BURGERLIJKE STAND DER GEMEENTE TEXEL. noemden reiziger, nocli van den Amerikaan Stanley brieven waren ontvangen. In de binnenlanden duurde de oorlog nog voorten ingeval de zaken zoo bleven, zou de expeditie, wan neer zij <3e oproerige districten naderde, een omweg naar bet zuiden maken, om de oorlogvoerende partijen te vermijden. De orkaan op 15 April had te Zanzibar groote schade aan- gerigtr, en vele menschen hadden daarbij het leven verloren. De Abydos was het eenige schip, dat er aan ontkomen was door full speed te stoomen. Men berekent, dat 2 millioen pd. st. nog niet al de schade aan de gebouwen en eigendom men zou vergoeden en de Europeanen aldaar verwachten, dat een hongersnood er het gevolg van zal zijn. Volgens de laatste berigten is de Tripolidie op de rotsen van South Tuskar stootte, een totaal wrak en zal van de kostbare lading ter waarde van 100,000 pd st. slechts weinig te redden zijn. Het stoomschip Boynedat dezer dagen uit Brazilië te Southampton aankwam, zag nabij kaap Finisterre zijn vaart eensklaps verminderen door een grooten walvisch, die dood of slapende op de oppervlakte der zee door den steamer was aangevaren en na eenigen tijd voortgeduwd te zijn, zonk. Op Pinkstermaandag werd de Zoölogische tuin te Londen door 45,000 en de tentoonstelling door ruim 21,000 personen bezocht. Blijkens eene statistieke opgave in het Militar Wochen- blatt hebben de batterijen der Pruisische veldartillerie, met inbegrip van het Badensche regement en de Hessische afdee- ling, in den oorlog met Frankrijk 1344 stukken geschut te velde gebragt, waarmede 267,975 schoten zijn gedaan. Te Rouaan zijn de uitgestrekte magazijnen van den drogist Lozey met de aangrenzende huizen verbrand: ge noemde eigenaar heeft daardoor een schade van 500.000 frs. geleden. De Pruis Vogt, die onlangs te Havre een politieagent met een dolk wondde, is tot twee jaar gevangenisstraf ver oordeeld. Uit Fransch Indië is een bedrag van 250,000 frs. over gemaakt voor de verlossing van het moederland. Den In Junij zal de nieuwe internationale sneltrein tusschen Parijs en Rome worden ingewijd; hij zal 60 a 70 kilometers per uur doorloopen en uit niet meer dan 4 rij tuigen en 1 goederenwagen bestaan. Een zekere professor Sorini, die de kunst verstaat om lijken tegen ontbinding te behoeden, heeft op zich genomen 't stoffelijk overschot van Mazinni te petrifieereu. Heftig wordt, vooral door de Engelsche bladen, geprotesteerd tegen zulk een stuitend spel met 't aardsch omhulsel van den grooten Italiaan wiens nagedachtenis zijn vaderland gewis op go- paster wijze zou kunnen vereeren, dan door zijn ligchaam na zijn dood de rol te doen vervullen van een wassen pop in een museum. Van het Russisch gezantschap te Teheran is in St. Pe tersburg berigt ontvangen, dat de cholera en dyssenterie in Perzië geheel hebben opgehouden en dat de vooruitzigten aangaande den oogst gunstig zijn. Van de Kaap de Goede Hoop wordt gemold, dat in de zitting van het koloniale parlement, die den 19 April werd geopend, het gouvernement der kolonie het berigt heeft in gezonden, dat president Brand aan den gouverneur Barkly een depêche heeft gezonden, waarin hij voorstelt dat de Ne- derlandsche gezant te Londen een scheidsregter zou benoemen om te beslissen in de hangende quaestie omtrent het eigen- domsregt der diamantvelden, ingeval de arbiters, door de regering van Engeland en den Vrijstaat benoemd, het niet mogten eens worden. Voorts heeft de gouverneur een wet ingediend, waarbij de annexatie der diamantvelden aan de kolonie wordt voorge steld en het aantal hunner vertegenwoordigers in de Wet gevende Kamers bepaald; bij een andere wet wordt de vor ming van een nieuw geregtshof voor de diamantvelden voor gesteld. Indien er geen nieuwe mijnen ontdekt worden, verwachtte men dat de talrijke bevolking, thans op de velden aanwezig, zich spoedig zou verspreiden. Sedert zes maanden woonde te Piedicastello, eene voor stad van Tarente, een zoogenaamde prins Giovanelli de Napoli. Deze woonde eiken dag in den dom drie missen bij, biechtte tweemalen 's weeks en bragt het grootste gedeelte van zijn dag door met bet lezen van godsdienstige werken. Met de weinige bekenden, die hij allengs kreeg, een geloovig advokaat en eenige geestelijken, sprak hij somtijds over zijne corres pondentie met den Paus en met prins Girgenti. Als dezen stelde hij aan een zijner vrienden een doortrekkenden chevalier d'industrie op het station voor, liet missen lezen, gaf menig goudstuk aan de armen en begon ten laatste te gewagen van eene erfenis van vier millioen, die hij ten behoeve der kerk wilde aanwenden. Eindelijk moest hij zijn goede vrienden te Tarente in vertrouwen mededeelen, dat hij ten gevolge van die erfenis, wegens betaling van zijn advokaat, voorschotten enz., in oogenblikkelijke ongelegenheid was. Drie dagen lang beantwoordde hij alle aanbiedingen, welke hij van verschillende zijden ontving, met vorstelijken trots eindelijk echter liet hij zich bewegen om 40,000 francs in goud aan te nemenwaarop hij uit Tarente vertrokken is zonder een spoor van zich achter te laten. Zijn secretaris was met de koffers verdwenen. De advocaat informeerde zich bij het geregtshof te Napels naar prins Giovanelli en kreeg, toen hij diens photographie zien liet, ten antwoord, dat de italiaansche justitie sedert vijf jaren lang dien gaauw- dief in het oog hield Eerstdaags zal de Nationale Vergadering in Frankrijk zich bezig te houden hebben met een gebeurtenis, waarvan het bijna ongelooflijk is, dat zoo iets nog heeft kunnen plaats vinden in Frankrijk, in de tweede helft der 19e eeuw. De afgevaardigde van Nïmes, de heer Tailhaud, president van het hof van appel van de Gard, is met het onderzoek dezer ge heimzinnige zaak belast, dat hem een jaar geleden werd op gedragen. Het betreft eene dame, Hersélie Rouy, dochter van den sterrekundige Charles Rouy, die in 1848 te Parijs gestorven is. Deze ongelukkige vrouw, thans bijna 60 jaren oud, leefde stil en vergeten te Parijs, toen zich den 8 October 1854 een onbekende bij haar aanmeldde, onder den naam van baron de R. Hij was vergezeld van een kruijer, dien hij voor een commis saris van politie uitgaf. Deze beide mannen namen haar mede en bragten haar naar het krankzinnigengesticht Charenton, waar zij geplaatst werd onder den naam van Joséphine Che- vallier ouders onbekend. Gelijkertijd werden alle papieren in het huis van mejufvr. Rouy weggenomen, verscheurd en zoek gemaakt, en de tijding van den dood van Hersélie Rouy, werd officieel aan haar bloedverwanten en vrienden bekend gemaakt. Geen der formaliteiten, door de wet voorgeschreven, was ver vuld bij de opname van de gewaande Josephine Chevallier te Charenton. Er bestaat geen aanvrage om toestemming, noch proces-verbaal van den commissaris van politie, noch eenig bewijsstuk omtrent mejufvrouw Rouy. De arme vrouw was verlaten en onbekend, geplaatst in een inrigting van den Staat. Zij had bij zich haar geboorteacte, haar familiepapieren en geld. De zusters van liefdadigheid namen haar die af. Veertien jaren bleef zij onder de krankzinnigen, nu eens overgebragt van Charenton naar Salpdtrière, dan weer laDgs verschillende bedelaarsdëpóts van 't eene departement naar het andere. Te vergeefs verzocht zij, dat men haar met iemand harer familie in aanraking zou brengen, dat men aan de geestelijke zusters van Charenton hare papieren zou terug vragen. De onge lukkige scheen voor altijd levend begraven. Van tijd tot tijd kwam er een brief aan 't gesticht te Marëville, waar mejufv. Rouy was opgesloten. Een onbekende, die zich de vader der ongelukkige noemde en zich teekende Francois, beval haar aan de bestuurders der inrigting aan. Het toeval echter maakte een einde aan de opsluiting, die aan de lettres de cachet doet denken. Mej. Rouy bevond zich in 1868 in het gesticht van krankzinnigen te Orleans, waar zij reeds 5 jaren had door- gebragt, toen zij aan een neef van haar, den heer Laurenny Rouy, het berigt kon doen toekomen, dat zij niet dood was. Een vriend, de heer le Normand de Varennes, stelde alle pogingen in het werk, om de papieren op te sporen, die de geestelijke zusters van Charenton hadden ingepakthij bevond, dat de gewaande Josephine Chevalier, die reeds 14 jaren was opgesloten geweest, werkelijk dezelfde Hersélie Rouy was, waarvan men in 1854 de begrafenis had bekend gemaakt. De geneesheer-directeur van het gesticht te Orleans tee kende een bewijs van ontslag en mej. Rouy was vrij, maar zonder onderkomen, zonder geld, zonder vrienden, en dat te midden van den winter. Gelukkig werd dezelfde heer le Nor mand door haar ongelukkigen toestand getroffen, en hoewel zelf niet rijk, trok hij zich het lot der arme vrouw aan. Bijgestaan door twee of drie liefdadige menschen, plaatste hij Hersélie Rouy in het gasthuis vau het dep. Loiret, waar zij eindelijk ook regt kon vragen. Doch hoe langzaam gaat het regt. Mejufvrouw Rouy had tijdens hare gevangenschap ge legenheid gevonden om op honderden stukjes papier van al lerlei soort een verhaal te schrijven van haar lijden. Dit soort van dagboek wilde zij openbaar maken of het den mi nister zenden. Niemand lette er echter op. Eindelijk werd een verzoekschrift bij het Wetgevend Ligchaam ingediend, doch toen brak juist de oorlog uit van 1870. De arme vrouw zag daardoor nu al haar hoop verdwijnen en bleef ten laste der goede menschen, die haar ondersteunden en bijstand schon ken. Thans eindelijk zal haar voldoening geworden; oud, zwak, arm en lijdende ziet zij er uit, naar het rapport van Tailhaud. Zij wacht, zij hoopt, en er is geen toestand wan hopiger dan die dezer arme vrouw, wier leven op zulk een wijze vernietigd is. Het is meer dan tijd, dat de wetgeving zich de kwestie der krankzinnigen aantrekke. Hoevele ma len toch reeds hebben de krankzinnigengestichten met goed gevolg de Bastille vervangen De eerste de beste geneesheer kan ieder uit de maatschappij verbannen. In de N. B. Ct. van heden leest men het volgende inge zonden artikel Mijnheer de Redacteur'! Met de plaatsing der volgende regelen zult UEd. mij zeer verplichten. Als gezagvoerder van liet Harksclrip Jan vau Brakcl, onlangs in Nederland teruggekeerd, bezorgden mijne vrienden mij eene oude courantBijvoegsel der N. R. Ct. vau 16 Nov. '71, waarin ik tot mijne bevreemding eoae be oordeeling vond van een oud gezagvoerder over een medegedeeld schrijven uit Padang,te vinden in datzelfde blad van 3 Nov. '7L, welke beoordeeling sluit met deze regelen „Onze Nederlaudsche gezagvoerders ter koopvaardij hebben steeds getoond boegen prijs te stellen op den roem van hulpvaardig heid en mcnschlievendheidik zoude het daarom zeer betreuren, indien blijken moest dat het gedrag van den heer de Rorvrr hierop eeno uitzon dering heeft gemaakt, en daarom hoop ik, dat die gezagvoerder voldoende nadere ophelderingen zal kunnen geven." Ik zie mij dus wel genoodzaakt daarop te antwoorden. Ik acht zulk schrijven, eene verdenking of beschuldiging, zoo men het noemen wil, bevattende, gericht aan icmaud die zich in den vreemden be vindt en dus eeo geruimen tijd daarvau onwetend blij ft, van niet de minste waarde, en laat het aan 't publiek over den naam er aan te geven, dien het verdient; de zaak is toch nu reeds lang vergeten. In de eerste plaats moet ik aanmerken, dat het medegedeeld schrijven van 3 Nov. niet geheel letterlijk mijn bericht is: dit is als extract uit mijn journaal tc vinden in de Amst. Ct. van dieu tijd. Ik verzocht dit te doen plaatsen, niet met het doel om daarmede te schitteren als eene daad vau hulpvaardigheid of menschlievendheid, doch alleen om verkeerde opvattingen te voorkomen, omdat ik van mijne lading had afgegeven, eu veel meer zoude afgescheept hebben, indien men het slechts had kunuen afhalen. Ik gevoel volstrekt geene behoefte en zie er geene noodzakelijkheid iu, aan het verlangen van den heer Gxodkle te voldoen, om de Jczers van de N. R. Ct. to vervelen met de herhaling van eeu reeds lang vergeten voorval. De overtuiging die ik voor mij zelf heb, met alle mij ten dienste staande middelen alles gedaan te hebben, wat ik konde en mocht' doen, om de bemanning der Magaera op het St. Paulus-eiland bij te staan, is voor mij de beste belooning. Dc Engelschcn zeiven zijn hiervan ten volle over tuigd ik bezit hiervan bewijzen. Die oud-gezagvoerder behoeft over mij volstrekt niet te treuren of een rouwvlag uit te steken, als zoude ik den roem van onzo Nederlaudsche ge zagvoerders bezwalkt hebben. Het zij ZEd. genoeg te weten, dat ik bij al mijne handelingen onder het eilaud werd bijgestaan door een der belangheb benden een Engclsch zee-officier der Magaera, die reeds goed op de hoogte was, hoeveel water ik nog had, cn welke middelen mij op mijn schip ton dienste stonden. Bij nadere kennismaking met dien heer is mij tevens ge bleken, dat hij een der kloekmoedigste en oordcelkundigste mannen was, dieu de kommaudant van het op strand zittende schip had in zee gezonden, en op wiens hevel de reddingboot (die daar onmisbaar was) naar het eiland terugkeerde. De heer G., die wellicht noch mij kent, noch het schip waarop ik gezog voer, had zich als man van het vak beter inde omstaudiglieden moeten ver plaatsen, en alvorens de pen op te vatten, moeten bedenken, dat eeu gezag voerder1, zonder iu het minst van zijne plichten omtrent den evenmensch af te wijken, die in verband moet breugen met zijne verantwoording tegenover zijne recdcrs, inlnders cn assuradeuren. Ongetwijfeld had de in de stille huiskamer gezeten, op zijne lauweren rustende oud-gezagvoerder, hier die prachtige passagiersschepen op hot oog, die ZEd. uu en dan door de sluis vau Purraereude ziet varen, ruim van alle behoeften en, in den tegen woor- digen tijd veelal van al te veel ruimte voorzien. Hebben onze Nederland- sche gezagvoerders steeds aanspraak gemaakt op den roem van hulpvaardig heid eu menschlievendheid, zij zijn ook bekeud om hunne eerlijkheid cu eenvoudigheid (zonder humbug) in hunne handelingen en verslageu tot de laatstcu te bchooren reken ik mij do éér toe. Ik vertrouw hiermede aan het verlangen van den heer G. voldaan to hebben, en zoude een verder publick schrijven over deze lang vergeten zaak van weikeu aard ook, met stilzwijgen beautwoorden. Helder. D. DE ROEVER. Van 16-23 Mei 1872. ONDERTROUWDGeene. GETROUWD Abraham de Ruijter, weduwnaar van Neeltje Bruin cn Pietje Bakker, weduwe Geert Wegman. GEBORENDobora, dochter van Raphacl Nunes Vaz en Sara de Boer. Jan, zoon van Jacob Bakker en Hilgen Kooi. OVERLEDEN Cornelis lap, oud 3 maanden, zoon van Ario Coruelis Lap en I-Ieiidriua Pouliua Koning. Marrctje Sluisman, oud 28 jaar, huis vrouw van Cornelis Lagcrveld. Frouwtjo Keijzer, oud 17 jaren, dochter van Jacob Keijzer (overleden) en Antje Dekker. MAKKTBER1GTEN. ROTTERDAM, 23 Mei. Granen per 2400 kilo: Tarwe. Bovenl.Ris f 15.S5, 15,90; puike Oddessa Poolsche per stoomboot onderweg, Eutr. v. a. b. bij partij f 15.55 Bcssa- rabischo 1'15.40 dito dito entr. v. a. b. bij partij f 15.25; 131/32 (g, Tlicodosia Entr. v. a. b. bij groote partij f 15.05. Rogge. 121/22 fijs grove Koningsberger f 10.50; 128/130 ff?s Amerikaansche Western f 10.50, 10 60 cn v. a I). bij partij f 10.55 121/22 fgs Jïieuwe Odcssa f9.75; 115/16 fës Nicolajef bij partij v. a. b. f9.45. Ter Sardappeloumarkt van heden waren de prijzen als volgtZeeuwsche Jammen 1'5 a 5.40. Met weinig aanvoer. PURMERENDE, 21 Mei. Aangevoeld 130 stapels kleine en 5 stapels middelbare Kaas. Boter van fl.l7itot 1.27A per kg., gemiddeld f 1.22£ per kg. Aangevoerd 212 Rundereu. Vette Koeijenhoog in prijs. Melkkoeijen prijshoudend, vlugge handel. Gelde-Koeijen hoog in prijs, ruim aangevoerd. 14 Paarden. 215 Vette Kalveren, haudel vlug, prijs 50 tot 70 ct. per kg. 121 Nuchtere Kalveren, prijs van J'6 tot 18 per stuk, handel vlug. 42 Vette Varkens, do prijs was van 46 tot tot 62 ct. per kg., handel vlug. 16 Magere Varkens van f18 tot 22, cu 270 Biggen van f7 tot 10, handel stil. 1272 Scha pen cn Lammeren. Vette Schapen duur. O verhouders prijshoudend, handel traag. Lamineren hoog in prijs. Kipoijeren i 2.80, Eeudoijcvcu f 3.30 per 100, SCHAGEN, 23 Mei. 4 Paarden f50 a 100, Ossen 1'90 a 140, Stieren f 90 a 180, 98 Gelde Koeijcn f 150a 220, Kallkoeijen f 180 a 260, Vaarsen f 100 a 160, Hokke- lingen fa 15 Nuchtere Kalveren 1'S a 20.424 Magere Schapen f 22 a 38, Vette Schapen f 32 a 40, 2388 Lammeren f 12 a 24.50, Over- houders f a 4 Bokken en Geiten f 1a 5.—, 21 Magere Varkens f 16 a 35, 196 Biggen f 8 a 12, Konijnen 10 n 65 ct. Kippen fO.öO a 0.85, Duiven f 0.10 a 0.25, Boter fl.24 per K., Kaas 35 a 45 ct. por K., Kipeijercu f 2.70 a 2.80, Ecndeijeren f 3 20 a 8.25 per 100 st. DEVENTER, 22 Mei. Op de gisteren alhier gehouden veemarkt, waar ruim 150 koeijen aan gevoerd waren, besteedde mcu over 't geheel iets lager prijzen don de vo rige week. Guste koeijeu golden van f105 tot 165, melkkoeijen van f 110 tot 205, dragtige koeijeiv van f 115 tot 215, pinken van 1"70 tot 115. Do tuarkt kenmerkte zich door een veel minder geauimeerdeu handel dan de vorige weken. De zalmen, die in den laatstcu tijd in den I.Tssel gevangen zijn, wer den zeer vlug tegen f 2.40 a 2.75 per kilo verkocht. LONDEN, 23 Mei. Ter veemarkt van heden waren aangevoerd: Runderen 1040; Schapen en Lammeren 11470; Kalveren 490; Varkens 20. Prijzen: Beste Runderen 5/10, Schapen en Lammeren 6/-, Kalveren 5/10, Varkens 4/8. 278ste STAATSLOTERIJ. Vijfde Klasse. Vijfde, Zesde en Zevende Trekking. No. 2506 en 4547, ieder f1000; no. 1076 en 16994, ieder f400 no. 8725, 9487 en 9869, ieder f200; no. 5873, 6206, 6751, 8209, 10871, 10872 en 16763, ieder f100. No. 17623 f50,000; no. 4839 f25,000; no. 14418, 15218, 17057 en 17608, ieder f1000; no. 2278 en 11928, ieder f400 no. 349, 2745, 10128, 12549 en 17791, ieder f200; no.304, 358. 542, 617, 2766, 3345, 4137, 6090, 7376, 7415, 12056, 13175, 14219 en 17892, ieder f100. No. 1490, 5190, 5961, 7624, 9922 en 15408, ieder f1000 no. 1057, 1712 en 10864, ieder f400 no. 725, 7660, 10373, 13751, 15155, 16270, 18400 en 19894, ieder f200; no. 3048, 3954, 6588, 8663, 9358, 9457, 10424, 12275, 12998, 13004, 13114 en 15818, ieder f100.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 3