1LDERSCHE COURANT.
Woensdag
12 Jannarij.
M 900.
Tiende Jaargang.
1870.
Jïieums- en
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00
Franco per post «1.25
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren eu Post
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Adyeutentien van 1—*4 regels is CO
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Adverteutiën intezeuden.
Ingezonden stukken minstens een dag vroeger.
Uitgever S. G IL T J E S.
#fficiccl gehcelte.
POLITIE.
Op de openbare straat is gevonden: een zwart Zijden
BOEZELAAR. De eigenaresse kan zich aanmelden ten bu-
rele van den ondergeteekende.
De Commissaris van Politie
Helder, 11 Jan. 1870. A. C. BOONZAJER.
JJiet-offiriëel gcöcclte.
STUDIËN OVER HET ECUMENISCH
CONCILIE te ROME.
XIV.
Om het katholicismus te bestuderen is het dus noodig de
blikken te wenden tot katholieke landen: Italië, Spanje,
België. En dan zal men ontwaren dat er ook daar, vrij van
alle medewerking van protestanten en ougeloovigen, allerwege
strijd wordt gevoerd tegen de ultramontaansche rigting,
tegen de jezuiten, die, wat sterker is, eens door een paus,
paus Clemens XIV, den 21 Julij 1773, in het vijfde jaar
van zijn pontificaat, te Rome, onder den ring des visschers,
werden ontbonden. Dit ietwat vergeten feit verdient in deze
dagen herinnerd te worden. Daarom nemen wij de redenen
over, die de genoemde paus onder meerdere daarvoor aangeeft.
Hij zegt.
Zij veroorloofden zich de uitoefening en uitlegging van ge
zindhedendie de Apostolische Stoel met grónd als schandelijk
en als voor de hetere ordening der zeden opentlijk nadeelig ver
klaard hadEindelijk hebben zij in nog andere gevallen van
niet minder gewigt en in zoodanig en, die bij voorkeur tot onder
houd der reinheid van de christelijke leer bestemd waren, ge
dwaald, zoodat zoowel in den tegenwoordigen als vroeger en tijd
eene menigte nadeelen en zwarigheden zijn opgekomen, waarvan
dan ook alleen de onlusten en liet oproer in de katholieke lan
den en de vervolgingen der kerk in vele provinciën van Europa
en Azia ontstaan zijn. Eindelijk werden onze voorvaders door
dit genootschap in diepe droefheid gedompeld, voornamelijk paus
Innocentius XI, vromer gedachtenis, die, door de noodzakelijkheid
gedrongen, zelfs het genootschap het aannemen van novicen
moest ontzeggen; zoo ook paus Innocentius XIII, welke genood
zaakt was het genootschap met dezelfde straf te bedreigen, en
eindelijk paus Benedictus XIV, toiens aandenken nog niet ver
dwenen is, die het er voor hield, dat een onderzoek niet langer
mogt uitgesteld worden naar de huizen en collegiè'n, welke in de
Staten van onzen in den Heer Jezus Christus zeer geliefden Zoon,
den zeer getrouwen koning van Portugal en Algarvie gelegen zijn.
De Apostolische Stoel heeft evenmin troost gevonden als het
genootschap hulp en de christenheid voordeel door de laatste
Apostolische brieven, waarin het genootschap van Jezus menige
lof en bevestiging verkregen heeft, die het echter om mij van
eene uitdrukking te bedienen van onzen voorganger Gregorius X,
in het algemeens concilie te Dyon, van onzen onmicldelijken
voorgangerpaus Clemens XIII, gelukzaliger nagedachtenis, meer
afgeperst dan verkregen had.
Ha zoovele en zulke hevige stormen hoopten alle regtschapene
menschen, dat men den zoo vurig gewenschten dag weldra mogt
zien aanbrekenwelke volle rust en vrede aanbrengen zoumaar
tijdens onze voorganger, Clemens XI, op den Stoel van den
11. Petrus zatbrak er nog een heviger bewogene en zware tijd
aanwant het geroep en de klagten tegen het genootschap, klom
men voortdurend van dag tot dag. Op verschillende plaatsen
ontstond oproerrumoertweedragt en schandelijke scheuringen,
welke, den band der christelijke liefde ontbindendja verscheu
rend, met het hoogste gevaar bedreigden, om onder de geloovigen
den geest van partijzucht, van haat en van vijandschap op het
hevigst aan te vuren.
Het gevaar klom zoo koog, dat zelfs zij, ivier meest gepaste
overgegevenheid aan het genootschap overal als een verkregen regt
erkend was, onze zeer geliefde zonen in Jezus Christus, de ko
ningen van Frankrijkvan Spanje, van Portugal, van Sicilië
genoodzaakt toerden de leden van het genootschap uit hunne rij
ken, staten en provinciën terug te dringen en uit te drijven,
overtuigd dat deze uiterste maatregel niet te verzuimen was,
wanneer niet onder de christelijke bevolking de deur geopend zou
worden voor krijg en heillooze aanvallen en voor de volkomene
scheuring der kerk, onze heilige moeder. Deze onze in Jezus
Christus geliefde zonen toaren overigens overtuigddat ook dit
middel niet van duur en geschikt kon zijn, om de gezamentlijke
christenheid te vereenigen, wanneer niet het genootschap geheel
en al ontbonden was, en droegen daarom den bovengemeldenpaus
Clemens XIII, onzen voorganger, hunnen wensch en hunne be
geerte voor, en hun aanzien, hunne gebeden en hunne wenschen
vereenigende, baden zij hem, dit alleen afdoende middel aan te
wenden, om hunnen onderdanen voortdurende veiligheid en der
algemeens kerk van Jezus Christus haar voortdurend bestaan
vast te stellen en te verzekeren.
Doch de voor de geheele wereld zoo onverwachte dood van
dezen paus, verhinderde den voortgang van deze zaak. Toen wij
door de goddelijke genade den Stoel van Petrus innamen, wer
den ook aan ons dezelfde wenschen, begeerten en gebeden gerigt;
ook vele bisschoppen en andere door hunne waardighedenhunne
geleerdheid en hunne orden uitstekende personenhebben ons
hunne wenschen en inzigten bekend gemaakt.
Om evenwel in eene zoo hoogst gewigtige zaak met de meest
mogelijke zekerheid te werk te gaan, begrepen wij eene lange
tijdruimte noodig te hebben, enz. enz.
Heffen wij op én onderdrukken hiermede het genoemde ge
nootschapivij ontnemen het alle ambten, enz. enz.
Daarom verklaren wij, voor eeuwig opgeheven en ontbonden
iedere magt van clen generaal, de provincialenenz. enz.
Wij vragen onzen lezers geen verschooning voor het vrij
lange uittreksel uit den pauselijken brief van paus Clemens
XIV, eenvoudig omdat iedereen dadelijk erkennen moet, hoe
hoogst belangrijk dit document is. Immers even als nog
zooveel anders in het overige gedeelte der breve, valt al da
delijk, in het door ons geciteerde gedeelte, in liet oog: de
erkenning eens pausen:
le. dat de jezuiten schandelijke gezindheden uitoefenden,
nadeelig voor de betere ordening der zeden.
2e. dat zij in de leer dwaalden.
3°. dat daardoor alleen onlusten en oproer in de katho
lieke landen ontstaan waren.
4e. dat verschillende pausen dit genootschap moesten straf
fen, bij name paus Innocentius XIII, en Benedictus XIV
(vroeger in de breve worden ook nog als aanklagers
van de jezuiten genoemd Urbanus VIII, Clemens IX,
X, XI en XII, Alexander VII en VIII, Innoncentius
X, XI, XII en XIIT en Benedictus XIV, welke in de
kerk den zoo duur verlangden vrede zochten te her
stellen en vele zeer heilzame beschikkingen maakten
zoowel wegens het verbieden van wereldsche bezigheden,
welke het genootschap aanvaard had, enz. enz.)
5e. dat eenen paus wel eens iets kan worden afgeperst,
bv. lofsprekende brieven, dat een paus dus wel eens
het slagtoffer zoowel als de slaaf kan zijn eener partij;
iets wat onlangs nog door de Tijd op altijd hoogen
toon ontkend werd.
6e. dat door de jezuiten op verschillende plaatsen, dat wil
zeggen in katholieke landen opstand, rumoer, twee
dragt en schandelijke scheuring zijn ontstaan.
7e. dat verschillende vorsten, dat wil zeggen alleen katho
lieke vorsten, //zeer geliefde zonen in Jezus Christus,"
de uitdrijving en ontbinding van dat genootschap ver
zochten.
8e. dat de dood van paus Clemens XTII, die tot die ont-