HELDERSGHS COURANT.
Zaturdag
27 Mei.
M 1044.
Elfde Jaargang.
1871.
Jtteuros- en flUoertentie--6faÖ.
Bekendmaking.
Jgict-nfficicel gctalte.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden. 1.00
Franco per post 1.25
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post-*
directeuren. Brieven franco.
De prijs der Advertentien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertenticn intezenden.
Ingezonden stukken minstens cén dag vroeger.
Uitgever S. G IL T J E S.
<$ffiuë£Ï ge&edt*.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
HELDER brengen ter kennis van de ingezetenen, dat tot
tegenschatters voor de belasting op het personeel voor het
dienstjaar 1871/1872 zijn benoemd de heeren L. J. KASSIES
en G. KOOTER.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 22 Mei 1871. L. VERHEY, Secretaris.
Helder, Nienwediep, Willemsoord, enz., 26 Mei 1871.
Dingsdag avond heeft hier een ongeval plaats gehaddat
treurige gevolgen had kunnen hebben.
Een jongeling, bezig zijnde in het Heldersche kanaal bij
de Nieuwstad een vaartuig voort te boomen, brak de boom
en viel te water. Zijn makker die voor de lijn liep, het
ongeluk bespeurende, riep om hulp. Terstond schoten een
menigte menschen toe, zonder dat iemand den moed had den
drenkeling, die in de diepte was verdwenen te hulp te komen,
tot ook de kwartiermeester der marine Vroom aankwam,
het onheil vernam en onmiddelijk te water dook. In angstige
spanning staart de menigte dit tooneel aan, tot na eenige
oogenblikken redder en geredde zich weder op de oppervlakte
van het water vertoonden. Een vreugdegalm deed zich hooren
en de moedige zeeman mogt de zelfvoldoening smakem een
menschenleven te hebben
Gisteren heeft bij de directie der Marine alhier de
aanbesteding plaats gehad van het voor 's Rijks dienst afge
keurde schroefstoomschip Dommel. Ingekomen 7 inschrij-
vingsbilletten, als van de heeren: A. Vos f1500., Gebr.
Janzen f1450., P. Spruijt f.1428.P. Verhey f1374-., P.
Boon f1310., Gebr. Klein f 1298., Gebr. Moorman f 1270.
De minister van Marine brengt ter kennis van de be
langhebbenden, dat tengevolge van het heerschen der cholera
in Turkije en aan de Zwarte Zee de toepassing van quaran
taine-maatregelen is bevolen, niet alleen op de schepen komende
van Turkije, maar ook op die, welke eenige haven van de
Zwarte Zee of hare zeeboezems na den lOn Mei 1871 ver
laten hebben.
In het belang der scheepvaart op de Witte Zee wordt
ter algemeene kennis gebragtdatblijkens een telegram
uit Archangel van 14 dezer, het ijs op de Dwina is begon
nen te breken, en men mag aannemen dat de Witte Zee
binnen drie weken bevaarbaar zal zijti.
Men schrijft uit Amsterdam, 23 Mei. Aangaande het
Nederl. schip Ternatekapt. T. Cars Tz., den 9 November
van Batavia naar Botterdam vertrokken, heeft men sedert
niets vernomen.
Aangaande de Willem III leest men nog het volgende:
De ongelukkige passagiers spoedden zich het eerst naar hun
natuurlijken beschermer, den Nederlandschen consul, den heer
van den Berg.
Deze vond men uiterst mild in betuigingen vau deelneming,
maar waar 't aankwam op hulpverleening, beriep hij zich op
den Zaturdag en den daarop volgenden Zondag en op zijn
zoon, die niet thuis was.
Geen penning was voor de berooide schipbreukelingen uit
zijn kas te halen. De man moest eerst telegraferen omtrent
de solvabiliteit zijner geldvragers. Een der passagiers bood
zijn gouden horologie tot pand aan voor eenig geld, om zijne
moeder te telegraferen. Onverbiddelijk De consul had
alleen de goedheid een bankbillet van een der passagiers groot
f 100. in te wisselen tegen negentig gulden. Zoo'n man
houdt de waardigheid van ons land met eere op.
De Times verhaalt dat het stoomschip Willem III,
zoo als het nu op de Spitshoals ligt, een allervreemdsoortigst
voorkomen heeft. Alle houtwerk van voor- tot achtersteven
en van verschansing tot kiel is totaal weggebrand, zoodat de
romp op een ijzeren kreupelbosch gelijkt. De ijzeren dek-
balken zijn zoodanig getrokken, gebroken en doorgezet, dat
men zou waneD, dat er in het schip een vulkaan werkzaam
ware geweest.
Hoe de brand is ontstaan weet nog niemand. Het gerucht
dat de ramp toe te schrijven zou zijn aan het onbekleed laten
van een stoomleidbuis, die door de afgeschoten localen liep,
kan men slechts als een losse gissing naar de oorzaak be
schouwen. Alleen door een officieel onderzoek is het mogelijk
iets meer van het ontstaan van dat ongeluk te weten te komen.
Dat de brand door eeu warme stoomleidbuis veroorzaakt
is geworden, kan intusschen moeijelijk aangenomen worden.
Naar berigt werd, stookte de Willem III 60 pond stoom,
dat is 5 atmospheren. Deze stoom heeft een temperatuur van
153° C. Gesteld dat men den stoom oververhitte, ofschoon dat
niet zoo veel kan geweest zijn, daar anders de machine te veel
lijdt. Neem aan het maximum 30 a 40° C., welnu dan
krijgt men nog geen 200° C. en bij die temperatuur geraakt
liet hout niet in brand.
Het heeft Z. M. den koning behaagd de zilveren eere
medaille toe te kennen aan de heeren gezagvoerders L. W.
van Rijn van Alkemade en A. van Marion, en zulks ten blijke
van waardering van den ijver, waarmede door hen sedert een
geruim aantal jaren de belangen van wetenschap en zeevaart
zijn bevorderd.
Naar men verneemt hebben zich 33 kweekelingen aan
gemeld tot deelneming aan het vergelijkend examen voor 9
plaatsen als aspirant-landmeter bij het kadaster, dat den 19
Juuij e. k. onder voorzitterschap van den heer A. Bevers,
ingenieur-verificateur van het kadaster aan het Departement
van Financiën, te 's Gravenhage zal plaats hebben.
Maandag heeft te Arnhem een hoogst treurig ongeluk
plaats gehad. Een der officieren van een aldaar in garnizoen
liggend regement, met een paar vrienden op zijne kamer zijnde,
sprak met deze over het schijfschieten, waaraan hij dien morgen
had deelgenomen, en terwijl hij zijn revolver werktuigelijk
hanteerde, ging een schot af, dat hem onder het hart trof.
Hij stortte neder met de woorden //Ik wist niet dat het
geladen was !M Later herhaalde hij nog, toen men hem te
bed had gelegd en geneeskundige hulp had ingeroepen "Moest
deze avond zoo eindigen zoodat niet aan eenig opzet kan
gedacht worden. De wond schijnt zeer ernstig.
Maandag ochtend zond de heer S., aannemer van een
gedeelte der spoorweg- en kanaal werken op Walcheren, te
Nieuw- en St. Joostland woonachtig, een zijner bedienden met
eene som van f 2244.naar een kantoor te Middelburg,
tot het betalen van een wissel. In plaats van daaraan te
voldoen, is die persoon met die gelden spoorloos verdwenen;
alle door de regterlijke autoriteiten onmiddelijk in het werk
gestelde pogingen, om zijn verblijf te ontdekken, zijn tot nog
toe vruchteloos gebleven.