NI EUWSTIJDlNGEN. De toestand te Parijs. neren ons nog maar al te wel de vroegere zamenwerking tus- schen hen en de Katholieken, om ze du met de conservatie ven voor onmogelijk te houden. En ook het Dagblad begrijpt daten ziedaar de reden waarom het do spreuk in toepas sing brengt A manvais jeu bonne mine. Als wij toch in de Heraut lezen >?Zamenwerking is denkbaar tusschen partijen, die in beginsel verschillen, voor zoover en zoolang er tusschen beiden eenheid en overeenstemming van ïnzigt bestaat over den gang van Staatsbeleid die voorshands te volgen zij." "Wanneer wij daarbij bedenken dat de conservatieven van denzelfden stelregel uitgaan dan vloeit daaruit natuurlijk voortdat beide partijen elkander moeten wantrouwen, daar de woorden voor zoover en zoolang voldoende bewijzen dat alleen eigen belang de grond der zamenwerking uitmaakt, zoo dat deze terstond zal ophoudenzoodra de partijen elkander niet meer uoodig hebben of beider belang in strijd geraakt. Maar er volgt tevens uitdat een tijdelijk belang bij beide partijen voldoende kan zijn om het woord beginselen geheel op den achtergrond te driDgen en elkander bij de stembus een handje te helpen behoudens het regt elkander later te behandelen zoo als nu de Heraut met het Dagblad heeft gedaan. Liberalen! moge dit u tot waarschuwing strekken! Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 2 Junij 1871. Zr. Ms. schroel'stoomschip Curagaokommandant kapt. Ier zee Mo wierzal van Batavia een reis naar Australië gaan doen om daar in het belang van onzen handel de vlag te vertoonen. Tot dijkgraaf van het Waterschap der 29 gemeen schappelijke polders op Texel is benoemd de heer S. Keijser tot heemraad van het Waterschap de Schc-rmeer de heer W. de Geus; tot heemraad van den polder Wieringerwaard de heer J. Kooij Dz. Herbenoemd met 10 Junij 1871 als burgemeester van Oude Niedorp A. Wonder, secretaris dier gemeente; als bur gemeester van Jisp en Wijdewormer C. Wildschut; als bur gemeester van Nieuwe Niedorp D. van der Stok. Z. M. heeft benoemd tot regter in de arrondissements- regtbank te Leiden mr. P. van Bemmelen, thans regter in de arrondissements-regtbank te Nijmegen. Dingsdag jl. heeft in het lokaal //de Eensgezindheid" te Amsterdam, onder voorzitterschap van prins Hendrik, eene vergadering plaats gehad van aaudeelhouders in de stoomvaart maatschappij Nederland. Na het uitbrengen van het verslag over het boekjaar 1870 door den directeur J. Boissevainwerd van gedachten ge wisseld over de ramp der verbranding van het stoomschip Willem III. Het resultaat was, dat de oorzaak van den brand onverklaarbaar was, doch dat men met zekerheid kon zeggen, dat ze niet in de kolen te zoeken was. Mededeeling werd gedaan van het benoemen eener commissie tot onder zoek naar de oorzaken van den ramp. Sommige aanwezigen maakten de bedenking dat de leden dier commissie niet on partijdig genoeg aan het groote publiek zouden voorkomen, als behoorende drie der leden tot den raad van bestuur en de beide anderen tot de commissarissen der maatschappij. Door anderen werd die bedenking bestreden en geoordeeld, dat bedoelde commissie het vertrouwen der vergadering bezit en als geen deel hebbende aan de directie, genoegzaam on partijdig te achten was. Het bestuur beloofde de zaak in nadere overweging te nemen. Ten slotte werd door de directie voorgesteld en met al- gemcene stemmen goedgekeurd, om aan de passagiers van de verongelukte boot bf de gelegenheid te geven met de eerst volgende boot de reis te doen bf voor zoo verre zij dat niet konden, hun de halve passage terug te geven. De //Illustrated London News" bevat reeds eene af beelding van het wrak van het stoomschip Willem III. Naar wij uit goede bron vernemen zegt de N. Rot. Ct. heeft de Maatschappij van Grondcrediet te Amsterdam, onder directie van de heeren dr. Oramer en H. Rochussen, bij de Arrondissements-Regtbauk aldaar surséance van be taling aangevraagd. Laatstleden Zondag is te Amsterdam de vergadering gehouden van het//Internationale Werkliedenverbond"onder leiding van den heer S. Gerhard. De heer K. de Boos uit Gent, sprak over de vertegenwoordiging \an het werk in den Staat. Verscheidene leden hebben het woord ge voerd; iets belangrijks is er evenwel noch gezegd, noch besloten. Een vijfhonderdtal personen waaronder vrouwen en kinderen, woonden de vergadering bij. Te Beverwijk is op nieuw een lid van den liaad ge schorst dezen keer de heer A. Stnmphius, wegens het on bevoegd leveren van couranten en het plaatsen van advertentiën in verschillende dagbladen. Over dit besluit, met 3 tegen 2 stemmen genomen, zal het oordeel van heeren Gedep. Staten worden ingeroepen. De ïïcJto du Parlement verneemt dat Victor Hugo Dingsdag Brussel verlaten heeft, zich begevende naar Neder land, waarschijnlijk om over Botterdam naar Engeland te gaan. Te Vlissingen is zekere Lievenstein aangehouden, die op een vermakelijke wijze uit Antwerpen ontsnapt was. Na zijn laatste verhoor wegens een beschuldiging van diefstal had hij verlof weten te krijgen, om niet in den gevangen wagen maar met een gendarme in een eigen vigelante naar de gevangenis te rijden. Onderweg reed hij even aan het hotel aan waar hij gelogeerd was en waar hij een bood schap wilde brengenhij tracteerde koetsier en gendarme rijkelijk, bood hun in een andere herberg nog een glas bier, en terwijl de gendarme zich te goed deed, ging hij even naar achteren en zou terstond terug komendoch liet zich wach ten. De domme politie-beambte is daarop zelf in arrest gesteld. Omtrent den toestand en het aanzien van Parijs meldt de Frangais het volgende Parijs begint er een weinigje minder akelig uit te zien dan in de laatste dagen. Immers ziet men geene lijken meer op straat dan in de centrale kwartieren. Bijna al de lijken zijn wegge nomen, meer dan tweehonderd zijn begraven op den hoek van de Rue Saint-Florentin en de Rue de Rivoli, in de kolos sale groeve, die de muiters gegraven hadden vóór de barricade om deze te verdedigen. Nabij den toren van de kerk Saint- Jacques zijn ook een groot aantal lijken in den grond gestopt. In de straten blijven de meeste winkels steeds gesloten, 't Zijn enkel de kooplieden in eetwaren die het wagen hunne winkels te openen. Er heerscht intusschen een weinig meer levendigheid op straat. "Wel is waar ziet men baast geen rijtuigen doch eenige nieuwsgierige wandelaars zijn op weg om de verschrikkelijke verwoestingen van de Commune te aanschouwen. Men kan zich van de vernieling geen denkbeeld vormen. Ter naauwernood ziet men een huis, dat van pro jectielen bevrijd is gebleven. In de geheele stad ziet men de driekleur wapperen. Dit voorkomen van feest in eene stad, waar het oog elk oogenblik op puïnhoopen stuit, heeft iets aangrijpends, iets dat het hart doet wegkrimpen. Het is een schouwspel, dat zonderlinge gewaarwordingen doet ontstaan. In een der laatste nachten moeten nog zeshonderd vrouwen gearresteerd zijn, alle beschuldigd van brand gesticht te hebben door middel van petroleum. Verscheidene dezer rampzaligen zouden gefusilleerd en de anderen naar Versailles gebragt zijn De aartsbisschop van Parijs stierf met den verheven moed van een martelaar. In antwoord op de beleedigingen van hen, die met zijne executie waren belastzeide hij «Ont heilig het woord Vrijheid niet, wij alleen mogen bet bezigen, want wij zullen sterven voor de vrijheid en het geloof." DiDgsdag jl. werd de aartsbisschop en zijne medegevangenen uit de gevangenis van Mazas naar die van la Roquette over- gebrag.t Monseigneur Darboy, aartsbisschop van Parijs, en Bonjean, president van het hof van cassatie, werden in die gevangenis gefusilleerd; hunne lijken werden overgebragt naar de mairie van het 20ste arrondissement. De abbé de Guerry, geestelijke van de kerk de la Madeleine, Dueoudray, Clery, Allard, Beuzy, Gaubert, Alivaint, allen paters jezuiten, Gard, Seigneray, ^beiden seminaristen, Polanchin, een priester, Ha- nillen, Parny, beiden zendelingen, Labatier, pastoor van de kerk Notre Dame de Lorette, en de bankier Jecker komen mede onder de gefusilleerden voor. Sommigen hunner werden door 38 gendarmes, onder voor wendsel dat een andere gevangenis voor hen bestemd was des nachts naar Père Lachaise overgebragt en daar dood geschoten. Wat den abbé Surat, groot vicaris van Parijs, aangaat, zoo is het twijfelachtig of het hem gelukt is te ont snappen of niet. Des Zaturdags zouden de overige gevangenen door de Co- mune, die haar hoofdkwartier bij de gevangenis had gevestigd worden dood geschoten. Dezen onder hen bevonden zich een honderdtal soldaten die geweigerd hadden de wapenen voor de Commune op te nemen, vier en vijftig politie-agenten, vijftien geestelijken kwamen echter in verzet en barrica deerden zich in een gedeelte der gevangenis, waar de op standelingen trachtten hen levend te verbranden, hetgeen echter niet gelukte. De gevangenen boden tot des avonds een kraebtigen tegenstand, toen de Commune-manDen, door een panieken schrik bevangen, ijlings naar de mairie van het 20e arrondissement vlugtten. Woensdag avond ten vijf ure is de toegang tot de stad weder opengesteld. De middelen van vervoer zullen Zaturdag weder in orde zijn. Verschillende bijzonderheden omtrent het lot der hoofden van den opstand worden thans door de Parijsche bladen me degedeeld. Het schijnt dat allen, met uitzondering alleen van Pyat en Grousset, zijn gedood of gevangen genomen. Volgens den Frangais is het Fransche grootboek gered. Twee ambtenaren hebben met eenige onversaagde «oldaten de archieven uit het brandende ministerie van Finantien ge haald. Het schijnt echter dat toch een gedeelte, zij het ook een klein gedeelte, vroeger vernield is geworden. De keizerlijke bibliotheek van het Louvre is geheel ver nield. Er is geen enkel boek, geen enkel handschrift meer overgebleven. Het schijnt, dat de leden der Commune 't niet eens waren of Parijs verbrand moest worden, dan wel of het in de lucht moest springen. Gelukkig koos men het eerste plan, maar er zijn mijnen ontdekt die van het raadhuis naar het Louvre loopen, zoodat het schijnt dat zij het plan hadden, ten slotte alles in de lucht te doen vliegen, als het raadhuis niet meer te houden zou zijn. Overal vond men galvanische batterijen, 't Was een helsch plan van vernielen, dat de Commune ge lukkig niet ten uitvoer kon leggen. Het plan is aangegeven om de insurgenten, die in de magt der regeringetroepen gevallen zijn, naar Nieuw-Caledonie te zenden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 2