NIEUWSTIJDINGEN. daar eens wordt afgerekend, wat maar al te vaak zijn oor sprong heeft te danken aan zoogenaamde toevallige omstan digheden, aan invloeden van buiten, zonder nog aan neven bedoelingen te denken, die zorgvuldig worden verborgen ge houden, dan zou er soms weinig verdienstelijks overblijven. Wij mogen dus wel tot het besluit komendat er meer schijnbare dan ware verdiensten gevonden worden, en wat het treurigste van de zaak is de eerste worden doorgaans hooger opge vijzeld, meer erkend dan de laatste, terwijl deze omgekeerd meer aan miskenning zijn blootgesteld dan de eerste. Dat verschijnsel mogen wij betreuren, wij behoeven er ons niet over te verwonderen. De stof, waaruit de man van ware verdiensten gevormd wordt, is juist niet bijzonder overvloedig, en veel voordeel of genot gaat er doorgaans niet eens mede gepaard, op maatschappelijk al evenmin als op politiek terrein. Zoo iemand, dan heeft de heer Thorbeche dat ondervonden tot aan het einde van zijn leven. Wij willen thans niet in eene beoordeeling treden van zijne woorden of daden. Zijne levens bijzonderheden zijn door een aantal bladen medegedeeld, en wat hij, zoowel in de regering als in de Kamers heeft verrigt, zal later waarschijnlijk genoeg stof tot critiek opleverenMoge die dan even eerlijk zijn, als hij zelf zich steeds betoonde, zoowel tegenover zijne tegenstanders als zijne vrienden. Wij koesteren echter daarvoor eenïge vrees, en hij, die eenïgzins bekend is met het journalisme, zal dat wel met ons doen. Dat bij vele dagbladen toch ware verdienstelijkheid wel eens door stoffelijk voordeel of partij belang op den achtergrond wordt gedrongen, zal wel niemand betwijfelen. De eerlijke journalist, die het kwade nooit goed noemt, of het zoodanig vernist, dat de glans belet, de echte kleur te onderscheiden, zal minder kan3 hebben, om aan de menigte te bevallen, dan hij, die haar weet te vleijen. Toch gelooven wij in gemoede, dat de eerste zich verdienstelijk maakt, en de tweede niet. Deze moge zijne partij dienen, hij moge de eigenaars van zijn blad voordeelen verschaffen, ware verdiensten bezit hij niet. Deze denkbeelden werden onlangs in ons levendig bij het lezen van een uittreksel uit een artikel van het Dagbladdat wij in de Haarl. Courant vonden. Dat de hoofdredakteur van dat blad als journalist veel vlugheid, behendigheid, misschien bekwaamheid aan den dag legt, valt niet te ontkennen; als zoodanig is hij voorzeker een zeer geschikt werktuig voor een dergelijk blad. Die echter den moed heeft, eenigen tijd het Dagblad te lezen, zal niet ligtelijk tot het besluit komen, dat hij een man van verdiensten is. Wij hebben dat meermalen aangetoond, doch het hier bedoelde artikel kwam ons zóó onkiesch voor, dat wij ons niet kunnen weerhouden, een en ander daaruit aan te halen. Zeer kort voor het overlijden van den heer Thorbecke, welligt slechts eenige uren, vraagt het Dagbladwaarom het geduld der natie zoo lang op de proef gesteld wordt Misschien vergissen wij ons, maar die vraag is naar ons oordeel hoogst oneerbiedig tegenover den Koning, die het ontslag nog niet had verleend, en even onkiesch tegenover het hoofd van het ministerie, die welligt reeds op sterven lag. Het ongeduld schijnt den schrijver zóózeer te overmeesteren, dat hij zelfs grof wordt, in weerwil van zijne zoo vaak luide uitgegalmde vereering van ons regerend stamhuis, want hij gaat verder aldus voort »In elk geval moet er eene beslissing geDomen worden. Men mag aan het hoofd van het aftredend kabinet de schuld van de vertraging niet geven en aan de beide Kamers ligt de schuld evenmin. Wie is het dan, die de oplossing tegenhoudt Ja, wie is het dan, zoo niet de Koning zelf? Het staat dus zoo tamelijk gelijk met: Sire, wil U. M. zoo goed zijn, wat haast te maken? Thorbeche ligt te sterven, die kan U toch niet meer van dienst zijn, en wij Heemskerk en confraters heb ben al zoo lang verlangend naar die lieve zetels zitten uit kijken. Och, neem ons nu maar. De kamerleden zullen zooveel praats niet maken, anderssturen wij ze weêr naar huis, enz. Dit laatste middel, hoe bespottelijk de dagblad partij zich vroeger daardoor ook moge gemaakt hebben, schijnt toch nog altijd bij haar voor de hand te liggen, want de schrijver zegt verder Tenzij de liberalen zich zouden wil len handhaven door eene kamerontbinding, is het boven allen twijfel verheven, dat de zuiver constitutioneele zin nu eischen zou een conservatief ministerie aan het bewind te roepen. Dus met andere woorden Sire, als de liberalen nu de kamerleden ook niet, naar ons loffelijk voorbeeld naar huis zenden, dan moeten wij regeren, anders houdt Gij op een con- stitutioneel koning te zijn. Wij willen hopen, dat Z. M. meer zal raadplegen met de eischen van het gezond verstand en die van het welzijn des vaderlands, dan met een constitu- tioneelen zin naar den zin van de dagbladmannen, want bij hunne opvatting staat zoo duidelijk het partijbelang op den voorgrond, dat het zelfs den minst ontwikkelden lezer terstond moet opvallen. Doch dan vragen wij ook met den meesten nadruk waar de verdiensten van zulk een journalisme gezocht moeten worden? Ware verdiensten zijn intusschen niet altijd gemakkelijk te onderscheiden. Toen de heer Thorbecke voor de eerste maal geroepen werd een ministerie zamen te stellen, zal wel nie mand den man in hem hebben tegemoet gezien, die hij later heeft getoond te zijn. Dit heeft ons wel eens doen denken, of ook buiten de kamer geen geschikte stof voor verdienstelijke ministers zou te vinden zijn, zoowel als onder de kamerle den. Wij denken hierbij aan mannen als de heeren Knoop Boomsvan der Kaayy Buijs en anderen. Wij willen niet be weren, dat die heeren bepaaldelijk de geschikte personen zou den zijn; wij beschouwen ons zeiven niet als de geroepen personen om onzen geëerbiedigden Koning een ongevraagden raad te geven wij laten dat liever over aan den redacteur van het Dagblad. Wij opperen dat denkbeeld alléén in de zijn en even goed buiten als onder de kamerleden kunnen ge vonden worden. Algemeen wordt heden in ieder geval de nagedachtenis van den heer Thorbecke in eere gehouden. Moge dat voortduren door zijne eerlijkheid als staatsman, zijne vaderlandsliefde als burger en zijne onwrikbaarheid van overtuiging als mensch na te volgen. Hij wist wat hij wilde, en alle Nederlanders konden weten, wat zij aan hem hadden. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz., 14 Junij 1872. Als voorloopig berigt deelen wij mede, dat door den kerkeraad der Hersteld Evangelisch Luthersche gemeente al hier, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het over lijden van den heer d8. J. H. Sonstral, het volgende drietal is geformeerd, als: d8. G. Limperg te Medemblik, ds. F. Braak man te Gorinchem en ds. J. A. Heiwig te Enkhuizen. On der nadere afwachting dat die heeren zich de candidatuur laten welgevallen. Naar men verneemt zou Zr. Ms. schroefstoomschip Citadel van Antiverpenkomende van de Kust van Guinea, dezer dagen in de Noordzee zijn gezien, en wordt hier elk oogenblik binnen verwacht. De instructie-brik Ternatekommandant de luit. t/z 1° kl. P. Ten Bosch, aan boord waarvan zich de bootsmans leerlingen bevinden, is gisteren van de oefeningstogt in de Noordzee alhier binnengekomen, en zal over eenige dagen weder zee kiezen. Volgens een bij het Departement van Marine ingekomen berigt heeft Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Admiraal van Wassenaer, onder bevel van den kapt. t./z. R. L. de Haes, den lOn Mei jl. de reede van St. George d'Elmina verlaten, ten einde de terugreis naar Nederland te aanvaarden. De o£Bc. van gez. 3e kl. J. Messemaker, laatst gediend hebbende bij de zeemagt in Oost-lndië en tot herstel van ge zondheid den 8n dezer in Nederland teruggekomen, wordt met dat tijdstip op non-activ. gesteld. Van het 3e bataillon 7e regement Infanterie, alhier in garnizoen, zijn de sergeanten E. K. H. A. Hamming en H. A. Muller tot 2e luitenant benoemd en heden naar 's Herto genbosch vertrokken. Bij dit bataillon zijn geplaatstde nieuw benoemde 2e luitenants A. C. H. Alma, van het 4e regement infanterie, A. M. Klerk de Reus, van het instructie-balaillon, en J. D. van der Vijver, van het 7e regement infanterie. Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij. Lijn Am sterdamRotterdamHelderZaandam. Aantal reizigers 'gedurende de maand Mei 1872 198,584 Opbrengst van reizigers f171,128.77J goederen 42,067.66 Totaal f213,191.44 Sedert primo Jan. aantal reizigers 760,681 Opbrengt reizigers en goederen f848,836.57 Z. M. heeft besloten Artikel 1. Voor de frankering van brieven en andere voorwerpen van binnenlandschen oorsprong en bestemming, alsmede van die voor de koloniën en het buitenland, zal een nieuw model van postzegels worden ingevoerd, eene waarde vertegenwoordigende van 5, 10, 15, 20, 25 en 50 cents, en zulks ter vervanging der postzegels van dat bedrag, die bij Ons besluit van 4 September 1867 (Staatsblad no. 93) werden in het leven geroepen. De nieuwe postzegels worden door Onzen Minister van Finantieu in gebruik gesteld, zoodra de voorraad der zegels volgens het bestaande model zal zijn verbruikt. Art. 2. Er wordt mede een nieuw soort van postzegels ingevoerd ter waarde van f 2.50. Deze zegels zullen, te rekenen van 1 Julij 1872, op de postkantoren verkrijgbaar zijn. Art. 3. De bij art. 1 en 2 hierboven vermelde postzegels, dragen Onze beeldtenis en het opschrift Nederlandbenevens de aanduiding der geldswaarde. De verschillende soorten zijn in kleur onderling van elkander onderscheiden. De postzegels van f2.50 zijn daarenboven van grootere afmeting dan de andere soorten. Het provinciaal geregtshof van Noordholland heeft Dingsdag jl. bij een uitvoerig arrest de schuld der drie be klaagden, ter zake van den op 5 December 1871 te Heem stede op P. J. Kees gepleegden moord, wettig en overtuigend bewezen verklaard. Het Hof heeft hen mitsdien schuldig verklaard aan dood slag met voorbedachten rade en geleider lage (moord), en deswege de eerste beschuldigde Elizabeth Ras, weduwe van P. J. Kees, en derden beschuldigde Pieter Tongeren, ver oordeeld tot een levenslange tuchthuisstraf. Ten aanzien van den tweeden beschuldigde, den 19jarigen Anthonie GeeveD, heeft het Hof overwogen dat zijn zeer jeugdige leeftijd aan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 2