van 125 militairen, waaronder 6 onder-officieren, onder bevel van den kapt. der infanterie van het leger in Nederl. Indië H. J. C. Jansen en liet medegeleide van den le luit. der infanterie van dat leger B. H. Clarkson, benevens den 2e luit. van dat wapen H. Krull. Voornoemde kapitein en le luitenant keeren met die ge legenheid van verlof naar Java terug. Volgens de Staats ft. van heden, is bij het departement van marine ontvangen een algemeen verslag van den kapt. luitenant ter zee B. D. van Trojen, kommandant van Zr. Ms. stoomschip Vice-Admiraal Koopman en statious-komman- daut ter kuste van Guinea, betredende de krijgsverrigtingen tegen Commendah en inzonderheid aangaande de inneming van het hoofddorp der opstandelingen genaamd Kwassie-Krom, daaruit blijkt dat na een zeer hardnekkigen strijd de ver overing door de onzen is behaald, dank zij het voorbeeld van de bevelvoerende officieren. Uit de lijst van gesneuvelde en gekwetsen blijkt dat ge sneuveld zijn: de matroos le klasse A. van de Laar, de matrozen 2e klasse A. J. Burgers en J. Stromeier, benevens een Afrikaansch soldaat; voorts zijn gekwetst: 16 gedebar- keerde schepelingen en 15 Afrikanen, waaronder de le lui tenant der mariniers i1. A. van Braam Houckgeest, de lui tenants ter zee 2e klasse Zegers Veeckens en B. W. Hudig, de adelborst L. A. H. Lamie en de machinist 2e klasse S. L. Vermeer. Bij de afzending van bedoeld rapport berigte men tevens dat de toesiand van al de gekwetsten herstellende en de vrees voor ernstige gevolgen geweken was. Het was op eigen verzoek van den vice-adiniraal Lucas, dat bij zijn graf geen toespraken gehouden werden. *Er was niets anders van hem te zeggen.'" zei hij op zijn karakteristieke wijze, 'dan dat hij heel oud geworden was." Toch gaf die lange zeemansloopbaan, reeds in 1807 betrad Lucas het scheepsdek, staaltjes genoeg van vaderlandsliefde, krijgs mansdeugd en energie, die ter opwekking van het levend geslacht aan de geopende groeve in herinnering gebragt hadden kunnen worden. Wij doelden reeds op de zoogenaamde gestrengheid van Lucas, in zijn tijd zoo hoogst noodig aan boord van 's lands vlootze ging gepaard met eeu geestkracht en vastberaden heid, welke, aan zijn zeemansondervinding verbonden, vaak groote gevaren afweerde en lionderde mensclienlevens behield. Zoo redde hij in de baai van Gibraltar, in 1816, door stoute manoeuvres de Prins van Oranje in een nacht van noodweer, zoodat de admiraal Van de Capelle, welke aan boord van dien bodem de expeditie tegen Algiers commandeerde, hem op de campanje openlijk omarmde en getuigde: //Overste Lucas, ik dank u voor mijn leven en voor dat van meer dan zes honderd menschen Zoo kwam zijn zeemanschap uit in een vliegenden orkaan, waarin hij in den nacht van 3/1-Bebruarij 1822 op de hoogte der Azorische eilanden verkeerde. Zijn moed en vastbera denheid toonde hij in de gevechten te Palembang, Tandjong- Pinang en op zooveel andere plaatsen in onze koloniën. Lucas was van top tot teen militair, aan discipline gehecht, en bleef het tot zijn laatste oogenblikken. Van den dag vóór zijn overlijden zelfs verhaalt men daarvan het vol gende staaltje. He barbier, die gewoon was hem op een vast uur te scheren, zeide, toen hij bemerkte hoe 't met hem gesteld was, dat gij wel eens later weerom zou komen. //Wat!" riep de admiraal //won je op den laatsten dag de regle menten nog veranderen Een zijner vrienden, die „hem dienzelfden dag nog eenig geneesmiddel aanried, wees hij af met de woorden: //doe geen moeite, heden strijk ik devlag toch." Bij het uitspreken dezer woorden moet de grijze zeeman gedacht hebben aan een ander oogenblik van zijn leven, dat een zijner vrienden in deze woorden beschrijft //Lucas diende in vroeger leeftijd op een schip in Indië, dat aangetast werd door twee zwaardere oorlogsvaartuigen en gedurende twee dagen hevig beschoten de kommandant verloor beide been en., de eerste en tweede officier sneuvelden, de derde was ziek, en Lucas, (de vierde) was nog bij zijne bijna gedemonteerde batterij, toen hij order van den kom mandant ontving, dat hij de vlag zou strijken. Maar Lucas antwoordde "dat zijne handen nooit de Hollandsche vlag zouden strijken Hij begaf zich in arrest, en een kadet haalde de vlag neer." Inschrijving van adspiranteo om opgenomen te worden in de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam, ter op leiding voor de koopvaardij. Voeding, kleeding en onderwijs tegen vergoeding van honderd gulden voor elk studiejaar (men zie verder de bepalingen), op Honderdag 31 Maart 1870 des voorniddags te 9 ure in het gebouw der kweek school te Amsterdam en elders bij heeren commissarissen- correspondenten. Het Amsterdamscli departement van de Nederlandsche maatschappij ter bevordering der pharmacie geeft aan jonge lieden, die voldoend lager onderwijs hebben genoten en daartoe lust en geschiktheid bezitten, gelegenheid om tot apothekers bediende le worden opgeleid. Hoor de zorg eener commissie worden 2ij bij apothekers geplaatst om hunne practische en theoretische opleiding te ontvangen. He opleiding geschiedt kosteloos. Tot hunne meerderjarigheid blijven de jongelui onder het patronaat der commissie. Het bestuur der vereeniging ter bevordering der be langen des boekhandels, heeft aan den minister van finantien een adres ingezonden, waarin het, erkennende de verbetering, door invoering van het uniformport en de gunstige bepa lingen omtrent het vervoer van boeken aan te brengen, zijne bezwaren doet kennen, o. a. tegen het tarief voor ge drukte stukken, het voorschrift omtrent het verzenden van drukproeven en kopij en het tarief vau postwissels. Het dringt ook aau op intrekking van de bevoegdheid van amb tenaren der posterijen om dagbladen en tijdschriften te leveren. Te Groningen is voor eenige dagen eene bijeenkomst gehouden van roomsch katholieke kiezers, tot oprigteu eener kiesvereniging; naar men meldt heeft mr. J. J. Cremers, lid der Eerste Kamer en van den gemeenteraad, die verga dering geleid. Beeds zijn 108 personen als lid toegetreden en zal weldra een definitief bestuur verkozen worden. Naar wij vernemen, worden door den heer A. W. Sijthof te Leiden pogingen aangewend om eene letterzetterij voor meisjes op te rigten. Hit pogen is tot heden met een goeden uitslag bekroond. He inrigting komt onder het bestuur van eene directrice, en zal voorloopig in een afzonderlijk gebouw worden geplaatst. Zijn wij wel onderrigt, dan zijn door den heer Sijthofi' reeds onderhandelingen aangeknoopt met dames- regentessen vau het gereformeerd weeshuis, welke onderhan delingen reeds tot een gunstigen uitslag hebben geleid. Men sehrijft uit Amsterdam Mejufvrouw A. E. Brummelkamp, onlangs hier overleden, heeft de volgende legaten aan openbare instellingen hier ter stede gemaakt: aan de diakonie der Nedord. Ilerv. gemeente f 100,000; het fonds voor de kerkgebouwen der Nederd. Herv. gemeente f 4-000; het Nedl. bijbelgenootschap f 4000; het Nederl. zendeling-genootschap f4000; de openbare ar menscholen der stad f 5000 de bewaarscholen voor behoef tige kinderen, door vereenigingen opgerigt, f5000; het in stituut voor blinden f2000; het instituut voor volwassen blinden f2000; het collegie Zeemanshoop f 4000; aan de Vereeniging voor ziekenverpleginggevestigd op de Prinsen gracht, f10,000; aan de algemeene armen der stad f 10,000. Aan het doofstommen-instituut te Groningen heeft de over ledene f4000 gelegateerd. He armoede in Londen vermeerdert met den dag. Het aantal bedeelden beliep in de tweede week van Maart 174,760 tegen 149,715 in diezelfde week van bet vorige jaar. In Ierland ziet het er nog treuriger uit. In Tuam, Claremorris, Hunmore en Newpoort moeten soldaten de pacht hoeven tegen brandstichting beschermen. Waarschijnlijk zal het aantal troepen op het eiland vermeerderd worden. He minister Granville heeft in het hoogerhuis medegedeeld, dat verleden Zaturdag de regering te Hublin een telegram uit Tuam ontvangen haddat daar een hoop booswichten de pachters brandschatten. Badelijk was er cavalerie heen ge zonden. In de graafschappen Mayo en Galway zwierven benden rond, die geld afpersten. Op een paar plaatsen waren brandstichtingen voorgekomen. In het veelgelezen boek van Hepworth Dixon »Neu Amerika't wordt behalve van veel andere allerzonderlingste godsdienstsecten en gemeenten gewag gemaakt van die van Oneida Creek, welke reeds een groot aantal harer jongere en oudere zusters heeft overleefd. Thans heeft ook een boek bet licht gezien, getiteld: "American Socialismgeschreven door den stichter, leider en koogepriester der secte zelve. Aaustootelijke dingen zooals over vrouwengemeenschap en meer dergelijke komen wel i9 waar niet duidelijk daarin voor en is slechts hier en daar zeer verdekt daarop gezinspeeld, daarentegen echter doet het ons een diepen blik werpen in het zoo wereldlijk als geestelijk bont door elkander loopend drijven der genoemde secte. Of de heer Nayes, haar leider, een geestdrijver dan wel een schelmachtige bedrieger is, kan ieder zelf beoordeelen, doch dat is eene uitgemaakte zaak, dat hij een looze vos is, hoe ongerijmd en bespottelijk zijne dogma's ook luiden. Den socialisten drukt hij op het gemoed, dat zij nooit in de wereld zullen vooruit komen, zoo zij hunne the- orien niet op een godsdienstigen grondslag optrekken, want zonder godsdienstig middelpunt kan geen gemeente in verhand worden gehouden. Dientengevolge bouwde hij zelf de zijne voor zijne aanhangers op zoo'n godsdienstige grondslag. Deze zijne theoriën zijn van zelf van een allerzonderlingsten tegen 'het menschenverstand indruischenden aard. Zij zijn een laf mengelmoes van bijbelleer en spitsvondige wijsbegeerte, die door haar geheimzinnig waas, een aangenamen indruk op half beschaafde menschen moeten maken. Hen bijbel noemt hij nhet geloofwaardige orgaan des kemelrijks," doch beweert, dat hij alleen door onmiddelijke spirituele wetenschap kan be grepen en uitgelegd worden; dat God een dualistisch wezen moet zijn, daar immers man en vrouw naar zijn evenbeeld en gelijkenis zijn geschapen dat alle gebreken van lig- chaam en ziel door den duivel worden veroorzaakt, en dat het niet lang meer zal duren, dat de dood zal worden af geschaft (waarom niet zoo goed als de geregtelijke doodstraf?) Het huwelijk is in de genoemde gemeente afgeschaft, en dat de vrouwengemeenschap geoorloofd is, wordt met bijbelsche, politieke en grammaticale bewijzen gestaafd. Wij voegen hier

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 2