HELDERSGHE COURANT. Jiicuiu.s- en Zaturdag <flÖoertentie--6faÖ. 6 Mei. Elfde Jaargang. Mr. Ch. BOSCH REITZ. Een Spiegelgevecht. Jfp. 1058. 1871. Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden. 1.00 Franco per post a n 1.25 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco. De prijs der Adtertentien van 1—4 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken minstons een dag vroegen. Uitgever S. GILTJES. Bij de verkiezing van een lid voor de Provinciale Statendie op Dingsdag 9 Mei ■Si a. s. alhier zal plaats hebben, schijnt deze keer geen //groote strijd" te zullen worden gevoerd. Het is te voorzien, dat, zoo niet met algemeene stemmen, toch met eene overgroote meerderheid de herkiezing zal plaats hebben van den heer Wij houden ons zoo zeer overtuigd, dat de goede eigen schappen van den heer BOSCH REITZ, voor die betrekking, zoo algemeen bij de kiezers bekend zijn, dat wij ieder woord tot aanbeveling overbodig achten. De dagbladen zijn wezentlijk tegenwoordig niet onaardig; zij zijn vol afwisseling en bieden overvloed van stof tot op merkingen en gevolgtrekkingen, die ons nog al eenig licht geven in het oordeelen over de verschillende partijenmaar als contrast disschen zij ons soms een kost op, zoo flaauw, zóó weinig versch, dat wij met dubbel verlangen naar iets hartigs beginnen uit te zien. De begrooting heeft in de Tweede Kamer aan velen weder eene gewenschte gelegenheid gegeven, om hun hart eens uit te storten, en aan hunne kiezers te bewijzen, dat zij ferme kamerleden zijn, wel degelijk waax-dig, om herkozen te worden Sommigen hebben veelzeek veel gesproken, en in weerwil daarvan spraken enkelen zelfs zeer goed. Anderen spraken minder uitvoerig hun gevoelen uit; ofschoon er daaronder waren, die even goed hadden kunnen zwijgen, toch zouden wij de ronde taal van eenigen niet gaarne gemist hebben. Wij hebben redevoeringen gelezen van liberalen, (ja zelfs van een geavanceerd liberaal), van verschillend geschakeerde con servatieven, en van de ministers. Allerlei onderwerpen werden behandeld het defensie wezen, de census, de belastingen, bet onderwijs, coalitien, annexatie, de Parijsche revolutie, ja zelfs de vendóme-zuil, hoe vreemd dat ook in eene Nederlandsche Tweede Kamer moge klinken. En daarbij welk een verschillen de wijze van voordragt! Ernst en luim, ironie en eenvoud, gemoe delijkheid en spotternij, vinnigheid en humaniteit, afgepast heid en bombast, opgewondenheid en kalmte; alles vinden wij vertegenwoordigd in de speeches der kamerleden en mi nisters, over hetgeen bij de begrootingstoelichtingen is gezegd en gezwegenwat had hunnen en wat had moeten gezegd worden, wat wij van onze regering te hopen, te wachten, te vreezen hebben, of Nederland kans heeft vrij te blijven of Pruisisch, te worden. En eindelijk, welk een scherpzinnigheid De leden begrijpen elkander terstond, zelfs zonder dat zij gesproken hebbenwanneer b. v. over eenig onderwerp een der ministersof een liberaal lid niets zegt, dan weet de conservatief toch terstond, wat zij daarbij denken, wat zij voornemens zijn, wat zij hadden kunnen zeggen, indien zij niet gezwegen haddenen waarom zij gezwegen hebben. Waarlijk, aan afwisseling ontbreekt bet niet, niettegenstaande sommige leden, zoo als de heer Saaijmans Vader en anderen zich slechts weinig hebben laten hooren. Wij meenen dus niet te veel te zeggen, als wij ons ver zekerd houden, dat velen met ons die spiegelgevechten vrij onderhoudend hebben gevonden. Wij kunnen toch aan de gevoerde debatten geen beter naam geven. Maar evenzeer al3 de spiegelgevechten hun nut hebben, en ons over de kracht en behendigheid der strijders leeren oordeelenevenzeer noe men wij die debatten niet enkel onderhoudend, maar ook nuttig voor den burger, die belang stelt in zaken, die voor het vaderland de gewigtigste gevolgen kunnen hebben. Daar om wenschen wij onze lezers op enkele punten te wijzen, die, naar ons oordeel, hunne aandacht dubbel waardig zijn. Wij hebben echter geen plan den geheelen gang der zittingen te volgen, om niet al te vervelend te worden. De ministers, vooral die van Binnenlandsche Zaken, werden als naar gewoonte van alle zijden aangevallen, in de eerste plaats over hetgeen zij hadden gezwegen. Het hevigst door de conservatieven (want de redevoering van den heer van Houten komt ons nog altijd voor, als eigenlijk niet zoo kwaad gemeend, als zij schijnt). Van die partij vinden wij dat zeer natuurlijk. Wie veel spreekt, zegt ligter iets, dat door zijne tegenstanders kan geëxploiteerd worden, dan die weinig spreekt, en juist diit hebben dezen zoo noodig. Wanneer toch een minister niet meer belooft dan hij vervullen kan, en die be lofte uitdrukt op gepaste wijze, geheel in overeenstemming met zijne i*oepingwat valt daarover dan nog te zeggen En men is daar toch bijeen, om zich te doen hooren, vooral daar de kiezers de verslagen ook lezen. Men kan dan b. v. niet eens zeggen gij belooft te veel en daarom vertrouwen wij uwe belofte nietof vroeger hebt gij in een anderen geest gesprokenofuw stelsel is gevaarlijk, want het is dit of het is dat, of het zal het vaderland in gevaar brengen; of: gij schendt de regten eener aanzienlijke minderheid, in ée'n woord, men heeft geen gelegenheid, om door taalzifterij, of verkeerde opvattingen, zijne stem te laten hooren en dat wordt vervelend, als men gaarne door zijne kiezers zou worden toegejuicht. Wel had diezelfde aanval ook plaats van de zijde der libe ralen, doch zij kunnen de bovengenoemde redenen niet gehad hebben, zoodat men wel niet anders kan denken, dan dat zij de te groote reserve der Ministers werkelijk nadeelig achten voor een geregelden gang van zaken, en in hoeverre zij daarin regt hebben, willen wij liever niet beslissen. Zonder echter dat weinig spreken te willen regtvaardigen, dat de heer Tor- becke heeft getoond zeer goed zelf te kunnen doen, moeten wij toch bekennen, dat wij er het groote nadeel niet van kunnen inzien, dewijl wij vroeger wel eens hebben opgemerkt, dat schoone programma's en plannen niet altijd door vele schitterende daden werden gevolgd. De beantwoording van den heer Thorbecke, wij herhalen het, was zoo degelijk, als wij die van hem mogten verwachten. Het is waar, de teleurgestelde conservatieven noemen haar hoogartigontwijkendeen bewijs van verlegenheiden wat niet al. Maar het is de vraag, of hij anders had hunnen antwoorden, zonder, zoo als hij teregt heeft gezegd, mede te werken, om de Kamer, wier taak hooger is, te doen ontaarden in eene Debating-clubof om in een uiteenzetting van onderwerpen te komen, die later aan de orde worden gesteld-. Zijne tegenstanders mogen dat nu een middel noemen, om zich uit de verlegenheid te redden, wij vragen in gemoede elk nadenkend mensehzijn die woorden niet in den volsten zin waarheid Zoo ja, laat ons dan liever zijne daden af wachten, dan hem verkeerde bedoelingen toe te dichten, gelijk sommigen zich vermeten. Het zou bijna een wonder zijn geweest, indien bij die aan vallen niet ook het lager ouderwijs ware aangevoerd. Wij lazen wederom allerlei argumenten (behalve nieuweom te bewijzen, dat de openbare school in strijd is met de regten van een aantal burgers, dat zij de bijzondere school verdringt, dat zij, in het oog van velen, alle godsdienst vernietigt. Het scheelde zelfs niet veel, of de openbare school werd beweerd Nederland in gevaar te brengen, Pruisisch te wordeD, of eene revolutie als die van Parijs in ons vaderland mogelijk te maken. Hoe vreeselijk 1 Het ontbrak echter hier niet aan leden, die den heer van Lijnden deden gevoelen, dat hij zoo wat h la van Houten op effect scheen te werken, want dat juist het op de school brengen van godsdienst-onderwijs met de vx'ijheid het meest in strijd is. Wat helpen evenwel redeneringen tegen hen, die. van dat alles evenzeer overtuigd zijn, maar niet anders kunnen spreken, willen zij hun doel (dat wij nader hopen aan te wijzen) niet geheel onbereikbaar maken Daax-om juist begreep de heer Thorbecke zijue roeping volkomen, toen hij volstrekt niet in beschouwingen trad over de gemoedsbe zwaren van den heer vanLijntJenvan Wassenaar en anderen, maar hun verzocht het initiatief te nemen, met de blijkbaar in opregtheid afgelegde verzekering, dat hij zich bereid ver klaarde mede te werken tot verbetering, onder voorwaarde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 1