NIEUWSTIJDINGEN.
tegen beter weten aandat de commune te Parijs een uitvloeisel was van
het liberalisme. Wij achten dit geene wederlegging waardigmaar stellen
er cene gevolgtrekking tegenover. De commune getuigt van grofheid en on
kunde de vruchten van een slecht onderwijs der jeugd. Het onderwijs in
Frankrijk isof was ten minste voor het grootste deel in handen of on
der de leiding der katholieke geestelijkheid dus de geestelijken zijn de
schuld van de verschrikkingen der commune. Wat zegt de Tijd wel van
zulk eene conclusie?
Wij zouden nog kunnen vragen of, uit het oogpunt der zedelijkheid,
zelfs de bijbel niet op de lijst der verboden boeken zou komen indien wij
even logisch als de Tijd oordeelen wilden Maar wij gevoelen nog altijd
te veel liefde voor dat boek om daarover in een dagblad uit te weiden.
Wij zouden kunnen vragen, wat er van de maatschappij zou worden, indien
dergelijke gevolgtrekkingen regel wierden Een huisgezin zou moeten ver
acht worden wanneer een der kinderen zich aan een overtreding schuldig
maakteeen gemeente zou boeten voor enkele harer leden een geheel volk
zou beoordeeld worden naar enkele onruststokers j b. v. de Pranschen naar
•de commune-mannen, de Nederlanders welligt naar de Tijdi-mannen enz.
Wij meenen echter genoeg te hebben gezegd, om zelfs den minst nadenkende
in staat te stellen over de logika van de Tijd te oordeelen.
Wij zouden dit onderwerp reeds vroeger hebben behandeld, indien wij onze
ruimte niet voor een belangrijker doel hadden afgestaan. Ons oogmerk er
mede was ook niet zoo zeer; „op de verkiezing invloed uit te oefenen
als „naar ons vermogen onze lezers in staat te stellen een pnpartijdig
oordeel te vellen over de verschijnselen van den tegeuwoordigen tijd."
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 13 Junij 1871.
De opening der heden in te leveren stembriefjes ter
verkiezing van een lid voor de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, zal in dit district Vrijdag a. s. plaats hebben te
Alkmaar.
Zaturdag namiddag is hier een fraai ingerigt Duitsch
stoomjagt aangekomen, genaamd Perlekomende van Manheim.
Het doel der reis van de zich aan boord bevindende eigenaar
en familie, is een pleiziertogt. Na het merkwaardige alhier
bezigtigd te hebben vertrekt men naar Antwerpen.
Het vaartuig ligt aan het einde van liet Heldersche kanaal,
tegenover de Wester Kerk, en trekt ieders bewondering.
Zaturdag nacht is alhier door de politie een persoon, lig
gende op de publieke straat en verkeerende in verregaande
staat van dronkenschap, in een der wachthuizen gebragt,
alwaar hij aan de gevolgen is overleden.
Bij eenige herstellingen aan de kazerne der infanterie
in het fort Erfprins alhier, is gisteren morgen een timmerman,
met name J. Bruijn, van de stelling gevallen, met het aller
treurigst gevolg dat hij eene zoo belangrijke verwonding aan
'het hoofd bekwam, dat hij onmiddelijk den geest gaf. Naar
wij vernemen laat hij eene weduwe en twee kinderen na.
Aan den vice-admiraal H. Camp, kommandant en in
specteur van het korps mariniers, wordt, op verzoek, ter zake
van langdurige dienst, met 1 Julij a. s. pensioen verleend, tot
•een bedrog van f1800, onder dankbetuiging voor de vele
goede en langdurige diensten, zoowel bij de zeemagt als bij
het korps mariniers bewezen.
Bij het korps marinieis worden met 1 Julij bevorderd tot
kol.-kommandant, de luit.-kolonel D. Vreedenberg; tot luit -
kolonels de majoors J. J. Soer en J. H. Stengel, en de kapt.
le kl. I. Gautier; tot kapts. le kl. de kapts. 2e kl. L. E. Geill
en J. P. H. Sesseler; tot kapt. 2e kl. de le luit. M. C. Koning,
en tot le luit. de 2e luit. H. B. Stenfert.
Naar wij vernemen zal de kolonel Vreedenberg als
kommandant van het gedeelte mariniers alhier, worden ver
vangen door den luitenant-kolonel Stengel.
Zr. Ms. fregat met stoom vermogen Admiraal van
Wassenaar, kommandant kapitein ter zee L. R. de Haes,
•is den 29n Mei in de Tafelbaai aangekomen.
In de Alkmaarsche Courant leest men
Terwijl het bier meer en meer zijne vroegere plaats als
volksdrank herneemt, maar inzonderheid de buitenlandsche
bieren in den smaak van het publiek vallen, is het verblijdend
optemerken, als de bestaande fabriekanten hunne oude me
thode verlaten en zich beijveren om het veranderd verlangen
der verbruikers te bevredigen. Aldus de bakens verzettende
naarmate het getij verloopt, helpen zij een voorheen hier te
lande bloeijenden tak van nijverheid in stand houden en in
vroegere eer herstellen. Zulke pogingen verdienen bijval en
ondersteuning. Zoo verdient genoemd te worden de heer
J. J. G. Wahlen eigenaar van de bierbrouwerij //de Por
tuin" te Alkmaar, die zijne fabriek ten koste eener zeer
aanzienlijke opoffering, geheel volgens de Beijersche methode
heeft doen inrigten en zich daardoor in staat heeft gesteld,
niet alleen, om het zoozeer gezochte Beijersche bier te brouwen,
maar ook om de bekende Hollandsche bieren tot meer vol
komenheid te brengen. Hij heeft de voldoening, dat bier
kenners hoogelijk met zijn fabricaat zijn ingenomen en het
zoo deugdelijk en smakelijk verklaren als slechts gewenscht
kan worden, zoodat hem ook de voldoening niet ontgaan zal,
de vruchten te plukken van zijnen onderneming.
In zake den afstand van de Kust van Guinea leest
men in 't Volksbl. weder: //Een groot handelshuis, dat ver
schillende kantoren heeft in onderscheidene steden van Europa,
en dat, door ervaring geleerd, inziet, dat een der kantoren
behoort ingetrokken te worden, doet wijs en verstandig dit
te doen, voordat het bijkantoor hem schade veroorzaakt; en
zoo is het ook met overzeesche bezittingen. Wanneer een
kleine Staat tot de overtuiging komt, dat eene bezitting hem
bij geheel veranderde omstandigheden geen voordeel meer
oplevert, handelt hij èn staatkundig èu in het nationaal be
lang, wanneer hij die bezitting verlaat en niet behoudt uit
zeker formeel eergevoel zonder grond.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wetsontwerp
tot wijziging van art. 7 der wet van 29 Junij 1854, nopens
de eenzame opsluiting. Daarbij wordt voorgesteld, dat de
bepaling in art. 2 der wet van 28 Junij 1851 uitgestrekt
worde tot de gevallen, waarin de regter gevangenisstraf van
vier jaren of minder zoude hebben uitgesproken. De regering
meent dat thans, na een tijdsverloop van 17 jaren, veilig
mag aangenomen worden, dat de nog in 1854 bestaande be
letselen tegen eene grootere uitbreiding van de bevoegdheid
in art. 2 der wet van 28 Junij 1851 gegeven, niet meer
aanwezig zijn.
De v Heraut" komt er met kracht tegen op, dat het
//D. v. Z.-H." den heer Groen van karakterloosheid beschuldigd,
en zegt o. a.: Dien man, den man van dat karakter, het slijk naar
het hoofd te werpen, met een hand, waarop de vlek van poli^
tieke karakterloosheid helaas maar al te zigtbaar is dit
ging te ver.
De //Tijd" behelst eene encycliek van Z. H. den Paus
aan alle patriarchen, enz., omtrent de beteekenis en omstan
digheden van zijn aanstaaub jubilé. Den Paus verleent den
bisschoppen volmagt om op 16 of 21 dezer aan de geloo-
vigen van hun bisdom den Pauselijken zegen te geven met
vollen aflaat onder den gewQnen vorm der kerk.
Nog steeds begeven zich vele personen uit de gemeente
Arnhem naar Pruisen (Essen, Oberhausen enz.), om te gaan
werken. Zij schijnen aldaar esu goed dagloon te krijgen.
De Timet meent aan Frankrijk den raad te moeten geven
om, zoolang mogelijk nog, de voorloopige regering aan't roer
te laten. De royalisten zei ven zoo redeneert het blad
schijnen met behoedzaamheid te werk te willen gaan zij
schijnen te beseffen, dat de heer Thiers en de vergadering,
mits dezen zich onderling verstaan, nog een poos lang noodig
zijn al ware 't slechts om de orde te herstellen, de schul
digen te straffen in één woord, het pad effen te maken
voor den toekomstigen koning opdat deze zijn bewind met
zachtheid en goedertierendheid zal kunnen aanvangen. Inder
daad onder de tegenwoordige omstandigheden, te midden van
de heerschende spanning, zou 't niet verstandig wezen eene res
tauratie te beproeven, die men blijvend wenscht te doen zijn.
Zeker toch zou eene zoodanige later door de natie gebrandmerkt
worden als de vrucht van paniek, woedenden reactie-geest en
buitenlandsche intrigues. Zoo HenriV thans den troon beklom
hoe spoedig zou niet het gerucht in vruchtbare aarde vallen
dat Bismarck hem er op had verheven 1 In geen geval zal
't den nieuwen monarch aan vijanden ontbrekenhaat en
spot zullen hem ten deel vallen, niet alleen van de zijde der
gansche republikeinsche partij, in al hare nuanceeringen
maar in 't algemeen van den kant van alle meer ontwikkelde
Franschen, die opgevoed zijn in en zich verheffen op hun afschuw
van het ancien régime. Altijd dus vroeg genoeg zal de Ko
ning opdagen. En inmiddels kan een interregnum, dat de orde
weet te handhaven, de welvaart weet te doen herleven en
's lands crediet op nieuw weet te vestigen, een zegening zijn
voor Frankrijk.
De graaf van Chambord is te Bourdeaux aangekomen,
en de prinsen van Aumale en Joinville hebben van de in
trekking der verbanningswetten gebruik gemaakt, om hun
doorzigtig incognito af te leggen, en officiële bezoeken te bren
gen aan Thiers, aan den president der nationale vergadering,
G-revy, en aan den nieuwen minister van oorlog.
De Times zegt dat de toelating der Bourbons in Frankrijk
nog lang niet beteekent, dat zij den troon zullen beklimmen,
al kan er dit uit volgen. Voorloopig is er veel kans, dat de
regering van Thiers verlangd wordt.
In alle kerken van Versailles is den voorgaanden Zon
dag bij alle diensten een manifest afgelezen van den graaf van
Chambord, waarin hij zijn candidatuur voor den Franschen
troon stelt en belooft, dat het land onder de regering der Bour
bons weder tot welvaart, voorspoed, vruchtbaarheid, enz.
enz. zal komen.
Maarschalk Mac Mahon is voornemens in het private
leven terug te keeren alle pogingen om hem te winnen voor
het legitimisme zijn mislukt; hij wil trouw blijven aan
Napoleon.
Men schat de geheele schade aan particuliere eigen
dommen te Parijsroerend en onroerend, in den opstand
toegebragt, op acht honderd millioen francs.
Men schrijft aan de »Neue Pr. Ztg." over de doods
verachting der Parijsche opstandelingen Duizenden hebben
zonder twijfel in het laatste oogenblik vrees gehad en getracht
zich te redden. Maar het grootste getal diergenen, die met
moed gestreden hebben en met de wapens in de hand gegrepen
werden, wisten zeer goed welk lot hen wachtte. Plet scheen
of eene onverbiddelijke logica hen voortdreef. Zij hadden ge
dood, om het spel te winnen. Het spel was verloren, nu
voelden zij dat de beurt om gedood te worden aan hen
was. De meesten gingen den dood te gemoet, zooals de Ara
bier na het gevecht, met onverschilligheid, met verachting,
zonder haat, zonder toorn, zonder schelden tegen hunne reg-
ters. Alle militairen, die aan de fusillades deelnamen en zulks
moesten doen, constateren dit feit. Een hunner zeide mij Wij
hebben in Passy zoowat 40 van die canailles gefussilleerd,