HELDERSCHE COURANT.
3Tieutns= en
Woensdag
flÖoertentie--6faÖ.
6 October.
M 872.
Negende Jaargang.
1869.
(©ffktëcl gedeelte.
jgiet-officicct gebeeïte.
Het Schoolverbond.
Verschijnt DINGSDAG- ca VRIJDAG-AVOND
Abonnementsprijs voor 3 maanden i.00
•Franco per post «1.25
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Advbrtentien van 1—4 regds is 60
Centen; voor clfceu regel meer 15 Centen.
Voor des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Adverteuticn intezenden.
Ingezonden stukken miustens één dag vroeger.
Uitgever S. GILT J ES.
POLITIE.
Dezer dagen op de publieke straat gevonden, 1/20 LO
TERIJBRIEFJE benevens twee SLEUTELS. De regtma-
tige eigenaars kunnen zich ter terugbekoming aanmelden
ten Burele van den ondergeteekende.
Helder, 5 October 1869. De Commissaris van Politie
A. C. BOONZAJER.
ÏL
Dat het schoolverzuim een groot kwaad is in onze maat
schappij vordert geen bewijswant niemand ontkent het. Dat
het vrij algemeen heerscht, is door statistieke cijfers aange
toond en dat alle weidenkenden niets vuriger wenschen dan
het te doen ophouden, blijkt uit de verschillende pogingen,
die hier en elders worden in het werk gesteld. Wij hebben
echter nog niet vernomendat die pogingen ergens in
alle opzigten aan de verwachting hebben beantwoord, en ge-
looven dus, dat de regte middelen nog niet gevonden zijn.
Men heeft hier en daar beproefd het getrouw schoolbezoek
te bevorderen door prijzen, door aanmoedigingen, door be
looningen.
Niemand zal betwisten dat dit op enkelen nuttig kan wer
ken; maar toch staat het te vreezen, dat juist diegenen, die
door onkunde, onverschilligheid of armoede zich laten verleiden
hunne kinderen tehuis te houden, ook voor die aanmoedigin
gen ongevoelig zullen blijven, zoodat het middel onvoldoende
zal blijken te zijn.
Te Enschedé is eene vereeniging opgerigt, met het doel om
het schoolgaan te bevorderen, welke, onder meer voorstelt,
om door openbare maandstaten de verzuimde schooltijden be
kend te maken, en dus de ouders door een gevoel van schaamte
te verhinderen hunne kinderen van de school te houden. Doch
hierop zal wel hetzelfde toepasselijk zijn, wat wij van de aan
moedigingen hebben gezegd.
Elders hooren wij den wensch uiten, dat jongelingen, welke
bij de loting blijken geven geen behoorlijk onderwijs te hebben
genoten, als gedwoügen militair zullen worden genoopt aan
het onderwijs deel ne nemen. Teregt maakt men echter de
opmerking, dat de meisjes toch niet behoeven te loten.
In enkele gemeenten wordt aan bedeelde ouders de bedeeling
onthouden, wanneer hunne kinderen niet getrouw de school
bezoeken. Het blijkt echter dat die maatregel hoogst moeije-
lijk is vol te houden.
Het is ons niet mogelijk alle pogingen, die hier en daar
worden in het werk gesteld, te beschrijven. Toch blijft het
kwaad bestaan. Die pogingen mogen in zich zeiven loffelijk
zijn en eenig nut aanbrengen, zij zijn gebleken onvoldoende
te zijn om het kwaad te doen ophouden.
Hoe komt dat?
Wij antwoorden daarop met korte woorden omdat zij de
oorzaken niet wegnemen.
Wij hebben in ons vorig artikel aangetoond, dat onkunde en
armoede als de hoofdbronnen van het kwaad moeten worden
beschouwd. Welnu, indien de middelen niet strekken om
beide zoo niet op te heffen, dat eerst van de toekomst te
wachten is, dan toch zooveel mogelijk te verminderen, dan
zullen zij weinig baten.
Wij erkennen volgaarne, dat dit spoediger is gezegd dan ge
daan maar wanneer alle meer beschaafden en weidenkenden
de handen ineenslaan, dan achten wij het wèl uitvoerbaar,
Daarom juichen wij het schoolverbond toe als een voortreffe
lijk denkbeeld. Op zich zeiven staande pogingen zullen weinig
baten alleen een zooveel mogelijk algemeene medewerking
kan het kwaad tegengaan.
Door volksvoordragteD, door goedkoope geschriften, door
gesprekken, door raadgevingen, moeten de ouders leeren in
zien, welk een onvergeeflijk nadeel zij aan hunne kinderen
berokkenen, en daardoor zullen ongetwijfeld velen worden ge
wonnen. Dezen zullen door hun voorbeeld wederom op anderen
werken.- Leeraars en voorgangers, in de godsdienst vooral,
zjjn vaak in de gelegenheid, den minder ontwikkelden vader
te overtuigen, dat hij niet alleen zijn kiud, maar ook zich zeiven
benadeelt, en velen zullen naar hem hooren en zynen welge-
meenden ï-aad volgen. Zoodoende zal de arbeider, de werk
man het belang van het onderwijs leeren gevoelen en alles in
het werk stellen om zijn kind te schenken, wat hij zelf wei-
ligt niet heeft kunnen genieten.
In veie gemeenten echter zijn de schooluren en schooltijden
mede voor de kinderen der arbeiders een groote hinderpaal.
Maar zou die onoverkomelijk zijn Al ware het dat daarmede
eene kleine opoffering gepaard moest gaan, zou het dan toch
niet een heilige pligt zijn van de gemeentebesturen daarin de
noodige veranderingen te brengen, ten behoeve van de kin
deren des volks
Toch zullen al deze en nog zoovele andere gepaste middelen
onvoldoende blijven, daar, waar de armoede verhinderd daarvan
gebruik te maken. Welnu, is die dan niet op te heffen Wanneer
daartoe schatten wierden gevorderd, zouden wij huiveren dit
onderwerp aan te roerenmaar dit is niet het geval. De ar
moede spruit uit zoovele verschillende bronnen voort, dat men
wel niet van ons zal verwachten alle middelen aan te geven,
welke daartoe in de verschillende gevallen zouden kunnen
worden toegepastmaar wij houden ons overtuigd, dat met
een goeden wil ook die hinderpaal langzamerhand kan WW-
den weggeruimd. Om slechts een enkel voorbeeld'te noemen,
zou de welgezeten landman niet in staat zijn, den werkman,
die hem al zijnen tijd schenkt, om hem niet zelden groote
voordeelden aan te brengen, beter te beloonenopdat hij zijne
kinderen niet behoeft te gebruiken, om door geringe diensten
zijn bestaan te verbeteren Zouden de fabriekanten en andere
.werkgevers dat niet evenzeer kunnen? Men beschouwe de
zaak eens onbevangen, men late zich vooral niet door over
dreven winstbejag medeslepen, en men zal niet kunnen staande
houden, dat het onmogelijk is. Ook daarop zal naar ons
oordeel een algemeen "Schoolverbond" een magtigen invloed
kunnen uitoefenen.
Maar vraagt men welligt, zullen die middelen nu bevonden
worden op afdoende wijze het kwaad uit te roeijen?
Wij vreezen daarvoormaar indien het nu blijktdat al
de genoemde middelen onvoldoende zijnen op onwilligheid
afstuiten, kan het dan ten kwade geduid worden, dat meer
krachtige middelen worden toegepast
Het Dagblad keurt drang goed, maar wil geen dwang.
Wanneer het door dwang verstaat de gevangenis of eenige
andere toegepaste straf, dan zouden wij ons daarmede kun
nen vereenigen; maar »om aan zijn politiek standpunt getrouw
te blijven(overtuiging komt daarbij welligt minder te pas)
vreest het Dagbladdat de vrome kindertjes van heel vrome
ouders de goddelooze neutrale school zouden gedwongen wor
den te bezoeken, en dat zou toch verschrikkelijk zijn. Die
dwang vreezen wij echter niet. Er is hier geen sprake van
neutrale of sectescholenmaar van het verzuimen der school,
welke dan ook. Wij gelooven echter, dat ieder verstandig
mensch het toch altijd beter zal vinden, dat de kinderen des
volks, wanneer er geen ander middel is, gedwongen worden
de neutrale school te bezoeken, dan hunne ouders te verooi--
looven, hen van een behoorlijk onderwijs verstoken te laten,
en hen zoodoende tot een last voor de maatschappij op te
voeden.
Er zijn echter andere middelen dan deze:
Wanneer fabriekanten, bazen, landlieden en alle andere
werkgevers overeenkwamen geene kinderen beneden de 12
jaren in bun werk te gebruiken, en in geen geval kinderen
aannamen, welke niet konden bewijzen een voldoend onder
wijs te hebben ontvangenwanneer hun dat des noods konde
worden belet, wanneer in elke gemeente gelegenheid wierde
gegeven ook na dien leeftijd, nog onderwijs te genieten op
daartoe gepaste uren, in plaats van hen den geheelen dag aan
het werk te stellen, mits dan ook van die uren op die wijze
verpligt gebruik wierde gemaaktdan beschouwen wij dit
nog volstrekt niet als dwang. Maar gesteld, het konde dien