CODRAIT.
Ktettius- en
Woensdag
«flöoerf entie=ö faö.
14 Junij.
BERIGT.
M 1049.
Elfde Jaargang.
1871.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
50 Centen per kwartaal
en 65 Centen franco per post.
De Tijd over de Schoolboeken.
Verschijnt DINGSDAG- en VRIJDAG-AVOND.
Abonnementsprijs voor 3 maanden. 1.00
Franco per post n -. 0 1.25
Men abonneert zich bij allo Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco.
Do prijs der Advertektien van 14 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur geliove
men de Advertentién intezenden.
Ingezonden stukken minstens óén dag vroeger.
Uitgever S. GILT JE S.
#Eene meer algemeene verspreiding der Couranten in alle
standen der maatschappijter bevordering van volksbeschaving
en volksontwikkeling." Dit denkbeeld heeft ten grondslag
gelegen bij de afschaffing van het zegelregt op de nieuwsbladen.
Of het ten volle bereikt is, daaraan twijfelen wij zeer.
Behalve eenige nieuw opgerigte, zijn vele der bestaande
couranten vergroot, de een meer de ander minderwaarvan de
prijzen meestal dezelfde zijn gebleven; het groote publiek is
er dus zeer iveinig mede gebaat; want eene meerdere vulling
der couranten, met minder belangrijke en dikwijls zeer on
beduidende zaken, dat was het niet wat men verlangde men
wilde: GOEDKOOPE Couranten.
Reeds bij de afschaffing der zegelregten was dit onze
overtuiging, daarom verminderden wij den prijs met 36 en
25 Centen per kwartaal. De gunstige uitwerking die wij
daarvan hebben mogen ondervinden stelt ons thans in de gele
genheid den prijs meer belangrijk te verminderen.
Die wij met 1 JULIJ a. s. stellen op slechts
Men zal moeten erkennen dat dit fabelachtig laag is.
Hierdoor wordt dit blad dan ook het goedkoopste
van geheel Nederland. Voor bovenstaanden prijs
ontvangt men 26 Couranten (de bijvoegsels daarenboven),
dat is dus ongeveer 2 Centen per Courant.
Waardoor een ieder in de gelegenheid wordt gesteld het
blad voor eigen rekening aan te schaffen en niet
meer, zoo als tot nog toe meestal geschiedde, het onderling
met vier, vijf of meer personen te lezen.
Daar wij onzen eigen lof liever niet willen verkoudigen,
zullen wij niets tot aanbeveling hierbij voegen, maar
raden een ieder, die met de strekking en inhoud van dit
blad nog niet voldoende bekend is, om voor de eerstvolgende
drie maanden eens de proef te willen nemen, tegen boven
staand gering bedrag.
Daarenboven ontvangt men de nog in deze maand uitko
mende nommers gratis, van het oogenblik af dat men van
zijn verlangen tot abonnement kennis geeft aan den Uitgever
Helder, Junij 1871. S. GILTJES.
<$fficiëeï gedeelte.
POLITIE.
Dezer dagen op de publieke straat gevondenEene Bonte
DAMES KRAAG, Een Fluwelen DAMES CENTUUR, een
paar PANTOFFELS. De regtmatige eigenaars kunnen zich ter
terugbekoming aanmelden ten burele van den ondergeteekende.
Helder, 13 Junij 1871. A. C. BOONZAJER,
Commissaris van Politie.
JSict-ojficiccl gcüEclte.
Partijen zijn er altijd geweest en zullen er ook wel overal blijven bestaan,
zoo lang do menschen eene verschillende overtuiging koesteren, of zich door
hartstogten laten beheerschen. Uit deze twee oorzaken ontspruiten de meeste,
zoo niet alle partijen.
Nederland is in dit opzigt geenszins misdeeld partijen hebben wij waarlijk
genoeg, misschien meer dan genoeg. "Wij hebben Liberalen, Conservatieven,
Anti-revolutionaireu, Katholieken, Radikalen, Ultvamontancn, enz. Wij vinden
ze op staatkundig, godsdienstig, kerkelijk en maatschappelijk gebied. Kortom
wij mogen het afkeuren of niet, ons vaderland is wel klein, maar in par
tijen van allerlei aard is het rijk,
Maar zou het werkelijk betreurenswaardig mogen worden genoemd, gelijk
velen, die zoo gaarne alles glad en effen zouden willen schaven, blijven be
weren Wij gelooven het niet. Het getuigt in ieder geval, dat er nog
vrijheid van overtuiging in ons land bestaat. Wij willen daarmede geenszins
gezegd hebben, dat er onder ons geeuezijn, die een minder edelen grondslag
hebben. Wij gelooven integendeel, dat nog maar al te velen uit persoonlijk
belang zich onder de conservatieven scharen en een liberale overtuiging koes
teren, of omgekeerd, maar toch betwijfelen wij of het beter ware, dat er geene
partijen bestonden.
Intusschen blijft het do pligt van elk burger, die partijen te leeren kennen
in hunne bedoelingen, en een geopend oog te houden op hunne handelingen.
Wij beschouwen het daarom als de roeping der dagbladen, hunne lezers naar
vermogen vóór te lichten. Met dat doel hebben wij in eenige artikelen ge
sproken over de Heraut, over het Dagblad, over Coalitien, en wat dies
meer zij, en wenschen heden daar wederom iets bij te voegen, waartoe het
onderwerp, dat wij aan het hoofd hebben geplaatst, in meer dan ócn opzigt
aanleiding geeft, vooral in een tijd als thans, dat het onderwijs zoo algemeen
en op onderscheidene wijzen wordt besproken.
Wie herinnert zich niet het schandelijk bijvoegsel van de Tijdwaardoor
op do vorige verkiezing invloed moest worden uitgeoefend Wij hebben er
toen ons gevoelen over gezegd. Toch zouden wij bijna gelooven, dat het
middel niet geheel zonder uitwerking is geweest, want datzelfde blad beelt
thans wederom iets dergelijks beproefd. Het heelt echter voorzigtigheid ge
leerd het beweegt zich niet -even als toen met zeker welgevallen op een
gebied, waar aan alle kiesheid den toegang wordt geweigerd, want het heelt
begrepen, dat zijne partij daardoor haar dool niet kan bereiken en dit is
toch alles, de keuze der middelen komt er minder op aan. Dat overigens
liet doel betzelfde is, zal nader blijken.
De Tijd levert drie citaten uit' een leesboek, dat op een der staatsscholen
in gebruik is, ten bewijze, dat de geest dier scholeu slecht is. Het eersto
i6 het sentimeuteele dichtstuk „Doosje" vau Bellamij, waardoor de harts
togten geprikkeld worden. Het tweede zijn een paar dichtregelen „Roem
en eerzucht zijn maar bullen, Net als die vau Rome's Paus," hetgeen eene
weinig passende geestigheid wordt genoemd. Het derde bevat de woorden
«Wij kunnen ons niet herinneren, ooit iemand met zooveel pleizier te hebben
hooren vloeken als den ouden Generaal," waardoor de knaap tot vloeken kan
worden aangespoord. Het besluit met de woorden: Uit deze aanhalingen
blijkt ojp voldoende wijze de geest der staatsschool.
Zou de Tijd werkelijk de conclusie, die wij onderstreept hebben, voor
logisch houden. Met alle eerbied voor de Tijdsmannen, voor zooverre zij
dien verdienen, zouden wij hen dan voor dom moeten houden. Maar waarlijk,
dat zijn ze evenmin als de Dagbladmanneu integendeel, wij gelooven dat
ze nog slimmer zijn, maar dat hunne logika geheel afhankelijk is van de
nuttigheidsleer, waarvan een aantal bewijzen bij die partij zouden aantehalen
zijn; b.v. Paus Clemens XIV verdreef do Jesuiteu en Paus Pius VII her
stelde hen. Toch wordt de onfeilbaarheid vau den Paus gedecreteerd. Men
spreke dus bij Ultramoutanen niet vau logika.
Men begrijpo ons echter niet verkeerd: wij keureu met de Tijd een school
boek af, waarin zulke dingeu voorkomen. Wij beschouwen zelfs de uit
drukking van „weinig passende geestigheid," veel te zwak en wij kunnen
ons moeijelijk een denkbeeld maken vau den schrijver, die het vervaardigt,
van den onderwijzer, die het op zijne school invoert, van het schooltoezigt,
dat daaraan zijne goedkeuring verleent. Wij meeuen toch, dat er nog altijd
wel betere boeken te vinden zijn zij mogen dan niet volmaakt zijn, bruik
bare bestaan er toch in overvloed, en wij dagen de Tijd uit, eenige vol
maakte boeken op te noemen. Wij zijn echter niet voornemens over den aard
en de vereischten van goede schoolboeken verder uitteweiden; wij bepalen
ons thans alleen tot de conclusie.
De Tijd heeft in een schoolboek een paar berispelijke dingen gevonden
en dit is voldoende om over de staatschool een anathema uit te spreken.
Nu moge ieder verstandig mensch zulke gevolgtrekkingen op hare waarde
weten te schatten het blijlt toch mogelijkdat zij die meer oppervlakkig
redeneren zich laten medeslepen. Wij willen daarom naar het voorbeeld
van de Tijdeveneens eenige gevolgtrekkingen veronderstellen in plaats
van redeneringendie de zaak toch ook niet verdient.
Pater Hyacinthprof. DölliDgerde heer van Hugenpoth en zoovele
andere katholieken schromen niet over onlangs vastgestelde dogma's open
hartig hun gevoelen uit te spreken en die te verwerpen als zij in strijd zijn
met hunne overtuiging. Bewijst dat niet, dat ook in de katholieke kerk
een geest van onderzoek ontwaaktdie tot heden nog maar al te zeer on
derdrukt werd? Of mogen wij niet naar enkelen een oordeel vellen over
allen zoowel als de 'Tijd?
De Tijd is onverdraagzaamonopregt, onkiescb, en wat niet al. De Tijd
noemt zich katholiek maar wie zou nu zoo onverstandig zijnom de re
dactie van dat blad als de type der katholieken te beschouwen
Zeker pater der Jesuiten leerde dat eene vrouw zich in sommige geval
len aan onknischheid mag overgeven behoudens eene zoogenaamde mentale
restrictie. Een ander dat men met datzellde voorbehoudeen valscben
eed mag afleggen. Een derde dat men mag stelen. Een vierde noemde
zelfs den moord geoorloofd. De Jesuïten noemen zich in de eerste plaats
katholieken. Zou men echter niet krankzinnig moeten zijnom te beweren,
dat het katholicisme zedeloosheid meineed diefstal en moord leert
De Tijd het Dagbladen meer van die soort van bladenbeweren