HELDERSCHE COURANT.
Jïteuros-- en
<flÖoerientte--6fnÖ.
Woensdag
26 April.
Jïo. 1035.
Elfde Jaargang.
1871.
(©fidËcï gcbedtc.
Bekendmaking.
JDict-njficiëeï gcöccïte.
Het Liberalisme en de Revolutie
te Parijs.
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden. 1.00
Franco per post 1.25
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Ad verten tien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertentiën intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dog vroeger.
Uitgever S. GILT J ES.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER maakt, ter
VOORKOMING VAN ONGELUKKEN, aan de ingezetenen
bekenddat de practische Schietoefeningen op de Hors, met
het geschut van Zr. Ms. oefeningsvaartuig VULKAAN weder
op den eersten Mei eerstkomende zullen aanvangen.
Telkens voor den aanvang van de oefeningen zal van ge
noemd vaartuig een los schot worden gedaan, en eene roode
vlag aan den voortop worden geheschen, en zal de Hors als
dan voor vaartuigen, personen en vee, in de rigting van de
door piketpalen gemerkte Schootslijn, tot op 4000 meter, van
afpaal 0 onveilig zijn. Bij het eindigen der schietoefeningen
wordt de roode vlag ingehaald.
Verder wordt in herinnering gebragt, dat het verboden is
de projectielen en verdere materialen welke op gemelde plaats
liggen, op te zoeken en zich toe te eigenen, zullende deze
handelwijze worden beschouwd als ontvreemding van 's Rijks
goederen en degenen die zich onverhoopt hieraan mogten
schuldig maken, als zoodanig worden vervolgd.
Helder, De Burgemeester voornoemd.
22 April 1871. STAKMAN BOSSE.
De stembus-historie is wederom in aantogt. Het schijnt,
dat wij op nieuw eenige comedies zullen zien opvoeren, waar
van de rollen reeds verdeeld worden. De ultramontaansche
bladen en hunne doublurehet Haagsche Dagblad, beginnen
reeds de ouverture, en hebben tot thema gekozen »de revo
lutie in Parijs is een gevolg van het liberalisme." De liberalen,
die van Nederland natuurlijk niet uitgezonderd, hebben dus,
zij het dan ook slechts in de verte, mede schuld aan de ver
schrikkelijke tooneelen, die in Parijs voorvallen. Is het niet
ijzingwekkend Dat hadt gij nimmer gedacht, gij liberalen,
die u verbeeldet, dat uwe rigting het geluk der maatschappij
moest bevorderen, dat juist die rigting zoovelen diep rampzalig
zou maken door de verschrikkingen van een burgeroorlog
Waarom niet gedaan als zeker dagbladschrijver, die bij tijds
zijn liberalen rok aan den kapstok hing, daardoor het geluk
verwierf zijne beurs conservatief te maken, en nu ten minste
niet de wroeging te vreezen heeft medepligtig te zijn aan de
roode republiek in Frankrijk. Welligt is het echter nog tijd
u te bekeeren. Gij kunt het best uw berouw toonen, door
vooral niet uwe stem uittebrengen op een liberaal, maar op
een echt conservatief, of een ultramontaan, dus op een volbloed
anti-liberaal. Wanneer gij dat doet, zouden wij u bijna durven
verzekeren, dat de Tijd- en Dagbladmannen u absolutie zullen
geven, en u weder in genade aannemen. Maar doet gij het
niet blijft gij in dat verfoeijelijke, roode-republiekachtige li
beralisme volharden wie weet, wat u dan nog te wachten staat!
Doch laat ons ernstiger spreken. De Arnb. Ct. moge het
als de wijste partij beschouwen, om die betoogen te lagchen,
en er zich verder niet mede in te laten het laatste kunnen
wij niet heheel toegeven. De dagbladschrijver heeft tot roeping:
zijne lezers, ook de minkundigen, voortelichten, en dat kan
met lagchen alleen niet geschieden. Wij vinden het daarom
niet ongepast, de zaak een weinig nader te beschouwen.
Het is met die woorden liberaal en conservatief wonderlijk
gesteld: bijna niemand is in staat, daarvan eene juiste bepaling
te geven. Terwijl zij soms lijnregt tegenover elkander staan,
zijn omgekeerd de grenzen vaak bijna onmerkbaar. Het is
zelfs niet zonder voorbeeld, dat omstandigheden of eigen belang
den liberaal zeer conservatief doen handelen, of omgekeerd.
Laten wij echter die afwijkingen of overdrijvingen buiten re
kening, dan zullen de uitwerkingen der beide rigtingen toch
ongetwijfeld zeer verschillend zijn, en van welke wij de beste
vruchten verwachten, is vaak genoeg in ons blad aangetoond.
Met de ultramontaansche rigting is het echter geheel anders
gesteld: deze behoort eigenlijk in Nederland niet tehuis, en zal
er zeker nooit nationaal worden. Hoe het dus mogelijk is, dat
een zich noemend conservatief blad de insinuaties van die partij
gretig opvangt, om daardoor de liberale rigting, die althans
niet minder nationaal is in Nederland, dan de conservatieve,
te honen, zouden wij niet kunnen begrijpen, indien wij niet
aan de stembus dachten, waarbij die twee partijen de hoop
voeden, elkander te ondersteunen, om hun doel te bereiken,
hetgeen toch niet zal verhinderen, dat zij elkander later be-
nadeelen, zooveel zij kunnen. Want kan dat wel anders De
conservatieve partij zoekt aan het bewind te komen. Dan eerst
zou alles goed gaan in 's rijks schatkist nooit gebrek geen
ziekte meer onder het veede kinderziekte zou dan welligt
ook spoedig verdwijnen. Nu gaat alles verkeerd de ministers
deugen nietde liberalen maken alles op en de beesten worden
ziek. Ook de ultramontanen rusten niet, voor zij den boventoon
ook in Nederland, zullen verkregen hebben, waaruit waar
schijnlijk zal volgen, dat zij, even als de Joodsche Wandelaar
nooit rust zullen krijgen. Die duivelsche liberalen evenwel
staan beiden in den weg en ziedaar de band, die hen ver
bindt zij moeten eerst weg, even als het Parijsche gepeupel.
Doch gesteld nu, dat een der beide partijen haar doel bereikte,
(want beiden is geheel onmogelijk) wat dan Is deze onze
veronderstelling gegrond, waaraan wij niet twijfelen, dan is
zij reeds voldoende, om beide rigtingen te karakteriseren.
In één opzigt verwondert ons echter de houding der con
servatieve bladen minder, dan die der ultramontanen. Deze
behoorden althans niet te vergeten, hoeveel zij aan het Ne-
derlandsche liberalisme te danken hebben. Of hebben zij de
geschiedenis geheel vergeten Genieten zij niet als burgers
in alle opzigten dezelfde regten als ieder ander Wie ver
hindert hen in de uitoefening hunner godsdienstige en maat
schappelijke pligten Worden hunne belangen minder be
schermd Zijn zij van eenig voorregt uitgesloten En zou
dat alles niet anders kunnen zijn, indien het liberalisme in
Nederland minder heerschende was, dan nu het geval is? Het
is waar, de staatkunde bemoeit zich weinig met dankbaarheid;
maar eene partij, die zoo gaarne vóór allen en boven allen den
naam van godsdienstig voeren wil, moest ten minste het woord
billijkheid niet zoo geheel vergeten.
Wij kunnen bovendien bezwaarlijk aannemen, dat die bladen
zeiven geloof slaan aan hetgeen zij beweren, wanneer zij,
hetgeen te Parijs geschiedt, toeschrijven aan het geleidelijk
uitwerken der liberale beginselen maar juist dkt bewijst ons
te meer, dat het doei enkel is, op de verkiezingen te werken.
Dat het Parijsche gepeupel deze of gene liberale stelling op
hoogen toon uitbazuint, en daarvan eene toepassing maakt,
die op diefstal en moord uitloopt, zal toch wel niet als een
bewijs kunnen gelden, dat het liberalisme diefstal en moord
predikt. Wanneer wij uit de dweepzucht, welke den Bartho-
lomeusnacht en de Inquisitie met hare foltertuigen te voor
schijn riep, wilden besluiten, dat het katholicisme geleidelijk
tot die schandelijkheden moet voeren, zouden wij voorzeker
eene zeer verkeerde gevolgtrekking maken, en wij gelooven,
dat de bovengenoemde gevolgtrekking daarmede volkomen
gelijk staat.
Wanneer wij echter lezen »dat er zelfs in Nederland lie
den zijn die openlijk het Parijsche schrikbewind hulde bie
den, en de overwinning van dat bewind zouden toejuichen
dan willen wij dat niet regtstreeks eene onwaarheid noemen,
want dat klinkt wel wat hard en onfatsoenlijkook komt
welligt die schrijvermeer dan wij met krankzinnigen in
aanrakingmaar zoolang wij dat niet van een verstandig
mensch hooren, schamen wij ons niet onder de Nederlandsche
liberalen te worden gerekendivel zouden wij ons schamen
tot eene partij te behooren, welke in zulke bewoordingen durft
spreken over zijne landgenooten. Doch wij vergissen ons
de landgenooten der ultramontanen wonen niet in Nederland.
Als zy verder beweren »dat de revolutie niets anders is
dan het liberalismedan moeten wij toch bekennen, dat zij