HELDERSCHE
COURANT.
JïteutDS- en
Zaturdag
<flöoerteiitie-6faÖ.
13 Januarij.
Twaalfde Jaargang.
1872.
NIEUWSTIJDINGEN.
JW. 1111.
Verschijut D1NGSDAG- en VRIJDAG-AVOND. ^jjÉÉlEBB
Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 |j!||if ijl
Franco per post 0.65
Men abonneert zich bij allo Boekhandelaren en
Postdirecteuren. Brieveu franco.
Uitgever S
«fflcfiM gedeelte.
POLITIE.
Dezer dagen onbeheerd gevonden Vier SCHAPEN. De
regtmatige eigenaar kan zich ter terugbekoming aanmelden
ten buréle van den ondergeteekende.
De Commissaris van Politie
Helder, 12 Jan. 1872. A. C. BOONZAJER.
JSiet-officiM geheeïte.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 12 Januarij 1872.
Door de Commissie der feesten, die in de R. C. bewaar
school alhier in de Kerstweek hebben plaats gehad, wordt
berigt dat zijn uitgereikt: 135 stuks en paren wollen Kousen,
Wantjes, Mofjes, Mutsjes en Dasjes 20 Hoeden en Petten
12 Boezelaars 81 stuks nieuwe Hemden 33 Wollen en ka
toenen Onderbroeken 38 baaijen Rokken en 22 dito Borst
rokken 31 Jurkjes en 27 Jongens-Kielen, Jasjes en Broeken;
verder verschillende lappen Manufacturen voor kleeding 50
Wittebrooden30 kilo Speculaas eene partij Taai en Sui
kergoed ruim 300 stuks divers Speelgoed, enz.
Z. M. heeft den heer C. D. Zur Mühlen erkend en
toegelaten als vice-consul van Oostenrijk alhier, en zulks op
den voet van Nederlandsch onderdaan.
Dingsdag avond hadden wij het genoegen om de
openbare vergadering van het letterminnend genootschap
//Liefde tot Kunst" bij te wonen. De opkomst der leden
was vrij talrijk en het zou jammer zijn, indien dit niet het geval
was geweest, want de hoofdrollen werden in beide stukken
uitmuntend vervuld en het geheel verschafte een aangenamen
avond.
Dezer dagen, of liever nachten, is een Engelsch ka
pitein, die een weinig buiten koers was geraakt, als nood
haven een der marinierswachten binnen gelaveerd. Na van
de vermoeijenissen gerestaureerd te zijn, vermiste hij des
morgens bij het vertrek eenige artikelen van waarde, die
waarschijnlijk tusschen kaai en schip verloren zijn gegaaD.
Onder toezigt der politie is men ijverig aau het peilen en
dreggen.
De kapt.-luit. t/z A. W. Keuchenius, de luits. ter zee
2e klasse E. H. E. van Woelderen en H. E. Kouwenberg, de
officier van gezondheid 3e kl. E. H. L. Roessingh van Tterson
en de officier van administratie 3e klasse N. W. Lasonder,
laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indie, en
van daar den 30 December in Nederland teruggekeerd, wor
den met dien datum op non-activiteit gesteld.
De adelborst le klasse J. A. H. Beek, dienende op Zr.
Ms. fregat met stooinvermogen Admiraal van Wassenaer
wordt met den 20 dezer op non-activiteit gesteld en met
den 21 daaraanvolgende vervangen door den adelborst le
klasse J. Bollaan.
Men leest het volgende ingezonden stuk in de Scha-
ger Courant
Mijnheer de Redacteur
Of gij het onder uwe Gemengde Berigten opneemt of niet,
•weet ik niet, maar wat ik weet, weet ik secuur, en daarom
wil ik, dat het in onze hoog geachte Schager, in al zijne
kleuren worde opgenomen.
*Onze ontvanger der directe belastingen W. T. de Jongh
De prijs der Advebtentien van 1—4 regels is 60
Centen; voor eiken regel meer 15 Centen.
^yM| Vóór des Dingsdag en Vrijdags middags 12 uur gelieve
men de Advertentiëu intezenden.
illfiw Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
GILTJES.
van Arkel is eindelijk, na zich lang aan de wolken te hebben
vastgehouden, met de Noorderzon van hier vertrokken.
Zijn deficit in 's Rijks kas is, naar ik hoor, slechts f 5000.
terwijl de borgtogt ruim f 6000.bedraagt, zoodat 's Rijks
schatkist niet te kort komt.
Toen zijne dierbare ega, per telegram, het berigt ontving
dat hij, met zijn schoonzoon J. W. Just de la Paisières,
behouden te Londen was aangekomen, is zij dadelijk met
het gezin van hier opgebroken en haar echtgenoot gevolgd
(art. 161 2e alioea Burgerl. Wetboek).
Niemand betreurt alhier het vertrek dier familie, zelfs
niet de anders zoo vreesselijk brullende Beeren zij be
rusten in hun lot, onder opzien met een dankend oog naar
boven, met volkomen gelatenheid Bato.
Schagen, 8 Januarij 1872.
Laatstgcmelde reist op kosten der redactie van liet Dagblad van
's Gravenhago en Zuidholland, in qualiteit van attaché aan dat blad.
In den avond van 3 dezer is de heer G. te Haarlem,
in de nabijheid zijner woning, in den Haarlemmerhout ge
legen, aangevallen door een luitenant der huzaren, hierin
bijgestaan door zijn oppasser en een ander luitenant van dat
korps, welke den heer G. met een rijzweep tot bloedens
toe hebben geslagen.
Men verneemt, dat de zaak voor de militaire regtbank
zal worden gebragt, terwijl inmiddels de sabels aan bedoelde
officiereu zijn ontnomen en hun voorloopig streng huisarrest
is opgelegd.
Dingsdag namiddag werd door den agent van politie
Huguenin te Loosduinen een opligter, die met valsche pa
pieren, onder voorwendsel van een weldadig doel, doch ten
zijnen bate, bij de inwoners gelden ingezameld had, aange
houden hij wilde ontvlugten en sprong in het water, doch
werd door den agent nagesprongen, die hem na eene wor
steling in het water op het drooge bragt en naar het huis
van arrest vervoerde.
Uit Tilburg schrijft men:
Men blijft in alle kringen zich bezig houden met eene
spookachtige verschijning, welke, volgens de verklaring van
een ooggetuige een agent van politie thans eenige
dagen geleden in het Park is gezien. Een persoon van reus
achtige gestalte kwam in het holle van den nacht van den
kant van den tuin der wed. Yerbunt op het Hèiken, dragende
op het hoofd een hoogen shako met een eruorme glimmende
pompon en een witte veder. Aan zijne regterzijde hing een
groote sabel. Hij waudelde bedaard en rustig in de rigting
van 's konings park, alwaar de agent van politie, zijn doo-
delijken angst eu schrik overwinnende, het spook staande
hield en aansprak. Na een poosje over onverschillige zaken
gekeuveld te hebben nam het spook een profetische toon
aau, en voorspelde voor 1872 een bloedigen oorlog.
De politieagent houdt zijne verklaring staande en wie
zou een politieagent niet gelooven, wanneer hij verzekert
waarheid te spreken? Jammer voorwaar, dat de agent niet
weet te zeggen, of het spook een staart had.
Zondag avond bemerkten eenige boeren te Oldelammer,
die uit avondpraten waren geweest, dat het water, dat nog
voor weinige uren zeer laag had gestaan, aanmerkelijk was
gerezen. Terstond besloten zij onderzoek te doen aan den
Scheendijk, waarin zij dan ook spoedig een vijftiental gaten
vonden. Met het zestiende graven vonden zij een man bezig,
die -op hunne aankomst het op een loopen zette. De vrien
den achtervolgden hem, bereikten hem eindelijk en herkenden
in hem zekeren E. te Oudetrijne. Van deze zaak is aan-