard, werd verkozen de heer A. J. Willekens. Wegens het vergevorderde uur, ten gevolge der menigte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 1