HELDERSCQE
1870.
3Tieutos= en
Woensdag
JÖoertenfie-öfaD.
5 October.
M 976.
Tiende Jaargang.
Berigt.
De Vredebond.
Verschijnt DINGSDAG- eu VRIJDAG AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00
Franco per post 1.25
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Advertenties van 1—4 regels is 60
Ceutcu; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advcrtenticn intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever S. GILT J ES.
Onder onze berigten van den oorlog, zullen wij ons beijveren,
uit de voornaamste buitenlandsche bladen vertalingen te leveren
van de belangrijkste gebeurtenissen, den oorlog, enz. betref
fende.
Deze berigten, voor zooverre de duidelijkheid toelaat, zoo
beknopt mogelijk zamengevat, bevelen wij in de bijzondere
aandacht onzer lezers.
i.
Wij leven wel in een tijd van vereenigingen. Wij bezitten
sedert lang onze maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Naar
haar voorbeeld heeft zich gjvormd de Maatschappij tot Nut
van den Javaan. Verder noemen wij de Maatschappij van
Landbouw, die van Weldadigheid, onzen Weerbaarheïdsbond,
ons Schoolverbond, het Roode Kruisdoch wij zouden niet
eindigen als wij alle slechts wilden opnoemen. Het getal is
weder vermeerderd met den Vredebond.
Dat de oprigting van vereenigingen ter bereiking van een
goed doel van het grootste gewigt kan zijn, zien wij aan het
geen door vele wordt gedaan. En het is ook zeer natuurlijk.
Veel kan worden teweeg gebragt, alléén door vereeniging van
krachten, waar het individu op zich zeiven magteloos zou zijn
maar dat ook bij vele al wat blinkt daarom nog geen goud
is, zou gemakkelijk te bewijzen zijn, en blijkt vooral uit de
tering, waaraan sommige schijnen te lijden. Wij vestigen
echter alleen onze aandacht op den zoogenaamden Vredebond.
Wij zeggen den .«zoogenaamden," omdat de naam ons juist
niet bijzonder gepast voorkomt. Wij willen echter daarover
niet twisten, dewijl deze weinig ter zake doet, wanneer het
doel maar duidelijk ismaar is dat werkelijk zoo helder
Het denkbeeld van een «Vredebond" op te rigten, treft
elks gemoed: het is de stem der mensckheid, die zich luide
verheft tegen hetgeen haar onteert, en dan ongetwijfeld in de
eerste plaats tegen den oorlog. Moge hare stem niet zijn als
die des roependen in de woestijn
Ten opzigte van het doel is men het over het algemeen
vrij wel eens, namelijkden oorlog te voorkomen, en, kan
het zijn, onmogelijk te maken. Aangaande de middelen
echter, loopen de gevoelens verre uiteen, waarop wij latei-
hopen terug te komen. Men moge nu denken dat dit doel
onbereikbaar is en zal blijven, wij zullen het niet tegenspre
ken, maar is dat eene geldige reden om zich aan de zaak
te onttrekken Het denkbeeld moet ieder christelijk gemoed
treffen, en de vervulling is alléén, zoo niet te bereiken, dan
toch te naderen, door eene zeek algemeene zamenwerking.
Maar wat dan te denken van hen, die reeds nu beginnen met
wantrouwen te zaaijen, en, die gelijk dr. Nuijens, den ka
tholieken en conservatieven de toetreding ontraden In zijnen
brief aan het «Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage"
zegt hij onder anderen //Zonder zekere waarborgen, dat men
ons niet zaehtkens aan tot de bondgenooten van de revoluti
onairen wil maken, zouden de monarchaal-constitutionelen en
katholieken gevaar loopen de rol van dupes te spelen, indien
zij tot den Vredebond toetraden." Wie geeft dr. Nuijens
het regt, hen, die in opregtheid des harten, uit afkeer van
den mensch-onteerenden oorlog, in een algemeenen Vredebond
het wapen daartegen meenen te vinden, van dergelijke lage
bijoogmerken te verdenken Wat moet men van iemand
denken, die in anderen terstond jezuïtische bedoelingen meent
te bespeuren
Het heeft nu wel eenigzins den schijn, alsof de schrijver
den katholieken niet regtstreeks het toetreden ontraadt, maar
hen slechts tot behoedzaamheid aanmaant. Denken wij echter
een weinig verder, dan wordt zijne bedoeling vrij duidelijk.
Immers hij vordert eerst zekere waarborgen. Maar nu is het
toch duidelijk, dat die niet vooraf gegeven kunnen worden
zoodat hij, zonder het regtstreeks te zeggen, toch zijne geloofs-
genooten van den vredebond afkeerig zoekt te maken. Geeft
eene dergelijke inkleeding niet meer regt, om den schrijver
nevenbedoelingen toe te schrijven, dan de woorden van hen,
die zich tot een vredebond zoeken te vereenigen
Dit wordt nog duidelijker, wanneer hij zijne geloofsgenooten
toeroept>»de onthouding der monarchaal-constitutionelen en
der katholieken zeu ten gevolge hebben, dat de vredebond
niets anders werd, dan een onbeduidend iets". Juisteen
onbeduidend iets moet het worden. Waarom? ja, dat zou
dr. Nuijens zelf het best kunnen zeggen. Wij herhalen het
echter, wij willen niet beweren, dat de zaak volledig doel
zal treffen, maar dat geeft niemand het regt anderen onedele
bedoelingen toe te schrijven, zoolang daarvan niet de bewij
zen kunnen worden geleverd.
Men zou ons welligt kunnen wijzen op het adres van Goes.
Ook wij keuren het adres af, daar het minstens zeer voorbarig
en ontijdig is. Op de zaak zelve komen wij later terug, maar staat
de afdeeling Goes aan het hoofd van den Vredebond? Welke
groote maatschappij of vereeniging, kan ooit tot stand gebragt
worden, waarvan alle afdeelingen reeds in den aanvang geheel
en in alles homogeen zijn? Wat zou de heer Nuijens zeggen,
wanneer iemand beweerde, dat de onfeilbaarheid van den
paus, gelijk die door het concilie is bekrachtigd, geene waarde
heeft, dewijl een zeker getal aanzienlijke geestelijken daar
tegen hunne stem verheffen?
Doch laat ods van dr. Nuijens afstappen. Ook wij vreezen,
dat het doel niet geheel zal worden bereikt, hoe zeer wij het
ook zouden wenschen. Dit zal ons echter niet weerhouden
tot den Vredebond toetetreden, daar hij ons in ieder geval dat
doel nader zal brengen. De eerste vraag, die wij ons moeten
stellen, is Daar ons oordeel dezeIn hoeverre mag dat schoone
doel bereikbaar worden geacht
Wanneer als doei wordt gesteld, den oolog, om zoo te
zeggen, voor goed af te schaffen en hem voor het vervolg
te beletten, dan zal de verwachting niet worden vervuld, zoo
lang de menschen meuschen blijven. Stelt men zich echter vóór,
den oorlog te bestrijden, dien hoe langer boe moeijelijker te
makcD, zóódanig, dat het uitbreken van den oorlog eindelijk
tot de zeldzaamheden zal behooren, dan gelooven wij dat het
doel bereikbaar is, maar niet anders dan na een zeer lang
tijdsverloop; dewijl reeds nu, getuige dr. Nuijens, eene mag-
tige tegenwerking bestaat, die wel overwonnen kan en ook
zai worden, maar niet dan zeer langzaam. Het licht zegepraalt
niet in eens over de duisternis, maar toch overwint de waar
heid eenmaal zeker.
Het is niet nieuw, den oorlog eene ziekte te hooren noemen,
en die naam is zeer gepast. Het menschelijk ligchaam kan in
een toestand geraken, die een hevige ziekte moet tengevolge
hebben, waarna het eerst weder zijne functiën kan hervatten.
Die ziekte is dus eigenlijk een weldaad, maar toch zou het
verkieslijker zijn geweest, die weldaad niet noodig te hebben,
en hoe korter die herstellende en zuiverende werking duurt,
des te beter, Om echter de middelen te vinden, die te be
spoedigen, die zoo kort mogelijk te doen duren, die voor bet
vervolg onnoodig te maken, moet men eerst de oorzaken ken
nen, die ze hebben teweeg gebragt; dan eerst kunnen de regte
middelen worden aangewend.
Wanneer wij nu den oorlog een ziekte van de maatschappij
in ruimen zin mogen noemen, dan is ook al het gezegde daarop
van toepassing. Wil men dus de ziekte, waar zij bestaat, ge
nezen, en voor het vervolg voorkomen, dan moet men eerst
evenzeer de oorzaken leeren kennen, omdat daarvan de keuze
der middelen geheel afhankelijk is. Gebruikt men verkeerde
middelen dan zal welligt de ziekte kunnen ophouden, doch zij
zal later op nieuw uitbreken. Het kost weinig moeite eene
koorts door middel eener goede dosis quinine te verwijderen,
maar zijn de oorzaken dier koorts niet weggenomen, dau keert
zij telkens terug.
Wij kunnen onze vergelijking nog verder voortzetten. Wan
neer de mensch aan eene hevige ziekte ter neder ligt is het
niet zeldzaam, dat eenige geneesheeren vereenigd trachten de
middelen tot genezing te vinden, en ook dat is bij een zoo
oneindige verscheidenheid van oorzaken zeer natuurlijk, en
heeft niet zelden het gelukkigste gevolg.
Ook om de middelen tot genezing cn voorkoming van die