3|np5onöen. BURGERLIJKE STAM) ÜER GE1IEEXTE DELDER. Wat daartegen te doen? Zal men maar weer aan 'taf maken gaan? O, voorzeker, dat ware de doeltreffendste manier, om van de zaalc zelve af te wezen, en er zouden wel weer indioten in overvloed zijn, die zulk een onfeilba- ren maatregel van harte zouden toejuichen. Ik zeg van harte, en gebruik deze spreekwoordelijke uitdrukking natuur lijk slechts par maniere de diredaar 't mij bij 't klimmen mijner jaren hoe langer hoe duidelijker begint te worden, dat de meeste menschen, op de keper beschouwd, zich te genwoordig niet meer de weelde permitteren, er een hart op na te houden. Doch ter zake Wij vraagden dan zooevenwat tegen de tongblaar, wat eigenlijk tegen al de ziekten, die ouder 't vee op vier pooten af en toe heerschen, te doen Uitgaande van 't onvermijdelijk verband tusschen oorzaak en gevolg, achten wij ons verpligt, allen die vee bezitten den volgenden, drievoudigen raad te geven: 1. Dat zij voortaan hunne beesten wat zorgvuldiger ver plegen; juist ous vochtig, telkens afwisselend klimaat maakt een zorgvuldige verpleging van 't vee tot een allerdringendst vereischte. 2. Dat zij voortaan wat beter zorg dragen voor doelmatig gebouwde stallenal weer om dezelfde gesteldheden van kli maat en dampkring namelijk, kan men op dit punt nooit zorg zaam genoeg zijn. Zoo zijn tochtelijk, noordelijk, oostelijk gelegen stallen hoogst nadeelig. 3. Dat zij voortaan aan den aard van 't voedsel, 't welk zij voor hun vee bestemmen, wat meer opmerkzaamheid wijden, Zoo is de warme spoeling, waardoor het bloed sterk aangroeit, derhalve het gisten en overloopen der gal veroorzaakt wordt, een der eerste aanleidende oorzaken van 't nog al voorko mende longvuur, "De boeren letten dus voor 't vervolg op naauwgezette verpleging, goede stallen en gezond voedsel, dan zal Gods zegen op hun arbeid rusten en al die treurige ziekten vau lieverlede verdwijnen." "Vrijdagavond te 11* nren is in de residentie aange komen en aan het hotel de Bellevue afgestapt het Chineesch gezantschap. Het bestaat uit de heeren Anson Burlingame, gevoltnag- tigd Minister, Tche-Tagen, tweede Minister, Soun-Tageu, derde Minister, Lien-Fang, tolk voor het Frausch, Schmier, tolk voor het Engelsch, Kouci-Piug, tolk voor het Russisch, Emile de Champs, secretaris en Leady Brown, secretaris en voorts 14 personen die het gevolg uitmaken. Het doel waarmede dit gezantschap tot ous is overgeko men, is om in tien Europeesche rijken een vast gezantschap op te rigten. In de West Africa Herald leest men het volgende De staat van zaken aan de Goudkust is alles behalve be vredigend, en het wordt hoog tijd dat daarop orde gesteld worde. De heer Nagtglas, onlangs van wege het Hollandsch gou- vernemet naar de Goudkust gezonden, is zonder twijfel een kundig en practisch man, die de Goudkust door en door kent, en de algemeene achting geniet. Doch, zelfs voor hem, is de positie uiterst moeijelijk', zelfs hem staan bijna onoverkome lijke hinderpalen in den weg. Indien de Hollanders besloten zijn hun regt met de wapeneu in de vuist te doen gelden, gelooven wij niet dat ze er veel bij winnen zullen. Wij zouden veeleer aan Z. Exc. den kolonel Nagtglas, den raad dnrven geven, tot geen gewelddadige maatregelen de toevlugt te nemen, en niet te trachten de weerspannige stammen tot onderwerping te dwingen. Wij zijn overtuigd dat dit niet baten zal. Er is sprake van eene Hollandsche expeditie. Doch wat zulleu troepen en kanonnen in de Eantee Bush uitrig- ten In 1S63 trokken ook de Engelschen uit, om Ashantee te bevechten. En wat was het resultaat Dat de soldaten bij honderden bezweken, en eindigen moesten, met achterla ting van geschut en amunitie, naar Cape Coast terug te keeren. Mogen de Hollanders zich daaraan spiegelen. Onder de Oost-Indische berigten, loopende tot 17 Sep tember, lezen wij het volgende Wij vernemendat het onderzoek in de zaak van Bekas- sie is afgeloopen en de beklaagden p. m. 45 in getalver wezen zijn naar de Regtbank van Omgang. Het afloopen van Depok en andere particuliere landen en het vervolgens aanrigten van een moord- en bloedbad te Buitenzorg en Batavia blijkt alzoo werkelijk in de bedoeling gelegen te hebben van de hoofdaanleggers van het feeet te Ratoedjaija. Bij de nadering van het algemeen concilie dat den 8n December dezes jaars te Rome geopend zal wordenzijn in ItaliëFrankrijkBelgie, enz. oproepingen gedaan tot het verzamelen van giftenmet het doel om den Paus te hulp te komen in de groote uitgavenvoor het houden dier kerk vergadering benoodigd. In Nederland heeft de Tijd zijne kolommen geopend voor de ontvangst der bijdragen tot dat doel. Daarmede wordt tevens verbonden de uitnoodiging tot het verleenen van ee- nige hulp aan de Nederlandscha zouaven, die, naar het uit drukkelijk bevel van den Pauste Rome garnizoen moeten houden zoolang het concilie zal duren ten einde voor de veiligheid van Z. H. en de Bisschoppen der gehcele wereld te helpen waken. De telegrafische berigten uit Spanje melden dat de verkiezing van een koning thans werkelijk aan de orde is. De unionisten hebben op twee na tegen de kandidatuur van den hertog van Genua zich verklaard. Een negental van hen evenwel slechts voorwaardelijk wanneer men geen anderen meerderjarigen koning kon vinden en de keuze beperkt was tusschen genoemden kandidaat en de republiek. De radicale partij heeft zich met de kandidatuur veree- nigd van de progressisten en democraten hebben 102 zich vóór den hertog verklaarden 2 slechts voor den hertog van Montpensier. Men berekent nudat de hertog 166 stemmen van de 200 monarchalen op zich vereenigen zal. Het aantal radicalen in de Corteswaaronder de progres sisten en democratenis hoogstens 140de liberale unie telt 60 a 70 leden. Er schijnt dus kans te bestaan dat de hertog de meerderheid op zich vereenigt. Discussie zou er over de keuze waarschijnlijk niet plaats hebben tenzij een protest van de republikeinen dit noodig maaktewanneer zij weder in de vergadering verschenen. Mijnheer de Redacteur] Mag ik U verzoeken om een klein plaatsje in uw gcaclit blad voor het onderstaande. Dezer dagen werd bij mij aan huis bezorgdof liever gezegd iu huis gegooid een billet, waarop boven aau te lezen staat Bbgraeenis-:fonds tot nut voor 't Algemeen, voor Helder en Niuuwkdiep en dat tot hand- teekeuing draagt De Directie. Over deze twee laatste woorden eens goed nadenkende, kwamen mij die al zeer vreemd voor, want hoewel ik maar ecu zeer gcriug ambacktsmaunclje hen, die wekelijks niet veel kan missen, zoo is liet mij toch lang niet on verschillig te weten, aan wie ik dat weinigje dat ik moet missen om na mijnen dood eene fatsoenlijke begrafenis le erlangen, moet afstaan eu moet toevertrouwen eu wanneer de Directie soliede is dan begrijp ik mij maar niet waarom die Iicereu een zoodanig billet niet met buune handteekening doen prijken. Gaarne wil ik nu aannemen dat de zaak soliede kan worden, maar wan neer ik dit billet lees en herlees (want in mijne kwaliteit als gering am- baebtsmannetje moet ik nog al dikwijls herlezen om de zaken goed te be grijpen) dan meen ik toch weer uit ecnige puuteu te kunnen opmakeu, dat de gehecle zaak zouder geld begonuen wordt, eu ik het dus beschouw als wederom eene speculatie op dc beurs van den minderen man, want ten eerste moet men 3 maanden betaald of gecontribueerd hebben, voor en al eer man of vrouw iets bij overlijden trekken kan, cn ik vraag u welke dwaasheid zoude wij minderen begaan om in dat accoord te treden, te meer ik zeer zeker weet dat er vele zeer soliede Maatschappijen bestaan, daar men, zoodra men er zich heeft doen inschrijven, dadelijk regt op uitkeering heeft bij overlijden van man of vrouw; eu ten tweede moet men bij overlijden van oou lid dubbele contributie betalen hetgeen bij eene groote toetreding van loden of bij een eventueel geval van epidemie enz. nog al duurabel zoude uitkomen, het meerendeel toch met mij /.al omdat het fonds nu juist plaatselijk is niet iu zulke onbillijke voorwaarden treden, cn dan geloof ik dat men aan dat woord plaatselijk uiet te veel mag hechtenwant bedrieg ik mij niet, dau is dit reeds het tweede plaatselijke fonds dat iu zeer kor ten tijd alhier wordt opgerigt, cn wie geeft mij de verzekering, als het maar zoo gemakkelijk gaat fondsen in het leven te roepen, of wij na verloop van eenigeu tijd, ja wie weet hoeveel plaatselijke fondsen tellen daarbij komt nog dat het mij, (en zoo zullen er meerderen van mijnen stand zijn) onver schillig is of ik bij overlijden van een der mijnen, mijne uitkeering erlang van eeu Maatschappij buiten de gemeente gevestigd, als wel uit die plaat selijke, want of ik nu al wordt gebeten van de kat of van den kater, uit keering wordt er niet bewerkstelligd of ik moet trouw mijno contributie voldaan hebben; ook lees ik verder dat behalve de uitkeering vnn f 30. plus de verhoogiugbij overlijden nog zal worden te goed gedaan een lijkkoets met 2 paarden kist en S dragers deze bepaling is mijns inziens ook al miadcr raadzaam, hetgeen ik moet afleiden uit dc omstandigheid, dat ik ge loof, dat het meerendeel van mijnen stand nu juist wel uiet in fondsen of Maatschappijen zich doen inschrijven, om na huuuc dood voor de gelden die dc erven worden uitbetaald een i'atsoeulijke begrafenis te hebben, maar dat de liooldzaak is, om veel geld op een dusdanig oogenblik in handen te krijgen, en hetgeen ik te meer moet gelooven, omdat ik mij herinner, dat onlangs bij het overlijden vau mijn buurman, dc weduwe bij mij kwam met 5 reglementen van Maatschappijen, met verzoek of ik mij wilde belasten met de inning van de gelden die daarop moesten uitgekeerd worden eu verbeeld u mijue verbazing toen ik bij het inzieu van die reglcmeutcn ont dekte, dat zij voor eene betrekkelijke geringe wekclijksche contributie thans in het bezit kwam van de niet onaardige som van f 375. waarvoor zij na de begrafenis van haven man zich een winkeltje heeft aangeschaft, waar zij thans met hare heide kinderen zeer fatsoenlijk van kan leven, dus zeg ik nogmaals, dat ik vau gedachten ben, dat het zich doen inschrijven in Maat schappijen meer ccne speculatie is, om na den dood vau man of vrouw in het bezit van gelden te komen, die men anders deukt te besteden dan juist om deu doode te doen begraven, en zouden het mijns inziens iu het belang van den minderen man (waut ik mag niet aannemen, dat de meer gegoede in gezetenen zich als leden in dergelijke Maatschappijen zullen laten inschrijven, waardoor dan ook aan het hoofd de woorden „tot nut voor't algemeen" hadden kunnen worden weggelaten) beter zijn om van lijkkoets, enz. nieté te zeggen en de uitkeering daardoor te verhoogen. Eu nu tot slot nog een enkel woordje over de kinderen, daaromtrent lees ik: „Gehuwde lieden ge nieten voor hnnne kinderen tot tweejarigen ouderdom eene vrije uitkeering volgens tarief." Iu de eerste plaats komt mij dat tarief wel wat laag voor, doch dat daargelaten, maar wederom kom ik tot mijn oude gezegde, dat er vele zeer solide Maatschappij eu bestaau waar de gehuwde liedeu voor hunne kinderen eene vrije uitkeering genieten, (dus zonder daarvoor iets te betalen) tot hun tiende jaar. Moge de Heeren der directie met hun reglement nog niet in gereedheid zijn, dan neem ik de vrijheid hun Ed. wel in bedenking to geven, boven staande bezwaren in ernstige overweging te nemen. B. L. Yan 22 29 Oct. 1S69. ONDERTROUWD J. B. Uijtdcbvock, sergeant der mariniers, 5S jaren, weduwnaar vau A. Olthoff cu N. C. Schutter, 29 jaren, weduwe vau H. Hartemiuk. W. Verstrate, scheepskok hij de marine, 38 jaren cn J. Schui tenmaker, 29 jaren. G. J. J. dc Goede, koustabelsmaat bij de marine, 25 jaren, wonende te Hellevoctsluis en G, Doekcs, 19 jaren. A. Gersen, werkman, 57 jaren, weduwnaar yan G. Kaptein en M. Woltcr, 56 jaren, weduwe van W. F. Romijn. GEHUWD J. R. Visser cn H. S. M. Lutz. S. J. Schaap en A. Drost. J. E. Beueker en B. Bijl. W. van der Veer en Y. Bruul. A. Visser en E. J. la Bocie. W. D. J. Lal'ebcr cn E. P. Collet. L. vau Beek cu A. M. Cornclissc.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1869 | | pagina 3