(ELDERSCH! COURANT. Jïieutos- en «flöoertmtte-öfaö. Woensdag 15 Junij. Tiende Jaargang. HERIJK. [NATIONALE MILITIE. Jgtet-nfficiëri geöerite. Brand te Bodegraven. NIEUWSTIJDINGEN. M 944. 1870. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post 1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Ad verten tl kn van 14 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GILTJES. De nieuwe abonné's op dit blad, ingaande 1 Julij a. s.kunnen de, ge durende deze maand, nog te verschij nen nomraers kosteloos bekomen. GDjfiriM gein-rite. Tot aanvulling der bekendmaking houdende bepaling der dagen waarop de Herijk der Maten, Gewigten en Weegtuigen in deze gemeente zal plaats hebben, wordt de belanghebbenden nog kenniS gegeven, dat de Herijk voor de wijken K, L en M, niet alleen zal geschieden op VRIJDAG en ZATUR- DAG den 24 eu 25 JUNIJ, maar ook'op MAANDAG den 27 JUNIJ e. k. Voorts wordt indachtig gemaakt, dat hoe zeer de HERIJK kosteloos ge schiedt, ten bate van het Rijk een regt of loon wordt geheven voor het JUSTEEREN der gewigten, volgens de bepalingen van het Koninklijk be sluit van 16 October 1869 (Staatsblad No. 160). Helder, Burgemeester en Wethouders dier gemeente, den 13 Juuij 1870. STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis Dat het ONDERZOEK OVER DE VERLOFGANGERS van de Militie te land, bedoeld bij art. 138 der wet -op do Nationale Militie, 'voor deze gemeente is bepaald op DONDERDAG DEN 16 JUNIJ 1870, des voor middags ten 10 ure, in het algemeen Weeshuis Aan dat onderzoek moeten deelnemen de VERLOFGANGERS der Militie te land, behoorende tot de ligtingen van 1866, 1867, 1868 en 1869, voor zooverre zij voor den 1 April 1870 in het genot van onbepaald verlof wa ren gesteld. De belanghebbenden worden herinnerd aan de volgende wetsbepalingen. Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform ge kleed en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukkeu, hem bij zijn ver trek met verlof medegegeven, van ziju zakboekje en van zijn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan eeu arrest van twee tot zes dagen te ondergaan, in de naastbij gelegen provoost of het naasthij zijnde huis van bewaring of arrest, door den militie-commissaris worden opgelegd aan den verlofganger lo. die zonder geldige redeDeu niet bij het onderzoek verschijnt; 2o. die daarbij verscheiien zijnde, zonder geldige redenen, niet voor zien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen 3o. wiens kleeding of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in vol doenden staat worden bevonden 4o. die kleediug of uitrustingstukken, aan een ander toebchoorcnde, als de zijne vertoont. Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden gebragt. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opge legde straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den militie-commissaris, te rigten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehoudeu en onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overgebïagt. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is de verlof ganger vcrpligt, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, eu op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te ver schijnen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger, die zich hij herhaling schuldig maakt aan het feit sub 4o. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie-commissaris verschijut, of, aldaar verschenen zijnde iu het ge val verkeert, sub 2o. en 3o. van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen, geroepen en van drie tot zes maanden gehouden. Art 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepassiug en met opzigt tot de verschil lende gevallen van desertic op al de bij de militie te land ingelijfden. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn lo. zoo lang zij zich bij hun corps bevindeu 2o. gedurende den tijd, dien het in art. 138 bedoeld onderzoekt duurt 3o. in het algemeen, wanueer zij in uniform zijn gekleed. Burgemeester en Wethouders voornoemd Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 24 Mei 1870. L. VERI1EY, Secretaris. Bekendmaking. De BURGEMEESTER der gemeente HELDER brengt, ter voorkoming van ongelukken, ter algemcene keunis, dat tusschen den 19n en 26n dezer maand Juuij, van af de batterij „KAAPHOOFD" met een getrokkeu Kanon van 24 Centimeters, eenige schoten met scherp zullen worden gedaan, in eene Noordwestelijke rigting over de Noorderhaaks. Eenigen tijd vóór en gedu rende het schieten, wordt een roode vlag van de batterij geheschen, ca zal de aangegevene rigting tot op minstens 4000 meters afstand onveilig zijn. Voor zoover zulks doenlijk is, zal met een kijker worden opgenomen, of de strekking waarin de schoten zullen worden gedaan, al dan niet veilig is, terwijl voornoemd vuren zal plaats hebben bij lagen waterstand of ebbe, en zich bepalen zal tot het doen van sleehts vijf schoten. Helder, De Burgemeester voornoemd, den 13 Junij 1870. STAKMAN BOSSE. Daartoe uitgenoodigd door de Hoofd-Commissie tot leniging der behoeften door den brand te Bodegraven, hebben de on- dergeteekenden zich gaarne bereid verklaard tot het in ont vang nemen van giften, die men voor dit doel in deze gemeente zoude willen afzonderen. Zij noodigen daarom hunne plaatsgenooten dringend uit, iets voor de ongelukkige slagtoffers van den brand te Bode graven aan ons te willen toezenden, zullende met dankbaar heid in deze courant de ontvangene giften vermeld worden. Nieuwediep, Junij 1870. VAN VEEN VAN DER MEULEN. Bereids ontvangen van IIz, f2.50; van A. I. S. f2.50; M. H. f2.50. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 14 Junij 1870. Naar wij vernemen bestaat het voornemen bij de leden van het muziekgezelschap Concordiay om zich bij gunstig weder te laten hooren Zondag 19 Junij, des namiddags ten vijf ure, op het stationsplein alhier. Z. M. heeft bij de dienstdoende schutterij, op hun verzoek, een eervol ontslag verleeud, alste Helder aan aan H. J. Janzen, als le luit.; te Enkhuizen aan C. A. de Koningh, als 2e luit.; en bij de dd. schutterij benoemd te Heldertot kapt. N. A. A. Berghuijs, thans 1ste luit.tot le luit. A. A. Bakker, thans 2e luit. Sedert Zondag jl. bevindt zich in deze gemeente de Generaal-Majoor, Inspecteur van liet wapen der Artillerie, tot het doen van de gewone inspectiën. Zr. Ms. fregat met stoomveruiogen Admiraal van Was- senaerkommandant kapitein ter zee E. L. Geerling, ligt thans op de reede alhier tot vertrek gereedin afwachting van nadere instructie ten opzigte eener reis naar West-Indië. De luitenants ter zee 2e klasse D. G. Brand en W. van Hasselt, beiden laatstelijk behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië en den 7 dezer van daar in Nederlaud teruggekeerd, worden met dat tijdstip op non-activiteit gesteld. De officier van gezondheid 3e kl. II. H. van der Vcgt, van het 3e bat. 7e reg. infanterie alhier, is op verzoek voor een jaar op non-activiteit gesteld: Bij koninklijk besluit is aan de gewezen binnenloodsen bij het loodswezen van Texel voor de dienst op het Groot Noordhollandsch Kanaal, standplaats Amsterdam. H. Haak- schop en J. A. Muntendam, ter zake van ongeschiktheid voor hun ambt, tengevolge van ligchaamsgebreken, met 1 April dezes jaars, ten laste van den staat respectivelijk een pensioen toegekend van f 446. en f 518.'s jaars.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1