HELDERSC
COURANT.
Jïteums-- en
Woensdag
«flööertentie-öfaD.
31 Mei.
M 1045.
Elfde Jaargang.
1871.
De aanstaande
de Tweede Kamer,
verkiezingen voor
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden. 1.00
Franco per post n 1.25
Men abonneert zich bij allo Boekhandelaren eu Post
directeuren. Brieven franco.
Dc prijs der Adveetentien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Ccuten.
Vóór des Diugsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertentiën intezenden.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Uitgever S. G IL T J E S.
(HGEZOIDEffi.)
De tweede Dinsdag in de maand Juni is door de wet aan
gewezen als de dag, waarop de verkiezing plaats heeft van
de helft der leden van de Tweede Kamer, die om de twee
jaren aftreedt. Op dien tweeden Dinsdag in dit jaar zullen
de Nederlandsche kiezers tot dit belangrijk werk. overgaan.
Zij zulllen. beslissen over de samenstelling van de invloedrijk
ste, de machtigste der beide Kamers onzer Staten-Generaal,
en daardoor bepalen, in welke richting gedurende de twee
volgende jaren geregeerd zal worden. Begrijpen de kiezers
het gewicht der zaak, de groote verantwoordelijkheid die op
hen rust
Herhaaldelijk wordt er geklaagd over de betrekkelijk geringe
vruchten van de werkzaamheden der Kamers, over de vele
onderwerpen die niet geregeld, de belangrijke zaken die niet
afgedaan worden, over eindelooze redevoeringen, telkens her
haald met een ijver en uitvoerigheid, alsof de'zaak die het
betreft voor het eerst eens grondig en nauwgezet werd be
handeld. Die klachten zijn zeker niet ongegrond, maar aan
wie de schuld Ligt die niet voor een zeer groot gedeelte
bij de kiezers? Is het kwaad niet te wijten aan hun geringe
belangstelling, aan de omstandigheid dat zij zich te weinig
rekenschap geven van hunne keuze Daarbij toch wordt dik
wijls op allerlei zaken gelet, behalve op de hoofdzaak. Kan er
goed en vlug werk verwacht worden, als er zoo omstreeks een
gelijk getal leden van tegenovergestelde richting naar de
Tweede Kamer wordt gezonden Kan de Kamer met haren
arbeid vorderen, als de kiezers personen tot hare leden be
noemen, wier eenig doel ishet regeeren onmogelijk te maken
en het ministerie omver te werpen
Thans is een Ministerie met de leiding der zaken belast,
dat over het algemeen veel vertrouwen geniet, en door de
meerderheid in de Kamer wordt gesteund. Het is dus te
verwachten, dat onder dit Ministerie veel tot stand gebracht,
veel beslist, veel gedaan zal worden. Zelfs politieke tegen
standers kunnen dit niet ontkennen. Wij hebben het dezer
dagen bij de behandeling der staatsbegrooting gehoord. Zoo
bracht de heer van Wassenaar Catwijk ondubbelzinnige
hulde aan de groote kunde van den voorzittenden Ministerden
heer Thorbecke. De heer Bichon van IJsselmonde begon
zijn rede op 24 April 11. met deze woorden "Mijnheer de
Voorzitter, ofschoon niet behoorende tot de politieke vrienden
der oude kennissen, waarvan de Minister van Binnenlandsche
Zaken onlangs gewaagd heeft, meen ik mij evenwel tb
mogen rangschikken onder degenen, die de optreding
van dit Kabinet met zijn eminent hoofd, den Minister
vAXr Binnenlandsche Zaken, niet zonder genoegen heb
ben gezien. Het Ministerie dat vooraf en voorbij is gegaan,
en dat ik mij veroorloofd heb te noemen een Ministerie van
afbreken, is vervangen door een Kabinet, zoo ik hoop, van
opbodwen."
Waar zelfs tegenstanders zoo spreken, is er reden om te
gelooven, dat de ondersteuning van het tegenwoordige Minis
terie inderdaad in het welbegrepen belang des vaderlands is.
Wilt gij dat er eindelijk een einde komt aan het onophoude
lijk redekavelen, aan het tot vervelens toe opwarmen der oude
geschillen, aan het tijdroovend tegenstribbelen en verlammend
verzet, wilt gij dat er eindelijk iets gedaan wordt, steunt dan
dit Ministerie, Kiezers, en geeft uwe stemmen aan de man
nen, van wier beginselen gij kunt verwachten, dat zij het in
zijn arbeid zullen bijstaan en voorthelpen.
Gij, kiezers in het hoofdkiesdistrict Alkmaar, kunt dit doen
door met glansrijke meerderheid te herkiezen uw eerlijken en
kundigen afgevaardigde, den door ons geheele land bekenden
staathuishoudkundige Mr. J. L. de Brdijn Kops.
Over den heer de Brdijn Kop» spreken, hem in Nederland
bekend maken, is overbodig. Onder zijne redactie verschijnt
in dit jaar 1871 de twintigste jaargang van het tijdschrift
de Economist; zeker een van de meest gelezen geschriften op
dit gebied, alom in Nederland bekend, door bevoegde beoor
deelaars van verschillende richting gewaardeerd, volkomen
beantwoordende aan zijn titel; tijdschrift voor alle standen tot
bevordering van volkswelvaartdoor verspreiding van eenvoudige
beginselen van staathuishoudkunde. Zijn leven heeft hij gewijd
aan de verspreiding van heldere en gezonde denkbeelden om
trent de algemeene huishouding van den staat, omtrent vrijheid
van handel en nijverheid, omtrent de natuurlijke wetten onzer
samenleving, omtrent de verhouding tu3schen arbeid en ka
pitaal, enz.
En zulk een man zou een oogenblik gevaar loopen uit dc
Tweede Kamer te worden geweerd Dat zou een schande
zijn voor de kiezers die hem er in brachten. Want zoo al
de kiezers van zijne richtiDg zich kwijten van hun duren
burgerplicht, is zijn herkiezing verzekerd, doch ook in dat
geval alleen.
Verspreider van heldere en gezonde denkbeelden omtrent
de huishouding van den staat, omtrent de eischen van handel
en nijverheid, omtrent de onveranderlijke wetten onzer samen
leving, omtrent de verhouding tusschen arbeid en kapitaal,
is er in dezen tijd grooter aanbeveling denkbaar van een
candidaat voor de Tweede Kamer Thans, nu er allerlei
duistere, nevelachtige, ongezonde begrippen op dat gebied
worden verbreid Wie hoort niet spreken van de zoogenaamde
sociale kwestie, van arbeidersvereenigingen, van het vraagstuk
der arbeidsloonen En welke drogredenen worden daarbij
gebruikt, om een onkundige menigte te misleiden, op te hitsen
en in haar verderf te doen loopen Hoeveel onzin wordt
daarbij verkocht, hoeveel droombeelden worden voorgespiegeld
en schoone verwachtingen opgewekt, die nooit verwezenlijkt
kunnen worden, maar op bittere teleurstelling en sombere
wanhoop uitloopen En aan de andere zijde zijn velen door
deze bespottelijke eischen eu aller gevaarlijkste denkbeelden zoo
verschrikt en ontsteld, dat zij ook zelfs voor de meest billijke
vorderingen geen ooren hebben, in hunnen angst beide oogen
toedoen, en in hunne onkunde omtrent den weg tot redding
niets anders kunnen uitroepen dan verbieden, onderdrukken
en straffen. Alsof daarmede het kwaad geweerd, en de ziekte
overwonnen was Zoo waar als Parijs thans in vlammen
opgaat ten gevolge van onkunde, dwaling en opzettelijke mis
leiding op dit gebied, zoo noodig is het ook, dat in Nederland
meer gehoord worde naar de stem van ervaren gidsen op dit
terrein, zoo wenschelijk is het, een wetenschappelijk, helder,
populair staathuishoudkundige als Mr. J. L. de Brdijn Kops
tot volksvertegenwoordiger te herkiezen.
Toch heeft men den treurigen moed gehad, juist op dezen
grond tegen den heer de Brdijn Kops te waarschuwen. Daartoe
was de Nieuws Noord-Hollander in staat. N«.ar aanleiding
van een redevoering van den heer van Houten, wees dit blad,
in zijn nummer van 17 Mei 11. op de handelingen der commune
te Parijs, als het vooruitzicht van onzen landbouwenden stand,
van onze gezeten burgerklasse, indien het liberalisme van van
Houten, indien de staathuishoudkunde van de Bruijn Kops
eenmaal in ons land zegeviert I »Laten zij dan maar toezien,
dat ook wij hier te lande geen commttrce-mannen krijgen
laat het er op volgen, Ziet, kiezers, dat is schandelijke,
ongeoorloofde verdachtmaking. Zoo iets kan men wel in een
courant schrijven, maar ik ben er zeker van, dat niemand er
z\jn naam onder durft zetten. Terwijl er gesproken wordt
over eene rede van den heer van Houten, wordt eensklaps
de heer de Brdijn Kops, zonder de minste aanleiding, er bij
gesleurd. Wat heeft de staathuishoudkunde van den een met
de redevoering van den ander te maken Of ïs misschien de
staathuishoudkunde van den heer de Brdijn Kops in Nederland
minder bekend Zij is zóó bekend, dat zij boven dergelijken
laster verheven is! Wilde NN. H. haar bestrijden, zij doe
dit naar aanleiding van de talrijke geschriften, waarin zij
zich zelve voor ieder heeft bekend gemaakt, maar niet naar
aanleiding van de woorden van een ander.
Dergelijke in het oog loopende, geheel ongegronde, verdacht
making verdient slechts aan de kaak gesteld, niet ernstig we-
derlegd te worden, zoolang niemand er althans zijn naam aan