ELDERSCHE COURANT. Jtieums- en Zaturdag <ftÖoerten(ie--(ifttD. 24 September. Tiende Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. M 075. 1870. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden i.00 Franco per post 1-25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Ad verten tien van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men do Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GILT JE S. De Fransche Republiek. Dat te Parijs wederom de republiek is uitgeroepen, ver wondert niemand; het was te wachten. Maar zal zij duur zaam zijn F Zal zij wederom ontaarden in een soort van schrikbewind Of zal zij zich vormen naar het model der Yereenigde Staten F Of hebben wij weder eene restauratie te wachten F Wij moeten het antwoord op die zoo hoogst ge- wigtige vragen schuldig blijven. En toch is niet enkel het lot van Frankrijk, maar dat van geheel Europa in meerdere of mindere mate daarin betrokken. Het Fransche volk is ten allen tijde republikeinsch gezind geweest, en toch zijn de verschillende proefnemingen telkens misluktna korten of langeren tijd werd de monarchale re geringsvorm wederom hersteld. De oorzaken na te sporen, zou ons te ver afleiden, want zij waren niet altijd dezelfde. Wanneer wij echter daarbij den blik vestigen op de republiek der Yereenigde Staten en op Zwitserland, dan komen wij tot het besluit dat het Fransche volk voor dien regeringsvorm nog niet rijp moet zijn. Naar ons oordeel is de republikein- sche regeringsvorm de natuurlijkste, omdat het regt van oorlog en vrede niet aan één enkel mensch toebehoort, en omdat die regeringsvorm gelijke regten tot grondslag heeftmaar tegenover die gelijke regten staan evenzeer gelijke pligten, en juist het vergeten der laatsten was een der hoofdoorzaken van den val der vorige Fransche republiek. Zoodra toch zij, aan wie de magt wordt toevertrouwd, daarvan misbruik maken, om zich zeiven of hunne vrienden te bevoordeelen en hunne vijanden te vervolgen en te benadeelen, dan is het evenwigt verbroken. De verongelijkten zoeken een ander steunpunt de grondslagen der republiek worden ondermijnd, en met ieder oogenblik wordt de kans gunstiger voor den eenhoofdigen regeringsvorm. Zal dit ook nu weder in Frankrijk daarop uitloopen F Een aantal verschijnselen brengen ons tot het besluit dat het Fransche volk in vele opzigten bewijzen geeft van nog niet geheel geschikt te zijn voor dien regeringsvorm. Wij wijzen slechts op de vereenigingen onder den naam van co mités van defensie, die, zoo al niet vijandig gezind tegen het huidige bewind, dan toch een tamelijk sterk wantrouwen aan den dag leggen. Vooral echter Lyon schijnt wederom het brandpunt te zullen worden eener rigting, die ons ongemerkt doet terugdenken aan het vroegere schrikbewind en ons daarom doet sidderen voor dat schoone Frankrijk, welks lot ons ter harte gaat, niettegenstaande wij volmondig erkennen, dat het zijne rampen voor een deel aan zich zeiven te danken heeft, door zijn lot blindelings te verbinden aan dat van een vorst, wien enkel het behoud zijner dynastie ter harte ging, en waaraan hij niet schroomde het behoud des rijks en het ge luk, ja het leven zijner onderdanen op te offeren. Of zal men zeggen, dat het liefdeloos, dat het onchristelijk is, zulk een hard oordeel uit te spreken over een gevallen vorst F Wij bekennen openhartig, dat wü zulke denkbeelden aan eene, wij zouden bijna zeggen, ziekelijke sentimentaliteit toeschrijven. Naar ons oordeel heeft het Fransche volk den oorlog niet gewild, maar is deze enkel door Napoleon uitge lokt, zoo al niet om het onmogelijk te verantwoorden tekort te verbergen, dan toch om zijne positie te handhaven. Piétri moge het tegenspreken, Olivier hem regtstreeks de schuld geven den oorlog te hebben verklaard tegen de meerderheid der ministers, wij behoeven slechts met een onbevangen oor deel den gang der zaken te volgen, en alle twijfel wordt bijna onmogelijk. En wij zouden een dergelijk vorst niet verfoeijelijk mogen roemen Wij zouden de ligtzinnigheid, waarmede hij ontel bare levens opoffert, en het welzijn van duizenden gezinnen vernietigt, niet strafwaardig mogen heeten Welligt omdat hij een vorst is F Maar de tijd is immers voorbij, dat men in den vorst iets meer ziet dan een menschdat men daarbij nog altijd denkt aan een gezalfde des Keer en 1 Wij hebben eerbied voor den vorst, die het belang zijner onderdanen behartigt boven het zijnevoor wien de wet boven alles gaatvoor wien de burgers gelijk staan, elk in hunne maatschappelijke positiemaar wij verachten hemdie zijn eigen belang stelt boven dat der burgersdie de wet geweld aandoetdie zich ten koste des lands vrienden maakt, die hem steunen in zijne onwettige dadenin één woord, die de magt stelt bo ven het regt. Wij hooren, naar aanleiding vau den huldigen oorlog, vaak beweren, dat een vorst niet het regt behoorde te bezitten, den oorlog te verklaren. Anderen beschouwen dat denkbeeld als een soort van majesteit-schennis. Nog weder anderen zien er niet zulk een groot gevaar in, op grond dat een vorst toch den oorlog niet zal verklaren, wanneer zijne ministers dien afkeuren, daar hij toch geen oorlog kan voeren zonder geld en zonder soldaten. De laatsten wijzen wij slechts op Napoleon, die toch ook den oorlog verklaarde tegen den geest van de meeste minis ters, en terwijl hij toch konde en ook moest weten, dat de middelen ontbraken. Voor het overige scliroomen wij niet openlijk te verklaren, dat ook wij het wensehelijk zouden achten, dat artikel uit de grondwet te verwijderen. Voor den vorst, die er niet aan zou willen denken daarvan mis bruik te maken, zou die beperking geen opoffering genoemd kunnen worden. Voor vorsten echter, die wat minder naauw- gezet mogten zijn, kan zij hoogst noodig worden geacht. Het is waar, de Fransche republiek heeft éók den oorlog aanvaardt; maar wie konde van het Fransche volk bijna anders verwachten F Wel hopen wij, dat zij die het bewind voeren of zullen voeren, tot andere denkbeelden mogen komen; maar in den aanvang was dat van de Fransche opgewonden heid zeker niet te denken. Bovendien zijn het niet enkel de Fransche, maar ook niet minder de Duitsche bladen, welke daartoe hebben medegewerkt. Het is waar, onder de laatst genoemde kunnen wij geene officicele opnoemen, en dat ver heugt ons. en verlevendigt onze hoop. Maar wat is meer geschikt, om de verbittering ten top te doen stijgen, dan de eischen tot afstand van den Elzas en Lotharingen, welke in de vele Duitsche bladen onbewimpeld worden uitgesproken F Wanneer wij telkens lezen, dat met het tegenwoordige Fransche bewind moeijelijk onderhandeld kauworden; dat Pruisen geen wettige regering kent, dan die van Napoleon, of van het regent schap; dat zijn herstel op den troon volstrekt niet onmogelijk ïs, na eerst Parijs, het hart van het Fransche rijk te hebben ingenomen, welligt voor een groot gedeelte te hebben ver woest: dan mogen wij het betreuren, indien de opgewond heid der Fransehen in hunne verbittering, het sluiten van den vrede bemoeijelijken, wij wagen liet toch daarbij te voegen, dat het niet alleen hunne schuld is, maar dat bladen als de Kreuz-Zeitung en anderen, daartoe door hun gebrek aan hu maniteit veel hebben medegewerkt. Toch geven wij de hoop niet op. De zending van Thiers moge niet de gewenschte gevolgen hebben, de keuze van een bemiddelaar, zoo bezadigd, zoo gezien bij de mogendheden, als hij, moet ze gunstig stemmen voor een bewind, dat zulk een persoon kan kiezen. Meer echter verwachten wij vau eene zamenkomst der heeren von Bismarck en J. Favre, vooral, dewijl deze door laatstgenoemden is verzocht geworden. Wij willen ons niet in gissingen verdiepen van hetgeen zij kan of zal te weeg brengen; maar wij kunnen ons moeijelijk voor stellen, dat Pruisen zoo geheel de opinie van Europa zou toonen te minachten, om door overdreven voorwaarden, den vrede, althans een wapenstilstand, onmogelijk te maken. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 23 Sept. 1870. Yan de uit Parijs verdreven Duitschers zijn hier gis teren, op hunne doortogt naar Noord-Duitschland, eenige aangekomen met het stoomschip de Stoomvaart, komende van Havre. Met zeer veel moeite zijn sommigen voor de woede der Fransche patriotten gevlugt, die hun niet eens vergunde eenige orde te stellen op hunne achter te laten zaken. Zelfs vrouw en kinderen heeft men moeten verlaten. Een der

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1