HELDERSCHE COURANT. Jïieuois» en <flDoerteiiUe--6faÖ. Zaterdag 21 September. Jfö 1183. Twaalfde Jaargang. 1872. «Officieel ge&eclte. Kennisgeving. JJiet-uffiaëel gcbccltc. Zitting van den Gemeenteraad, Een nuttig boekje. Verschijut DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 0.50 Franco per post n h 0.65 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco. De prijs der Advèktextien van 14 regels is 60 Centen; voor eiken regel meer 15 Centen. Vóór des Dinsdags en Vrijdags middags 12 uur gelieve men de Adverteutiëu intczcndcu. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Uitgever S. G I L T J E S. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter openbare kennis, dat de begrooting der inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor het dienst jaar 1873, gisteren aan den Gemeenteraad aangeboden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing neder- gelegden in afschrifttegen betaling der kostenalgemeen verkrijgbaar is gesteld. Helder, den Burgemeester en Wethouders voornoemd, 18 Septemb. 1872. STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. YERHEY, Secretaris. op Diusdag den 17 Sept. 1872. Voorzitter de heer mr. K. J. C. Stakman Bosse, Burgemeester. Secretaris de heer L. Verhey. Tegenwoordig 13 leden. Afwezig met kennisgeving de heeren Bronovo, Janzen, van Kelckboven en van Bruggen, terwijl van laatstgenoemde eene missive wordt voorgelezen, waarbij bij zijn ontslag neemt als lid van den Raad. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. 1). Aanbieding der begrooting 1873, a. Gemeente, b. Bur gerlijk Armbestuur, c. Algemeen Weeshuis, d. Schutterij Na mededeeling der eindcijfers van de begrooting, als: Ge meente f 166,579.081; Burgerlijk Armbestuur fl 1,100.Al gemeen Weeshuis f 14,497.56-5 dd. Schutterij f953.gaat de vergadering over, ingevolge het reglement van orde, zich bij lotiDg in drie afdeelingen te splitsen, tot onderzoek der begrooting, waartoe de tijd bepaald wordt op Maandag, Dinsdag en Woensdag a. s. 2). Voordracht van een Directeur-ApoLheker. Bij missive wordt door commissarissen medegedeeld, dat slechts twee sollicitanten zich hebben aangemeld, als de heeren C. S. Alting en G. C. F. van de Roemer, waarvan eerstgenoemde zeer wordt aanbevolen. De heer C. S. Alting wordt met algemeene stemmen benoemd. Mededeeling van ingekomen stukken. a. Dat een som van twaalf k dertien honderd gulden is geraamd om de Gemeente-Apotheek te voorzieD van een bo venverdieping, dat noodzakelijk is bevonden, om later, zoo noo- dig, tot woniDg te kunnen worden ingericht. b. Missive van den Commissaris des Koniogs, betreffende de heffing der belasting op het gemaal en gedistilleerd. Wordt voorloopig voor kennisgeving aangenomen, om nader in de sectiën te behandelen. c. Dat tot daarstelling, in het belang der communicatie, van de Koning- en andere aldaar aan te bouwen straten met de Vroonstraten, de gemeente een strook particuliere grond noodzakelijk behoeft dat die strook behoort aan den heer S. Gooien, die niet ongenegen is daarvan afstand te doen, tegen ruiling van een andere strook grond, gelegen achter het brand spuithuisje, in de eerste Vroonstraat en de som van f'250. de kosten van overdracht voor rekening der gemeente. Die voorwaarden, door B. en W. aanbevolen, worden met alge- meene stemmen aangenomen. d. Een adres van zes ingezetenen van Huisduinen die te kennen geven dat naar hunne meeninghet onderwijs op de school aldaar, niet is zoo als men het weDsehelijk acht; zij verlangen dat de kinderen spoediger de school kunnen verla ten, om de ouders behulpzaam te zijn. Zij vragen in dien toe stand verbetering. Op voorstel van den Voorzitter, wordt besloten, dit stuk te stellen in handen van de schoolcommis sie, om advies. Daarna wordt de vergadering gesloten. Wij dweepen niet bijzonder met troonreden, evenmin als met alles wat in het genre van formulieren valt. De woorden mogen zoo goed gekozen zijn als mogelijk is, men geraakt er zoo zeer aan gewoon, dat men aan de zaken boe langer hoe minder aandacht verleent. Wij gelooven daarom niet, dat men machtig veel verliezen zou, als men de troonrede achterwege koDde laten. Zij heel't altijd iets onbepaalds, en laat in alle opzichten zóóveel speel ruimte, dat zij nagenoeg tot niets verbindt. En dan die ge ijkte uitdrukkingen als van toestanden »die reden tot te vredenheid geven7', van regelingen »die voorbereid worden", van voorstellen »die binnenkort aangeboden zullen worden", van zaken »die over bet algemeen bevredigend zyn", en der gelijke, wij meenen geene heiligschennis te begaan, als wij er weinig waarde aan hechten. Bovendien zou, zonder een ti-oonrede, vrij wat tijd kunnen worden bespaard, die nu aan de adressen van antwoord moet besteed worden. De troonreden bestaan nu echter eenmaal, en, wij moeten ook dit eerlijk bekennen, geheel zonder nut zijn ze niet, vooral voor de journalisten. Zij leveren heerlijke stof op voor eenige hoofdartikelen: door hetgeen er in gezegd wordt, door de woorden die gebruikt worden en door de wijze waarop de zaken worden uitgedruktja zelfs door hetgeen er niet in gezegd wordt; want welk een ruim veld van gissingen, voor onderstellingen en gevolgtrekkingen geven de redenen, waar om wellicht over het een of'aüder gezwegen werd! Voorzeker de journalist mag er wel dankbaar voor zijn. Maar zelfs voor alle burgers, die in de kwestien van den dag belaDg stellen, leveren zij soms eenige stof tot nadenken en bevrediging of ongerustheid op, en dat dit ook met de troon rede van dit jaar het geval is, wenschen wij thans aan te toonen. Wij plaatsten boven dit artikelEen nuttig boekjeen be doelen Adelaars en Struizen in de Surinaamsche kwestiedoor Armerinus. Suriname, en in het algemeen onze West-Indische bezittingen, zijn in Nederland niet bijzonder bekend. Menigeen weet over de Oost nog al meê te praten, doch weet van de West bitter weinig. Het is of' de laatste bij velen nauwelijks de aandacht waardig is. Is die minachting, die onbekendheid verdiend? Integendeel, zij is hoogst onbillijk. Ook hier is het spreek woord van toepassing Donbekend maakt onbemind"', wanneer men meer kennis 'vau die koloniën bezat, zou ook de belang stelling verhoogd worden. Al ware het dus alleen daarom dan durven wij het genoemde boekje gerust nuttig noemen. Ook wij zijn niet zoodanig in den toestand van Suriname te huis, dat wij uitspraak zouden durven doen over alle be schouwingen van Amerinus. Zelfs komen enkele van zijne beweringen ons voor, aan bedenking onderhevig te zijn. Maar in weerwil daarvan hebben wij het kleine werkje met uitste kend genoegen gelezen wij hebben er veel uitgeleerd, en durven het iedereen met de meeste gerustheid aanbevelen. De schrijver haDgt een tafereel op van den toestand van Suriname, dat alles behalve vleiend, ja voor de toekomst hoogst verontrustend is. De kolonie gaat sterk achteruit, hoofdzakelijk door gebrek aan werkkracht. Velen, vooral de planters in Suriname, beschouwen als het meest afdoende middel de immigratie, dat is: de invoer van Chineezen, Koelies of Elmineezen. De schrijver, die in het algemeen over de planters een vrij ongunstig oordeel velt, is meteen aantal auderen van oordeel, dat die immigratie meer schadelijk dan nuttig zou wezen, en ijvert zeer sterk voor eeD Europeesche kolonisatie. Wij lezen verder, dat van tot tijd nog andere plannen zijn geopperd, om den treurigen toestand der kolonie te verbeteren, zoo als: bet deporteeren van misdadigers uit de Oost-Indische bezittingen naar Suriname; het oprichten van hypotheekbanken eene verdeeling van den grond in groote of kleine bouwhoeven; het afschaffen der subsidiëü van het moederlandhet geheel loslaten der kolonie dooi* Nederland; enz. ai die plannen wederlegt de schrijver met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1872 | | pagina 1