HELDERSGHE COURANT. Jiteutos-- en «flöoertentie-öfaö. Woensdag 13 Julij. M 952. 1870. NIEUWSTIJDINGEN. Tiende Jaargang. Verschoot DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post n n1-25 Men abonneert zich bij allo Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Aüvertentien van 14 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GIL T J E S. <$ffiriceï rtcöceltt. POLITIE. Gevonden op de openbare straat alhier eene HALSKET TING. Helder, 21 Julij 1870. De Commissaris van Politie A. C. BOONZAJER. |5tet-afficiüel gebceltc. POLITIEK. OVERZIGT VII DEMI DA6. De Spaansche gezant te Parijs heeft Donderdag ochtend bevel ontvangen om officieel aan het Fransche gouvernement bekend te maken, dat de Spaansche kroon aan den prins Le- opold van Hohenzollern aangeboden en door hem aangenomen is. Gelijke kennisgeving zal ook aan de andere hoven van Europa worden gedaan. Dit getuigt van Px-ims voornemen om zijn plan door te zetten, zonder te letten op bezwaren, gelegen in de algemeene belangen der Europesche staatkunde. De Times wijdt een artikel aan Spanje, waarin zij o.a.zegt: Wij verwonderen ons over niets wat in Spanje voorvalt. Daar gebeurt alles bij verrassing en de reeks van verras singen is inderdaad vermoeijend. Het beste wat men doen kan is eene zekere onverschilligheid aannemen, zoo als men in acht neemt tegenover de Spaansche republieken der Nieuwe wereld. Ziedaar dan als het geen mystificatie is Prim weder met een nieuwen kersversch gevonden koning, die naar het sohijnt zich heeft laten vangen. Het is een prins van Ho henzollern, versierd met eene lange rij van namen, waarvan de eerste Leopold is, die bereid is dezen zoo vaak aangeboden troon te aanvaarden, en Prim gelooft, dat gezegde Duitsche prins aan Spanje of, wat van nog meer belang is, aan Prim zei ven zal bevallen. Wij moeten onze volkomen onwetenheid bekennen ten aanzien van de aanspraken, die tot deze keus hebben geleid maar men mag onderstellen dat deze Hohenzollern behoort tot de soort van vorsten, die Duitschland gewoonlijk oplevert. Zoo dikwijls er vraag is naar een prins om een troon te be zetten of een huwelijk aan te gaan, kan elk, die bekend is met de Duitsche boven, een lijst van koninklijke hoogheden en doorluchtigheden bijbrengen, en hij is zeker, dat geen van hen beneden eene fatsoenlijke middelmatigheid is. Al die heeren zijn begaafd met een gezond verstand, goede manieren, in staat om bij vooi-komende gelegenheden zekeren ernst, niet ontbloot van waardigheid, ten toon te spreiden, en ofschoon zij voor het meerendeel zijn opgevoed volgens de meest aris tocratische traditien, zijn zij bereid elk ander soort van gou vernement aan té nemen. Het Journal de Paris heeft den prins van Asturie voorge- gesteld als den door Frankrijk en Oostenrijk aanbevolen can- didaat voor den Spaanschen troondoch hiertegen voert de Wiener Abendpost aan, dat deze bewering, voor zooverre zij Oostenrijk betreft, ten eenenmale onjuist is. Oostenrijk, dat zich steeds vreemd heeft gehouden aan de kwestie der troons opvolging in Spanje, zal zich ook nu er niet mede inlaten. De Wiener Abendpost verklaart voor onwaar en als ten eenenmale ongegrond het berigt, dat de veldbatterijen en de ammunitiekolonnes op voet van oorlog gebragt worden. De Fransche regering is er alles behalve mede ingenomen en maakt er een verwijt van tegen Pruisen. Zelfs aan oorlogzuchtigen geruchten ontbreekt het niet. In Toulon wordt een vloot uitgerust, niet om aan China vol doening te vragen voor den op de Franschen gepleegden moord, zegt men, maar om de keurtroepen uit Algiers naar Frankrijk over te voeren. De Pays predikt oorlog tegen Pruisen, de Liberte wil, dat men dadelijk den linker Rijnoever neme en Olliviers orgaan, de Moniteur vindt ook, dat Frankrijks lang- moedigheid uitgeput raakt en Pruiseu de langverdiende straf treffen moet. De Nordd. AUg. Ztg. zegt, dat men zich in Frankrijk veel te vroeg met de quaestie betreffende de candidatuur van den prins van Hohenzollern heeft bemoeid. De quaestie hangt van de beslissing der Cortes afniet van de wenschen en de vrees van het buitenland. De Duitsche Regeringen beschouwen Spanje als een zelfstandige Staat, en hebben aan dat land geen raad te geven ten aanzien zijner bïnnenlandsche aangelegen hedenveel minder hebben zij zich daarmede te bemoeijen. Er is niets wat haar regt daartoe geeft; hetzelfde geldt van Duitschlands aangelegenheden. Duitschland wil Spanje geen koning opdringener is dus geen reden om een beroep te doen op de wijsheid van Duitschland. Hier kan alleen sprake zijn van de wijsheid der Spaansche natie, vertegenwoordigd door de Cortes. Duitschland moet onzijdigheid in acht nemen, en zal ook neutraal blijven. Wil men elders, aldus zegt het blad ten slotte, eene andere houding aannemen; wil men door dreigen en dwingen aan de quaestie eene zekere beslissing geven, zoo moge men het beproeven. Duitschland blijft er buiten. Nu de afkondiging van het dogma der onfeilbaarheid binnen kort voor de deur staat, dagen weder de geruchten op van eene nabij zijnde terugroeping der Fransche troepen, die de wereldlijke magt van den heiligen vader te Rome beschermen, en men kan niet ontkennen, dat met het oog op den tegen- woordigen toestand deze geruchten meer waarschijnlijkheid hebben dat ooit. Bij de mogelijkheid van een geschil met Pruisen, iets wat Frankrijk wel de verpligting zou opleggen, zich Italië te vriend te maken, is het zoo onwaarschijnlijk niet, dat het Fransche gouvernement, om Italië te believen, de troepen terugtrekt, die zoo lang eene magt beschermd hebben, welke de beginselen, waarop de moderne maatschappij berust, veroordeelt en die reeds thans met Frankrijk op gespannen voet leeft. Men ziet, de toekomst van den paus wordt donker. Het is waarlijk zulk een wonder niet dat hij onder den al die rampen ziek is geworden. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 12 Julij 1870. Door Z. M. zijn o. a. benoemd bij het wapen der infan terie tot le luitenants de 2e luitenants H. van Herwerden en A. D. Petter. De luitenant ter zee 2e klasse jhr. S. F. T. de Vaynes van Brakell, wordt met den 16 dezer op non-activiteit gesteld. Bij besluit van 3 Julij, heeft Z. M. de Koning, met intrekking' van het besluit dd. 5 September 1866, bepaald 1. Het maximum van het handgeld, dat aan ieder recruut die zich voor niet minder dan zes jaren voor den militairen stand in de koloniën en bezittingen van het rijk in andere werelddeelen verbindtkan worden uitbetaaldbedraagt voortaan en tot wederopzeggens f150., wanneer hij Neder lander, en f120. wanneer hij vreemdeling is. 2. Aan ieder der onder-officieren, korporaals en manschap pen van het leger hier te lande, die zich voor den tijd van 6 jaren aan den militairen dienst in de koloniën en bezit tingen van het Rijk in andere werelddeelen verbiuden, wordt ter zake van dat engagement eene gratificatie betaald. Het bedrag daarvan beloopt voor het wapen der infanterie onder officieren f140., korporaals f125., soldaten f120. Voorde kavallerie en artillerie in de drie genoemde rangen f150.; voor de mineurs en sappeurs in de drie genoemde rangen f 120. Men schrijft ons van Oude Schild op Texel 8 Julij. Heden middag had een bakker van den Hoorn, die met zijn kapwagen brood aan sommige klanten op ons dorp brengt, het ongeluk met gemelden wagen te digt aan den kant van den dijk te rijden, waardoor de wagen kantelde en met brood en al onderst boven van den dijk viel. Twee knapen, die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1