HELDERSCHE GODRiNT. Meums- en Zaterdag <flÖoertenttc»6fttö. 3 Augustus. Jts H69. Twaalfde Jaargang. 1872. «©jficfëcï ijebccltc. X.ict-officiëcl geöceltc. Plan tot uitbreiding der Koop- vaardijhaven alhier. Verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 Franco per post 0.G5 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Advektknt^e^ van 1 4 regels is 00 Ceutcn; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve mcu de Advei tcnticn intezenden. Ingezonden stukken minstens een dag vroeger. *-•***.•- Uitgever S. G IL T J E S. POLITIE. Op de straat gevonden Een VROUWENZAK, en ge deponeerd ten burele van den ondergeteekende. A. C. BOONZAJER, Helder, 2 Aug. 1872. Commissaris van Politie. Sedert de scheepvaart in de laatste jaren hier zeer be langrijk is toegenomen, is het van algemeene bekendheid dat de rilimte, die de buiten- en binnenhaven voor lig- en losplaats aanbieden, veel te beperkt isde vele moeilijkheden, zorgen, onaangenaamheden, en wat meer zegt, het tijd- en geldverlies, dat belanghebbenden dagelijks ondervinden, doet herhaaldelijk den wensch hooren tot verbetering van den tegenwoordigen onvoldoenden toestand. En het zijn niet alleen de geldelijk belanghebbenden, de kapiteins, reeders of hunne gemachtigden, maar ook de autoriteiten der haven en van den waterstaat, beneveDS alle anderen, die dagelijks met de koopvaardij in contact staan in een woord, allen zijn het eens, dat eene meerdere ruimte tot berging van zeeschepen dringend noodzakelijk is. Do groote vraag hier is naar ons inzien op welke wijze die uitlegging het meest doelmatigst kan geschieden. Van verschillende plannen hebben wij reeds hooren gewa gen. En daar wij meenen dat deze aangelegenheid niet op kleingeestige wijze, als zijnde van plaatselijk belang, mag worden beschouwd, maar meer zoo als zij werkelijk is van algemeen nut en ten behoeve van den handel van een groot deel van ons vaderland, zoo hopen wij dat de geop perde plannen door deskundigen, in overleg met belangheb benden, aan een streng en onpartijdig onderzoek mogen worden onderworpen. Tot nog toe kwamen die verschillende plannen daarin met elkander overeen, dat ze allen de gewenschte uitbreiding aan de landzijde aangavenhetzij door verbreeding van een gedeelte van het Noordbollandsch Kanaal, het maken van een bassin in het Koegras, en andere plannen; waaraan onvermijdelijk verbonden was het maken van een kostbare brug en het bouwen van een tweede meer kolossale schutsluis, geschikt voor zeil- en stoomschepen van de grootste afmetingen. Eenigzins in tegenstelling met deze planDen, doch mo gelijk ook door deskundigen daarmede in verbinding te bren gen is een geheel nieuw oorspronkelijk denkbeeld van den heer G. Scholten", Gemeente-Bouwmeester alhier. heer S. wil zonder kostbare kunstwerken van brng- en sluis, de natuur meer te hulp nemen. Hij wil de benoodigde ruimte voor los- en ligplaats vinden door uitlegging van de buitenhaven aan de achterzijde; en wel door eenvoudig den steenen leidam te verlengen met zt 1000 M., en het daar mede evenwijdig tot op dien afstand verlengen van den Havendijk. Hij houdt zich overtuigdingevolge vaste wetten der natuur, dat hetzelfde stroomvermogen, dat eenmaal de tegen woordige uitmuntende haven wat hare diépte aangaat geformeerd heeft en steeds dagelijks op hare diepte houdt, ook op het nieuwe gedeelte dezelfde uitwerking zal hebben, zoo spoedig de verlenging der dammen aan wederzijde ge reed is. Hij stelt zich zelfs voor, dat men het verplaatsen van den grond, tot verkrijging van de vereischte diepte in dit gedeelte dat overal elders door de kostbare spa en niet minder dure baggermachine moet worden daargesteld hier gerustelijk aan de werkiüg van datzelfde stroomvermogen kan worden overgelaten. De kosten die daardoor, en door het ontberen van een nieuwe sluis en brug zouden gespaard kunnen worden, zullen nog al belangrijk zijn. Dit geprojecteerde gedeelte der haven wenscht de ontwer per tot los- en laadplaats te bestemmen voor de grootste zee schepen, zoo als de booten der Maatschappij «Nederland", der «Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij" en ande ren; terwijl tot verder vervoer der ladingen een spoorverbinding zoude kunnen worden gemaakt; en wel langs het nieuw ge deelte havendijk, dat met een bocht van 600 M. straal, den Koegraszeedijk zou kunnen snijden, waar langs de spoorbaan zou moeten vervolgen, om in den Anna Paulowna Polder bij den Staatsspoorweg aan te sluiten. De oppervlakte grond, die door dit ontwerp binnen den havendijk kan worden gewonnen, bedraagt ziz 54 hectaren. Wanneer men in aanmerking neemt, dat de oppervlakte van 's rijks werf alhier 36 hectaren beslaat, zal men moéten er kennen, dat dit terrein ruimte in overvloed zal opleveren voor pakhuizen, drooge dokken en verdere inrichtingen voor den handel. En ook, zoo de latere behoefte het mocht noodig oordeelen, voor een kapitale schutsluis. Daarenboven wil de heer S., aan de binnenzijde van dit terrein, het Noordhollandsch kanaal 40 M. verbreeden, over eene lengte van 1000 M., tot op de diepte van den slagdrempel van de Koopvaarders schutsluis, dat is 6,58 M. beneden AP., en deze plaats meer bestemmen voor het lossen van houtschepen. Door den heer S. is dit project in kaart gebracht op een schaal van 1 a 4000 en in handen gesteld van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, om daarvan gebruik te maken, op eene wijze, als dat lichaam zal dienstig achten. Gemelde Kamer, zeer ingenomen met de nieuwe denkbeel den, in dit ontwerp vervat, en ten volle overtuigd van de wenschelijkheid der uitvoering, bij preferentie van de andere ontworpen plannen, heeft gemeend, dat het geheel en al op haren weg ligt, >m, in het belang van handel en scheepvaart, het bij de hooge regeering te moeten indienen en ter overweging ernstig te moeten aanbevelen. Alvorens daartoe over te gaan, heeft de Kamer een oproeping gedaan: aan de leden van den raad, eenige vertegenwoordigers van handel en scheepvaart te dezer plaatse en andere belang hebbenden, om met haar een bijeenkomst te houden ter bezich tiging en bespreking van het meer genoemde plan en de daarvan ontworpen teekening. Die vergadering heeft Dinsdag jl. plaats gehad en van de aanwezigen mag gezegd worden, dat zij zich met de hoofdtrekken van het plan, nadat het door den heer S. was toegelicht, zeer goed konden vcreenigeu. Sommigen toonden zich door de nieuwheid van het denkbeeld zeer verrast. Door slechts éen der aanwezigen werden eenige bemerkingen gemaakt. Geenszins de uitvoerbaarheid van het plan betwij felende, toonde hij zich meer aangetrokken door het plan tot verbreeding van het Noordhollandsch kanaal, omreden bij eventueele meerdere behoefte aan ruimte, men die verbreeding zou kunnen doorzetten desnoods tot aan de spoorbrug bij Anna Paulowna met minder kosten dan het verder uit leggen der leidam, enz. Deze bewering werd zeer betwijfeld, doch niet verder besproken. Door dienzelfden heer werd ook het bouwen van een grooiere schutsluis als onvermijdelijk genoemd, daar de stoomschepen van de laatste constructie, in lengte de schutkolk van de te genwoordige sluis overtreffen, en die schepen, des winters bij ijsgang, in de haven aan te groot gevaar zouden blootstaan. De heer S. antwoordde daarop dat in zijn projsct ruimte genoeg te vinden is voor het daarstellen van een schutsluis, wan neer die noodig geoordeeld wordt, en alzoo zijn plan daardoor met een ander iü verbinding kan worden gebrachtdat hij echter de noodzakelijkheid voor het tegenwoordige nog niet inziet, daar een aantal schepen, waaronder de stoom- en zeilschepen van groote afmeting, allen in het Ie maken ver lengde gedeelde van de haven kunnen lossen, dokken en repareeren; het gevolg daarvan is, dat een aanzienlijk aantal schepen minder dan tegenwoordig de sluis zullen behoeven te passeeren; alzoo zal ongetwijfeld in de eerste jaren het ge bruik maken der sluis veel minder zijn. Wat het gevaar voor ijsgang aangaat, is zeer denkbeeldig, daar de ondervinding steeds heeft geleerd, dat de grootste schuiviDg van het ijs steeds plaats heeft langs de overzijde van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 1