HELDERSCII COURANT.
Woensdag
29 September.
JItcutos= en
<ADoerfenUe--6fnÖ.
M 870.
Negende Jaargang.
Het Schoolverbond.
1800.
Verschijut DINGSDAG- cu VRIJDAG-AVOND
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00
Franco per post n L25
Men abonneert zich bij alle Boekhaudelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
Dc prijs der AdveuteKtïen van 1—4 rogels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Voor des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertentiëu intezenden.
Ingezoudcn stukken minstens een dag vroeger.
GILTJES.
(©ffiriëd gebeeïte.
POLITIE
Dezer dagen is op de publieke straat gevonden een Gouden
HALS SLOT, benevens een zwarte BROCHE. Deregtmatïgo
eigenaars kunnen zich ter terugbekoming vervoegen ten burele
van den ondergeteekende.
De Commissaris van Politie
A. C. BOONZAJER.
j§kt-o(fuicd gcbcL'ltL'.
i.
Onze lezers kennen de uitnoodiging der heeren Harting,
ten doel hebbende het sluiten van een schoolverbond ter be
strijding van den gemeenschappelijken vijand: het zoo alge
meen heerschende schoolverzuim*
Het doel van de genoemde heeren, om met vereende krach
ten eenen vijand te bestrijden, die dagelijks en overal zooveel
nadeel aan de maatschappij toebrengt, heeft ons zeer verheugd.
Wij vleiden ons, dat allen, van welke rigting ook, zich
zouden vereenigen, om met kracht tegen dat groote kwaad
te velde te trekken en het zoo mogelijk geheel uit te roeijen.
Nu echter het Dagblad reeds weder begonnen is, met op zijne
gewone hatelijke wijze zaden van wantrouwen te strooijen,
vreezen wij wel, dat de deelneming niet zóó algemeen zal zijn,
als wij meenden te mogen verwachten, en als tot het geheel
uit roeijen van het kwaad dienstig was; maar wij geven daar
om de hoop nog niet op. De eerlijke conservatief kan on
mogelijk sympathiseren met al de verdachtmakerij van het
Dagbladt en wij hopen dat onder die partij nog genoeg ge
zond verstand bestaat, om het goede te bevorderen, zelfs in
vereeniging met de liberale partij, ondanks de insinuaties van
het Dagblad. Zoo veel wij kunnen, zullen wij daartoe me
dewerken.
Dat het kwaad overa,l in meerdere of mindere mate be
staat, dat het op sommige plaatsen een hoogen trap heeft
bereikt, is reeds zoo vaak aangetoond, en door cijfers, die
ons doen huiveren, bewezen, dat het noodeloos kan worden
geachtdaarop thans terug te komen. Het kan intusschen
niet anders dan nuttig zijn de verschillende oorzaken op te
sporenwant dan eerst kan men over de middelen oordeelen,
die aangewend kunnen worden. Zoolang de geneesheer de
oorzaken der ziekte niet heeft gevonden zal het hem moeye-
lijk vallen die te genezen.
Het ligt in den aard der zaak, dat het schoolverzuim het
meest wordt gevonden bij de kinderen des volks en juist
daar de schadelijkste gevolgen na zich sleept. De meer ge
goede is veelal in de gelegenheid het verzuim later nog ge
deeltelijk te herstellen doch de kinderen van den werkman
zijn daartoe slechts zelden in staat. Een groot gedeelte ont
vangen na het verlaten der school weinig onderwijs meer, en
dit maakt voor hen hot schoolverzuim dubbel schadelijk. Deze
opmerking is zóó eenvoudig, dat wij naauwelijks begrijpen,
hoe het mogelijk is, dat de ouders reeds alleen daardoor niet
worden gedrongen hunne kinderen getrouwen zoolang mo
gelijk naar de school te zenden. Als wij echter de zaak
van naderbij beschouwen, -komt het ons minder vreemd, doch
niet minder berispelijk voor.
Onverschilligheid, onkunde en armoede: deze drie woorden
zullen wel de hoofdbronnen Voorstellen waaruit de kwaal
voortvloeitterwijl in de meeste gevallen de eerste het gevolg
is van de tweede.
Het is eene onbetwisbare waarheid, dat vele ouders, vooral
uit de minder gegoede klasse de waarde van het onderwijs
niet kennen en dus ook niet gevoelen. Als de kinderen wat
lezen en schrijven kunnendat achten zij het voldoende; komt
er nog wat rekenen bij des te betermaar er valt bij hen
over het algemeen weinig te rekenen. De andere vakken
die in de lagere school worden onderwezen kunnen zij wel
missen. Spreek niet tot hen over vorming, ontwikkeling, zij
verstaan u naauwelijks, althans zij blijven er onverschillig bij.
In de meeste gevallen hebben de ouders zeiven weinig of niets
van andere vakken geleerd, en dat weinige sedert lang ver
geten, waarom zouden zij er waarde aan hechten dat het hunnen
kinderen onderwezen wierde Voor het aanleeren nu van de
eerstgenoemde, naar hun oordeel alleen noodige dingen, hebben
zij tijd en gelegenheid genoeg, ook al slaan zij eenige school
tijden over. Die eenige schooltijden worden er ongemerkt vele
en zóó wordt het kwaad telkens grooter.
Men zegge niet, dat wij die ouders te donker afschilderen,
Wij erkennen met blijdschapdat sommigen de waarde van
het onderwijs beter beginnen te beseffen maar dit is nog
verre van algemeen en de genoemde denkbeelden heerschen
nog altijd in zekere mate bij de meeste ouders, wier kinderen
zich aan schoolverzuim schuldig maken.
En is het bij zulke denkbeelden die alleen uit onkunde
ontspruitendan niet natuurlijk dat de ouders onverschillig
worden; dat zij om de minste beuzeling de kinderen te huis
houdenhetzij om boodschappen te doen of om op broertje
of zusje te passen, of welligt om een paar centën te verdienen
Bovendien heeft die onverschilligheid nog het nadeel, dat zij
op de kinderen overgaaten dezen ook dan wanneer zij de
school, bezoeken nog weinig vruchten daarvan zullen plukken.
De andere hoofdbron is vaak minder berispelijk van de zijde
der ouders ofschoon in de gevolgen even betrëurénswaardig,
namelijk: de armoede. Wij weten het, in ons vaderland be
hoeft zelfs het armste kind niet van een behoorlijk onderwijs
verstoken te blijven maar wij mogen toch niet ontkennen
dat het voor oudersdie naauwelijks het nóodige kunnen
verdienen voor hun gezin toch eene sterke verzoeking is
hunne kinderen niet iets te laten verdienenom hun bestaan
te verbeteren al is hot ook ten koste van het onderwijs. In
sommige gewesten vooral in Gelderland kunnen zelfs zeer
joDge kinderen, ten tijde van den oogst, vrij wat verdienen;
zoodat daar in de scholen gedurende de zomermaanden soms
naauwelijks een derde gedeelte der kinderen aanwezig is.
Nog oneindig erger is het in sommige fabrièk-dïstrïcten.
In vele fabrieken kunnen reeds zeer jonge kinderen werk vin
den, en bij het soms karige loon der volwassenen, is het zeer
verklaarbaar, dat de ouders niet alleen het ónder wijs vergeten,
maar zelfs het ligchamelijke welzijn der kinderen uit het oog
verliezen. Ook hier verheugen wij ons over sommige gelukkige
uitzonderingen ten gevolge der menschlievende denkwijze der
ondernemers; jammer echter, dat het nog altijd uitzonderingen
zijn. Men bezoeke slechts de steenbakkerijen, en men wordt'
van medelijden doorgedrongen als men jongens en meisjeis
van den vroegen morgen tot den laten avond op bloote voeten*,
schamel gekleed, onophoudelijk ziet heen er weer draven, om
de ouders behulpzaam te zijn. Welke gelegenheid blijft er
voor die kinderen overde school te bezoeken? Wij beweren
geenszins, dat de ouders zich hiermede kunnen verautwoorden,
maar dat de schuld alleen bij hen zou liggen meenen wij
bepaald tegen te moeten spreken.
Voor zooverre dus de ouders betreft, zijn onkunde en ar
moede ongetwijfeld de hoofdbronnen van het bestaande kwaad.
Maar wordt het dan niet een heilige pligt der meer beschaafde,
der meer gegoede standen, het kwaad tegen te gaan en uit
te roeijen, in plaats van het in de hand te werken?
Doch geschiedt dat
De fabriekant, die aan jonge kinderen werkt geeft, en hen
dus de gelegenheid aanbiedt de school te verzuimen; de hand
werksman die een leerling aanneemt, die geen genoegzaam
onderwijs heeft genoten; de landman, die gedurende de zomer
maanden de kinderen op het land bezig houdtallen, die de
krachten van het kind exploiterenen hen door eene geringe
belooning verlokken het ouderwijs te verzuimen, zij allen zijn
schuldig aan het bestaande kwaad en bevorderen het; zij zijn
zelfs oneindig schuldiger, dan de ouders, die door onkunde of
armoede daartoe worden verleid.
In een vorig nommer van ons blad werd door den heer
II. A. P. in een ingezonden stuk ook over het schoolverzuim
gesproken, en, in verband daarmede, de opmerking gemaakt,
dat de toon der onderwijzers jegens de kinderen vaak veel,
te wenschen overlaat.
Wij willen volstrekt niet ontkennen dat die aanmerking