HELDERSCHE COURANT. Zaturdag 22 Qotober. Aan de Kiezers! M 981. Tiende Jaargang. 1870. Jïteums- en <flÖöerlenfte--6i0Ö. Ojtfftdëri gebrcltr. JSict-njficiëcl gcbccïtc. Jhr. Mr. H. G. C. L. JANSSENS. Zitting van den Gemeenteraad, Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 1.00 Franco per post n1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Ad vertes tien van 1—4 rebels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag eu Vrijdags middags 12 uur gelieve meu do Advertentién intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. G II. T J E S. Vaststelling der 274ste Staats-Loterij. Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDER brengt ter openbare kennis, dat. bij resolutie vau Z. Exc. den Minister van Financiën van deu 29 Sep tember 11. No. 66krachtens de daartoe door den Koning verleende magti- ging is vastgesteld de 274ste Staats-Loterij bestaande uit 20,000 loten 10,000 prijzen en 2 premicn overeenkomstig bet plan aan de resolutie ge hecht. Beide stukkengeplaatst in de Staatscourant, zijn voor belanghebbenden aan dc Secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd. Het Gemeentebestuur voornoemd Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 19 October 1870. L VERI1EY, Secretaris. De lieer Knoop, de krijgsman van den echten stempel, hij heeft niet kunnen besluiten gunsten aan te nemen van een tegen stander. en is bij zijn besluit gebleven, geen lidmaatschap voor de Tweede Kamer te begeeren, wanneer de heer van Foreest ten zijnen behoeve dat lidmaatschap moet nederleggen. Wij hadden geen ander besluit verwacht. Wel hadden wij gewenscht, dat de heer v. Foreest met zijne edelmoedigheid minder vertoon liadde gemaakt, want dan zou zij meer waarde hebben gehad; maar nu eenmaal aan den heer Knoop daar van vooraf kennis was gegeven, werd de offerte onaanneem baar. Dat na de weigering van den heer Knoop de heer van Foreest toch heeft bedankt, verandert aan de zaak niets, en kon ook wel niet anders. Indien dus hier sprake is van een wedijver in edelmoedigheid, die dan door den heer van Fo reest geopend werd, doch dien wij reeds vroeger bij verkie zingen zeer ongepast achtten, omdat daar de overtuigingniet de beleefdheid op den voorgrond behoort te staan, dan moeten wij tot het besluit komen, dat de heer van Foreest bepaal delijk overwonnen is, daar de lieer Knoop zich van het eerste tot het laatste oogenblik gelijk is gebleven in de overtuiging dat het volstrekt niet hetzelfde is, hoe men lid van de Tweede Kamer wordt, en dat daarbij althans geen transigeren te pas komt, alsof het eene zaak ware die enkel ter onderlinge be slissing der kandidaten stond, in plaats van die der kiezers. De heer van Foreest heeft dus, naar ons oordeel, door zijne halve edelmoedigheid jegens den heer Knoop, al zeer weinig edelmoedigheid tegenover de kiezers aan den dag gelegd, of schoon wij wel willen aannemen, dat dit niet in zijne be doeling lag. Gesteld toch, dat de heer Knoop de candidatuur hadde aan vaard en hij gekozen ware geworden. Wij kennen de prak tijken der conservatieven. Het denkbeeld, dat de heer Knoop zijne plaats aan de vriendelijkheid van den heer van Foreest zou te danken gehad hebben, zou op honderd wijzen zijn ge ëxploiteerd geworden en wel in termen die voor het eergevoel van eerstgenoemde kwetsend zouden hebben moeten zijn. En indien hij eens niet gekozen ware. Dan ware hunne zegepraal dubbel groot geweest, althans naar de lofzangen der conservatieven te oordeelen, hoeveel ook dan nog daarop af te dingen ware geweest. Men stelle zich voor welk gebruik het Dagblad, de N. Alkm. Courant en andere dergelijke bladen van dat liefelijke thema zouden hebben gemaakt. In plaats dus van hier te spreken van een wedijver in edel moedigheid, denken wij liever aan eene schaakpartij. De heer van Foreest deed een uitlokkende zet. Nam de heer Knoop de invite aan, dan moest altijd de partij van den heer van Foreest daarbij winnen. Men vergat echter in den heer Knoop den echten krijgsman, die als een ware veldheer zich groote opoffering getroosten kan tot behoud zijner eer, en op dat punt vermeenen wij, heeft hij den heer van Foreest schaak mat gezet. Waarna deze, ter wille zijner gevierde loyauteit zich toch nu gedrongen zag zijn lidmaatschap der Kamer neder te leggen, dat hy ingevolge zyne belofte direct had behooren te doen, zonder daarover met den heer Knoop in overleg te treden. Ware dit laatste geschied dan stonden wij op een zuiver terrein en de heer K. had zich de candidatuur en eene nieuwe benoeming zonder twijfel laten welgevallen. Maar wat nu Wanneer in plaats van den heer K. een kandidaat ware gesteld, van wien, naar de regelen der waarschijnlijkheid, eene minder goede verwachting moest worden gekoesterd, zou den wij in gemoede aan alle liberale kiezers in ons dis trict de vraag hebben gedaan, of het niet verstandig zou ge weest zijn, allen te huis te blijven, om te zien, met welk ge deelte van het geheele getal stemmen de heer van F. in de Kamer wierde gebragt. Daaruit zou dan met tamelijk veel zekerheid kunnen worden geoordeeld over de sterkte der con servatieve partij. De zaak is echter nu geheel anders. De heer Janssens, die (blijkens advertentie hier achter) thans als candidaat is gesteld mag in alle opzigten een waardig plaats vervanger van den heer Knoop worden genoemd. Wij mogen dit zeggen, dewijl wij persoonlijk met hem bekend zijn. Wan neer op iemand de attributen bekwaam, onafhankelijk, eerlijk toepasselijk zijn, dan voorzeker op hem. Het is waar, de heer Janssens is in ons district niet algemeen bekend, maar was de heer Knoop bij de vorige verkiezing dan zoo algemeen bekend? Wij komen hier als van zelf tot eene opmerking, die minder aaDgenaam is, doch die wij in ons blad niet willen verzwijgen namelijk dat de lciesvergaderingen in den regel te weinig bezoeht worden, zoo als uit de laatsten die te Schagen gehouden werdeu, wederom is gebleken. Vooral uit die gemeen te zeiveen uit deze gemeente was het getal leden, zeer gering. Wat is daarvan de reden? Is de geest aldaar vóór den heer van F. Maar dat weten wij beter. Of is het onverschilligheid? Doch d.it is toch van beide gemeenten niet te verwachten. Welke dan ook de redenen mogen zijn, wij betreuren het, dat de laatste ver gadering zoo weinig talrijk was, want juist de kiesvereni gingen zijn het middel bij uitnemendheid, om met de kandi daten bekend te worden. Dit is echter nu eenmaal niet anders. Wij hopen echter, dat de afwezigen in het verschijnen bij de stembus minder traag zullen zijn, dan bij de vergaderingen en met ons eenparig hunne stem zullen uitbrengen op den heer Kiezers bedenkt het welBij de vorige stemming hebt gij gezieD, wat éene stem vermag. Onttrekt u vooral thans niet aan uw burgerpligt. Gij wordt als het ware door de tegen partij uitgedaagd! Te huis blijven zou lafhartig zijn! Uwe stem niet uittebrengen op deu man, die ze in alle opzigten waardig is, ware onverantwoordelijk op Dingsdag 18 October 1870. Voorzitter de heer Mr. K. J. C. Stakman Bosse. Secretaris de heer L. Verhey. Tegenwoordig 14 leden. Afwezig, met kennisgeving, de heeren Zur Miihlen en van Kelcklioven, Eene vacature. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. 1). Eindverslag van het onderzoek der begrooting 1871. De Voorzitter geeft het woord aan den heer Braaksma, benoemd tot algemeen rapporteur. Deze doelt mede, dat het onderzoek in de drie afdeelingen van den raad heeft plaats gehad; dat de heer de Breuk verhinderd is geweest dat on derzoek bij te wonen; dat tot rapporteurs der drie afdeelin gen zijn benoemd geworden de heeren Janzen, Groen en Braaksma; dat in geen der afdeelingen tegen de cijfers be denkingen zijn gerezen; dat de post, uitgetrokken voor het salaris der ambtenaren, met f 50. is verminderd en de post, uitgetrokken voor de schutterij, na de inmiddels ingekomen begrooting van den schuttersraad, met f500 is verminderd; stelt voor de post van onvoorziene uitgaven met het bedrag van beide postjes (f550.) te verhoogen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1870 | | pagina 1