BU1GË11LIJËË STAM) DEK GEMKËXTE UËLDEK.
De dames te Lyon hebben het voorbeeld harer zusteren
ïn vele andere steden gevolgd, en afstand gedaan van alle
weelde en ijdeie versiering. Men ziet geen bevallige en rijke
toilletten meer, en het wollen gewaad heeft het zijden kleed
geheel verdrongen. De Duitsche dagbladen en deGeneefsche
puriteinen zullen nu wel op het sluiten van den vrede gaan
aandringen, nadat zij in het breede hebben betoogd, dat de
oorlog voldoende te regtvaardïgen zou zijn, al had hij niets
anders ten gevolge dan de afschaffing der babylonische fal-
bela's, en de verdwijning der voor regtzinnige oogen zoo aan-
stootelijke chignons.
Bardonnèche, 25 Dec. Het werk der doorboring van
den Mont-Cenis is volbragt. Door de opening die verkregen
is, hebben de werklieden elkander een »Leve Italië" toege
roepen
OORLOGSBERICHTEN.
Versailles 24 Dec. (Officieel). De eerste armee, onder
bevel van generaal von Manteuffel viel den vijand den 23n
aan in zijne positien ten noordoosten van Amiens. Niettegen
staande de vijand eens zoo sterk was als de onzen en over
een talrijke artillerie beschikte, werden Beaucourt, Montigny,
Trechencourt, Guerrieux, Pont Noyelles, Bussy, Vecquemont
en Drours genomen en ten spijt van de hevige offensieve be
wegingen des vijands, behouden, tot dat de nacht een einde
aan den strijd maakte. Tot dusver zijn meer dan 400 onge
kwetste soldaten gevankelijk binnengebragt.
Eene depeche uit Versailles, van den 23sten meldt, dat
dat de 19de divisie den 21sten de brug bij Tours overrukte.
Toen de inwoners weerstand boden, werden 30 granaten in
de stad geworpen, waarop zij de witte vlag heesch en ver
zocht Pruisische bezetting te bekomen. De divisie brak nog-
thans, overeenkomstig de ontvangen bevelen, den spoorweg
op en betrdk de haar aangewezen kantonuementen.
Eene depeche van Rijssel, 23 Dec. meldt: 'Faidherbe
heeft aan den prefect van het departement van het Noorden
berigt, dat van 11 tot 6 ure slag is geleverd bij Pont-Npyelie
(op den weg van Amiens naar Albert) en dat de Franschen
meester zyn gebleven van het slagveld; na een heftig artil
lerie gevecht en een charge der infauterie over de geheele linie.
Te Noirt waren berigten ontvangen uit Parys van den
22n. Er had dien dag geen enkele botsing plaats gehad. Toch
schijnen er nieuwe operatien op handen te zijn. Er heerscht
eene volmaakte kalmte en een algemeen vertrouwen, De bla
den schatten de verliezen der Franschen in het gevecht van
den 2In op 800 dooden en gekwetsten.
Parijs valt de Duitschers niet meê, in geenerlei opzigt.
Men heeft de Parijzenaars gehouden voor volslagen Sybarie-
ten, en zij dragen de opoffering en ontbering met een moed,
waarover men verbaasd staat; 't was onmogelijk zeide men,
om Parijs te provianderen, een stad van twee millioen zielen;
de Franschen hebben dat schier onmogelijke gedaan. Er zal
oproer komen en de Parijzenaars zullen de Pruisen inroepen
tegen de mannen van de roode republiek, of.elkander
doodslaan en de Duitschers de moeite besparen, zoo meende
menmaar de Parijzenaars kakelen wel eensmaar vechten
niet tegen elkander, tot groote teleurstelling van de Duitschers.
Wat nog vreemder is, de Pruisische officieuse bladen hebben
neet zekeren ophef steeds over het bombardement gesproken.
Bismarck heeft er eene depeche over geschreven, en nu wer
kelijk een bombardement diensten zou kunnen bewijzen, nu
schynt dat men niet kan kombarderen, niet alleen Parijs niet,
maar ook de forten hoogst moeijelijk.
Voor het eerst wordt dit in een Duitsch blad besproken
en erkend, en wel in de Deutsche Zeitung. "Wij hebben steeds
in eene dwaling verkeerd," wordt daar gezegd. Parijs is
eigenlijk een groote wapenplaats, welker sterkte voornamelijk
bestaat in hare talrijke gedetacheerde forten, in verbinding
met hare armee. Zonder een leger tusschen de stad en de
forten, zouden deze laatste de waarde ffiebben van kleine ves
tingen, die alleen door een bombardement of formeelen aanval
kunnen worden overwonnen. Met een armee wordt het terrein
voor Parijs een versterkt slagveld, waar alle belegeringswer
ken met de grootste moeijelijkheden gaan gepaard.
De particuliere correspondent van de Daily Newsin het
hoofdkwartier van Garibaldi, te Autun, schrijft dat het koude
weder en de dunne kleeding der soldaten het aantal zieken
met den dag doen toenemen. Garibaldi zelf verklaarde, dat
het hem pijn deed zijne manschappen van de koude te zien
bibberen. Al de hospitalen te Autun zijn meer dan vol.
Voornamelijk ontbreken er dekens, flanellen hemden en borst
rokken, wollen kousen, enz. Een aantal voorwerpen van dien
aard waren uit Belgie en Zwitserland ten geschenke gezonden.
Maar, zegt de correspondent, in Engeland schijnt men Gari
baldi geheel te vergeten en toch is er geen internationale wet
die een onzijdige natie verbiedt zieken en gewonden te helpen.
De Fransche krijgsgevangenen, in het fort no. 3 te
Borsbeek bij Antwerpen geïnterneerd, hebben Woensdag jl.
getracht te ontsnappen, door een onderaardschen gang te
graven. Zij berekenden niet dat de doorgang in het water
uitkwam, en het gevolg was dan ook, dat op eens al de ka
zematten vol water stonden, dat al hooger en hoogersteeg.
Zij riepen om hulp en werden nog bij tijds gered. Zeventien
turco's echter hebben van de verwarring gebruik gemaakt,
en zijn ontvlugt.
Men verhaalt de volgende hartverscheurende episode,
die een uit vele is in den tegenwoordigen oorlog. Bij den
aanval op een der dorpen om Parijs op den 30 Nov., stonden
twee jongelieden, broeders, in 't gelid. Het waren de zonen
van den Wurtemburgschen minister van binnenl. zaken, v.
Taube. Op eens wordt de oudste broeder door een kogel in
het onderlijf getroffen en stort ter aarde. De jongste broeder
snelt op hem toe, om hem voor 't laatst de hand te drukken.
»Groet onze lieve ouders! Ik sterfstamelt de gewondeen
reikt zijn broeder de hand. Doch naauwelijks had deze haar
in de zijne genomen, of ook een kogel treft hem in de borst,
en doet hem ontzield op zijn broeder vallen, die hij met zijn
bloed overdekt. Na den strijd vond men beiden nog in de
zelfde houding. De oudste, schoon niet dood, overleed kort
daarna. Zij zijn te Stuttgart onder de algemeene deelneming
begraven.
De heer A. de Haut, kapitein bij den staf en krijgsge
vangen te Mentz, heeft aan de IndepBeige een brief ge
schreven, waarin hij zijne kameraden, in Duitschland krijgs
gevangen, waarschuwt tegen de intriges der Bonapartisten.
Hij schrijft als volgt: »Ik heb hier te Mentz, drie dagen ge
leden een vreemdeling gezien, die een eigenhandig schrijven
van den keizer bij zich heeft; welk stuk ik gelezen heb. Die
vreemdeling kwam van Londen, Keulen en Coblentz, had
Wilhelmshöhe bezocht en was op weg naar Wiesbaden, Stutt
gart, Munchen, Ulm, Dresden en Leipzig. Hij spreekt van
niets anders dan van restauratieplannen, en verwondert zich
zoo weinig persoonlijke gehechtheid aan Napoleon III in het
leger te vinden. Hij prijst 's keizers moed te Sédan, en zegt
weinig goeds van de leden der regering en van 's lands verdedi
ging. Wij wisten reeds lang, dat onze vervallen verklaarde
souverein begaafd was met het genie van kuiperij, maar wij
hoopten dat hij thans niet zou trachten een herstel op den
troon voor te bereiden, hetwelk onvermijdelijk den burger
oorlog zou met zich voeren. Maar vroeg of laat valt het
masker, de held verdwijnt, de gelukzoeker blijft over."
Omtrent den koning van Pruisen schrijft dr. Russeli het
volgende aan de Times: «Men zegt mij, dat koning Wilhelm
een der teergevoeligste menschen der wereld is. Zijne zenu-
wen zijn zóó fijngevoelig, dat zijne geneeskundige raadslieden
verpiigt waren, iijne majesteit te verbieden de gewonden in
het paleis te bezoeken. Het geluid van een doodenmarsch
of het gezigt van een militaire begrafenis maakt op hem een
diepen, melancholisclien indruk, en de aanblik van de slag
velden, waarop hij zijn keizerskroon won met de onsterfelijke
glorie van Pruisen en van zijn huis en naam, heeft hem dood
ziek gemaakt. Uren daarna was hij zich zeiven nog niet
meester. En toch voerde hij reeds in zijn jeugd oorlog. Te
Versailles bevond hij zich reeds vroeger met een zegevierend
duitsch leger. Op rijperen leeftijd moest hij een burgeroor
log het hoofd bieden; hij stond sedert aan het hoofd van zijne
heirscharen, om de bevelen ten uitvoer te brengen van den
bond, dien hij daarna spoedig vernietigde. Al wat hij later
won was door het zwaard. Nu de oorlog strijdt met den na
tuurlijken aard van zijn karakter, kan het geen verwondering
baren, dat hij meent te staan onder de onmiddellijke leiding
van den Allerhoogste. Hijwien het tegen de borst stuit
bloed te vergieten, ten einde zijn magt te vergrooten, wordt
met het keizerlijk diadeem gekroond, ten gevolge van een oor
log, waarin het bloed heeft gestroomd als water, en hij ont
vangt de gelukwenschen van zijn Senaat in het paleis van
eene dynastie, die door het zwaard gegrondvest en evenzeer
vernietigd is, in het gezigt van een schitterende en schoone
wereldstad, waarin meer dan 2,000.000 mannen, vrouwen en
kinderen langzamerhand ten doode toe uitgehongerd worden.
Nieuw-York, 22 Dec. Men verzekert dat Rusland dui
zend Amerikaansche mitrailleuses heeft besteld.
Treffen we iemand aan die aan ons verpligting heeft, da
delijk rijst dit op voor onzen geest; maar niet zeldzaam is
het dat we iemand ontmoeten wien we dank verschuldigd
zijn, zonder er in 't minst aan te denken.
Wie geen hoogen dunk van zichzelf heeft, bezit soms meer
innerlijke waarde dan hij zelf gelooft.
Achting te hebben voor zichzelven is de grondslag der ze
delijkheid achting te hebben voor anderen moet de rigtsnoer
van ons maatschappelijk leven wezen.
Wie zich met de hulp van anderen tot een zekere hoogte
verheft, houde de mogelijkheid van zijnen val bestendig voor
oogen
Van 16 tot 23 Dec. 1870.
ONDERTROUWD J. Kassies, ouderwijzer, 26 jaren, weduwnaar van
B Haremaker eu M. T. de Buisonje, 23 jaren. W. Kemper, matroos
bij de marine, 36 jaren en E. Blinkhoff, 25 jaren, weduwe van J. van
Eijsden. F. M. Le Febvre, zeeman, 40 jaren, weduwnaar van E. Minke
en T. van der Wiele, 25 jaren, weduwe van H. A. de Brunsvelt. P.
van Eeten, werkman, 27 jaren, wonende te Anna Paulowna en T. Schager,
20 jaren. J. Kooij, aardewerker, 26 jaren, wonende te Anna Paulowna
en N. Schager, 22 jaren. P. Leijen, werkman, 29 jaren en A. Kooij,
25 jaren. L. Boers, zeilenmaker bij de marine, 30 jaren en J. Kouden-
burg, 23 jaren, wonende thans alhier en voor minder dan 6 maanden te
Vlieland.
GEHUWD: A. Slot en W. Jonker. H. Selderbeek en G. Heijdenrijk.
BEVALLEN: J. Sraeets geb. Knip, Z. S. S. Cohen geb. Groen, D.
A. M. Kcsteren geb. de Jonge Oudraat, Z. E. Paro geb. Vergragt, D.
J. D. M. Drabbe geb. Kool, D. A. Grin geb. Smit, D. A. Sip—
kens geb. de Wijn, Z. G. M. Mabieu geb. Cornelisse, D. W. Dok
geb. Enters, Z. C. J. Stecher geb. Holstijn, D. A. Schol geb. Jong-
kees, Z. T. Overkamp geb. Spigt, Z. M. Quast, Z. M. Steeman
geb. de Bell, Z. T. Biersteker geb. Meijer, Z. S. Moen geb. Kuiper, Z.
OVERLEDENC. Petersen, 76 jaren. J. A. Furst, 66 jaren. J.
van Haren, 3 maanden. M. M. Cornelisse, 20 jaren. P. Adriaanse,
76 jaren. L. La Plas, 30 jaren. Levenloos aangegeven 1.