HELDERSCHE COURANT. Jtteuros-- en <ftöoertentie--6faï). M 1172. 1872. Woensdag 14 Augustus. Twaalfde Jaargang. Stemmen uit den vreemde. Verschijnt DINSDAG- en VRIJ DAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden 0.50 Franco per post 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prys der Advertentien van I4, regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Advertentien intezenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. GIL T J E S. n. Het is lafhartig zich geheel door het oordeel van anderen te laten beheerschenmaar het getuigt van karakter, hunne oordeelvellingen, hoe ongunstig zij soms mogen zijn, kalmaan te hooren, en er zijn voordeel mede te doen. Dit is op de volken niet minder van toepassing dan op de individu's. In ons vorig artikel hebben wij den heer Hauraune de En- gelsche neutraliteit hooren veroordeelen als zeer deloijaal, maar tevens als nadeelig, zoowel voor Engeland zelf als voor Europa, en wij eindigden met ook als ons gevoelen uit te spreken, dat in den huidigen toestand het gevaar voor de kleinere staten, waartoe wij natuurlijk ons vaderland rekenen, ingeval van oorlog, het grootste is. De taal van den Fransehen schrijver is kras, zelfs dreigend, en getuigt van groote bitterheid. By den zeker door niemand verwachten uitslag der leening, is het niet te wachten, dat die verbittering by de Fransche natie minder zal worden, en wij zijn niet ongeneigd met het N.v.d.D. te zeggen, «dat die milliarden zullen strekken om het vuur der nationale wraak zucht brandende te houden." En wie zal ons zeggen, welke gevolgen dat zal hebben voor Europa in het algemeen en voor Nederland in het bijzonder? Wij willen nog even hooren, wat die schrijver van Engelands toekomst zegt. »Het lot van Engeland is niet twijfelachtig, tenzij groote ge beurtenissen zijn nationalen geest komen opwekken. Het zal een tweede Holland worden, een nijver, volkrijk, voorspoedig land, maar een land, dat in verval is, zonder invloed op de wereld, zonder zekerheid voor de toekomst. Zijne staatslieden voeren nu reeds eene taal, die meer tehuis behoort op de Am- sterdamsche beurs, dan in het Britsche kabinet." Dergelijke taal is niet geschikt om ons trotsch te maken. Of zij ten opzichte van Engeland juist is, laten wy daar; voor ons is het van meer gewicht na te gaan, of werkelyk Nederland in verval is, en geen zekerheid heeft voor de toekomst. Wy hebben gehoord, wat een Fransch schrijver zegtwij laten eenige regelen volgen uit de Duitsche Gegenwart. «De Nederlanders koesteren nog altijd dezelfde vijandschap tegen Duitschland, voortvloeiende uit voorliefde voor Frankrijk en vrees voor Pruisen. Frankrijk is machteloos, Pruisen is machtig, Nederland een gemakkelijke prooivan daar vrees en wantrouwen. «De Nederlanders zijn nalatig, traag en weerloosde mi litaire toestand is treurig geldzucht is hun eenige hartstocht zij hebben niets over voor de zedelijke en verstandelijke ont wikkeling der natie." Dat oordeel is althans niet gunstiger dan het eerste van sympathie getuigt het ten minste volstrekt niet. Of moeten wij denken aan het versje «Een vriend, die mij myn feilen toont, enz." Een Belgisch schrijver acht zich intnsschen verplicht, daar tegen zijn stem te verheffen. Hij merkt op, dat den Haag, met zijn Franschgezindheid, het Nederlandsche volk niet uit maakt dat de natie wel de krijgshaftige eigenschappen harer voorouders verloren heeft, maar daarentegen op het gebied van het onderwys en de beschaving groote overwinningen heeft behaald dat zij net en ordelievend is, en dat zulk een volk, hoe onverschillig en onbekwaam zijn leger ook moge zijn, de toekomst vóór zich heeft. Dit is natuurlijk meer flatteus maar het komt ons voor, dat het zoo wat gelijkt op het oordeel, dat men soms over dezen of genen uitspreekt, door te zeggen »'t is een goeje vent," hetgeen volstrekt niet gelijk staat met «een ferme vent." Wat kunnen ons nu die stemmen uit den vreemde leeren Getuigen zij van onverdiende miskenning, of van overdrijving Of moeten wij toegeven dat zij in meerdere of mindere mate gelijk hebben Wy lazen onlangs in het Utrechtsch Dagblad van Q. N. «De tegenwoordige defensie ontneemt alle geloof aan de waarde en de levenskracht van ons volk, en voert tot die treurige levenswijsheid, waarbij men de zaken laat, zooals zo zijn, om uitsluitend voor eigen voordeel te zorgen. «De brandstoffen voor een oorlog in Europa hoopen zich op. De Duitsche regeering tegen het ultramontanisme, gevoegd bij de verbittering van het Fransche volk, maakt het voor de kleine staten meer dan ooit plicht, op alle mogelijke wijzen voorbereid te zijn. De toestand van onze verdedigingsmid delen is intusschen ellendig. Die toestand moedigt de onedele handelspolitiek aan, waarnaar men maar al te zeer overhelt. «Geloof in eigen kracht is onmisbaar voor een volk." Ziedaar eene stem, niet uit den vx-eemde, maar uit eigen boezem, die al evenmin een gunstig oordeel over den toestand in Nederland uitspreekt. Men zou toch een zeer verblind optimist moeten zijn, om al die stemmen gering te achten, of geheel overdreven te noe men. Wij zullen de zienswijze der Gegenwart^ «dat ons volle nalatig, traag en weerloos is," en «dat het voor de zedelijke en verstandelijke ontwikkeling niets over heeft," niet weerleg gen. Wy zijn van die zijde zoo gewoon aan hatelijke oor deelvellingen, dat zij ons slechts in zóóverre treffen, als wij daaruit leeren op onze hoede te zijn, zoowel voor de vriend schap als de vijandschap van zulke naburen. Maar in één opzicht komen al die stemmen overeen de onvoldoendheid, het gebrekkige van onze defensiemiddelen, en wij zijn het vol komen met Q. N, eens, dat zij ellendig zijn. Reeds sedert jaren wordt daarover gesproken, geschreven en in de Kamers ge debatteerd de eene minister van Oorlog volgt den anderen op, elk met zijn eigen plan en inzichtde kosten Van dat de partement stijgen voortdurend en met dat alles blijft het even slecht als te voren. Toen voor een paar jaren de lichtingen werden opgeroepen, kon zelfs de minst ontwikkelde het ge brekkige inzien. Ware toen werkelijk een aanval geschied, wij gelooven, dat het lot van ons vaderland wellicht aan een zyden draad hadde gehangen. Toch is alles gebleven, nagenoeg gelijk het was. Nog altijd hebben wij dezelfde ellendige mi- litiewetnog altijd kan men zich met geld vrijkoopen van een der heiligste burgerplichten nog altijd is onze schutterij eene kracht in naam, die in lijd van nood misschien bruikbaar zou worden, wanneer bet te laat was. Laat ons het dan den vreemdeling niet ten kwade duiden, dat hij op ons verdedigingsvermogen zeer laag nederziet. Maar schamen wij ons, dat zelfs het bevriende Belgiëdat ons tracht te verdedigen tegen den hatelijken uitval der Gegenwarttoch ook moet bekennen, dat ons leger onverschillig en onbekwaam is, omdat wij de krijgshaftige eigenschappen onzer voorouders hebben verloren, en betreuren wij het, dat bij zoovele elkan der opvolgende regeeringen, eene zaak, waarvan wellicht het welzijn des vaderlands afhangt, zoo flauw behartigd, zoo niet verwaarloosd wordt. Het verwondert ons dan ook niet, dat Hauraune onze toekomst onzeker noemt, en Q. N. spreekt te recht van eene onedele «handelspolitiek", die alles schijnt te zullen overheerschen. Wij zeggen met hem: geloof in eigen kracht is onmisbaar voor een volk." Daarom begrijpen wij nauwelijks, hoe sommige bladen nog altijd blijven beweeren, dat ons land ingeval van nood toch Diet te verdedigen zou zijn. Alléén dan, wanneer de geest onzer voorouders, die voorzeker reeds veel verzwakt is, gehéél uitgedoofd werd, zou het waarheid wordenmaar dan ook zouden die dagblad schrijvers de eer hebben, krachtig aan die verzwakking te hebben medegewerkt. Hebben wij reden, hierin een spoedige verbetering te wach ten? Wij hopen, dat onze tegenwoordige minister van oorlog het kwaad flink onder de oogen zal durven zien, en ons al thans zal verlossen van die slechte militiewet met hax*e hate lijke loting en hare nog hatelijker plaatsvervanging en num merverwisseling. Maar dan ook geen onderscheiding van mooie petjes en vrije kamertjes, waardoor waarlijk geene ferme soldaten zullen gevormd worden. Reeds daardoor zou een groote stap op den weg der verbetei'ing worden gedaan, en als de stemmen uit den vreemde daartoe den stoot konden geven, zouden wij daarvoor wezenlijk dank verschuldigd «ijn. Allezins behartiging verdienen de volgende woorden van Hau raune «Om een ernstigen duurzamen vrede te bezitten, moet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 1