Mr. J. L. DE BRUYN KOPS.
NIEUWSTIJDINGEN.
do heeren de Bruyn Kops en van Akerlaken. Daartegen
stemden de heeren van Foreest en van Golstein. Daarom
beveelt dan ook de hieuwe Noord-Hollander de herkiezing
van den heer van Golstein te Hoorn aan, en ontraadt ten
sterkste die van den heer de Bruyn Kops te Alkmaar.
Van Nederlandsche kiezers is het te verwachten, dat zij juist
om dezelfde reden den heer de Bruyn Kops wel, en den
heer van Golstein niet zullen herkiezen. De heer de Bruyn
Kops is eerlijk en flink genoeg geweest om te zeggen, dat de
Nederlandsche staat tot zoo iets niet geroepen is. Dat is de
waarheid, en zou ook niet menig conservatief van die waar
heid overtuigd zijn Waarom or zich dan niet mee vereenigd
De partij die in deze streken in de Tijd en de Nieuwe Noord-
Hollander hare stellingen en beginselen verkondigt, is niet te
vreden met het Pauselijk oppergezag in geloofszaken, maar
verlangt dat ook ons staatsbestuur, onze landsregeering zal
worden ingericht naar de uitspraken van den Pauselijken
Stoel. De onbillijkheid van zulk een eisch valt in het oog, en
moet ook door Katholieken erkend worden. Zoo iets zou
alleen mogelijk zijn, als er in Nederland alleen Katholieken
woonden. Of het zelfs in dat geval wenschelijk zou wezen,Jis
een andere vraagdat zouden de Katholieken zeiven moeten
uitmaken. Maar thans is het onmogelijk. Even schromelijk
onrechtvaardig zou het zijn, ons staatsbestuur te willen in
richten naar de uitspraken der Dordsche synode van 1618 of
overeenkomstig de wenschen van de tegenwoordige vertegen
woordigers der Nederlandsche Hervormde Kerk. Het staats
bestuur mag niet worden ingericht naar de eischen van eenig
kerkgenootschap, 't zij Katholiek of Protestant. Nederland
moet een geschikte woonplaats blijven voor alle landskinderen,
onverschillig tot welke kerk zij behooren. Die iets anders
begeert, is geen waar Nederlander, al mogen zijne ouders en
voorouders hier sinds eeuwen gewoond hebben. Nederlander
is hij naar het vlcesch, maar niet naar den geest. Het is
de plicht der Nederlandsche kiezers, op deze buitensporige en
voor Nederland beleedigende eischen bij de stembus een dui
delijk antwoord te geven, en het te gelijk aan de conservatieve
partij te doen gevoelen, dat het niet vaderlandlievend is, met
een partij die zulke eischen stelt, samen te werken.
't Is onder andere vormen dezelfde strijd als ten tijde van
'den eersten Willem van Oranje tegen Koning Philips II
en zijn handlangers. Dwang en geweldonderdrukking
en onverantwoordelijk gezag komen op tegen de vrijheid.
Toen zocht men de menigte bevreesd te maken voor de
vrijheiddoor haar te wijzen op de buitensporigheden en
wandaden der beeldstormersthans tracht men haar te be
angstigen door het gezicht van het brandend Parijs, 't Is
de geest van Granvelle en Vianrusdie zich in de
tegenwoordige alarmkreten laat hooren, en duidelijk herken
nen wij de stem van Hessels met zijn telkens herhaald
vnaar de galg."
De Nieuwe Alkmaarsche Couranthet erkende orgaan der
conservatieve partij in dit districtjammert luidedat de
Koninklijke macht in gevaar wordt gebrachten beveelt ons
daarom Graaf Schimmelpenninck tot volksvertegenwoor
diger aaneen lid van het bekende ontbindings-ministerie
dat het een krenking van het Koninklijk gezag noemde, als
het Hoofd van den Staat bij de keuze zijner ministers zou
moeten lotten op de wenschen en het vertrouwen des volks.
Was het anders vóór drie eeuwen? Toen verzocht, toen
smeekte Willem van Oranje den Koningzijne diena
ren in de Nederlanden te vervangen door anderen, die het
vertrouwen des volks genoten. «Het zou er fraai uit
dien voorwaar schreef Morillon daarop aan Granvelle
wanneer Koningen hunne ministers moesten kiezen of be
houden naar. den wil van het volkDaarom noemde
ook de heer Groen van Prinsterer het standpunt van
dat ministerie »het tegenovergestelde van de roeping waar
door het Huis van Oranje in de wereldgeschiedenis vermaard
isen beveelt hij thans weer den heer Keuchenius als
candidaat voor de Tweede Kamer aan als protest tegen
de steeds voortdurende lofspraak over het in 1866 tot stand
gekomen Kabinethet bekende ontbindings-ministerie Heems
kerk. Zal men nu een oud-lid van dit ministerie tot volks
vertegenwoordiger kiezen
De vereeniging Grondwet en Eendracht te Bredatot nog
toe gewoon in conservatieven zin werkzaam te zijn heeft
aan de ultramontaansche drijvers den rug toe gekeerd en
beveelt thans den candidaat der liberalenden heer GdljiS,
aan. Ziedaar een ontwaking van den echt Nederlandschen
geest. De heer Groen van Prinsterer bezweert zijn geest
verwanten zich toch niet weêr te laten misleiden door
de niets beteekenende betuigingen van welwillendheid der
conservatieven. nNiet de beëindiging van de schoolkwestie
schijnt hun doel schrijft hij wel de wederoprichting van
het ministerie-Heemskerk." De Heraut en andere bladen
zyner richting sluiten zich bij hem aan, en herinneren aan haar
schoolprogram. «Het program wil meer" zegt de Heraut
«het wil de grenslijn weer scherp getrokken zien, die ons
van de conservatieven scheidt, opdat niet op nieuw het oude
spel met ons gespeeld worde, waarbij men, onder den schijn
van ons recht te zullen doen, ons opneemt in zijn gelederen.
Wat wil dat schoolwet-program
Het is vastgesteld door de Vereeniging voor Christelij k-na-
tionaal onderwijsen vraagt wijziging van de artt. 23, 24 en
33 der wet op het lager onderwijs en wijziging van art. 194
der Grondwet. En wat belooft nu een conservatief in de
Nieuive Alkm. Courantzeer voorzichtig in een ongeteekend
ingezonden stuk tot aanbeveling van Graaf Schimmel-
penninck Een paar kleinighedenwaarin niemand
althans hier in Noord-Holland, belang stelt, die te Wons
en te Dinxperlo reden tot klachten hebben gegeven, maar
naleving van art. 194 der Grondwet. Zeker, de heer Groen
heeft wel reden in de Nederl. Gedachten van 1 Juni dezes
jaars te schrïjvon«Wat ontvangen wij Van wien? Wanneer
«Wat? de toezegging van het altyd toegezegde concept-
wetteke, waarvan do levens- of stervens-historie sedert lan»
bekend is.
«Van wien van den kabinet-formeerder van Juni 1866,
die art. 194 der Grondwet en ook art. 23 van de schoolwet
handhaaft.
«Wanneer? als de geschikte tijd daar is voor iemand, die
(noch in het ministeriëele, noch in het parlementaire initiatief
snel) enkel in het ontbinden van de Tweede Kamer excep-
tioneole voortvarendheid getoond heeft."
Inderdaad, ook de heer Groen beveelt de herkiezing van
Graaf Sohihmelpenninck niet aan.
Kiezers, die vertrouwt dat Nederland nog langer met vrije
staatsinstellingen kan welvaren, maar die mannen van studie
en onderzoek, van kennis en bezadigdheid verlangt bij de
behandeling der maatschappelijke vraagstukken van den dag,
bij de bespreking van de kwalen onzer maatschappij, herkiest
ons aftredend lid.
De vrijheid is een goed vaarwater, dat tot welvaart, tevre
denheid en volksgeluk leidt. Dat vaarwater heeft natuurlijk
ook enkele moeilijke plaatsen en zelfs zeer gevaarlijke klippen,
waarop onwetende, onervaren of kwaadwillige stuurlieden het
schip vau staat jammerlijk schipbreuk kunnen doen lijden.
Nu zeggen de conservatieven en ultramontanenblijft waar ge
zijt, neen, gaat terug. Maar dat kan niet, kiezers Wie
wenscht achteruitgang? Niets gaat terug. De wereld staat
niet stil. Stilstand is reeds achteruitgang. Wat zoudt ge
zeggen van een schipper, die uit vrees voor mogelijk gevaar
niet van zijn plaats kwam Zoudt gij met hem willen varen
Wij zeggen: kiest een kundigen loods, die het vaarwater
kent, en dan met goed vertrouwen vooruitKiest
W. v. d. K.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 9 Junij 1871.
Z. M. heeft den heer C. Berghuijs erkend en toe
gelaten als vice-consul van het Duitsehe Rijk te Helder.
De luitenant ter zee 2e klasse H. Schotborgh, wordt
met den 16 dezer op Zr. Ms. wachtschip alhier geplaatst.
Na voldoend afgelegd examen zijn dezer dagen aan
de inrigting ter opleiding van machinisten, te Hellevoetsluis,
22 jongelingen geplaatst als machinist-leerling waaronder
twee uit deze gemeente J. A. Waleson en G. Driessen.
Gisteren is bij de Directie der Marine alhier aanbesteed
de levering van 4000 hectoliters Gas-Coaks. Er was één
inschrijvingsbillet ingekomen, als van den heer C. Berghuijs,
alhier, tegen den prijs van f0.6I per hectoliter.
*Naar wij vernemen zal Zr. Ms. stoomschip de Valk
vooreerst de gouvernements-gelden, die zich aan boord bevonden
hebben van het verbrande stoomschip Willem IIInog niet
kunnen afhaleD, omdat de Engelsche bank, alwaar ze met
goedvinden van een commissaris van het betrokken Neder
landsche ministerie gedeponeerd zijn, daarvan proeenten be
geert de berekening van die procenten moet zich ook uit
strekken tot de gedeeltelijk gesmolten specie, die daarom
bevorens van kolengruis gezuiverd zou moeten worden. De
Nederlandsche handelmaatschappij, als met de verzending dier
gelden belast geweest, zou, zooals wij verder vernemen, met
de tusschenkomst van het bedoelde ministerie geen genoegen
nemen en zou daaruit tusschen -deze beide partijen eenige
moeijelijkheid kunnen verrijzen.
^Verder vernemen wij, dat de directie der stoomvaartmaat
schappij Nederland voor een groot deel de bemanning van
de Willem III voor de volgende mailboot heeft gereëngageerd
en inmiddels aan die menschen een daggeld heeft toegekend
tot op het tijdstip, dat zij weder op de volgende boot in dienst
treden, eene zeker zeer ïoijale handelwijze dier maatschappij,
tegenover de lieden, die van alles ontbloot naar hunne haard
steden zijn teruggekeerd.
Men meldt van Portsmouth dd. 4 Junij het volgende:
Gister heeft men eene poging gedaan om het stoomschip
Willem III te ligten en in de haven te brengen. Met laag
water waren de stoompompen van Londen en de andere
pompen uit het dok in het werk gesteld en zetten zij dit
voort tot den middag. Twee gouvernements-sleepbooten lagen
langszijde» gereed, benevens eene particuliere, doch hoezeer
alles beproefd werd, wilde het schip niet vlot worden, maar
bleef op dezelfde plaats. De platen in het middenschip aan
stuurboord zijn tot onder de waterlijn afgebroken.
De raad der gemeente Schagen heeft tot secretaris be
noemd, den heer Ph. A. H. van Bevervoorden, geëmployeerde
ter secretarie te Purmerende.
Vice-admiraal Andresedie aanbevolen was door de
Noordstar als conservatief candidaat voor eenig Eriesch kies
district, heeft verzocht buiten aanmerking te blijven.
Men meldt van Kampen dd. 6 Junij het volgende
Tegen den ,14n dezer zijn 52 jongelingen opgeroepen om
bij het instructie-bataillon geplaatst te worden.
Van Purmerend meldt men dd. 6 Junij het volgende
De zoo gunstig bekende onderwijzer Gijabertus van Saudwijk