iiymmimiiiii urnn-cun tï Overlevingskassen. Een droom in den Oudejaarsnacht. BURGERLIJKE STAND DER GEMEEKTK HELDER. A II V E II T ËMTIEW.' CARCADOORS8EDSENDE, In het jaar 1871 zijn te Alkmaar aan de waag ge wogen 18,7"34« stapels kaas, wegende 3,972,720 kilogram, tegen 21,461 stapels of 4,832,714 kilogram in 1870. Ter graanmarkt zijn aangegeven 60,444 hectol. graan tegen 82,000 hectol. in het vorige jaar. De heer A. Provó Kluit, uit Nederland, die in 1870 voor eigen rekening een natuurkundige reis ondernam in Amerika, is thans benoemd tot assistent aan het Yale College te New-Haven, niet ver van New-York, welk museum be- keud is als het grootste van Noord-Amerika. In den nacht van 16 op 17 Dec. jl. zijn uit het Zeemanshuis te Rotterdam ontvreemd2 zilveren cyliuder- horloges, pakjes guldens en rijksdaalders, 24 Eng. ponden, 1 tien francstukje, 3 shillings, 2 bankbilletten van f 100, 1 dito van f 25, 1 dito van 100 francs, 25 Pruisische thalers (papier) en een vijfde kooplot in de thans trekkende 277e Staatsloterij, no. 17011 of 17083, van het kantoor van de wed. De Jongh te Rotterdam. De vermoedelijke daders zijn J. J. O. Gronert en J. van Vliet, gesignaleerd in het //Politieblad" van dit jaar. Het vinden van gemeld lot zou misschien tot hunne opsporiug en van het ontvreemde kunnen leiden. De officier van Justitie te Rotterdam verzoekt opsporing en berigt. Te Calcutta is een officiersraad gehouden over een kolonel, die buitengewoon zwaarlijvig was. 't Schijnt echter dat men er de eer niet mede gemoeid rekende, althans de raad heette niet raad van eer". Er werd beslist, dat de zwaarlijvige man kon blijven dienen, als er een paard was, sterk genoeg om hem te dragen. Zoo'n paard was er niet te vinden en de arme man bekwam zijn ontslag (eervol of niet, dat staat er niet bij De Spartanen wisten er een an deren weg op. Zij dienden een man, die te vet was, zoo lang zweepslagen toe, tot hij er weer als een knap Spartaan uitzag. Zekere Nauclis werd om het vergrijp der zwaar lijvigheid publiek ten toon gesteld en met eeuwigdurende verbanning bedreigd. EEN JEUDIGE MODERNE. Wat is een wonder vroeg een predikant. Ik weet het niet antwoordde zijn leerling. Pred. Indiende zon temidden van den nacht begon te schijnen, wat zoudt gij zeggen dat het was? Jongen. De maan. Pred. Maar als men u verze kerde dat het de zon was, wat zoudt gij dan zeggen? Jongen. Dat het een leugen was. Pred. Maar ik vertel geen leugens, veronderstel dat ik u zeide, dat het de zon was, hoe dan Dan, zei de jongen, zou ik zeggen dat gij niet nuchter waart. Een eindeloos veld waaraan het scherpzienst menschelijk oog geene grenen kan ontwaren, breidde zich voor mijne blikken uit. Het was gevuld met menschelijke wezens van heider kunne, van eiken leeftijd, van den zuige ling zich lavende aan de moederlijke levensbron, tot den strammen grijsaard met gebogen houdiog, den schedel bedekt met den zilverkraus des ouderdoms. Alle rangen en standen der zamenleving, van den gekroouden heerscher tot den lastdrager, waren bier vreedzaam vereenigd. In het midden was eono ruimte, waar ik een hoogen troon aanschouwde. Een afgeleefde, eerbiedwaardige grijsaard had den zetel ingenomen. Twee trappen leidden tot dezen troon, een breede van voren en een smalle van ach teren. In de verte hoorde men de doffe zware slagen eener klok, zij verkondigden het laatste uur des jaars. De grijsaard verrees statig van zijnen zetel en daalde achterwaarts af van den troon hij viel in de uitgebreide armen van een man, die een groot boek voor hem op een schrijftafel bad liggen, waarop stond te lezen «ge schiedenis De man schreef nu het cijfer 1872 en sloeg het blad om. Nu opende zich een bodemloozeu afgrond, waarop stond te lezen„ver gankelijkheid!" en de grijsaard verzonk daarin geheel, de aarde sloot zich weder, als of zij nimmer ware geopend geweest. Inmiddels had een jongeling in den lentebloei des levens, van de voor zijde den troon bestegen. Geheel zijn voorkomeu ademde de frischheid der jengd. Helder en onbevangen straalden zijne blikken op de oneindige menigte neder. Het blonde haar, in 't midden op den schedel gescheiden, golfde in rijke lokken langs den fier opgeheven nek. Diepe ernst en waardigheid spraken uit al zijue trekken. Het was de genius des tijds. Zij overzag de menigte, breidde hare armen uit en Kaf te kennen, dat zij wilde spreken. Eene doodelijke stilte heerschte nu alom en de genius verhief hare stem. „Mijn voorganger" dus begon zij is met de wegstervende trilling van deu laatsten klokslag van den afgerenden tijdkring in het nimmer keerend verleden verdwenen. Dat zal ook mijn lot zijn jaren en eeuwen komen en verdwijnen volgens den eeuwig on veranderlijken loop van het groote rader werk des Heelals. Één jaarkring slechts zult gij met mij raedereizenmaar niet allen, voor millioenen zijn de hoornen reeds geveld, waaruit hunne laat ste woningen voor den koelen schoot der aarde gevormd zulleu worden. Doch wat ook de toekomst u moge rooven, of brengen, voorwaarts is onze leuze, stil staan moogt gij niet, omdat er in de schepping geen stilstand bestaat; alles is toekomstig en verleden; de eeue seconde verdrijft de andere. Allen wordt gij gedwongen voorwaarts te snellen, naar een en hetzelfde doel, naar het graf. Maar de baan die tusschen de wieg en de groeve der ont binding ligt, leidt langs duizenderlei tooneelen van de tegenstrijdgiste afwis selingen. Één enkelen jaarkring slechts zult gij mij volgen. Mijn weg voert midden door dat labyrinth van lotgevallen. Ik leid u door de bekoorlijkste landschappen, waar de zachte lente-adem u de balsemgeureu der schoonste bloesems en bloemen tcgenwasemen, waar murmelende beeken en kristal hel dere stroomen en lommerrijke boomgroepen u verkoeling,en schaduw bieden. Maar ook leid mijn weg langs steile rotspaden aan wier voeten diepe af gronden gapen, waar de scherpe punten en de tusschen de spleten opschietende doornen; u bestendig verwonden ik reis door woestijnen en wildernissen, waar vermoeidheid, honger en dorst u zullen kwellen en afmatten. De schoonste tafereelen van wezenlijk geluk, van reine trouwe liefde, vau huwelijks- en huiselijk heil, en de afschuwelijkste tooueelen van misdaad en van de walgelijkste zedeloosheid; van menscheuliefde, opoffering en zelfver loochenende stille deugd der zielenadel, eu do ijselijkheden der wan hoop, weelde en overdaad, in oogverblindende vormen cu de schamele ar moede bij liet foltereudst gebrek, strijdende met de razernij der vertwijfeling; godsdienstigheid, gelooi' en vertrouwen op hoogere leiding en ongeloof, spot eu godslasteringen. Midden door al deze tegenstrijdigheden heen, gaat mijn pad met dezelldc regelmatige snelheid voortdoor verwoeste akkers, ver brande steden en dorpen, rookend eu schroeijcnd puin, langs velden door weekt van walmend menschcnbloed en langs de stille, vreedzame, heerlijk bloeijende dalen, waar alles liefde en vrede ademt. Dat alles zal het mcnschdom aanschouwen Het eene tafereel zal hem boeijen, het ander walgen. Maan door al deze kronkelingen loopt eene goud- diaad, door den grooten, eeuwigen wereldgeest daarin geweven; dat spoor is deu eenig veiligen weg om niet te dwalen. Wie dat spoor volgt, vraagt niet naar het waarom? of hoedie gouddraad leidt hem veilig uit het aard- schc doolhof naar het schitterend licht aan het einde, dat nimmer zal tanen en het morgenrood is van een eeuwig bloeijend paradijs. Dat spoor, die gouddraad is het geweten. Het is de stem Gods dit u ten Hemel roept. Volgt dus dat hemelsck spoor nn en alle volgende jaarkringen, opdat gij rijk in deugden, eens van burger der aarde, burger vau liet onverwelkbaar, heerlijk, zalig Eden moogt worden. g, Van 22 29 December 1871. ONDERTROUWD J. Bosman, schippersknecht en M. van Eijken, wo nende beiden thans alhier eu voor minder dan zes maanden tc Zwartsluis. P. Krijnen, hulploods en H. Greiuer. A. de Geus, zonder beroep en M. Vetten. H. Jongkecs, oppasser in het marine-hospitaal en W. Kroos. GEHUWD: H. Vos cn D. Koning.P. Stelleman cu B. W. C. Dieho. J. Jager en G. Kootkar. BEVALLENW. Zaal gcb. Dekker, Z. D. Dito gcb. van Riel, Z. G. van Juchem geb. Bakker, Z. G. Esselaar gcb. de Moei, Z. D. Hin geb. Rei, D. G. Schorsij gcb. Klein, Z. J. G. Hubbeling geb Smit, D. T. Nieuwenhuizen geb. Conijn, Z. OVERLEDENE. J. Bakker, 20 maauden. J. Brect, 13 dagen. A. van der Ham, 46 jaren. -A. Koning geb. Kooy, 45 jareu. P. Bruul, 6 jaren. W. J. Anuijas, 6 jaren. J. C de Bruiu, 5 maanden. C Bruin, 2 jaren. A. Hopman geb. Bierens, 89 jaren. A. A. Bieren broodspot, 27 jaren. W. Lijding, 18 maauden. J.M.Mulder, 2 jaren. L. vau Dain, 5 jaren. T. Kok, 16 maanden. A. E. Barbarini geb. Emminck, 46 jaren. J. Stelleman, 10 maanden. I Levenloos aangegeven. De Heer en Mevrouw J. G. R. VOS betuigen hun opregten dank, voor de vele bewijzen van belangstelling, ondervonden bij de geboorte vau hunnen Zoon Ilelcler29 December 1871. De Heer en Mevrouw van AKEN betuigen hunnen hartelijken dank voor dc vele bewijzen van deelnerniug, betoond bij het overlijden van hunne ge liefde Moeder en Behuwd-Moeder MARIA ROOSING, Wed. J. van Aken, in leven Oud-Ambtenaar bij het De partement van Marine. Den Helder30 December 1S71. Allen die iets te vorderen hebben, wegens verrigte werken of gedane leverantien aan genoemde Club in 1871, worden verzocht, hunne Rekeningen met overlegging der Bons, vóór 5 «Januarij 1872 in te dienen bij den den Heer HEYN1NG, Penningmeester der Marine-Club. MEN VRAAGT EEN BEKWAAM bekend met het CONVOOIWSRK, die des noodig EN CHEF zou kunnen ageren. Zij die aan het Nieuwediep bekend zijn, zullen de voor keur genieten. Adres met franco brieven, onder lett. L. B., bij Gebroeders KRAAY, Buitenkant, U, 83, te Amsterdam. De Agent der Vennootschap //Nederland" alhier, blijft de aandacht van belanghebbenden vestigen op de Maat schappij van Verzekering bij Overlijden en ook gedurende het Levenen wel met name op de daarbij ingevoerde Overlevingskassen, tot vorming van Kapitalen, door eploopende renten en versterving, waarbij de gelegenheid tot eene veel voordeeliger plaatsing van spaarpenningen of kapitalen wordt gegevendan op elke andere wijze mogelijk is Deze inrigtingen van voorzorg, om door jaarlijksche be sparing van kleine sommen te voorzien voor Kinderen in dc kosten hunner vestiging, huwelijks-uitzet, militaire dienstvervanging, enz. voor volwassenen in da be hoeften van den ouderdomzijn hoogelijk aan te bevelen. Nadere inlichtingen worden verstrekt door den Agent P. GROEN, Makdaad-.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 3