westen wind tegen elf uur tot een storm aanwakkerde, te
midden waarvan het schip stootte op de Inistrahull-rots, on
geveer 7 mijlen ten z. z. o. van de hoofden bij den ingaDg
van Longh Foyle. Het begon onmiddelijk te zinken equipage
en passagiers snelden naar het dek en werden in vier booten
van het schip afgelaten. De eenige van die allen die behouden
bleef, om van de vreeselijke ramp verslag te kunnen geven,
was zekere John M'Gartland, een passagier, die met vijftien
lotgenooten in een van de booten en, na de andere dadelijk
uit het gezicht te hebben verloren, de eenige was die er het
leven afbragt, toen de boot door de holle zee werd omgeslagen.
Hij was in het touwwerk verward geraakt en daardoor behoed
voor het verzinken in de diepte toen 't hem gelukt was weder
in de boot te klimmen, vond hij daar nog een lotgenoot uit
gestrekt liggen, eene jonge vrouw in zwarte zijde gekleed,
maar helaas reeds een lijk. Na eenige uren op de baren te
zijn rondgevoerd, werd hij door de Enterprise ontdekt en op
genomen en kwam Donderdag avond te Derry aan.
Men meldt uit Londen dd. 21 Oct.
De diplomatieke agenten van Spanje hebben tot dusver
geene enkele officieele mededeeling ontvangen betreffende de
kandidatuur van prins Amedeus van Italië voor de Spaansche
kroon, ofschoon de Spaansche regering die kandidatuur aan
de Cortes, bij hare weder-bijeenkomst, hoopt te kunnen voor
stellen. Het is ook zeker, dat de prins de kandidatuur heeft
aangenomen, onder voorwaarde dat de Cortes die goedkeurden.
Zoodra deze hem als kandidaat zullen hebben aangenomen,
zal hij zich naar Madrid begeven.
Schokken van aardbeving zijnjl. Donderdag op verschil
lende plaatsen in de Yereenigde Staten van Noord-Amerika
en Canada gevoeld, voornamelijk te New-York, Montreal,
Turonto en St. Katherine. De schokken duurden 20 seconden.
00B&£.0&SBEKfi<ftTEllI.
Berigten uit Weenen verzekeren als authentiek, dat En
geland officieel aan de oorlogvoerende partijen, dringend een
wapenstilstand aangeraden, en er op gewezen heeft, dat deze
na bijeenroeping eener Fransche nationale vergadering, binnen
korten tij tot stand zou kunnen komen.
Volgens de wCorrespondance Havas" heeft Engeland
Vrijdag te Tours en te Berlijn een wapenstilstand en de pre-
liminaires voor de vredesonderhandelingen voorgestelden zijn
er tevens depeches uit Weenen, Londen en Brussel ontvan
gen, waarin de hoop wordt uitgesproken, dat de onderhan
delingen tot een goeden uitslag mogen leiden.
De Times" bevat een telegram uit Berlijnmeldende:
dat Pruisen zich onlangs bereid heeft verklaard een wapen
stilstand toe te staan, mits Frankrijk er in toestemt in be
ginsel te berusten in het doen van afstand van grondgebied.
Pruisen stelt zich niet tevreden met de ontmanteling der
vestingen in den Elzas en. Lotharingen.
De »Independance" behelst eene mededeeling uit Lon
den, waarin wordt gezegd dat er directe onderhandelingen
hebben plaats gehad tusschen graaf von Bismark, Trochu en
Bazaine. Men stond op het punt die voorwaarden te teekenen,
toen von Bismarck eischtedat het Duitsche leger, als eene
conditio sina qua non, Parijs zou binnenrukken.
"Daily News" berigt dat Boyer aangeboden heeft' dat
Bazaine zich zou overgeven, maar het garnizoen de vesting
Metz zou blijven bezetten. Moltke heeft geweigerd.
Hetzelfde blad meldt, dat een deserteur verhaald heeft, dat
Bazaine gedood was, toen hij trachtte een manifestatie tegen
te gaan bij de afkondiging der republiek in Metz.
Men meldt uit Versailles, 22 Oct.
Voor Parijs heeft de vijand na zijn teruggeslagen aanval
van gisteren zich volkomen rustig gehouden. Voor Metz komen
•dagelijks meer Franschen overloopers bij onze voorposten aan.
Uit Tours meldt men, dat achtereenvolgens alle minis
ters Parijs in luchtballons zullen verlaten.
De Engelsche regering stelt eene geregterlijke vervol
ging in tegen hen, die Ieren naar Frankrijk gelokt hebben,
onder voorwendsel van hen tot verpleging der gewonden te
gebruiken, maar inderdaad om hen in strijd met de neutra
liteit in het Fransche leger in te lijven.
Een der Berlijnsche bladen stelt voor, de soldaten van
het land dat aan de spits der beschaving meent te staan,
maar die meestal noch lezen noch schrijven lcunneu en geen
het minste begrip zelfs van hunne eigene geschiedenis of van
de aardrijkskunde van hun eigen land hebben, als de arbeid in
de open lucht moet gestaakt worden, dagelijks op gezette
uren, goed verdeeld, gemeenschappelijk onderwijs te geveu,
zoodat zij Duitschland ten minste wat meer beschaafd vex*-
laten dan zij er gekomen zijn en iets goeds uit hunne ge
vangenschap meenemen, dat hun later ook beter over hunne
vijanden zal doen oordeelen dan nu in hunne onkunde het
geval was.
Kapitein Ascought van de Engelsche stoomboot Clare-
mout te Swineruunde van Newcastle binnen, rapporteert 11.
Zaturdag acht dagen westwaarts van Hanholm door een
Fransch oorlogschip gedwongen te zijn om bij te leggen,
waarop zijn papiei'en door een Fransch officier werden onder
zocht. Deze deelde Ascought mede, dat hij de vorige week
drie Noordduitsche stoombooten genomen en naar Duinkerken
gezonden had.
Het Amazonen-korps te Parijs maakt veel opgang. Tot
dusver zijn het meestal keukenmeiden en waschvrouwen, die
de kern der vaderlandslievende damesgroep uitmaken, allen
boven de 25 jaar, en meestal niet mooizij hebben intusschcu
al vast een unifox-m gekozen, van een zwarte pantalon met
een oranjestreep, een wollen bloese met een kap, een zwarte
képi met een oranjeband en een patroontasch. Een gepensi
oneerd hoofdofficier zal het eerste bataillon aanvoeren, dat
uit 8 compagniën van 150 amazones, dus uit 1200 in het
geheel bestaan zal. Geen rekruut wordt aangenomen, dié
niet vergezeld wordt door een nationale garde, die voor haar
instaat. De recruten zullen onmiddelijk geoefend worden in
het schieten en in den militairen pas. Ervaren doctoi's, zoo
veel mogelijk vrouwen, zullen het bataillon vergezellen, en
eene commissie van dames zal als conseil de familie voor de
gezondheid en verpleging van het korps waken.
Een droeve vader, de heer Teufele, burgemeester van
Kechtis, liet eene plegtige uitvaart vieren voor zijn zoon, die
in den slag bij Sedan was gebleven. Terwijl, te midden van
den lijkdienst, ieder in droefheid was verzonken, en de pleg
tige stilte slechts door een enkelen diepen zucht of onder
drukten snik werd afgebroken, ging de kerkdeur open en
trad in levenden lijve de doodgewaande Teufele junior binnen.
Nadat hij nog 't slot van zijn eigen lijkmis had aangehoord,
stond elkeen even versteld van den jonkman zoo onverwachts
in welstand terug te zien. Het begx-afenismaal werd een
vreugde-festijn, en 't requim van 's morgens werd 's avonds
vervangen door een vrolijk jubellied.
BRIEF VAN EEN PRÜISISCHEN KAPITEIN,
verwond geraakt in den slag bij Woerth, aan zijnen Vader.
Onze divisie begon ten elf nur in het vuur te komen. Ouder bedekking
van ongeveer 60 stukken, stegen wij in het Saaerdal af, waar ons de Fran
sche granaten ontvingen. Mijne compagnie geraakte ongelukkigerwijze in het
door den regen sterk gezwollen meer, dat hier ruim vier voet diep en door
steile oeverranden omgeven was. Mij kwam het water halverwege de borst.
Onder een hevig geweervuur kwam ik dien hinderpaal over. Natuurlijk ge
raakte iiiijue kompagnie daarbij tamelijk uit elkander. Aan den overkant
kwamen ons veel tirailleurs te gemoet, die teruggedrongen waren door de
Franscheu. Om het kolossale vuur der chassepots te beantwoorden, liet ik
allen die de heek gepasseerd hadden uiteengaan en vuur geven. Wij avan
ceerden onder sterke verliezen en bereikten tegelijk met al de andere troepen
den voet der hoogte. De Franscheu weken slechts voet voor voet. Ik waag
het niet, eer.e voorstelling te geven van het woeste gedruisch, veroorzaakt
door meer dan honderdduizend snelschietende geweren, en door eenige hon-
derde kanonnen. De mitrailleuses deelen daarbij den slag een bijzonder geluid
mede. Denk u een geweldig knarreu, waarvan de afzonderlijke toonen, eenig-
zius heviger klinken, dau die van gewone geweerschoten. Daarbij het fluiten
der kogels. Men zou meenen gek te worden 1866 was er niets bij. Won
derbaarlijk was ik tot heden ongedeerd gebleven. Naauwelijks echter had ik
de hoogte bereikt, ol' een granaatstuk scheurde mij de kinketting van den
helm en verwondde mij het oor. Ter halverhoogte, die voet voor voet be
vochten werd, bekwam ik een tweede schot, dat mij twee dagen lang zeer
hinderde bij ligging op den rug, kort daarop werd mijn brievenzak, die ik
onder den rok aan mijn sabelkoppel droeg, doorschoten en de heenbedekking
verscheurd. Nu werd mij de zaak toch wat al te erg. Ik tirailleerde met
de mauschappeu, zoo goed ca zoo kwaad als het gmg, de bedekkingen waren
echter zoo oubeduidend en de kogels zoovelen. Gelukkig dreven wij de Fran
scheu nu op schrikkelijke wijze op. De hoogte zag rood van lijken en ver
wonden. En zoo waren wij eindelijk op de hoogte zelf. Ik was in de eerste
linie der tirailleurs, toen de beroemde kura9siers-aanval plaats greep. Om
dit heter te kunuen zien, rigtte ik mij iets op boven de verdekking uit en
bekwam toen de vierde kogel door de dij. Ik dook neder de schoten braakten
voort, mijne dij zwelt, ik kan niet volgen en laat mij wegdragen. Hierbij
kreeg ik de vijfde kogel, twee duim onder de linker okselholte in de borst;
een halve duim van de ruggegraat af, trad de kogel naar huiten. Een mijner
dragers stortte tegelijk met mij neder. Ik verloor gelukkig mijne tegen
woordigheid van geest niet en liet mij, ongeveer vijftig "oeten bergafwaarts
rollen toen ik op een steenweg te land kwam, om aan het dolle geweervuur
te ontkomen. Met alle kracht bestreed ik de mij vermeesterende onmagt.
Een soldaat gaf mij water want mijn laatste droppel wijn had ik kort te
voren aau een stervenden kapitein gegeven. Na verloop van eenigen tijd,
in welken ik met vreeselijke borstbeklcmmingen te worstelen had, schoven
mij twee soldaten mijner compagnie een geweer onder de schouders en twee
andere een onder mijne knieën Met grootc opofferingen werd ik zoo, (onder
hevige pijnen natuurlijk) een kwartier ver bergafwaarts gedragen, en in het
dal neergelegd. Na een half uur stopte een arts eenig pluksel in de ko-
gelwondeu en ging weer voort. Het bloedverlies was middelmatig; de zwakte
nam toe. De avond daalde inmiddels en eene ijzige koude verbreidde zich
over mijn ligchaam, terwijl mijne kleeren halfnat waren. Ik meende to
sterven eu was stervensmoede. Naast mij lagen nog twee officieren, reeds
sprakeloos.
Batterijen stormden, ordonnancen draafden voorbij niemand hielp ons.
Eindelijk naderde wij een veldprediker. Ik noemde uw adres en verzocht
u te schrijven. Hij ging weer verder. Het werd donker. Een kavallerie
officier reed langs mij heen. Met verzameling mijner laatste krachten riep
ik hem toe. Hij hield stil. Ik verzocht een ziekendrager voor mij en mijue
kamaraden. Na nog een lang kwartieruurs kwamen dezen aan eu droegen
ons op baren voort. Ik was den Baden in handen gevallen en kwam in den
donkeren op hunne verbandplaat3. De kleeren werden mij van liet lijf
gesneden en een goed verhand aangelegd. Naakt wikkelde men mij in wollen
dekeus, men gaf mij warme koffij en wijn te drinken, eu eene aangename
warmte doorstroomde mij weder. Dat was een zalig gevoel. Een slapelooze
nacht nogthans volgde, met benaauwde adem, weinig pijn maar buiten staat
om mij te verroeren. Alleen de regter arm en het linker been wareu bruik
baar. Ik lag met drie stervenden zamen. Den geheeleu nacht door gesteun
en koortsphautasicn in mijnen omgeving.
Des morgens stond de amputatietafel slechts tien passen van mij verwij
derd en vrij kalm zag ik deze andere vleeschslagting aan. Mijne baarge-
nooten (officieren) waren dood. De arts scheen verwonderd te zijn mij nog
levend eu zoo weinig koortsig te vinden. Tegen den middag bond men mij
het diagnoseplaatje aan, met nommer eendat wilde zeggen niet vervoer
baar door levensgevaarEeu bemoedigend berigt 1
Tegen den avond werd ik weer een half uur verder gebragt. Daar was
het verschrikkelijk. Ik lag een dag en twee nachteu op een bos stroo
op den grond. Niemand bemoeide zich met mij of mijne lotgenooten. Eeu
stuk brood en wijn met water stond naast ons. Ik bemerkte spoedig, dat do
artsen zich om ons, als zekere „doodskandidaten" niet veel meer bekommer
den. Daar kwam eensklaps de kroonprins van Baden, Bodewijk Wilhelm
August, Pruisisch generaal en bevelhebber van het vierde infanterieregement,
ons vertrek binnen. Hij was woedend over zooveel zorgeloosheid, en hij moet
den artsen duchtig de les gelezen hebben. Spoedig verschenen nu vier man,
die mij ophieven en in eene kleiue kamer bragten, waar ik op een bed werd
nedergelegd. Ik dankte God 1
Door het eerste vertrek liepen dag en nacht ziekenoppassers en bedienden;
de wind floot door deuren en vensters, de regen viel er binnen en de plan
ken van den vloer kraakten onder de schreden; soms werd ik gestooten of
geduwd. Daar heb ik de verschrikkelijkste uren mijns levens doorgebragt.