werd bijna geheel en al door de drie solisten ingenomen; Eeue
uitvoerige bespreking van elk nomraer zoude ons te ver voeren,
't Zij dus genoeg hier te vermelden, dat, hoe hoog onze ver
wachting ook gespannen was, de uitslag ons toch zeer be
vredigd heeft. Dat ook de aanwezigen met het gehoorde
hoogst ingenomen waren, bewees het applaus dat na elk nummer
plaats had.
Vergissen wij ons niet, dan is dit het laatste concert van
het winter-saizoen. Het komt ons dus niet ongepast voor,
om hier eenige woorden van dank en hulde te brengen aan
het geachte bestuur, aan den flinken directeur en aan de leden
van het orchest, voor hunne toewijding aan eene vereeniging
van aeslhetischen aard. Dat Apollo nog vele jaren, gesteund
door zulke krachten, in bloei moge toenemen, is de wensch
waarmede wij dit kort verslag besluiten.
Dezer dagen is op de Haaks door haringtrekkers het lijk
gevonden van een onbekende drenkeling en alhier aangebragt.
Het stoomschip Prins van Oranjekapitein Braat, 21
Eebruarij vau Suez naar Batavia vertrokken, is volgens te
legram uit Point de Galle (Geylon) van 12 Maart, aldaar
aangekomen, om drie nieuwe schroefbladen aan te zetten.
Het oponthoud werd op tien dagen berekend. Aan boord
was alles wel.
De kapitein ter zee J. E. Buys, laatst behoord heb
bende tot het escader in Oost-Indië en van daar den lOn
dezer in Nederland teruggekeerd, is met dien datum op non
activiteit gesteld.
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal van gister, vroeg eu verkreeg de heer Nierstrasz ver
lof om, op een nader te bepalen dag, de regering te inter
pelleren over de deelneming van Nederland aan de inter
nationale conferentie, te Weenen te houden, tot het beramen
van gemeenschappelijke maatregelen tot wering van de veepest.
Op verzoek nemen wij het volgende over uit de Scha-
ger Courant
Door de algemeene vergadering der leden van de Ver
eeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands
Noorderkwartier, gehouden den 6 Maart jl., is besloten dezen
zomer een wedstrijd te houden met werktuigen voor den
hooibouw en 4 proefnemingen te doen met zaaizaden.
Verder zal door den heer A. B. Kaan, te Wieringerwaard,
worden beproefd een breedwerpige lijnzaadzaaijer.
Door den heer W. Sluis, te Beemster, een doorsnijmes of
kaaskleiner en door den heer J. Hulleinan, te Twisk, de
noodige deelen bij de grasmaai-machine, om dit werktuig ook
als graanmaaijer te kunnen gebruiken.
Hoewel er zeker geenerlei opzet bij in het spel is,
is het toch wel merkwaardig dat thans juist, nu alles zich
voorbereidt op de herdenking der gebeurtenis, die de voor
bode was van onze eindelijke zegepraal op Spanje en onze
bevrijding van de Spaansche dwinglandij, tusschen dat land
en het onze een traktaat aanhangig wordt gemaakt bij de
Wetgevende Magt. Een traktaat van handel en vriendschap,
gelijk men het nu noemt, en waarin ook een clausule voor
komt, die inderdaad treffend is, wanneer men ze met den
vroegeren toestand vergelijkt.
De eerste alinea van art. 1 van dat traktaat luidt: *De
wederzijdsche onderdanen der beide hooge contracterende
partijen zullen volkomen met de nationalen worden gelijk
gesteld voor al wat aangaat de uitoefening van den handel,
der nijverheid en der beroepen, en de betaling der belastingen.
Zij zullen het regt hébben vrijelijk hunne godsdienst uil te
oefenenen op gelijke wijze als de nationalen allerlei roerende
eu onroerende eigendommen te verkrijgen en daarover te
beschikken bij koop, verkoop, schenking, ruil, laatste-wilsbe-
schikking en erfopvolging ab intestato."
In 1572 wilde Spanje zelfs geene vrijheid van godsdienst
in Nederland gedoogen in 1872 zijn de Nederlanders, even
als de Spanjaarden, ook in Spanje vrij, om elke godsdienstige
overtuiging die zij belijden, openlijk uit te oefenen. De wereld
gaat langzaam en onmerkbaar vooruit, maar zij gaat toch voor
uit; niemand had aan Philips II durven voorspellen, dat het be
ginsel, hetwelk hij te vuur en te zwaard wilde uitroeden,
en ter bestrijding waarvan hij zoovele duizenden liet ter dood
brengenkerkeren en martelen, eenmaal het beginsel zou
worden dat Spanje zelf beleed. Wie had voor driehonderd
jaren aan zulk een tractaat kunnen gelooven
Dit schijnt eene zeer onnoozele opmerkinghet spreekt
wel van zelf, dat men niet kan voorzien, wat na drie eeuwen
zal plaats hebben maar wanneer men, ook thans nog, door
dezelfde partij aan wier leiband Philips II liep, met zooveel
vertrouwen en zekerheid van de toekomst hoort gewagen en
zulk een vaste overtuiging hoort uitspreken, dat de waarheid,
dat is hare waarheid, zal zegevieren over de dwalingen van
dezen tijd, dan is het bemoedigend voor hare tegenstanders
om er op te wijzen wat deze in drie honderd jaren op die
partij van den gewetensdwang hebben gewonnen.
Hoe heftig het verzet ook is tegen de moderne //dwalingen",
deze zullen de oude //waarheid" hoe langer hoe verder op
den achtergrond dringen; het werk van deze drie eeuwen zal
niet vernietigd worden; in drie eeuwen tijds zijn de konin
gen van Spanje bekeerd tot de leer der boeven en, de pi
raten als de wereld nog drie eeuwen verder is, zal men nog
ongeloofelijker dingen dan deze kunnen "aanschouwenwant
de toekomst is ons. Arnh. Ct.
Men verneemt nader, dat tot het ontslag van de Vletter
aanleiding heeft gegeven, de zorgwekkende toestand, waarin
hij in den laatsten tijd verkeerde, ten gevolge van eene ern
stige keelongesteldheid, waaraan hij reeds geruimen tijd lij
dende was,
Men leest in het Ulrechtsche Dagblad het volgende
Er reist sedert maanden een persoon, wien wij voorzig-
tiglieidshalve niet noemen, om geld op te halen, ten einde
naar den Helder te komen, waar hij geplaatst is op een
schip als hofmeester. Deze man, die er vrij welgekleed uit
ziet en zijn woord goed voeren kan, heeft eene groote me
nigte van getuigschriften, zoodat er eenige moed toe behoort,
om hem niet te vertrouwen en scherpzinnigheid, om het net,
dat u gespannen wordt, te ontloopen. Doch daarom tneeneu
wij aan het publiek verschuldigd te zijn het te waarschuwen
en vooral den predikanten te vragen, om niet onnadenkend
hunne aanbeveling te voegen bij die van zoo velen en daar
door op nieuw anderen te helpen misleiden. Onder de namen,
die wij ons herinneren gelezen te hebben onder zijne do
cumenten, komen voor die van jhr. v. Akerlaken, lid der
Tweede Kamer, mr. Alstorphius Grevelinck, mr. Schiffer,
Hora Siccama, Hofstede de Groot, Muurling, Masman, Creutz-
berg, Gerth van Wijk, om van vele anderen niet te spreken.
Een deel dier getuigschriften is van Mei 1870, een ander
van Aug. 1871. Men vrage hem, op welk schip en van
welken reeder hij geplaatst zal worden en hij blijft het
antwoord schuldig.
Daar deze industrie gemiddeld f 10.h f25.per dag
opbrengt en het gansche land nog niet afgereisd is, zal het
goed zijn, wanneer ook andere bladen deze waarschuwing
overnemen.
Door heeren voogden van het St. Anthony gasthuis te
Leeuwarden is, naar men verneemt, f 1000toegekend aan de
hoofdcommissie te Brielle, voor het op te rigten Asyl aldaar.
Maandag middag jl. rende een hollend paard door de
ruiten van den goud- en zilversmidswinkel van den heer
Dellemijn te Doesburghet behoeft geen betoog, dat de eige
naar op dergelijke klandizie niet gesteld is.
Dingsdag morgen heeft bij de Gebr. Vermeent te Oud-
Bijsenburg, een schaap vijf lammeren geworpen, allen spring
levend. Dit is eene groote zeldzaamheid.
Maandag jl. is te Oldeuzaal de ketel der groote stoom
spinnerij van de heeren Gelderman en Zonen gesprongen.
Menschenlevens zijn gelukkig daarbij niet te betreuren. Al
leen het dak der fabriek is min of meer beschadigd gewor
den. De schok was hevig.
De keizer van Duitschland heeft onder de bevelhebbers
der verschillende Duitsche legerkorpsen in den oorlog van
1S7071, de dotatiën op de volgende wijze verdeeld
Prins Erederik Karei, von Moltke, von Boon en von Man-
teuffel, ieder 300,000 thl. Goeben, Werder, Delbrück 200,000.
Voigts-Bhetz, Eransecky, Alvensleben II, Blumenthal 150,000,
prins August vau Wurtemberg, Alvensleben I, Zastrow, Man-
stein, Kirchbach, Bose, Stülpnagel, Podbielski, Kameke, Stosch,
Obernitz, Eabrice, Suckow 100,000 thlr.
Zie hier het bedrag der vrijwillige inschrijvingen in
eenige steden van Erankrijk voor het fonds tot spoedige
bevrijding van den vaderïandschen grond Montpellier fr.
1,299,074?; Tours fr. 428.552; Tourcoing fr. 271,500; Havre
fr. 3,580,000 Bouaan fr. 738,256 Amiens fr. 143,369
Marseille fr. 1,500,000. Over 't geheel is in de kleine plaatsen
naar evenredigheid het meest ingeschreven. Magarnet, een
stadje van 8000 zielen in het departement Tarn, heeft meer
dan fr. 200,000 tot het fonds bijgedragen, dat is ruim 25 fr.
per hoofd.
De heer Léon Say, prefect der Seine, heeft bij den
Parijschen gemeenteraad eene memorie overgelegd, betreffende
de schuld der hoofdstad. Daaruit blijkt dat die bedraagt 1
milliard 650 millioen aan gevestigde en vlottende schuld, en
dat deze jaarlijks eene rentebetaling vau fr. 88,200,000
vereischt.
De burgers van Metz, die als getuigen gehoord zijn
door de commissie voor de capitulatiën, hebben een brief
in de Siècle doen plaatsen, waarin zij namens hunne mede
burgers hulde brengen aan het werk Metz, campagnes ei
negociationsgeschreven door een hoofdofficier van het leger
van den Bijn, waaruit zoo duidelijk mogelijk het aller mis
dadigste gedrag van Bazaine blijkt. De afgevaardigden der
stad Metz zoo leest men hebben onwraakbare getui
genissen en onwederlegbare bewijzen geleverd en zijn tevens
de tolken geweest der smart van hunne medeburgers. Nu
onze pligt vervuld is, nu onze stemmen, onze getuigenissen,
onze tranen voor den regter zijn gebragt, wachten wij met
vertrouwen de straf van den schuldige, die de schandelijke
eu nooit geëvenaarde daad, de capitulatie van Metz, volbragt
heeft. De straf is noodig voor de geschonden openbare
moraal."