NIEUWSTIJDINGEN.
t
het daarentegen eene echte mannentaal noemen, die wij van
het Dagblad niet altijd gewoon zijn. Het is echter voor den
liberaal van den echten stempel onverschillig, wie die woorden
zegt, welke ons zoo levendig herinneren aan onze voorvaderen
uit de 16e eeuw, aan wie Nederland zijn bestaan te danken
heeft. Wij kunnen dus die verschillende redenen niet begrijpen,
en durven er niet naar radenmaar wij vleijen ons, dat de
heer v. d. K. goed moge vinden, ze aan het publiek mede
te deelen. Dat publiek oordeelt soms zoo vreemd, en het is
toch onze taak het voortelichten, niet, het met een paar woorden
af te schepen.
De heer v. d. K. zegt verder: »Is onze verdediging onvol
doende, wat baat zij ons dan Wij wenschen in een volgend
nummer op die zaak terug te komen. Vooraf echter willen
wij reeds verklaren, dat wij zijne beschouwingswijze over
de verdediging van ons vaderland niet deelen, en dat zij ons
in sommige opzigten zeer onaangenaam heeft getroffen.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 10 Febr. 1871.
Gisteren avond hield de heer P. 11. Hugenholtz in het
lokaal Musis Sacrum alhier, eene populai wil zeggen
pedagogische verhandeling, waarin de spreker eene groote mate
van betrouwbaarheid aan den dag iegde met eenige dozijnen
geleerde mannen, die zich met opvoeding en onderwijs hebben
bezig gehouden van af de dagen der oudheid tot op onzen
tijd. De conclusie van deze hooggeleerde, of liever hoog-
wetenschappelijke verhandeling, was: een critiek op het
tegenwoordig onderwijs, hoofdzakelijk op dat der hoogere
burgerscholen.
Wij zullen het niet wagen den spreker op den voet te
volgen, veel minder hem een enkel punt te betwisten, uit
vrees met dit drooge onderwerp onze lezers te zullen vervelen.
Wij vragen alleen aan wien de schuld
Wat wij echter hopen, is, dat de geleerde schrijver deze zijne
studie over dit onderwerp, ter plaatsing moge inzenden aan
een tijdschrift voor onderwijzers of in de Gids, het zou daar
uitmuntend op zijn plaats zijn en wij zouden de kennismaking
aan ëlève-onderwijzers, bijzonder recommanderen, voor wie er
eenige nuttige lessen uit te putten zouden zijn en inzonder
heid er uit zouden kunnen leeren als ze het nog niet weten
dat zij meer het hartman het hoofd hunner leerlingen moe
ten bewerken.
De commissie veroorlove ons, dat wij haar den beleefden
•wensóh van eenige dames overbrengen, hierin bestaandeof
voortaan het onilerioerp der lezing voorafzoude mogen worden
geannonceerd.
De door de rederijkerskamer Olympia alhier aange
wende poging, tot ondersteuning van de nagelaten betrekkingen
der in de binnenhaven ongelukkig omgekomen ijszagers, is
zeer gelukkig geslaagd. Men raamt de netto opbrengst der
■op Woensdag en Donderdag gegeven voorstellingen op plus
minus f 400.
De heer P. Pinxter, le hulponderwijzer aan een der
gemeente scholen alhier, is benoemd tot hoofdonderwijzer
te Zwaag.
Blijkens een bij het departement van Marine ontvangen
berigt, is Zr. Ms. transportschip met stoomvermogen Java
onder bevel van den kapt.-luit. t/z. H. P. van Boneval Faure,
den 30 Dec. 11. aan de Kaap de Goede Hoop aangekomen.
Men schrijft ons van Texel:
Maandag avond jl. gaven een zevental leden der sociëteit
Neplunvs te Oude Schild eene tooneelvoorstelling- Dat men
goede verwachtingen koesterde, bewees de opkomst. De zaal
van de "Zeven Provinciën" was eivol. Met het meeste succes
en den levendigsten bijval werden achtereenvolgens opgevoerd
1. Femand de Speler. 2. Bet Spook le middernachtsuur en
3. Lene de emanicipatie. De heereti die deze voorstelling
gaven, hadden daaraan tevens een edel doel verbonden.
Dingsdag 14 Febr. zal te Oude Schild, in het gebouw
van deu heer W. Hillenius weder eene volksvoorlezing ge
houden worden.
Jl. Maandag hield het departement Texel der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen zijne gewone vergadering met dames.
Ais spreker trad op, de heer dr. J. Ensing, terwijl eene bij
drage werd geleverd door den heer Muller.
Blijkens een bij het departement van marine ontvangen
telegram is het koloniale stoom vaartuig Argusonder bevel
van den luitenant ter zee der 1ste klasse P. J. vau Rosen-
wald, den lsten dezer te Batavia aangekomen. Aaa boord
was alles wel.
Ook noemt men thans als leden van de commissie, die
de uitwerking vau het geschut om en in Parijs zal gaan
bestuderen, den luit.-kol. Sickinge van den staf, en de majoor
F'oltszchue van de genie, kommandant van de 5e Stelling
(Helder). Tevens wordt vermeldt, dat de heeren Sluiter en
van de Spiegel der artillerie, zich op eigeD kosten bij de
commissie hebben aangesloten.
Men seint uit Batavia 6 Febr. liet Ned. schip Dage
raad, kapt. F. H. vau Striemen, beladen voor de Ned. Han
delmaatschappij, van Birkenhead naar Sourabaija, is aan de
kust van Madura gebleven. Eene stoomboot is ter assistentie
afgezonden. Het volk is gered.
Van llio wordt gemeld, dat aan boord van de Hol-
landsche brik llosinanleten anker liggende voor Humaïta,
een bom is gesprongen, die door de kajuit vloog en bij den
achtersteven uitkwam- Van den kapitein en een passagier,
die in de kajuit waren, en van een matroos, die ziek in een
hut op het dek lag, is geen spoor teruggevonden.
De aandacht vaD het publiek verdient in hooge mate
gevestigd te worden op de pokziekte die meer en meer om
zich heengrijpt, zegt de Dailg Telegraph. 't Is eene vreeselijke
calamiteit, te vreeselijker omd'at men' als 't ware het middel
in de hand heeft om de ziekte zoo al niet te voorkomen, dan
toch zeer te wijzigen. Als de wonderbare ontdekking van dr.
Jenner in ruimer mate was toegepast, dan zouden wij van de
pokken ontslagen zijn. In Engeland nam de ziekte van jaar
tot jaar af, in Ierland verdween zij geheel en al. Hoe talrijk
was het aantal slagtoffers, dat vroeger door die verschrik
kelijke ziekte ten grave werd gesleept. In Londen stierven
bijv. in 1799 alleen aan pokken 23,000 personen, en men
moet een ziekbed van een poklijder hebben bijgewoond, om
te weten wat en hoe de bevolking van Londen in dat jaar
geleden heeft; want het aantal der aangetaste was n atuurlijk
veel grooter dan dat der sterften. Doch ziet daar doet
dr. Jenner in 1800 zijn ontdekking. De ziekte, die jaar op
jaar woedde, neemt af zoodat het sterfgetal in 1819
8ÜU0 bedroeg. Men ging met vaccineren voort en de sterfte-
statistiek wees steeds betere resultaten in 18-19 stierven er
slechts 4000 in Londen ten gevolge van deze epidemie. Hierbij
vergete men natuurlijk niet dat de bevolking van de metropolis
middelerwijl aanzienlijk was toegenomen. Die cijfers spreken
zo zijn welsprekender dan het welsprekendste betoog. Het
menschelijk geslacht is dr. Jenner grooten, zeer grooten dank
schuldig.
Vóórdat hij die heilzame ontdekking deed, stierf er in En
geland 1 van de 10 menschen aan pokken. Die verhouding
is thans aanzienlijk verminderd, maar zij kon nog gunstiger
zijn. Vooroordeel en dweepzucht voeden nog altijd die epi
demie. Men werpe slechts een blik op de politie-rapporten,
om te zien hoe velen zich nog verzetten tegen de vaccinatie,
altijd in de meening dat zij een Gode gevallig werk doen.
Db Telegraph nu wil, dat de armen en dweepers niet alleen
in hun eigen belang, maar ook in dat van 't algemeen, ge
dwongen zullen worden zich te laten vaccineren, en dat men
zich niet storen moet aan godsdienstige bezwaren of h°t ge
voelen dat met de inenting op de kinderen allerlei ziekten
worden geënt. Is men toegeeflijk, dan zal op nieuw de epi
demie krachtig om zich heengrijpen reeds nu wijst de sta
tistiek, op 28 Januarij aan dat er op dat oogeriblik 1010 waren
aangetast dat is het gevolg van den kruistogt tegen de
vaccinatieen het feit dat er van de gevaccineerden 7 eD van
de niet gevaccineerden 43 percent sterven, doet de oogen nog
niet opengaan. Het blad dringt voorts nog op krachtige maat
regelen aan, om de verspreiding der ziekte tegen te gaan, en
het vraagt teo slotte waartoe eene gezondheids-commissie dient,
als zij zich niet krachtig doet gelden.
Men schrijft uit Antwerpen 6 Februarij.
Gistereu heeft in dezen haven een zonderlinge opschudding plaats gehad,
de Engelsche stoombooten „Trideut," kapt. "Wake, en de „Zebra," kapt.
Bibbing, met stukgoederen in dezen haven van Louden aangekomen, werden
door de havenpolitie hunnen ligplaatsen aangewezen, doch kapt. Wake hier
mede niet tevreden, nam een der stijgers van de vau Dijckkaai tot ligplaats
die voor de „Zebra" bestemd was.
Op herbaalde aanzegging van wege de havenpolitie, bleef de kapitein vol
komen weigeren te verhalen, waardoor men genoodzaakt werd de meertrosseu
te kappen, daarop liet de kapitein de kettingen te voorschijn halen, om
daarmede zijn schip vast te leggeu, eu toen men ook dezen wilde los wer
pen, gaf hij bevel om met de stoompomp kokend en vuil water op de over
heden te spuïteu, dit gebeurde.
Ongeveer twee uren duurden dit schouwspel, zonder de kapitein reden
wilde verstaan of aao het reglement toe geven, hecsch zelf zijn vlag op en
gaf aan zijne cquipagie orders de messen te trekken zoo iemand zich ver
stoutte aau boord te komen.
Intussclien was een aanzienlijke menschenmassa bijeen gekomen om oogge
tuige vau dit schouwspel te zijn cn ook verscheen inmiddels de stads-over-
heden en de Engelsche consul, die na langen tijd wachtens, eindelijk er in
slaagden, de woedende kapitein over te halen, om aan het reglement gevolg
te geven en de orders op te volgen; de Zebra die nog steeds wachtende
was om op de aangewezen plaats te meren, bekwam daardoor belangrijke
averij. Van een en ander is tegen kapitein Wake procesverbaal opgemaakt.
OOKELOGU^BERIfSTEiV.
De Duitsche troepen zullen 's ochtends van den 20sten
dezer, hetzij als vrienden ot als overwinnaars, naarmate de
Nationale Vergadering beslissen zal, Parijs binnentrekken.
Het geheele belegeringsleger zal door den Are de Triomphe
en van daar langs de Avenue du génóral Uhrich, de Rue de
Rivoii en de Rue St. Antoine zijn intogt doen. De huizen
aan beide kanten dier wegen zullen bij deze gelegenheid ont
ruimd en door de Duitschers bezet worden.
Men schrijft aan den keizer van Duitscbland het voornemen
toe, om eenige dagen te Parijs te blijven, waar hij zijn intrek
op de Tuilerien zou nemen.
De Times maakt melding van geruchten betreffende het
verdagen van de verkiezingen in Frankrijk en het verlengen
van den wapenstilstand.
Hetzelfde blad bevestigd het berigt, dat Duitschland be
sloten is om den Elzas en Lotharingen te annexeren. Het
blad is van oordeel dat tegenover die vordering aan grond
gebied, de eischen in geld, ook uit aanmerking van den toestand
waarin de Fransche schatkist verkeerd, matig behooren te zijn.