NIEUWSTIJDINGEN. j Helder, Nieuwediep Willemsoord, enz., 29 September 1871. Het wrak van liet op de Haaks gestrande schoonerschip Bernardina is gepasseerde nacht vlot geraakt en door het Noordergat gedreven tot op de Zuidwestkust van Texel, alwaar het thans weder aan den grond zit. De plaats daar is echter minder gevaarlijk, zoodat reeds heden morgen eenige sloeperlieden een gedeelte der tuigage hebben geborgen en alhier bij de strandvonderij aangebragt. Eenige schuiten liggen thans op zijde, om nog te bergen wat mogelijk is. Waar schijnlijk zal het wrak publiek verkocht worden. Het nieuwe tooneelgezelschap, onder directie van de heeren Stoete Co., heeft Dingsdag avond alhier, in het lokaal Tivoli, een zeer talrijk publiek aangenaam bezig ge houden met het kluchtspel nde Beis avonturen van Nappie en Wilhelm'. Hoewel sommige bezoekers die een politiek tooneelstuk verwacht hadden zich aanvankelijk daarin te leurgesteld zagen houden wij ons toch overtuigd, dat nie- maud onvoldaan huiswaarts keerde; ruimschoots vonden zij eene vergoeding in de vele grappen, dio hier op flinke en origineele wijze werden voorgedragen waardoor voortdurend de lachspieren in beweging werden gebragt. Zelden zagen wij een kluchtspeldat zoozeer dien naam verdiende. Het goede succes is echter voor een groot deel te dan ken aan de verdienstelijke uitvoering, waarbij zich bijzonder hebben onderscheiden de heeren HermansStoete Kapper en de dames Stoete-Gijswijt en Hermans. Met de overige leden vormt dit gezelschap een goed geheelen mogt het gedurende de ophanden zijnde winter hier van tijd tot tijd eene voorstelling geven, dan durven wij hot immer een goede opkomst verzekeren. In de gisteren (Donderdag) te Hoorn gehouden alge- meene vergrdering der Hollandsche Maatschappij van Land bouw is besloten, het voorstel van de afdeeling Amsterdam, om de internationale tentoonstelling in 1872 niet te's Hage maar te Amsterdam te houden, niet in behandeling te nemen, en het vroeger genomen besluit te haudhaven. Het comité van het Boode Kruis alhier heeft van 't hoofd comité berigt ontvangen, dat het centraal-comité der Eransche vereeniging eene deputatie gezonden heeft naar Nederlaud met de opdragt den dank vau de Eransche vereeniging aan die in Nederland over te brengen, voor de hulp en den bijstand door de Nederlandsche bevolking aan de gekwetste en zieke krijgslieden, gedurende den jongsten oorlog met zooveel mildheid en onpartijdigheid verleend. De Eransche minister van oorlog, generaal deCisseij, heeft die deputatie verzocht zijnen bijzonderen dank daarbij te voegen. De heeren graaf Séruricr, onder-voorzitter, en de graaf de Beaufort, algemeen-secretaris van het centraal-comité te Parijs, zijn 24 dezer door het hoofd-eomifé ontvangen en hebben zich in eene dsartoe belegde vergadering vau hunne opdragt gekweten. De luit. ter zee 2e kl. J. P. Noorduyn, laatst behoord hebbende tot de zeemagt in Oost-Indie, en van daar den 24 dezer in Nederland teruggekeerd, wordt met dat tijdstip op non-activiteit gesteld. Zr. Ms. monitor Adderin aanbouw op 's rijks werf te Amsterdam, is gisteren namiddag met goed gevolg te water gebragt. Men schrijft ons van Texel 28 Sept. ZoDdag den le October houdt ds. Koekebakker, beroepen leeraar bij de doopsgezinde gemeentedes namiddags aan de Waal zijne intreê-rede. Den 8 October a. s. houdt ds. Buisman van Oosterend zijne afscheidsrede. De heer G. Dros, hulponderwijzer te Oude Schild komt voor op het drietal voor diezelfde betrekking te Zeist. Als zeer opmerkelijk berigten we, dat eene 82jarige vrouw te Oude Schild zaturdag den 23 September een aanval van beroerte kreeg, dienzelfden morgen ten 10£ uur insliep en tot heden (28 Sept.) nog slaaptzonder dat iemand of iets in staat is haar wakker te krijgen. Benoemd tot griffier bij het kantongeregt te Medemblik C. Warnsinck, eand.-notaris aldaar. Te Zaandam ligt ter teekening een adres aan den bur gemeester, om hem te bewegen op zijn verzoek om ontslag terug te komen. Reeds hebben een groot aantal ingezetenen dit adres onderteekend. Namens commissarissen en directie der /^Nederlandsche Loodmijn is berigt, dat de inschrijvingen op de bekende pre- mieleening het vereischte bedrag nog niet hebben bereikt, dat intusschen onderhandelingen hangende zijn, welke de ver wachting wettigen, dat binnen veertien dagen het voorge stelde doel zal zijn bereikt, waarvan in elk geval alsdan onmiddelijk zal worden kennis gegeven. Tevens wordt den inschrijvers medegedeeld, clat het diegenen hunner, die, oui welke reden ook, wenschen zich terug te trekken, vrijstaat hunne inschrijvingen terug te nemen, onder opgave aan de commissionairs de heeren G. T. Bruyn en Zn., te Amsterdam. Omtrent het plan tot het oprigten van een stoomboot- dienst tusschen Londen en Vlissingen, schrijft men, dat de reeders Sprenger, en den BouwmeesterBorsiusvan der Leije reeds huizen tot expeditie-kantoren te Vlissingen ge kocht hebben en dat de laatstgenoemden, tevens scheeps bouwmeesters, in onderhandeling zijn met het Kijk, om de gansche Vlissingsche marinewerf over te nemen. Het Vaderland meldt, dat de deelneming in de zaak voor- loopig zeer voldoende is. De leening draagt slechts een voor- loopig karakter, dat wil zeggen, wie zich verbindt een aandeel van f3000, te nemen, kan zich daaraan onttrekken, zoo de later vast te stellen bepalingen omtrent de onderneming zijne goedkeuring niet wegdragen. Onder de punten van beschrijving voor de algemeene vergadering van het Nederlandsch tooneelverbond, te houden op Donderdag 26 October 1871 te Amsterdam, komt voor: het leerplan voor eene tooneelschool met driejarigen cursus, dat voorzeker een belangrijk debat zal uitlokken. Het luidt als volgt: Vereischten van toelating. Leeftijdjongens van 15 tot 17, meisjes van 13 tot 15 jaar. Vrij van lig- chaamsgebreken. Aanleg voor het tooneel. Kennis van de grondregelen der Nederlandsche taal. Kennis van de begin selen der Algemeene en Nederlandsche geschiedenis, der Ne- derlaudsche letterkunde en der aardrijkskunde. Bekendheid met het EranBch en Duitsch (of Engelsch.) Bekendheid met •de beginselen van de kennis der natuur. Tot aanbeveling strekt zingen, dansen, schermen en gymnastiek. Voor de Arr.-Regtbank te Rotterdam stond een persoon teregt, die te Delfshaven een paar kleedingstukken had weg genomen, welke aldaar met meerdere goederen te bleeken lagen. Uit het onderzoek der zaak en de opgaven van bekl. bleek dat hij, eerst onlangs uit de cellulairè gevangenis ont slagen zijnde, zouder beroep rondzwierf en onmiddelijk na de wegneming der goederen zich daarmede naar de politie begaf en haar met het misdrijf bekend maakte, om op die wijze huisvesting en voeding te bekomen. Het openbaar ministerie qualificeerde deze daad als enkele diefstal, en eischte dat de dader met eene cellulaire gevan genisstraf van drie maanden gestraft zou worden, doch de regtbank sprak hem vrij, omdat de wegneming niet arglistig is geschied. Woensdag namiddag 5 uur is te Rotterdam; op een in de Leuvehaven liggend Keulsch schip, in eene kist met zwavelzuur brand ontstaan. De kist heeft men onverwijld in 't water geworpen, waardoor de brand dadelijk gebluscht was. Omtrent het verbranden van het stoomschip Lafaytte op op de reede van Havre, verneemt men de volgende bijzonder heden. Volgens de eene lezing, was de brand uitgebarsten tegen 11 ure 's avonds, in de droogovens. Volgens een ander openbaarde zich het vuur eerst tegen 2 ure in den morgen. Onmiddelijk werd alarm gemaakt en te 3 ure was de geheele brandweer op de plaats van het onheil aanwezig. Het was een verschrikkelijk schouwspel, de vlammen stegen uit alle ope ningen; te half zes stortte met vreeselijk geraas de groote mast neêr. Eerst tegen den middag werd men het vuur mees ter. Alles op dat flinke stoomschip is verloren; het glas-en zilverwerk is gesmolten, men vindt het in de meest fantasti sche vormen terug. Te 10 ure had de officier van dienst nog zijne ronde gedaan, en had niets opgemerkt wat een brand kon doen vermoeden. Het verlies van het schip wordt be groot op 3,500,000 frcs. en van de lading op 900,000 franc. De passagiersgoederen schijnen reeds van boord gebragt te zijn althans deze hebben niet geleden. Geen verlies van menschenlevens valt te betreuren. Omtrent het verongelukken van het Engelsche oorlog schip Megaera nabij de St. Paulus rots zijn bij de Britsche admiraliteit uitvoerige berigten ontvangen. Den 8n Jnnij werd een lek in 't schip ontdekt; de handpompen hielden het schip boven weldra moesten echter de stoompompen te hulp ko men en toen ook dit niet hielpbesloot men naar de St. Paulus rots koers te zetten. Den 17 Junij daar aangeko men, werd het lek grooterhet schip werd dus, toen een storm opstak, op strand gezet, nadat zooveel mogelijk lading en mondbehoeften was geborgen voor de 400 man. Op 16 Julij kreeg men een voorbijzeilend schip in het oog, het Ne derlandsche schip Aurora, kapt. Visser. De luit. Jones ging aan boord van dien bodem naar Batavia en kwam den 7n Aug. daar aan de consul aldaar de heer Fraser zond daarop de Engelsche stoomboot Oberon den 8n met provisie naar de rots, en 't Britsche oorlogschip de Rinaldo stevende den 9n van Batavia naar de plaats des onheils. De schip breukelingen van de Megaera zullen dus op het oogenblik in veiligheid gebragt zijn want zij hadden mondvoorraad tot November, Drinkwater is er op de rots nietdan betgeen de regen achterlaat. Op de dorre vulkanische klip groeit ook nietsen men heeft dus ook geen brandhouthet wrak der Megaera zal daartoe dienen. De kommandantkapitein Thrupp moet door den krijgsraad verhoord worden maar het schip was blijkbaar versleten, en men moet den komman dant dus prijzen dat hij de bemanning wist te redden. Een Engelsch ingenieur, de heer Brunton, meent dat, nu de Mont-Cenis doorgegraven is, 'thoog tijd wordt tot aan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1871 | | pagina 2